1. Begin van de klasdagswphh.weebly.com/uploads/4/8/0/5/48050223/schoolw...Door de vraagstelling...
Transcript of 1. Begin van de klasdagswphh.weebly.com/uploads/4/8/0/5/48050223/schoolw...Door de vraagstelling...
Dagverloop / rituelen
1. Begin van de klasdag
De kleuters worden door hun ouders naar de klas gebracht. Dit kan vanaf
8u05. De jas wordt netjes aan de kapstok gehangen en de boekentas op het
rek boven de kapstokken. Elk kind krijgt in het begin van het schooljaar een
kenteken toegewezen. De jas en boekentas van het kind horen bij zijn/haar
kenteken. In de klas wordt er niet meer gegeten of gedronken. Ontbijten
doen we thuis.
Het tutje wordt op de kast gelegd voor het dutje.
De kls. krijgen in de klas even de kans tot vrij spel. Ondertussen kan kleuter
al iets dringend kwijt. Andere kls. kunnen tot rust komen bij een zelf
gekozen spel. De drukte van het ochtendgebeuren thuis of onderweg kan
even bedaren. De jongste kleuters vallen dan vaak op zichzelf terug terwijl
het bij de oudsten meestal een blij weerzien is van de vriendjes. Na enige
tijd zingt de leidster het lied” Kom jij ook”. Hierdoor weten de kleuters dat
er verzameld moet worden in de zithoek.
Lied: “Kom jij ook, kom jij ook ?
2. Onthaal in de klas /Morgenritueel
Om 8u20 begint de klasdag. We laten al het speelgoed liggen en gaan naar
toilet. Wanneer we hier mee klaar zijn, nemen alle kinderen plaats in de kring.
Er wordt dan niet gespeeld, het is tijd voor het morgenritueel.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
Kindje van de dag / helpend handje
Uit een potje wordt een kenteken getrokken en dit teken wordt op de
helper van de dag gekleefd. Dit kindje mag vandaag naast de juf zitten,
het weer in orde brengen, eerst in de rij gaan staan,…
Aanwezigheidsregister invullen
We kijken of alle kls op school zijn. De juf wenst de kls goede morgen. De
afwezige kls worden terug in hun huisje gehangen( huisje heeft dezelfde
kleur als de luchtballon)
Lied: “We stijgen met een zucht”
“We stijgen met een zucht
Tot boven in de lucht
We zitten zo gezellig in de luchtballon
We kunnen alles zien
We hebben pret voor tien
Leve de luchtballon”
De kls. wensen elkaar goede morgen a.d.h.v. lied
Lied: “Begin de dag met een lach”
Jules wakker maken a.d.h.v. lied
“Lieve Jules”
Jules is nog moe, hij slaapt nog. De kindjes maken ook nog even een bedje
met de handjes en slapen
Lied:” Onze kindjes zijn zo moe”
Ondertussen maken de kindjes een bedje van hun handen. Ze worden nu
heel rustig!
Kindjes en Jules wakker maken met de wekker
Lied:“ Ring daar gaat de wekker”
De kls. wensen elkaar goede morgen a.d.h.v. lied en/of dansje.
Lied:”Goede morgen allemaal!”
“Goede morgen allemaal! Dag zon,dag Jules. Dag Jules,dag kind! Dag
kind,hoor hoe vrolijk de dag begint. Tralalalalaa,tralalalalaa,hoor hoe
vrolijk de dag begint.”
Jules staat op maar is nog niet goed wakker
De kls. Mogen Jules wakker kriebelen. Op het laatst springt Jules in de
armen van het helpend handje. Deze mag met Jules rond gaan en alle kls een
knuffel gaan geven
Jules geeft alle kleuters een knuffel
Lied:”En een knuffel hier, en een knuffel daar”
De kls mogen elkaar ook knuffelen”
.
Ochtendgesprek of contactspel:
Bedoeling van ochtendgesprek:
a. De kls. leren hun gevoelens ,belevenissen te uiten in
groepsverband. Sinds het afscheid nemen van elkaar de vorige
dag, hebben de kls. weer vele indrukken opgedaan. Deze
impressies kunnen ze aan elkaar kwijt tijdens het gesprek. Zo
groeit bij hen het gevoel van:”Ik hoor erbij. Ik mag hier zijn met
alles wat van mij is.” Ook hun spreekdurf neemt toe.
b. Ze leren zo ook om te luisteren naar elkaar. Dat is heel moeilijk
voor kls. omdat elke inbreng van een andere kleuter bij hen ook
allerlei ervaringen oproept. Die willen dan ze liefst onmiddellijk
kwijt. Toch is naar elkaar luistern heel belangrijk om in groep te
kunnen werken en leren. Het kan ook maar alleen al doende
geleerd worden. De eerste stap is het passief luisteren: zwijgen
terwijl een ander spreekt. Gaandeweg groeit er een vorm van
meer actief luisteren waardoor de kls. meer en meer gaan
inspelen op elkaar.
Enkele aandachtspunten voor de juf
Kijken naar de kleuter die spreekt
De schuchtere pogingen van stille kleuters opmerken
Onderbreek het gesprek voor “druktemakers” en herinner hen aan
de afspraken
Door de vraagstelling niet meer feiten trachten te weten te
komen maar de kleuter stimuleren om dieper op gevoelens in te
gaan.
Op een onopvallende manier de taal-fouten verbeteren.
Een duidelijk slot maken aan het gesprek en feedback geven.
Bedoeling van het contactspel:
Het is belangrijk om te zorgen voor een sfeer van geborgenheid en
veiligheid waarin elke kleuter aanvoelt dat hij erbij mag zijn zoals
hij is. Relatie en contact liggen bij 2,5 jarigen nog sterk in de sfeer
van lichamelijk contact. Vandaar het belang van contact -,
aanrakings – en/of knuffelspelletjes. We moeten wel zorgen voor de
nodige ruimte als de kleuter het echt niet wil.
Weerkalender
Adhv lied wordt het juiste weertype op de kalender gehangen en krijgt
Julleke de aangepaste kledij aan.
Lied: “ Goede morgen mevrouw, goede morgen mijnheer”
Weekkalender:
Adhv het lied ontdekken we welke dag het is. Het kindje van de dag mag
de wasspeld verzetten.
Lied: “ De week rond”
Catechesemoment
Alle dagen branden we een kaarsje in de klas met bijhorend liedje.
Afhankelijk van het thema kan er ook nog een bijbelverhaaltje of een
waardeverhaal verteld worden.
Lied: “Kaarsje aansteken”
Lied :” Vlammetje”
3. Verhaal / gesprek / waarneming ter inleiding van de volgende activiteit
Deze gezamenlijk activiteit is vaak kort maar is wel onontbeerlijk voor de
aanbreng van de volgende activiteit. Dit kan een waarneming,een beleving, een
verhaal zijn:de kleuters krijgen de kans om dingen te ontdekken op allerlei
vlakken. Ze kunnen experimenteren , nemen waar, luisteren, praten…..
4. Overgang naar de volgende activiteit
Vaak heeft Jules iets in zijn rugzak zitten dat aanleiding geeft voor de
volgende activitiet.
