Post on 24-Apr-2018
Oefentoets thema gezondheid.
Deel 1: Gezonde levensstijl.
1. Geef 3 voorbeelden van wat je moet doen om gezond te blijven.
1: …………………………………………………………
2: …………………………………………………………
3: …………………………………………………………
2. Kleur het vakje groen als dit gezond is. Kleur het vakje rood als dit ongezond is.
……../3
……../4
……../70
...…./ 10
Naam: ………………………………
Datum: …./……../20……
3. Geef een voorbeeld van vieze en ongezonde lucht.
…………………………………………………………………………………………………….
4. Wanneer moet je zeker je handen wassen? Geef 2 voorbeelden.
1: ……………………………………….
2: …………………………………………
Deel 2: Het gebit.
1. Kleur op de prent:- De snijtanden geel- De hoektanden blauw- De kiezen rood
……../1
……../2
……../6
2. Verbind het spreekwoord met de juiste uitleg.
3. Hoelang moet je de tanden poetsen? Kleur het juiste bolletje.
0 2 uur0 2 minuten0 1 minuut0 20 minuten
4.Kleur het vakje groen als dit een goede gewoonte is. Kleur het vakje rood als dit een slechte gewoonte is.
Haar op de tanden hebben.
Op de tanden bijten.
Met de mond vol tanden staan.
Met lange tanden eten.
Geen zin hebben in eten.
Niet weten wat te zeggen.
Iets durven terugzeggen.
Niet tonen dat je boos bent.
Ik drink meestal water.
Ik knabbel de hele dag.
Een rauw worteltje eet ik vaak.
Ik drink middags altijd limonade in plaats van water.
Ik poets minstens 2 keer per dag mijn tanden.
……../4
……../2
……../5
5. Kleur het vakje groen als dit juist is. Kleur het vakje rood als dit fout is.
Deel 3: Gezonde voeding.
1. De of het?
………. fruit
……….. groenten
………. brood
………. kaas
………. wortel
………. vlees
……… water
………….pasta
………….. boter
…………. vis
Hoe meer we poetsen, hoe meer tandplak we krijgen.
Noten kraken met je tanden, is goed voor je tanden.
Je moet alleen naar de tandarts als je een gaatje hebt.
……../3
……../10
2. Verbind de woorden met het juiste fruit of groente. Kleur het in de juiste kleur!
appelbanaan
peercitroenaardbei
kiwisinaasappel
worteltomaat
sla
……../10
de banaande ananas
de bloemkool
het brood
de kers
de perzik
de watermeloende sla
3. Kleur het fruit.
4. Omcirkel wat gezond is!
……../5
……../5
de watermeloen
de prei
de courgette
de pasta
de chocolade
de eiervrucht
5. Kleur het woord en de juiste prent in dezelfde kleur.
……../6