100 jaar COV_Extra _Herinneringen Enkele Koorleden

18
Herinneringen van enkele C.O.V. koorleden

Transcript of 100 jaar COV_Extra _Herinneringen Enkele Koorleden

Herinneringen van enkele C.O.V. koorleden

Gesprekken met leden / anekdotes die binnen hun kring bekendstaan als het vermelden waard.

2

3

Herinneringen van enkele C.O.V. koorleden.Elly Haandrikman

Leo Pappenheim was een dirigent die tussen door mopjes vertelde. Hij had een mooie naam bedacht voor de dames die te ver over hun boek gebogen stonden. Hij noemde ze "schootzangeressen". Het was ook gebruikelijk om boete te moeten betalen als je zonder geldige reden niet op de repetitie was geweest. De bekende "Der Messias"werd in die tijd wel in het Duits gezongen. Aafje Heynis die in die tijd vaak soleerde, weigerde dat. Over Aafje gesproken: In 1954 schreef de recenseur Louis Couturier in de Arnhemse Courant: Aafje Heynis kan een buitengewoon goede alt worden. In de wijze van voordragen en uitdrukkingskracht muntte zij uit. Vol belofte voor de toekomst." Bij Lex van Drongelen zouden wij het oratorium "La Redemption"van Gounod zingen. Dat zou mooi zijn voor het 90-jarig jubileum. Maar het leek onmogelijk om een partituur te bemachtigen. Tot in Boedapest en Moskou werd daarnaar genformeerd. Tenslotte vonden we uit dat er in heel Nederland maar n klavieruittreksel bestond en dit werd bewaard in een archief in Den Haag. We mochten er gebruik van maken en met groot succes werd dit indrukwekkende werk uitgevoerd. Onder deze dirigent deden we ook mee aan concours. Ieder koor werd daarbij beoordeeld en kreeg een rapport. Ik weet nog dat we daar goed uitkwamen. We zongen gedeelten uit "Rebecca". Wat me van Annemiek van der Niet vooral bijgebleven is dat zij zo goed kon voorzingen. Zij heeft een mooie stem en kan alle partijen zingen. Zij was onze eerste vrouw op de bok. s' Zomers was het op de Korenmarkt te rumoerig, we konden er haast niet tegenin zingen. We zijn toen verhuisd naar het K A B gebouw aan de Roosendaalsestraat. In 1951 schreef een recensent het volgende stukje: "Geniet van de muziek voor wat er nog te genieten valt in deze wereld; wees de musici dankbaar voor hetgeen zij ons schenken. Iedereen die genteresseerd is in muziek en naar de Johannes Passion geluisterd heeft wordt aangespoord dankbaar te zijn voor hetgeen de leden van de Christelijke Oratorium Vereniging, de solisten, de musici en de dirigent aan zuivere schoonheid brachten. Wij wijzen nog op het grote belang dat gediend is door een instelling als de C.O.V. in onze stad".

4

Met de komst van Tilo Lehmann veranderde er veel in het koor. Iedereen diende een stemtest te laten afnemen. Volgens hem was er maar n reden om de repetitie te verzuimen en dat was ziekte. De solisten haalde hij regelmatig uit de DDR, waar hij zelf ook vandaan kwam. Maar het kwam wel eens voor dat zij het land niet uitmochten. Zo ging dat toen. ----------------Boukje Cnossen.

Het was in 1975 dat ik voor het eerst bij het koor kwam bij meneer Pappenheim, wt een oude veteraan! (Jammer dat op de kopie stond: Dit is verder onleesbaar. Nu is niet duidelijk wat nog meer werd verteld.) ---------------Riet Strijbosch.

Eerst was ik op een ander koor, wat opgeheven werd. We zongen daar de Messiah. Bij de aria "The trumpet shall sound" door een bas gezongen beleefden we het dat bij de inzet van de herhaling de trompettist geen geluid gaf: hij was het vergeten. Toen de bas nijdig riep: The trumpet shall sound, viel de trompettist weer in. Onder dirigent Ira Spaulding zongen we de Messiah ook bij de C.O.V. .Ik vertelde hem het verhaal en hij sprak de hoop uit dat dit hem niet zou overkomen. Deze keer zongen we in de Stadhuishal, want Musis Sacrum werd verbouwd. Laat nu bij dezelfde prachtige bas-aria wr de trompettist zwijgen bij de voorgeschreven herhaling! De solist, Charles van Tassel, draaide zich om naar de musici en zei minzaam: Mijne heren, maat 87, waarop de herhaling werd ingezet. Toen verleden jaar Ira Spaulding als bassolist de Messiah met ons zong, liet de trompettist hem niet in de steek. Ira gaf hem na afloop een bloem, en ik begreep wel waarom! -------------Alice van Netten.