Om het verloop van de keuze activiteiten wat rustiger te laten verlopen
wordt er gebruik gemaakt van de belletjes. Het lied wordt gezongen en
Nelleke Pimpernelleke wordt wakker gemaakt. OP het einde ven het lied
wordt Pimpernel doorgegeven en het kindje dat gebeld heeft mag al
vertrekken en gaan kiezen.
Lied: “Nelleke, pimpernelleke”
Nelleke Pimpernelleke.
Waar is het belleke?
Tingelingeling,bellebellebel.
Hier is Nel Pimpernel.
De kinderen zijn nog jong en mogen dan ook nog in de klas
“vlinderen”, toch kan een langere concentratie/aandacht
gestimuleerd worden
5. Werken in groepjes
Dit is vaak een expressiemoment : de kleuters krijgen de kans om te
verwerken wat ze tijdens een impressiemoment hebben beleefd. Dit kan
beeldend zijn(schilderen,kleven,knippen,kleuren).Alsook
muzikaal(zingen,ritmiek,dans,…)en beweging(turnen,dansen,…)
6. Opruimen
Lied:” Opruimen”
We schenken ook aandacht aan een goede gewoontevorming: De kleuters
zetten na het zingen van het lied alles weer op de juiste plaats.
7. Toiletbezoek
Voor elke speeltijd gaan we met de klasgroep onder begeleiding van de juf
naar toilet. In het verdere dagverloop mogen de kinderen ook naar toilet. Alle
kleuters zitten op hun zitvlak bij de grote toiletten (deze worden enkel
gebruikt door de 3de kleuterklas en lagere school). Dit om duwen en trekken
zoveel mogelijk te beperken. Jongens gaan op het jongenstoilet en meisjes op
het meisjestoilet: aangeduid met pictogrammen.
Aandacht voor hygiëne op het toilet: doorspoelen, geen papier op de grond,
handen wassen,... Tijdens het handen wassen wordt er niet met water
gespeeld.
De juf helpt en stimuleert waar nodig. Wanneer iedereen klaar is,
controleert de juf nog even de toiletten.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
8. 10 - uurtje
We schenken aandacht aan de zelfredzaamheid en de hygiëne
Na het toiletbezoek gaan we terug naar de klas. We nemen onze boekentas en
stappen door naar de eetzaal.
In de eetzaal neemt iedereen plaats aan tafel. We nemen onze koek en ons
drankje. Kinderen die geen koek bij hebben, nemen een boterham. Iedereen
eet zijn eigen koek of boterham op. Koeken met chocolade en frisdrank zijn
niet toegelaten.
Boekentassen liggen niet op tafel of op de grond, maar hangen netjes aan de
leuning van de stoel. De juf helpt waar nodig is. Het fruit wordt in de
fruitmand verzameld.
Afval hoort thuis in de vuilnisbak en niet op de grond. Wanneer iedereen klaar
is, zetten we onze stoel onder de tafel en gaan we met zijn allen onze jas
aandoen. Bij het aandoen van de jas, helpt de juf waar nodig is. Ook hier
worden de kinderen gestimuleerd om zelfstandig hun jas aan te doen.
Wanneer de jas aan is, zetten we ons op de bankjes en wachten op de bel om
naar buiten te gaan.
Lied: “ Smakelijk eten”
Lied: “ Smakelijk drinken”
Lied: “ Jassen aandoen”
Speeltijd: De grove motoriek wordt bevorderd.(lopen ,fietsen,klimmen). De kls
doen ervaringen op i.v.m. ruimte , ruimte-oriëntatie , afstand,… De kls. beleven
plezier aan het samenspelen. Toch moeten we ons geen illusies maken. Voor de
jongste kleuters kan de speelplaats aanvankelijk een bedreiging vormen. Ze
worden overdonderd door de grootsheid van het spelgebeuren. Veel kinderen
samen in een grote “overdonderende” ruimte . Hier valt de geborgenheid en de
structuur van hun eigen klasje weg. We kunnen de kls. proberen te troosten.
Maar we moeten vooral veel geduld uit oefenen. De eerste stap zal zijn hand in
hand met de juf over de speelplaats wandelen. Nadien zullen de kls. in de
nabijheid van de juf spelen om alzo “uit te zwermen”.
Elke juf begeleidt zijn klas naar binnen of buiten. Kleuters spelen op de
speelplaats binnen het afgesproken gebied: niet over de rode lijnen! De glijbaan
dient om te glijden, niet om te klimmen. We gaan langs de trap ophoog, zitten
netjes op de poep en glijden naar beneden. Niet duwen of trekken en één per
één. Kinderen mogen spelen op de trein, maar we kruipen niet op het dak van de
trein. Elke klas zorgt voor zijn eigen bal. We brengen geen ballen of ander
speelgoed van thuis mee. De goalen worden gebruikt tijdens het voetballen, maar
zijn geen klimrekken. Stout of fout gedrag wordt niet toegestaan. Het kind
wordt uit het spel gehaald en gaat even aan de kant. Bij regenweer spelen we
binnen in de speelzaal. Hier zijn echter geen ballen toegelaten. In speelzaal zijn
er ook enkele afspraken:niet lopen (met die natte schoenen glijden we makkelijk
uit), we springen niet van de banken. Bij het belsignaal verzamelen alle kinderen
bij de rijen(slangen). Elke klas heeft zijn eigen kleur. De EHBO vinden we terug
in de studio of bij juf Elfi (blauwe klas)
9. Toiletbezoek
Voor elke speeltijd gaan we met de klasgroep onder begeleiding van de juf
naar toilet. In het verdere dagverloop mogen de kinderen ook naar toilet. Alle
kleuters zitten op hun zitvlak bij de grote toiletten (deze worden enkel
gebruikt door de 3de kleuterklas en lagere school). Dit om duwen en trekken
zoveel mogelijk te beperken. Jongens gaan op het jongenstoilet en meisjes op
het meisjestoilet: aangeduid met pictogrammen.
Aandacht voor hygiëne op het toilet: doorspoelen, geen papier op de grond,
handen wassen,... Tijdens het handen wassen wordt er niet met water
gespeeld.
De juf helpt en stimuleert waar nodig. Wanneer iedereen klaar is, controleert
de juf nog even de toiletten.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
10. Kringactiviteit
Dit kan van alles zijn:taalactiviteit, verhaal, prent kijken, lied aanleren,
waarneming;…..
11. Werken in groepjes
Dit kan een waarneming,een beleving zijn. De kleuters krijgen de kans om
dingen te ontdekken op allerlei vlakken. Ze kunnen
experimenteren,waarnemen… en dingen beleven.
Dit kan ook een expressiemoment zijn: de kleuters krijgen de kans om te
verwerken wat ze tijdens een impressiemoment beleefd hebben. Dit kan
beeldend zijn(schilderen,boetseren,knippen en kleven,kleuren,…).Alsook
muzikaal(zingen,ritmiek,…) en beweging( dansen,turnen,…)
12. Afleidingsspel
Meerdere malen per dag worden er “tussendoortjes” gedaan met de
kleuters. Dit spelen we op verschillende manieren en in verschillende
vormen. Er zijn muzikale spelletjes, zintuiglijke
spelletjes,bewegingsspelletjes. Kriebels in de benen? Onrust in het lijf?
