1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

31
1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen

Transcript of 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

Page 1: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

1

Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen

Page 2: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

2

Braken

• NPO: 24-48h

• 3 à 6 maaltijden per dag

• Zeer verteerbaar voeder

• Niet te hoog eiwit: maagzuursecretie

• Niet te hoog vet: maaglediging

Page 3: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

3

Maagdilatatie en volvulus

Risico’s

• Aerofagie

• 1x per dag voeren

• kleine brokken

• stress

Page 4: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

4

Maagdilatatie en volvulus

Dieet

• Min. 1h wachten met voeren na sportprestatie

• 3 à 4 maaltijden per dag• Iets energierijker voer: kleinere hoeveelheden

doch: hoger vetgehalte: vertaagd maaglediging

Page 5: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

5

diarrhee

Indeling

• Secretorisch

• Osmotisch

• Verhoogde permeabiliteit

• Motiliteitsstoornissen

Page 6: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

6

Acute gastro-enteritis

Doelstellingen:

- Verdere beschadiging tegen gaan- Vermijden dat acute diarrhee chronisch wordt

• Vroeger: vasten• Nu: orale rehydratatie en voeden beter dan volldig

vasten:

Page 7: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

7

Acute gastro-enteritis

Orale rehydratatie en voeden • Absorptie vloeistof en zouten• Integriteit mucosa• Doch secretorische < > osmotische diarrhee

Dus NPO gedurende 12-48h, erna kleine hoeveelheden, frequent

Page 8: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

8

Acute gastro-enteritis

NPO

• Stopt verdere beschadiging mucosa

• Verlaagd osmolariteit

• Verminderd stimuli secretorische diarrhee

• Bemoeilijkt colonisatie bacteriën

Page 9: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

9

Acute gastro enteritis

Dieet kenmerken• Zeer verteerbaar• Vetgehalte: matig: ingewikkeld verterings en

absorptie proces• Lactose: aantasting microvilli: lactase• Eiwit: verhoogde permeabiliteit?• Koolhydraten: zeer verteerbaar• Laag vezelgehalte

Page 10: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

10

Chronische diarrhee

Indeling• Malabsorptie• Malassimilatie• Maldigestie

Oorzaken1. Voedingsoorzaken2. SIBO3. EPI4. IBD5. Lymfangiectasie6. Colonaandoeningen

Page 11: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

11

1. Voedingsoorzaken

• Dietary overlaod• Vraatzucht• Slecht verteerbare voeding• ‘Dietary indiscretions’• Voedselallergie en intolerantie

Meestal osmotische diarrhee, bacteriële toxines: secretrosche diarrhee

Page 12: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

12

Voedingsoorzaken

Diëtaire behandeling

• Zie acute diarrhee

Page 13: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

13

2. SIBO

Oorzaken• Verlies aan motiliteit• Mechanische obstructie• Malassimilatie (vb EPI)• Locale immuniteit

Pathofysiologie• Toxines, hydroxy vetzuren, gedeconj. galzouten:

secretorische diarrhee• Gedeconj. galzouten: minder efficiënte micelvorming en

vetassimilatie

Page 14: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

14

SIBO

Diëtaire behandeling• Beperking bacteriële groei: zeer verteerbaar eiwit

en laag vetgehalte• Laag vetgehalte: galsecretie : hydroxyvetzuren

en gedeconj. galzouten• Verminderde motiliteit: verhoogd vezelgehalte• Prebiotica?• Vit B12 parenteraal

Page 15: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

15

3. IBD

• Antigenreactie, vorm van voedselallergie als één van de mogelijke oorzaken

• Dietaire behandeling zeer belangrijk! Best voor start medicamenteuse behandeling.