In het jaar 1982 kwam Ira Spaulding bij ons koor. Een en al beweging, hij klapte en stampte en zong als een engel. We moesten vrolijk kijken, waren veel te ernstig. We spraken de D`s aan het eind van een engels woord uit als een A, en dat was het ergste wat we konden doen!

5

We hadden goede jaren met hem. In 1985 vertrok hij, hij wilde zelf weer gaan zingen. Hij is een bekende bas geworden. Zou hij de A en de H in het Nederlands nu goed uitspreken? ----------------Lied van Leo Pappenheim

Ode aan het middenrif Ga je mee, ga je mee Op naar onze C.O.V.! Hou de dinsdagavond vrij Kom er bij (bis) Middenrif en resonans Maken daar een mooie kans Borst vooruit en open mond Zingen is gezond, ja, zingen is gezond Geen gepraat, in de maat Anders wordt Leootje kwaad Prijs in C en D en B Eeuwig onze C.O.V., onze C.O.V. Zing in huis de hele dag Verdi, Mendelssohn en Bach Wordt met Brahms en Hndel wakker Zing voor slager en voor bakker Onbetaalde rekeningen Kunt ge in mineur bezingen Maar ge zult met jubelklanken De belastingman bedanken Ga je mee, ga je mee Op naar onze C.O.V.! Zingen is ons A B C Lang leve de C.O.V. (bis) -----------------

6

Brief aan het koor van Mv. Rho Droogleever- Mnninghof , oud pianiste.

---------

7

Krantenbericht van juni 1904

ZANGVEREENIGING

"HALLELUJA".

De eerste uitvoering van bovengenoemde Vereeniging, gisterenavond in de Groote kerk alhier gegeven, werd door een - de omstandigheden in aanmerking genomen- zeer talrijk publiek bijgewoond. Kerkconcerten ondervinden gewoonlijk niet die belangstelling, die zij verdienen. t`Zou jammer zijn geweest wanneer aan deze Vereeniging bij haar eerste optreden in het publiek geen belangstelling ware getoond, belangstelling zich uitende in een drukke opkomst. Vooropgesteld dat de verhouding der stemmen onderling niet gelukkig is- de heeren zijn wat zwak in vergelijking met de dames- mag men den heer Berkenbosch- Berends gelukwenschen met wat hij hier in korten tijd bereikt heeft. De klank die ontwikkeld wordt, is beschaafd en de aangebrachte nuanceeringen zijn talrijk genoeg om eentonigheid te voorkomen. Dat zij van muzikaliteit en goeden smaak getuigen mag mede geconstateerd worden. Met de tempi konden we ons geheel en al vereenigen, terwijl niet onvermeld mag blijven de rythmische zekerheid waarmee de directeur de tempi nam en..volhield. Van ongemotiveerde ritenuto`s was geen sprake en daardoor werd direct het idee gevestigd dat men te doen had met iemand die weet wat hij wil en die, door zijn koor in de hand te hebben, ook doen kan wat zijn intenties zijn. Aan de uitspraak was de noodige zorg besteed en voortreffelijk begeleid door het strijkkwartet der AOV was de zuiverheid geen oogenblik in gevaar. In het zeker niet gemakkelijke slotkoor uit Mendelssohn`s 42e Psalm was de duidelijkheid en schoonheid van klank te waardeeren. Ook het bekende quintett in dit werk gezongen door mej. Reijnders, de heeren Renaud, Oostveen en twee ongenoemde koorleden, liep goed; mej. Reijnders gaf zoowel daar als in de andere soli in dit werk veel te genieten, al leek ons de toonvorming niet altijd gelukkig. In Mendelssohn`s aria uit "Paulus"waren wel muzikale intentin te waardeeren, maar was mej. Reijdersonbegrijpelijkerwijsbijna voortdurend op voet van oorlog met de zuiverheid. De andere solisten die partijen van eenigen omvang hadden waren de heeren van Oostveen en Renaud. De eerste, hier van vaker optreden bekend, handhaafde zijn goeden naam;8