Dan doen we toch gewoon een tussendoortje. Dan kun je er weer tegen en
opnieuw aandacht geven. Dan zijn de kriebelmieren weer weg. Of gewoon
als we nog even tijd over hebben…
13. Toiletbezoek
Voor elke speeltijd gaan we met de klasgroep onder begeleiding van de
juf naar toilet. In het verdere dagverloop mogen de kinderen ook naar
toilet. Alle kleuters zitten op hun zitvlak bij de grote toiletten (deze
worden enkel gebruikt door de 3de kleuterklas en lagere school). Dit om
duwen en trekken zoveel mogelijk te beperken. Jongens gaan op het
jongenstoilet en meisjes op het meisjestoilet: aangeduid met
pictogrammen.
Aandacht voor hygiëne op het toilet: doorspoelen, geen papier op de
grond, handen wassen,... Tijdens het handen wassen wordt er niet met
water gespeeld.
De juf helpt en stimuleert waar nodig. Wanneer iedereen klaar is,
controleert de juf nog even de toiletten.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
Lied: “ Honger”
Voor het eten gaan we met zijn allen naar toilet ( zie afspraken toilet). Onze
boekentas staat al in de eetzaal. In de eetzaal gaat iedereen terug op zijn plekje
zitten. De juf helpt de kinderen even met de brooddoos. Alle juffen blijven in de
eetzaal tot juf Nick er is. Juf Nick is de juf van de eetzaal en zorgt hier
vooreen rustig verloop. Andere juffen verlaten de eetzaal
Middagpauze
Slaapklasje
Afsrpaken in het slaapklasje:
Voor de kinderen gaan slapen, moeten ze eerst nog even naar toilet. Ze nemen
hun knuffel en tut.
Daarna gaan ze met juf naar het slaapklasje.
Een kleuter die wil slapen kan dat,mits een kleine bijdrage. Dit duiden we aan op
de lijst van de slapertjes en wordt verrekend op de maandrekening.
Lied: “ Doe je oogjes toe”
Lied: “Slaap zacht”
14. Toiletbezoek
Voor elke speeltijd gaan we met de klasgroep onder begeleiding van de juf
naar toilet. In het verdere dagverloop mogen de kinderen ook naar toilet.
Alle kleuters zitten op hun zitvlak bij de grote toiletten (deze worden
enkel gebruikt door de 3de kleuterklas en lagere school). Dit om duwen en
trekken zoveel mogelijk te beperken. Jongens gaan op het jongenstoilet en
meisjes op het meisjestoilet: aangeduid met pictogrammen.
Aandacht voor hygiëne op het toilet: doorspoelen, geen papier op de grond,
handen wassen,... Tijdens het handen wassen wordt er niet met water
gespeeld.
De juf helpt en stimuleert waar nodig. Wanneer iedereen klaar is,
controleert de juf nog even de toiletten.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
15. Middag - onthaal in de klas
Elkaar goede middag wensen adhv een lied:
“ Goede middag”
Goede middag, goede middag
Wij zingen en klappen
Goede middag,goede middag
en dansen erbij.
tikken
stampen
wiebelen
kriebelen
Aanwezigheidsregister invullen
Er is ook nog ruimte voor een spelletje en/of gesprekje.
Lied: “Vriendjes zijn”
Overgaan tot vrij spel
Om het verloop van de keuze activiteiten wat rustiger te laten verlopen
wordt er gebruik gemaakt van lied en de belletjes. Het lied wordt gezongen
en Nelleke Pimpernelleke wordt wakker gemaakt. OP het einde ven het lied
wordt Pimpernel doorgegeven en het kindje dat gebeld heeft mag al
vertrekken en gaan kiezen.
Lied:”Nelleke Pimpernelleke.”
16. Kiesuurtje
De kleuters krijgen de kans om vrij te spelen in de hoeken. De kleuters mogen
niet zo maar alles uit de kasten nemen. Dit om chaos te vermijden. Wij zetten
speelgoedbakken klaar. Uit ondervinding hebben we gemerkt dat de kleuters
anders vaak enkel rommel maken zonder echt over te gaan tot spel. Dit is
echter zeker niet de bedoeling. We willen de kleuters stimuleren om echt tot
spel te komen! Een bijkomend voordeel is dat de kleuters op die manier een
ruime waaier aan variatie hebben ,verspreid over het hele jaar. Ze krijgen
vaak “iets nieuws “om mee te spelen. De kleuters leren kiezen, ze leren een
bewuste keuze te maken uit een aantal mogelijkheden. Ze leren kiezen met
een vooropgesteld doel bv. “ Ik neem een puzzel en maak mijn puzzel
af.”Aanvankelijk zullen de kls nog vlinderen maar we moeten hen stimuleren
om een tijdje bij hun keuze te blijven.
17. Toiletbezoek
Voor elke speeltijd gaan we met de klasgroep onder begeleiding van de juf
naar toilet. In het verdere dagverloop mogen de kinderen ook naar toilet. Alle
kleuters zitten op hun zitvlak bij de grote toiletten (deze worden enkel
gebruikt door de 3de kleuterklas en lagere school). Dit om duwen en trekken
zoveel mogelijk te beperken. Jongens gaan op het jongenstoilet en meisjes op
het meisjestoilet: aangeduid met pictogrammen.
Aandacht voor hygiëne op het toilet: doorspoelen, geen papier op de grond,
handen wassen,... Tijdens het handen wassen wordt er niet met water
gespeeld.
De juf helpt en stimuleert waar nodig. Wanneer iedereen klaar is, controleert
de juf nog even de toiletten.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
18. Fruit eten
We proberen dit moment zo gezellig mogelijk te laten verlopen. Ook hier
schenken we aandacht aan het netjes eten.
Lied: “Fruit eten”
Speeltijd
19. Opruimen
Lied:”Opruimen”
We schenken ook aandacht aan een goede gewoontevorming. De kleuters
zetten na het zingen van het lied alles netjes op zijn plaats.
20. Verhaal
De dag wordt in alle rust afgesloten met een verhaaltje. De kleuters
leren luisteren . Het luisteren naar een verhaal kan ertoe bijdragen dat
hun taalschat wordt verrijkt. De kls. leren zich een voorstelling te maken
van een verhaal. Hun behoefte aan fantasie wordt bevredigd. De kls leren
zich in te leven in het verhaal. Hierdoor krijgen de kls. meer inzicht in hun
eigen gevoelens en kunnen bepaalde gebeurtenissen verwerkt worden.
Inleiding:
De juf probeert eerst de kls stil te krijgen om alzo de aandacht van de
kls te trekken. Ze doet dit adhv een lied:
“’t Is tijd voor een verhaaltje
Kom zit nu allen klaar
En luister allen maar.”