Page 16: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

16

IBD: dd of dd+DD Dieetkenmerken

Vet

• Hoeveelheidmatig tot laag;

+ MCT indien mager dier

• Bron n3-vetzuren: verminderen allergische en

inflammatoire reacties

Page 17: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

17

IBD: dd of dd+DD Dieetkenmerken

Eiwit• Bron: nieuwe of hydrolysaten: rol van

voedselallergenen

• Hoeveelheid

Vaak hypoproteïnemie: voldoende maar zeer verteerbaar

Eventueel tijdelijk korte peptiden, AZ supplement

Page 18: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

18

IBD: dd of dd+DD Dieetkenmerken

vezel• Matige hoeveelheid indien gestoorde motiliteit• Doch opletten bij magere dieren

Page 19: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

19

4. EPI

Exocriene pancreas: secretie van

• Lipase, amylase, trypsine: prim osm., secundair: secretorisch diarrhee

• Bicarbonaat• Intrinsieke factor: vit B12 absorptie• Factoren noodzakelijk voor absorptie Zn

Page 20: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

20

EPI

Dieetbehandeling

• Veel kleine maaltijden• Pancreasenzymen bij iedere maaltijd!• Zeer verteerbaar vezelarm dieet

Page 21: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

21

Hond met EPI DS verteerbh % Vet verteerbh. %

Klassiek voer 36.1 4.1

Idem + enzymen 63.1 32.8

Dieet 68.2 52.4

Idem + enzymen 78.2 78.1

Gezonde hond

Klassiek voer 78.7 84

Dieet 89.8 93.6

Page 22: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

22

EPI

Dieetkenmerken• Vet: hoeveelheid

Matig doch magere dieren: + geëmulcifiëerde vetten of MCT

• Vitaminen

Vetoplosbare vitaminen: E, K, A

Vit B12: parenteraal!

Foliumzuur

Page 23: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

23

5. Lymfangiectasie

• Verhoogde permeabiliteit: vloeistof, suikers, eiwit, cellen doorlaten

• Verstoorde motiliteit

• Hypoproteinemie

• Vetmalabsorptie en steatorhee

Page 24: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

24

Lymfangiectasie

Beginfase: 1 à 2weken• vetarm voeder, eventueel eerst vezelarme zeer

vetarm voeder• Onopl vezel: herstellen motiliteit en verwijderen

opgestapeld organisch materiaal doch meestal zeer magere dieren!• MCT• Eiwit: min. 25% DS Indien nodig: supplementatie met cottage cheese

Page 25: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

25

Lymfangiectasie

Na 2 weken

• Energie-rijkere zeer verteerbare voeding

• Steeds matig vetgehalte

• Geen grote hoeveelheden

• Eventueel + elemental diet (20% MER)

Page 26: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

26

6. Colitis

Verschillende diëten mogelijk

1. Hypoallergeen dieet

2. Low residue dieet minder onverteerd materiaal in DD, bacteriële overwoekering , minder endotoxines en ammoniak

3. Vezelrijk dieet

Page 27: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

27

Colitis

Vezelrijk dieet: Oplosbare en onoplosbare

• Herstellen motiliteit• Trofisch effect (boterzuur)• pH verlagend: acidofiele flora• Stimulatie absorptie vocht en elektrolieten• Binden gedeconj. galzouten

Page 28: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

28

Dieet behandeling constipatie

• 5 tot 15% voedingsvezel (oplosb en onoplosb)

Doch voldoende drinken!• Onopl vezel kan constiperend werken (te hoog

gehalte, te weinig drinken)• Lactulose oplosb. vezel• Geen plantaardige olie (= minerale olie)• Megacolon kan NIET gecorrigeerd worden door

dieet

Page 29: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

29

Pancreatitis

Predisponerend factoren i.v.m. voeding

• Obesitas• Hyperlipidemie• Vetrijke voeding (+ laag eiwit) aan

gepredisponeerde dieren

Page 30: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

30

Pancreatitis: dieetbehandeling

Op korte termijn: Pancreas laten rusten!

• NPO, ook geen vloeistof. Indien langer dan 2 à 3 dagen: parenterale voeding of jejunostomiesonde

• Nadien starten met vocht• Kleine hoeveelheid KHD: glucose, gekookte rijst• Kleine hoeveelheid eiwit, hoge BW (platte kaas of

aangepast comm dieet)• Zeer veel kleine maaltijden

Page 31: 1 Diëtaraire behandeling gastrointestinale aandoeningen.

31

Pancreatitis: dieetbehandeling

Op lange termijn:

• vetgehalte

- Obese dieren of hyperlipidemie: laag (5-10%DS)

- Andere: matig(8-15%DS)

• Eiwitgehalte: matig