de heer Renaud bevestigde ten volle de goede meening van zijn zangkunst en muzikaliteit, die wij dezen winter van hem kregen. Zoo was deze eerste uitvoering van "Halleluja" gelukkig- een mooie belofte voor de toekomst! K.r. In de kerk was bij gelegenheid van deze uitvoering een groote verbetering aangebracht. Er werd- en terecht- steeds geklaagd, over het weinige licht, vooral in het gedeelte waar het koor staat. Daaraan is nu tegemoet gekomen door de zeer fraaie, in stijl zijnde kronen, die de firma Stokvis alhier voor deze uitvoering afstond en die zeer goed effect maakten. ----------Feiten die ook wel de moeite waard zijn. De directe aanleiding tot de oprichting van "Halleluja"was: 1. De bestaande vereeniging "Kerkzang"onderging een grote verandering door het vertrek van een groot aantal ontevreden leden ( niet naleven van de statuten inzake de christelijke zang.) Ds. Beets en vele christelijk gezinde leden. 2. Het optreden van een dameskoor in de Groote Kerk olv. J. Berkenbosch-Berends. De oprichters wilden een nieuw christelijk koor! ---------"Historische" directeuren/ dirigenten. Toen het in 1903 ging over het aantrekken van een nieuwe dirigent, circuleerden twee namen: J. Berkenbosch- Berends en Arnold Wagenaar. In 1906 bedankt J. Berkenbosch-Berends om gezondheidsredenen en wil graag lid worden.Wordt ook erelid. Brandts Buys woonde in Warnsveld. Stond als moeilijk bekend. Toch waagde "Halleluja"het met hem in 1907. In 1908 solliciteerde hij bij Toonkunst, maar werd het niet. In 1915 wel: zij het met enige aarzeling. Hij trouwde met een zus van de bekende alt Theodora Versteegh: Henritte M. Versteegh.

9

In 1912 bevindt zich het koor in grote financile problemen en neemt Brandts Buys ontslag. Berkenbosch-Berends opnieuw dirigent, om koor uit problemen te helpen? Neemt in 1916 ontslag. Arnold Wagenaar trouwde met Eva Wilhelmina Rethaus, overleden in 1961.Hij had in Arnhem ook een kinderkoor, samen met dhr. Logeman. Medeoprichter van de Arnhemse vereniging voor kamermuziek uitvoeringen. Andere oprichter was dhr. Amory. In jaren '40 een geheel nieuwe opname-installatie voor grammofoonplaten in zijn studio aan de Steenstraat. Advertentie: "van uzelf, voor uzelf, door uzelf". De receptie in 1943 opgenomen daar! Huldigingskomitee olv. Prof. H. Roskam. Herinneringsalbum en enveloppe met inhoud. O. a. Brandts buys als spreker. Wagenaar werd geroemd om zijn spreekwoordelijke bescheidenheid. In 1945 lezen wij in notulen: Wagenaar (onze dirigent) is niet meer bij machte de leiding van de repetities op zich te nemen en acht thans de tijd gekomen om de dirigeerstok neer te leggen. Tegen het eind van 1945 overlijdt hij. Bestuursleden gaan naar zijn begrafenis en leggen er een krans. Later komt er een herdenkingsuitvoering door de C.O.V. "Arnold Wagenaar". Willem Botter heeft niet lang gefunctioneerd bij de C.O.V. Hij was een ernstige en serieuze man. Het overige is bekend bij de leden. In 1954 viert Botter zijn 25-jarig jubileum als organist/cantor van de Paasbergkerk. Co van Beinum was een bijzonder mens. Hij was het die zijn broer Eduard in de gelegenheid stelde muziek te studeren op hoog niveau. Eduard bracht het tot dirigent bij het Concertgebouworkest in Amsterdam en verwierf beroemdheid. In 1954 legde Co de dirigeerstok neer. Niet om gezondheidsredenen maar omdat hij wel eens rust wilde na 80 uitvoeringen! (Hij leidde ook het Oosterbeekse koor "Kunst Veredelt". en andere) In C.O.V. kringen gold hij als zr begaafde dirigent en was zeer geliefd bij de koorleden. Leo Pappenheim. Pappenheim had een moeilijk leven. Hij werd wat men een "veteraan"noemt van de "oude school", degelijk en streng. Geboren in Amsterdam trok hij later naar Duitsland waar hij dirigent werd in de stad Bonn.Vanwege ongunstige tendensen in de Duitse samenleving ging hij terug naar Nederland. (Hij was een jood)10