Vertellen van het verhaal met of zonder prenten
De juf en de kls proberen het verhaal terug op te bouwen adhv prenten en
bijkomende vraagjes
21. Elkaar goede avond wensen
Lied: “ Tot morgen”
22. Jules in bed leggen
Lied: “Pyjama aan”
Lied: “Slapen”
Lied: “Doe je oogjes toe”
Lied:”Dromenland”
Dagklapper 1: Aankomst in de klas
1. Verloop
De kleuters worden door hun ouders naar de klas gebracht. Dit kan vanaf
8u05. De jas wordt netjes aan de kapstok gehangen en de boekentas op het
rek boven de kapstokken. Elk kind krijgt in het begin van het schooljaar een
kenteken toegewezen. De jas en boekentas van het kind horen bij zijn/haar
kenteken. In de klas wordt er niet meer gegeten of gedronken. Ontbijten
doen we thuis.
Het tutje wordt op de kast gelegd voor het dutje.
De kls. krijgen in de klas even de kans tot vrij spel. Ondertussen kan kleuter
al iets dringend kwijt. Andere kls. kunnen tot rust komen bij een zelf
gekozen spel. De drukte van het ochtendgebeuren thuis of onderweg kan
even bedaren. De jongste kleuters vallen dan vaak op zichzelf terug terwijl
het bij de oudsten meestal een blij weerzien is van de vriendjes. Na enige
tijd zingt de leidster het lied” Kom jij ook”. Hierdoor weten de kleuters dat
er verzameld moet worden in de zithoek.
Lied: “Kom jij ook, kom jij ook ?
2. Doelen
Positieve ingesteldheid
1 zich emotioneel goed voelen: Een veilige sfeer ervaren bij de leidster .Zich
veilig voelen op een plaats in de klas waar je de leidster kan zien. Zich veilig
voelen in een kleine/grotere groep kleuters
7 Tot rust komen: Een gewaarwording herkennen als een signaal dat rust
oproept.
Morele ontwikkeling
24 regels en afspraken naleven en waarderen: Kennismaken met regels en
afspraken. Proberen zich te houden aan regels en afspraken door ermee te
experimenteren.
Taalontwikkeling
74 Visuele boodschappen interpreteren en er gepast op reageren: Eenvoudige
grote pictogrammen herkennen die in een vertrouwde omgeving gebruikt worden.
78 zichzelf behelpen: Non-verbaal hulp kunnen vragen bij elementaire
verzorgingstaken. Verbaal hulp vragen bij elementaire verzorgingstakenBlij zijn
als je een reeks handelingen zelfstandig kan uitvoeren adhv een stappenplan. Met
hulp een reeks handelingen in de juiste volgorde kunnen uitvoeren.
Dagklapper 2: Morgenritueel
23. Verloop
Om 8u20 begint de klasdag. We laten al het speelgoed liggen en gaan naar
toilet. Wanneer we hier mee klaar zijn, nemen alle kinderen plaats in de kring.
Er wordt dan niet gespeeld, het is tijd voor het morgenritueel.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
Kindje van de dag / helpend handje
Uit een potje wordt een kenteken getrokken en dit teken wordt op de
helper van de dag gekleefd. Dit kindje mag vandaag naast de juf zitten,
het weer in orde brengen, eerst in de rij gaan staan,…
Aanwezigheidsregister invullen
We kijken of alle kls in de klas zijn. De juf wenst alle kls goede morgen.
De afwezige kls worden in hun huisje gehangen (dezelfde kleur als de
luchtballon)
Lied: “We stijgen met een zucht”
“We stijgen met een zucht
Tot boven in de lucht
We zitten zo gezellig in de luchtballon
We kunnen alles zien
We hebben pret voor tien
Leve de luchtballon”
De kls. wensen elkaar goede morgen a.d.h.v. lied
Lied: “Begin de dag met een lach”
Jules wakker maken a.d.h.v. lied
“Lieve Jules”
Jules is nog moe, hij slaapt nog. De kindjes maken ook nog even een bedje
met de handjes en slapen
Lied:” Onze kindjes zijn zo moe”
Ondertussen maken de kindjes een bedje van hun handen. Ze worden nu
heel rustig!
Kindjes en Jules wakker maken met de wekker
Lied:“ Ring daar gaat de wekker”
De kls. wensen elkaar goede morgen a.d.h.v. lied en/of dansje.
Lied:”Goede morgen allemaal!”
“Goede morgen allemaal! Dag zon,dag Jules. Dag Jules,dag kind! Dag
kind,hoor hoe vrolijk de dag begint. Tralalalalaa,tralalalalaa,hoor hoe
vrolijk de dag begint.”
Jules staat op maar is nog niet goed wakker
De kls. Mogen Jules wakker kriebelen. Op het laatst springt Jules in de
armen van het helpend handje. Deze mag met Jules rond gaan en alle kls een
knuffel gaan geven
Jules geeft alle kleuters een knuffel
Lied:”En een knuffel hier, en een knuffel daar”
De kls mogen elkaar ook knuffelen”
.
Ochtendgesprek of contactspel:
Bedoeling van ochtendgesprek:
c. De kls. leren hun gevoelens ,belevenissen te uiten in
groepsverband. Sinds het afscheid nemen van elkaar de vorige
dag, hebben de kls. weer vele indrukken opgedaan. Deze
impressies kunnen ze aan elkaar kwijt tijdens het gesprek. Zo
groeit bij hen het gevoel van:”Ik hoor erbij. Ik mag hier zijn met
alles wat van mij is.” Ook hun spreekdurf neemt toe.
d. Ze leren zo ook om te luisteren naar elkaar. Dat is heel moeilijk
voor kls. omdat elke inbreng van een andere kleuter bij hen ook
allerlei ervaringen oproept. Die willen dan ze liefst onmiddellijk
kwijt. Toch is naar elkaar luistern heel belangrijk om in groep te
kunnen werken en leren. Het kan ook maar alleen al doende
geleerd worden. De eerste stap is het passief luisteren: zwijgen
terwijl een ander spreekt. Gaandeweg groeit er een vorm van
meer actief luisteren waardoor de kls. meer en meer gaan
inspelen op elkaar.
Enkele aandachtspunten voor de juf
Kijken naar de kleuter die spreekt
De schuchtere pogingen van stille kleuters opmerken
Onderbreek het gesprek voor “druktemakers” en herinner hen aan
de afspraken
Door de vraagstelling niet meer feiten trachten te weten te
komen maar de kleuter stimuleren om dieper op gevoelens in te
gaan.
Op een onopvallende manier de taal-fouten verbeteren.
Een duidelijk slot maken aan het gesprek en feedback geven.
Bedoeling van het contactspel:
Het is belangrijk om te zorgen voor een sfeer van geborgenheid en
veiligheid waarin elke kleuter aanvoelt dat hij erbij mag zijn zoals
hij is. Relatie en contact liggen bij 2,5 jarigen nog sterk in de sfeer
van lichamelijk contact. Vandaar het belang van contact -,
aanrakings – en/of knuffelspelletjes. We moeten wel zorgen voor de
nodige ruimte als de kleuter het echt niet wil.
Weerkalender
Adhv lied wordt het juiste weertype op de kalender gehangen en krijgt
Julleke de aangepaste kledij aan.
Lied: “ Goede morgen mevrouw, goede morgen mijnheer”
Weekkalender:
Adhv het lied ontdekken we welke dag het is. Het kindje van de dag mag
de wasspeld verzetten.
Lied: “ De week rond”
Catechesemoment
Alle dagen branden we een kaarsje in de klas met bijhorend liedje.
Afhankelijk van het thema kan er ook nog een bijbelverhaaltje of een
waardeverhaal verteld worden.
Lied: “Kaarsje aansteken”
Lied :” Vlammetje”
2. Doelen
Positieve Ingesteldheid:
1. Een veilige sfeer ervaren bij de juf / Zich veilig voelen is een plaats in de klas
waar je de juf kan zien. Basisveiligheid ervaren door manifeste rituelen,
herhaling,vaste structuur.
2. Zich veilig voelen in de klas
3 Iets durven zeggen tegen de pop / juf
3. Zijn voornaam kennen
3. Iets bestaand over zichzelf duidelijk maken
8. Genieten van respectvol lichamelijk contact met vertrouwde volwassenen
(nestwarmte)
9. Zich aangesproken voelen als de juf je persoonlijk aanspreekt.
9. Zich verbonden voelen met de juf
9. De aanwezigheid van andere kls.aanvoelen
Emotionele ontwikkeling
16.Gevoelens ivm gehecht zijn / scheiden herkennen, uiten en verwerken
16. Zich vrij uiten over gevoelens die pas beleefd zijn
Sociale ontwikkeling
18 Aandacht hebben voor andere kls.
Morele Ontwikkeling
34.Ervaren dat volwassenen over Jezus en andere geloofsfiguren praten
Muzische Vorming
40. Een eenvoudig ritme of melodie herkennen.
Denkontwikkeling
67 Een eenvoudig dagoverzicht kunnen volgen/ Opeenvolging ervaren in het
dagverloop: nu, straks,…
Regels en afspraken
Om 8.40 u worden alle tutjes en knuffels op de kast gelegd.
De kls zoeken een plaatsje op de bankjes.
De kls. veranderen niet meer van plaats.
De kls blijven zitten.
De kls zijn rustig en laten elkaar met rust.
De kls praten niet terwijl de juf spreekt.
De kls houden ook hun handen en voeten stil.
De kls nemen geen speelgoed mee in de kring.
Tijdens het gebed geven de kls elkaar een hand.
Dagklapper 3:Opruimen
1. Verloop
Een paar minuten voor het opruimmoment geeft de juf aan dat het bijna tijd is.
De juf zet het opruimliedje op. De kls. stoppen onmiddellijk met spelen en zetten
alles terug op zijn plaats. De juf moedigt hen aan, bevestigt hen, helpt hen om
het klasje terug netjes te krijgen.
Lied:” Opruimen”
We schenken ook aandacht aan een goede gewoontevorming: De kleuters
zetten na het zingen van het lied alles weer op de juiste plaats.
2. Doelen
Positieve Ingesteldheid
9. Zich aangesproken voelen als de juf je persoonlijk aanspreekt.
Sociale Ontwikkeling
20. Reageren op initiatieven die op jou persoonlijk zijn gericht
21. Een eenvoudige taak alleen kunnen uitvoeren
Morele Ontwikkeling
24.Regels en afspraken naleven als de juf in de buurt is
Denkontwikkeling
61. Ordenen in categoriën
Regels en afspraken:
Wanneer het opruimlied gedaan is is er niemand nog aan het spelen. Alle kls.
helpen mee.
Dagklapper 4: Buiten spelen
1. Verloop
Elke juf begeleidt zijn klas naar binnen of buiten. Kleuters spelen op de
speelplaats binnen het afgesproken gebied: niet over de rode lijnen! De glijbaan
dient om te glijden, niet om te klimmen. We gaan langs de trap ophoog, zitten
netjes op de poep en glijden naar beneden. Niet duwen of trekken en één per
één. Kinderen mogen spelen op de trein, maar we kruipen niet op het dak van de
trein. Elke klas zorgt voor zijn eigen bal. We brengen geen ballen of ander
speelgoed van thuis mee. De goalen worden gebruikt tijdens het voetballen, maar
zijn geen klimrekken. Stout of fout gedrag wordt niet toegestaan. Het kind
wordt uit het spel gehaald en gaat even aan de kant. Bij regenweer spelen we
binnen in de speelzaal. Hier zijn echter geen ballen toegelaten. In speelzaal zijn
er ook enkele afspraken:niet lopen (met die natte schoenen glijden we makkelijk
uit), we springen niet van de banken. Bij het belsignaal verzamelen alle kinderen
bij de rijen(slangen). Elke klas heeft zijn eigen kleur. De EHBO vinden we terug
in de studio of bij juf Elfi (blauwe klas)
De grove motoriek wordt bevorderd.(lopen ,fietsen,klimmen). De kls doen
ervaringen op i.v.m. ruimte , ruimte-oriëntatie , afstand,… De kls. beleven plezier
aan het samenspelen. Toch moeten we ons geen illusies maken. Voor de jongste
kleuters kan de speelplaats aanvankelijk een bedreiging vormen. Ze worden
overdonderd door de grootsheid van het spelgebeuren. Veel kinderen samen in
een grote “overdonderende” ruimte . Hier valt de geborgenheid en de structuur
van hun eigen klasje weg. We kunnen de kls. proberen te troosten. Maar we
moeten vooral veel geduld uit oefenen. De eerste stap zal zijn hand in hand met
de juf over de speelplaats wandelen. Nadien zullen de kls. in de nabijheid van de
juf spelen om alzo “uit te zwermen”.
2. Doelen
Positieve ingesteldheid
1 Zich emotioneel goed voelen: Zich veilig voelen op de speelplaats – zwijgzaam
of luidruchtig aanwezig zijn – open en actief deelnemen aan ervaringssituaties.
4 Gemotiveerd zijn: Activiteiten van anderen observeren – zelf willen deelnemen
aan activiteiten.
5 Zich vitaal en gezond voelen: Zijn eigen fysische mogelijkheden en grenzen
aanvoelen – zijn fysische grenzen verleggen
6 Plezier beleven: Impulsief, uitbundig of in zichzelf gekeerd plezier beleven.
14 Speels onbevangen en creatief omgaan met de wereld: bij het ontdekken van
de wereld nood hebben aan herkenningspunten, houvast, structuur.
Sociale ontwikkeling
18 De eigenwijze van omgaan met anderen aanvoelen en verfijnen:aandacht
hebben voor andere kleuters – andere kleuters geen pijn doen. Samen ervaringen
opdoen
20 Tot interactie komen: Toevallige vrienden zijn – eenrichtingsvrienden –
tweerichtingsvrienden. Signalen geven waaruit anderen kunnen afleiden dat hulp
nodig is - Duidelijk tonen dat hulp nodig is. Een ruzie bijleggen: door de regels
weer te volgen. – door aangedaan onrecht weer goed te maken. Zich bij een
conflict houden aan de oplossing die de leidster voorstelt. – zijn eigen verhaal
doen en samen naar oplossingen zoeken.