Solliciteerde in 1932 bij de AOV maar werd het niet. (Spaanderman wel).Dat jaar werd Pappenheim wel tweede dirigent bij de AOV. Dat vond hij te min, maar om de financin aanvaardde hij de aanstelling toch. In 1941 met andere joodse orkestleden ontslagen, vanwege arisering op bevel van de bezetter. Werd naar Westerbork en naar Theresienstadt gedeporteerd. Dat hij kon worden ingezet in orkestjes binnen die kampen heeft zijn leven gered. In 1945 terug bij AOV.(Jan Out, toen tweede dirigent, maakte onmiddellijk plaats voor hem) In 1949 nieuwe sollicitatie voor eerste dirigent bij AOV (dan HGO) als Spaanderman vertrekt, maar de aanstelling gaat naar Jan Out. (Pappenheim voelde zich de "verongelijkte dirigent"werd ook zo genoemd in de volksmond.) In 1959 vertrekt Jan Out en hij denkt nu de eerste te worden, maar dat gebeurt niet! De functie van tweede dirigent verdwijnt en Pappenheim kan er op zijn 65e jaar mee stoppen. Hij mag tot in 1976 het traditionele Kerstconcert blijven geven, maar voelt zich zwaar gekrenkt! Leo Pappenheim was in zijn goede jaren een goede, supergeschoolde dirigent, De verhouding met de C.O.V is tientallen jaren erg "verknocht"geweest, zoals uit vele dingen is gebleken. De concerten onder zijn leiding noopten menigeen tot ontroering en dankbare herinnering! Hij betekende veel voor de Gelderse koor- en muziekwereld. Leo Pappenheim was ridder in de orde van Oranje Nassau en lid van verdienste van de internationale Mahler Gesellschaft. Overige feiten bekend. Tilo Lehmann. Is met vrouw en kind gevlucht uit de DDR. Echtgenote is de soliste Edda Kaltschmitt. Ook hij is zeer begaafd als dirigent. Werd overspannen en diende vrij plotseling zijn ontslag in bij de C.O.V. De rest is bekend. -----------Arnhemse feiten m.b.t. koren en cultuur. Toonkunst is ontstaan uit het koor "Euphonia". Vanaf 1874 gaat dit koor verder onder de naam van deze reeds bestaande instelling. Men had nl. in Arnhem in 1829 een afd. Toonkunst opgericht. Die ging in 1874 ter ziele. Op zondag 12-04-1896 is de (her)oprichting van Toonkunst. Vandaar dus in 1996 honderd jaar Toonkunst. Het koor heeft als dirigenten na de oorlog: Hans Brandts Buys, Jaap Hillen (van 1959-1989), en nu Joop Schets.

11

De Eusebiuskerk De Eusebiuskerk stamt uit 1452 als laatgotische kerk, die St. Eusebius als tweede kerkpatroon heeft. Kerkje daarvoor heette St. Marten, welke naam op de achtergrond raakte in de loop der tijden. Men sprak uiteindelijk alleen over de grote- of Eusebiuskerk n 1944 op 19 en 20 september, brandt de kerk volledig uit tijdens de beschietingen in de slag om Arnhem. In 1945 wordt de toren gehalveerd bij het opblazen van de Rijnbrug. B.T. Boeyinga uit Amsterdam benoemd als restauratie-architect. In 1961 viert men pas officieel de ingebruikname. In 1981 tweede grote restauratie. Bij slag om Arnhem is het toen aanwezige Wagner orgel totaal verloren gegaan. In 1951 werd het Strmpfler orgel aangekocht, wat er nu nog steeds is. Dit orgel komt uit de Hersteld Evangelisch Lutherse kerk aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam en is gebouwd in het jaar 1793 . Musis Sacrum (sterk ingekort) Musis Sacrum ( aan de Muzen gewijd), is in 1847 gebouwd om Arnhem een passende accommodatie te bezorgen. Het wordt dan nog een vrij eenvoudig bouwwerk waarin veel houten constructies voor dak en pilaren zitten en niet vrij van brandgevaar is. In 1852 koopt de gemeente het gebouw aan. In datzelfde jaar komen er uitbreidingsplannen( met de ambitie een even groot gebouw voor comedie als in Den Haag te realiseren) De ontwerper van het gebouw is de gemeentearchitect Heuvelink. In 1853 staat er een groot gebouw, met drie zalen in elkaars verlengde: de kleine zaal, de grote zaal en de nieuwe zaal. Met dit uitgebreide Musis heeft Arnhem het grootste zalen en evenementengebouw van Nederland. Tot 1864, want dan heeft Amsterdam haar Paleis voor Volksvlijt! In 1864 besluit gemeente Arnhem weer een verandering en/of uitbreiding. De nieuwe zaal moet nu een concertzaal worden, en zal met voorrang worden aangepast aan die eis. Na veel moeilijkheden en stagnatie is de bouw uiteindelijk in 1866 gereed en in maart van dat jaar feestelijk in gebruik genomen. Deze zaal is dan ellipsvormig en heeft de akoestiek en inrichting naar de eis. Alleen is nu de klacht dat er geen doelmatige stem- receptie- en koffiekamer aanwezig zijn. Musis is en blijft het brandpunt van activiteiten, pachters wisselen elkaar af en de bezoekersstroom groeit. Het gaat voor de wind.