Motorische ontwikkeling
44 Groot motorisch bewegen: Basisbewegingen ontwikkelen
50 Aangepast bewegen in de ruimte: De bewegingsbaan van iemand afwachten (er
niet op inspelen). – inspelen op een bewegingsbaan.
Dagklapper 5: Verhaal voorlezen
1. Verloop
De dag wordt in alle rust afgesloten met een verhaaltje. De kleuters
leren luisteren . Het luisteren naar een verhaal kan ertoe bijdragen dat
hun taalschat wordt verrijkt. De kls. leren zich een voorstelling te maken
van een verhaal. Hun behoefte aan fantasie wordt bevredigd. De kls leren
zich in te leven in het verhaal. Hierdoor krijgen de kls. meer inzicht in hun
eigen gevoelens en kunnen bepaalde gebeurtenissen verwerkt worden.
Inleiding:
De juf probeert eerst de kls stil te krijgen om alzo de aandacht van de
kls te trekken. Ze doet dit adhv een lied:
“’t Is tijd voor een verhaaltje
Kom zit nu allen klaar
En luister allen maar.”
Vertellen van het verhaal met of zonder prenten
De juf en de kls proberen het verhaal terug op te bouwen adhv prenten en
bijkomende vraagjes
2. Doelen
Taalontwikkeling
70.Eenvoudige verhalen begrijpen, als die visueel ondersteund worden
71. Antwoorden op vragen naar de beleefde ervaringen en gevoelens
71. Woorden en eenvoudige zinnen gebruiken die dicht bij de eigen leefwereld
liggen
76. Ervaren dat mensen aandacht besteden aan schriftelijke boodschappen
76. Ervaren dat mensen met getekende boodschappen kunnen communiceren
76.In boeken kijken en anderen nabootsen die lezen
Positieve ingesteldheid
4.Interesse voor wat nu gebeurt
7. Tot rust komen: een gewaarwording herkennen als een signaal dat ‘rust’
oproept.
8 Zich geborgen voelen: genieten va een sfeer van huiselijke geborgenheid.
Geborgenheid ervaren in een kleinere groep kinderen.
Muzische Ontwikkeling
38.genieten van kunstzinnige expressies in de vertrouwde klasen vertolkt door
vertrouwde personen
Denkontwikkeling
61.Wat vragen beantwoorden en stellen
Emotionele ontwikkeling
15 Gevoelens bij zichzelf en bij anderen inlevend herkennen: Gevoelens bij
zichzelf en bij andere ervaren, gevoelens herkennen. Hoofdgevoelens
meebeleven en herkennen .Verschillende gevoelensuitingen bij verschillende
personen in dezelfde situatie herkenen.
16 Uitdrukken en verwerken van gevoelens:Gevoelens in verband met ‘gehecht
zijn’ en gescheiden’ herkennen, uiten en verwerken. Zich vrij uiten over gevoelens
die pas beleefd zijn
Sociale ontwikkeling
17 De eigenheid van anderen respecteren: Gewoontes van andere leren kennen
19 Rollen spelen: Bewegingen meedoen, gedrag nadoen. Een eenvoudige situatie
uit het dagelijkse leven naspelen. Spontaan en globaal geobserveerde houdingen
en bewegingen imiteren.
Dagklapper 6 : Vrij spel
1.Verloop
De kinderen gaan allemaal in de kring zitten en de leidster verteld dat ze rustig
mogen kiezen tussen de verschillende hoeken.
Bank per bank mogen de kinderen rustig kiezen tussen hoeken en activiteiten.
Nelleke pimepernelleke doorgeven en kiezen
De kleuters krijgen de kans om vrij te spelen in de hoeken. De kleuters mogen
niet zo maar alles uit de kasten nemen. Dit om chaos te vermijden. Wij zetten
speelgoedbakken klaar. Uit ondervinding hebben we gemerkt dat de kleuters
anders vaak enkel rommel maken zonder echt over te gaan tot spel. Dit is echter
zeker niet de bedoeling. We willen de kleuters stimuleren om echt tot spel te
komen! Een bijkomend voordeel is dat de kleuters op die manier een ruime waaier
aan variatie hebben ,verspreid over het hele jaar. Ze krijgen vaak “iets nieuws
“om mee te spelen. De kleuters leren kiezen, ze leren een bewuste keuze te
maken uit een aantal mogelijkheden. Ze leren kiezen met een vooropgesteld doel
bv. “ Ik neem een puzzel en maak mijn puzzel af.”Aanvankelijk zullen de kls nog
vlinderen maar we moeten hen stimuleren om een tijdje bij hun keuze te blijven.
Positieve ingesteldheid
1. Zich veilig voelen in de klas: Een veilige sfeer ervaren bij de leidster - Zich
veilig voelen op een plaats in de klas waar je de leidster kan zien - Zich veilig
voelen in een kleine/grotere groep kleuters
veilig voelen in de klas – zwijgzaam of luidruchtig aanwezig zijn – open en actief
deelnemen aan ervaringssituaties.
3. Iets durven zeggen tegen de juf, poppen, voorwerpen
3. Iets durven zeggen tegen een andere kleuter
4. Interesse voor wat nu gebeurt: Activiteiten van anderen observeren – zelf
willen deelnemen aan activiteiten.
6. Plezier beleven aan iets
10. Eigen werk belangrijk vinden
11 Nieuwsgierig zijn :Vertrouwde situaties exploreren. – nieuwe minder
vertrouwde situaties exploreren.
12. Spontaan initiatief nemen
12. Experimenteren met materialen
Sociale ontwikkeling
17. Gewoonten van anderen leren kennen
18. Aandacht hebben voor andere kls.
19. Eenvouige situaties uit het dagelijks leven naspelen
20. Toevallige vrienden zijn
Morele ontwikkeling
26. In het eigen gedrag rekening houden met wat vertrouwde volwassenen
waarderen, met duidelijke ondersteuning van die volwassene
27. Impulsief iets ondernemen
Muzische Ontwikkeling
43. Gedrag van mensen en dieren immiteren
Zintuiglijke Ontwikkeling
53.De essentie van vertrouwde voorwerpen verkennen
55. Ervaringen opdoen met kijken
57.Voorwerpen uit het daglijkse leven leren kennen door ze te betasten
Denkontwikkeling
61.Matreialen verkennenwaarin een seriatie is opgebouwd( bv in elkaar passende
potjes)
62.Experimenteren met krabbels
64.Experimenteren met constructiemateriaalen bereidingsgrondstoffen
66.Eenvoudige puzzels maken
Zelfsturing
83.Bij de confrontatie met een probleem: iets doen wat een vorige keer lukte,
een oplossingsweg van een andere kleuter nadoen, willekeurig uitproberen,
handelend zoeken naar oplossingswegen
Regels en afspraken die gelden in de verschillende hoeken en algemene regels en
afspraken respecteren.
Dagklapper 7: Toilet, 10 uurtje
en jassen
1. Verlooptoilet bezoek
Voor elke speeltijd gaan we met de klasgroep onder begeleiding van de juf
naar toilet. In het verdere dagverloop mogen de kinderen ook naar toilet. Alle
kleuters zitten op hun zitvlak bij de grote toiletten (deze worden enkel
gebruikt door de 3de kleuterklas en lagere school). Dit om duwen en trekken
zoveel mogelijk te beperken. Jongens gaan op het jongenstoilet en meisjes op
het meisjestoilet: aangeduid met pictogrammen.
Aandacht voor hygiëne op het toilet: doorspoelen, geen papier op de grond,
handen wassen,... Tijdens het handen wassen wordt er niet met water
gespeeld.
De juf helpt en stimuleert waar nodig. Wanneer iedereen klaar is,
controleert de juf nog even de toiletten.
Lied: “ We maken een lange rij”
Lied: “Rijen, rijen in een treintje”
Lied: “Stapper de stapper de stap stap stap”
2.10 - uurtje
We schenken aandacht aan de zelfredzaamheid en de hygiëne
Na het toiletbezoek gaan we terug naar de klas. We nemen onze boekentas en
stappen door naar de eetzaal.
In de eetzaal neemt iedereen plaats aan tafel. We nemen onze koek en ons
drankje. Kinderen die geen koek bij hebben, nemen een boterham. Iedereen
eet zijn eigen koek of boterham op. Koeken met chocolade en frisdrank zijn
niet toegelaten.
Boekentassen liggen niet op tafel of op de grond, maar hangen netjes aan de
leuning van de stoel. De juf helpt waar nodig is. Het fruit wordt in de
fruitmand verzameld.
Afval hoort thuis in de vuilnisbak en niet op de grond. Wanneer iedereen klaar
is, zetten we onze stoel onder de tafel en gaan we met zijn allen onze jas
aandoen. Bij het aandoen van de jas, helpt de juf waar nodig is. Ook hier
worden de kinderen gestimuleerd om zelfstandig hun jas aan te doen.
Wanneer de jas aan is, zetten we ons op de bankjes en wachten op de bel om
naar buiten te gaan.
Lied: “ Smakelijk eten”
Lied: “ Smakelijk drinken”
Lied: “ Jassen aandoen”
3. Doelen
Wc
Ontwikkeling van de zelfsturing
78 Zichzelf behelpen :Verbaal hulp vragen bij elementaire verzorgingstaken. –
zorg dragen voor zichzelf. Met behulp een reeks handelingen in de juiste
volgorde kunnen uitvoeren.
Denkontwikkeling
65 Inzichten verwerven over mensen samenleven: Al doende goede gewoonten
aannemen in zaken dagelijkse hygiëne – gedragingen herkennen die de
gezondheid bevorderen. Bv naar de wc gaan.
Koek eten
Positieve ingesteldheid
12 Initiatief nemen:Observerend of impulsief het klas leven volgen.Spontaan
initiatief nemen
Sociale ontwikkeling
20 Tot interactie komen: Reageren op initiatieven die tot jou persoonlijk zijn
gericht. Signalen geven waaruit anderen kunnen afleiden dat hulp nodig is.
Motorische ontwikkeling
45 Kleinmotorisch bewegen: Experimenteren met kleinmotorische technieken.
Kleinmotorische technieken voldoende gedoseerd uitvoeren.
Ontwikkeling van de zelfsturing
78 Zichzelf behelpen: Zorg dragen voor zichzelf. Met behulp een reeks
handelingen in de juiste volgorde kunnen uitvoeren.
Jas aandoen
Positieve ingesteldheid
12 Initiatief nemen: Observerend of impulsief het klas leven volgen. Spontaan
initiatief nemen
Sociale ontwikkeling
20 Tot interactie komen: Reageren op initiatieven die tot jou persoonlijk zijn
gericht.Reageren op initiatieven die op een kleinere groep gericht zijn. Signalen
geven waaruit anderen kunnen afleiden dat hulp nodig is. Gericht hulp vragen.
Motorische ontwikkeling
45 Kleinmotorisch bewegen: Experimenteren met kleinmotorische technieken.
Taalontwikkeling
74 Visuele boodschappen interpreteren en er gepast op reageren: Eenvoudige,
grote pictogrammen herkennen die in een vertrouwde omgeving gebruikt worden.
Ontwikkeling van de zelfsturing
78 Zichzelf behelpen: Zorg dragen voor zichzelf. Met hulp een reeks
handelingen in de juiste volgorde kunnen uitvoeren.
Dagklapper 8: Doelstellingen bij
het middagritueel
Elkaar goede middag wensen adhv een lied:
“ Goede middag”
Goede middag, goede middag
Wij zingen en klappen
Goede middag,goede middag
en dansen erbij.
tikken
stampen
wiebelen
kriebelen
Aanwezigheidsregister invullen
Er is ook nog ruimte voor een spelletje en/of gesprekje.
Lied: “Vriendjes zijn”
Overgaan tot vrij spel
Om het verloop van de keuze activiteiten wat rustiger te laten verlopen
wordt er gebruik gemaakt van lied en de belletjes. Het lied wordt gezongen
en Nelleke Pimpernelleke wordt wakker gemaakt. OP het einde ven het lied
wordt Pimpernel doorgegeven en het kindje dat gebeld heeft mag al
vertrekken en gaan kiezen.
Lied:”Nelleke Pimpernelleke.”
Doelstellingen bij het middagritueel:
Positieve Ingesteldheid:
1. Een veilige sfeer ervaren bij de juf / Zich veilig voelen is een plaats in de klas
waar je de juf kan zien. Basisveiligheid ervaren door manifeste rituelen,
herhaling,vaste structuur.
2. Zich veilig voelen in de klas
3 Iets durven zeggen tegen de pop / juf
3. Zijn voornaam kennen
3. Iets bestaand over zichzelf duidelijk maken
8. Genieten van respectvol lichamelijk contact met vertrouwde volwassenen
(nestwarmte)
9. Zich aangesproken voelen als de juf je persoonlijk aanspreekt.
9. Zich verbonden voelen met de juf
9. De aanwezigheid van andere kls.aanvoelen
Emotionele ontwikkeling
16.Gevoelens ivm gehecht zijn / scheiden herkennen, uiten en verwerken
16. Zich vrij uiten over gevoelens die pas beleefd zijn
Sociale ontwikkeling
18 Aandacht hebben voor andere kls.
Muzische Vorming
40. Een eenvoudig ritme of melodie herkennen.
Denkontwikkeling
67 Een eenvoudig dagoverzicht kunnen volgen/ Opeenvolging ervaren in het
dagverloop: nu, straks,…
Regels en afspraken
Alle tutjes en knuffels worden in de mand gelegd.
De kls zoeken een plaatsje op de bankjes.
De kls. veranderen niet meer van plaats.
De kls blijven zitten.
De kls zijn rustig en laten elkaar met rust.
De kls praten niet terwijl de juf spreekt.
De kls houden ook hun handen en voeten stil.
De kls nemen geen speelgoed mee in de kring.