12

Maar de concertzaal vertoont langzamerhand gebreken(was niet helemaal goed gebouwd) en de ventilatie geeft steeds meer problemen. Ook ziet men dat de zaal als te klein ervaren wordt door intensief gebruik. De neergang komt als de rest van het gebouw(dan ouder, want eerder opgetrokken) in slechte staat verkeert door gebrek aan onderhoud. Plannen voor verbetering hier en daar zijn geen optie meer en in 1887 dient directeur gemeentewerken Lindo op aanvrage plannen in voor vernieuwing. Een van de plannen komt in aanmerking en dat betekent sloop van de eerste concertzaal. Op de plaats daarvan wordt, een kwartslag gedraaid voor een beter aanzien van het Velperplein, de huidige concertzaal gebouwd met de bekende koepels en de torentjes. Aan het Velperplein verrijst een ruime cafzaal met aangrenzende biljardruimte, waarboven een vergaderzaal. De grote zaal wordt hersteld en voorzien van een nieuw podium met een orkestnis en tribune voor het publiek; verder wordt hij aan de eis van de tijd aangepast.De bouwstijl is neo-renaissance van een Duits karakter. De gevels uitgevoerd in baksteen van de kleur appelbloesem. Het geheel krijgt centrale verwarming, (in die tijd lang niet overal vanzelfsprekend.) In 1907 krijgt de cafzaal er een grote serre en terras bij aan het Velperplein gelegen. Electrische verlichting is dan overal in het gebouw aanwezig wat een noviteit is. Later komt in de grote zaal een rolschaatsbaan. Intussen is het 1939 en vijftig jaar na de bouw door Lindo is er weer renovatie nodig. Maar er hangt oorlogsdreiging in de lucht. Ondanks dat gaat de verbouwing wel door. Cafgedeelte uitgebreid met restaurant, de zgn. "Rotonde"en er komt een foyer. Podium in de concertzaal vergroot met uitrolbaar voorpodium en de huidige kroonluchters komen daar dan te hangen. (De rood-pluchen stoelen die nog tot 1979 dienstdeden kwamen er toen ook. De balkonstoelen zijn later in 1982 geveild.) Het gebouw loopt in de laatste oorlogsmaanden aan alle kanten schade op en nadien is er soms te ijverig opgeruimd om de puinhopen te herstellen. Zo verdween heel wat cultureel erfgoed en bijna was Musis ook op de laadschop gegaan. Gelukkig is dat voorkomen , maar de renovatie van toen moest weer gebrekkig worden uitgevoerd door geldgebrek en werd armoedig. De zgn."schoenendoos"ontstond, die veel mensen zou ergeren tot in 1982. Het verdere verhaal hoeft niet vermeld, omdat elke in cultuur genteresseerde Arnhemmer afweet van de recentere verbouwingen aan Musis. Hoe het er nu uitziet, zowel binnen als buiten, is menigeen welbekend. Of het door iedereen even mooi gevonden wordt laat ik hier graag in het midden. Miep van der Horst, januari 2004.13

14

15

16

17

18