Dagklapper 9: Verjaardag
1. Verloop
A.d.h.v. cassette:”Lang zal hij leven” worden liedjes gezongen voor de jarige.
De jarige zit op de verjaardagsstoel. De andere kleuters staan op de bank.
° Kroon passen
° Lied: “Wiede wiede wangen”
“ Wiede wiede wangen , ik ga …. vangen. Wiede wus , …. krijgt een dikke kus.”
De juf en de kleuters geven de jarige een dikke kus.
° Verjaardagstaart(doos)
- kaarsjes aansteken
- rode feestneus geven(met rode verf)
° Verjaardagskikker
- Kwaak,kwaak,…. “Horen jullie dat ook? Ik hoor precies nog iemand….”
Het is de verjaardagskikker,hij wil mee feest vieren. Kikker krijgt zijn
kuren weer en springt telkens weg….De jarige mag in de mond van de
kikker kijken…de mond zit vol ballonnen. De jarige mag er eentje kiezen.
- De juf probeert de ballon op te blazen… Eerst blaast de juf “tegen” de
ballon… er gebeurt niets…(kls lachen,kls reageren:je moet de ballon in je
mond steken,…). Juf blaast en laat de lucht er telkens uit. Nadien laat ze
hem vliegen,…Eindelijk is het gelukt en doet de juf er een knoopje in maar
dan zit haar vinger weer tussen de knoop… Zal ze dan maar stokje spelen
en met de jarige mee naar huis gaan?( reactie van de kleuters uitlokken)
De juf doet een stokje aan de ballon en hangt er een snoepje aan.
° Verjaardagsboekje
De jarige mag een boekje kiezen. De juf schrijft er iets leuks in.
° Vuurwerk
De kleuters maken eerst een groot en dan een klein vuurwerk voor de
jarige.“ 1 2 3 psst ,1 2 3 psst ,1 2 3 psst, 1 2 3 psst, psst, psst, psst,
BOEM …OOOOHHHH.
° Tekening maken
Terwijl op de achtergrond de cassette “er is er één jarig” speelt, tekenen
de kleuters een mooie tekening(met stiften) voor de jarige. De juf
schrijft erbij wat de kls. getekend hebben. Deze tekeningen worden
gebundeld tot een boekje. Voorblad: tekening van een kindje, het “hoofd”
van de jarige wordt op het kindje gekleefd. De jarige mag kiezen hoe de
juf de kledij van het kindje versierd(knoopjes,streepjestrui,
bollekestrui,…. Ook de hond krijgt een kleurtje…..). De juf schrijft er ook
nog iets in:” Super mooie tekeningen van al uw dikke vrienden! De
tekeningen worden vastgemaakt met “een chenilledraad” en daartussen een
pluimpje.
°Lekkere smulpartij
De jarige mag iets uit “de snoepkast” kiezen. Het lekkers wordt gezellig
samen opgegeten in de klas. Op de achtergrond weerklinkt
verjaardagsmuziek.
2. Doelen
Positieve ingesteldheid
2 Zich als persoon iets waard vinden: Genieten van koestering en van non-verbale
bevestig en aanmoedigingen
4 Gemotiveerd zijn: Interesse hebben voor wat nu gebeurt – toeleven naar een
gebeurtenis
9 Verbonden voelen: Zich verbonden voelen met de leidster - Zich verbonden
voelen met enkele kleuters
6.Plezier beleven aan iets
6.Uitbundig, impulsief of in zichzelf gekeerd plezier beleven
Emotionele Ontwikkeling
16.Zich vrij uiten over gevoelens die pas beleefd zijn
Sociale ontwikkeling
20.Reageren op initiatieven die tot jou persoonlijk gericht zijn
22 Zich inleven in anderen: Meebeleven met anderen. Zich inleven in anderen in
situaties die dicht bij de eigen belevingswereld liggen. Ervaren dat je het zelfde
gevoel kan beleven als je hetzelfde meemaakt.
25 Zich oriënteren op waarden: Iets deugddoends beleven – waarden concreet
meebeleven doordat de leidster het goede voorbeeld geeft.
Muzische Ontwikkeling
40.een eenvoudig ritme of melodie herkennen
41 Muzisch omgaan met materialen en beelden:
Taalontwikkeling
73.Actief meedoen met liedjes: Bij liedjes en versjes stilletjes en verlegen
meedoen met de leidster of met andere kleuters. - actief meedoen met liedjes
en versjes.
Dagklapper 10: Avondritueel
24. Verloop
Elkaar goede avond wensen
Lied: “ Tot morgen”
Jules in bed leggen
Lied: “Pyjama aan”
Lied: “Slapen”
Lied: “Doe je oogjes toe”
Lied:”Dromenland”
2. Doelstellingen bij het avondritueel
Positieve Ingesteldheid:
1. Een veilige sfeer ervaren bij de juf / Zich veilig voelen is een plaats in de
klaswaar je de juf kan zien.Basisveiligheid ervaren door manifeste rituelen,
herhaling,vaste structuur.
2. Zich veilig voelen in de klas
8. Genieten van respectvol lichamelijk contact met vertrouwde volwassenen
(nestwarmte)
9. Zich aangesproken voelen als de juf je persoonlijk aanspreekt.
9. Zich verbonden voelen met de juf
9. De aanwezigheid van andere kls.aanvoelen
Emotionele ontwikkeling
16.Gevoelens ivm gehecht zijn / scheiden herkennen, uiten en verwerken
16. Zich vrij uiten over gevoelens die pas beleefd zijn
Sociale ontwikkeling
18 Aandacht hebben voor andere kls.
Muzische Vorming
40. Een eenvoudig ritme of melodie herkennen.
Denkontwikkeling
67 Een eenvoudig dagoverzicht kunnen volgen/ Opeenvolging ervaren in het
dagverloop: nu, straks,…
Regels en afspraken
De kls zoeken een plaatsje op de bankjes.
De kls. veranderen niet meer van plaats.
De kls blijven zitten.
De kls zijn rustig en laten elkaar met rust.
De kls praten nietterwijl de juf spreekt.
De kls houden ook hun handen en voeten stil.
De kls nemen geen speelgoed mee in de kring.
Dagklapper 11: Fruit eten
1. Verloop
We proberen dit moment zo gezellig mogelijk te laten verlopen. Ook hier
schenken we aandacht aan het netjes eten.
Lied: “Fruit eten”
2. Doelen
Positieve ingesteldheid
12 Initiatief nemen: Observerend of impulsief het klas leven volgen. Spontaan
initiatief nemen
Sociale ontwikkeling
20 Tot interactie komen: Reageren op initiatieven die tot jou persoonlijk zijn
gericht. Reageren op initiatieven die op een kleinere groep gericht zijn. Signalen
geven waaruit anderen kunnen afleiden dat hulp nodig is. Gericht hulp vragen.
Motorische ontwikkeling
45 Kleinmotorisch bewegen : Experimenteren met kleinmotorische technieken.
Ontwikkeling van de zelfsturing
78 Zichzelf behelpen: Zorg voor dragen voor zichzelf.