Post on 13-Oct-2020
Expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven Dekenstraat 6, bus 4067 B-3000 Leuven
stERK naar het werkveld Een ERK-gebaseerd meetinstrument om de decretaal vereiste niveaus voor
taalvaardigheid Frans te testen bij afstuderende BaLO-studenten
Project van het expertisenetwerk ‘School of Eduation Associatie K.U.Leuven
september 2011 – januari 2013
Projectnummer: 2011-26
Eindrapport januari 2013
2
3
Inhoudstafel
1. Inhoudelijk verslag .................................................................................................... 4
1.1. Doelstellingen ........................................................................................................ 4
1.2. Werkwijze .............................................................................................................. 6
1.3. Resultaten/conclusies ......................................................................................... 11
A. Toetsresultaten lees- en luistervaardigheid ....................................................... 11
B. Testen voor de vaardigheden spreken (monoloog), mondelinge interactie en
schrijven ............................................................................................................ 18
C. Conclusies ......................................................................................................... 20
1.4. Samenvatting ...................................................................................................... 23
2. Activiteiten/werkingsverslag .................................................................................. 24
2.1. Projectgroep en betrokkenen .............................................................................. 24
2.2. Overzicht van activiteiten .................................................................................... 25
2.3. Reflectie over het project .................................................................................... 29
A. Sterke punten van stERK naar het werkveld ..................................................... 29
B. Zwakke punten van stERK naar het werkveld ................................................... 30
C. Doelstellingen. en operationele resultaten ......................................................... 30
D. Verdere mogelijkheden en kansen .................................................................... 31
E. Verankering resultaten ....................................................................................... 31
F. Verspreiding van het gedachtegoed van ‘stERK in Frans’ en ‘stERK naar het
werkveld’ ............................................................................................................ 31
3. Financieel verslag .................................................................................................... 33
4. Relevante eindproducten met bijbehorende documenten en publicaties ......... 34
4
1. Inhoudelijk verslag
1.1. Doelstellingen Gezien de voorgeschiedenis van het SoE-project ‘stERK in Frans’ (‘stERK1’), zou dit nieuwe project ons
in staat stellen om het begonnen werk af te ronden. Via de volgende operationele doelstellingen wilden
we onze bijdrage leveren om het onderwijs van het Frans in Vlaanderen uit de vicieuze cirkel te halen.
1. Een instrument ontwikkelen dat de Vlaamse hogescholen een duidelijk zicht biedt op de mate waarin de afstuderende BaLO-studenten de decretaal vereiste taalvaardigheidsniveaus Frans
behalen.
Gesteld dat de decretale basiscompetenties sinds 2007 vereisen dat de afgestudeerde BaLO-studenten
voor Frans het ERK1-niveau B1+ (schriftelijke vaardigheden: lezen en schrijven) en B2 (mondelinge
vaardigheden: luisteren en spreken) behalen, hebben de Vlaamse opleidingen Bachelor in het Onderwijs:
Lager Onderwijs per definitie nood aan een degelijk instrument om dit decretaal vereiste uitstroomniveau
te meten. Bovendien zijn de regelingen voor de taalexamens Frans als verplichte tweede taal in het
basisonderwijs gewijzigd: een afgestudeerde onderwijzer(es) die in een Nederlandstalige Brusselse
lagere school wil benoemd worden, hoeft geen taalexamen meer af te leggen. De vereiste taalkennis
wordt immers bij wet gegarandeerd door het diploma Bachelor in het Onderwijs: Lager Onderwijs.
Deze nieuwe onderwijswetgeving maakt een degelijke outputmeting van het Frans én afspraken tussen
de verschillende hogescholen met een BaLO-opleiding onontbeerlijk.
Binnen ‘stERK naar het werkveld’ wordt een ERK-toets Frans ontwikkeld voor de uitstromende
studenten. Idealiter worden àlle Vlaamse hogescholen met een BaLO-opleiding bij het project betrokken
zodat zij op termijn deze toets aanwenden om na te gaan of hun afstuderende studenten de decretaal
vereiste taalvaardigheidsniveaus Frans behalen.
Met ‘stERK in Frans’ werden zo goed als alle betrokken hogescholen bereikt; enkel de Artesis
Hogeschool ging toen niet op de uitnodiging in. Voor ‘stERK naar het werkveld’ hebben wij opnieuw met
de Artesis Hogeschool contact opgenomen in de hoop dat zij zich vooralsnog bij het project aansluit. Wij
ontvingen vanuit deze hogeschool een positieve reactie op onze uitnodiging, maar daar bleef het bij (zie
verder). Een representatieve vertegenwoordiging van de hogescholen met een BaLO-opleiding is
belangrijk voor doelstellingen 3 en 4. Alle andere hogescholen namen gemotiveerd deel aan ‘stERK naar
het werkveld’, als copromotor of als lid van de resonantiegroep.
1 ERK: Europees Referentiekader voor Talen NEDERLANDSE TAALUNIE, Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen, 2006, 228p., ISBN-10: 90-70593-08-4 DIVISION DES POLITIQUES LINGUISTIQUES STRASBOURG, Cadre européen commun de référence pour les langues, (avec DVD), Paris, Didier, 2005, ISBN 978-2-278-05813-6
5
2. De lectoren Frans van de deelnemende hogescholen met het nieuwe toetsinstrument leren
werken.
Voor het ontwikkelen van het nieuwe meetinstrument kon de projectploeg een beroep doen op de reeds
aanwezige expertise vanuit ‘stERK in Frans’, zowel binnen de projectgroep als binnen de
resonantiegroep. Toch verschilt de nieuwe toets logischerwijs in een aantal opzichten van de
startscreening die binnen ‘stERK in Frans’ werd ontwikkeld (zie verder). Het is noodzakelijk dat alle
betrokken lectoren op een eenvormige manier omgaan met de toetsafnames en vertrouwd zijn met
evaluatie volgens het ERK. Daartoe zal de projectgroep lectorenvormingen organiseren voor alle
betrokken collega’s. Dit zal niet alleen de expertise van het volledige korps lectoren Frans binnen de
BaLO-opleidingen ten goede komen, maar ook de objectiviteit van de toetsafnames.
3. De structuur van de resonantiegroep benutten om de resultaten van de uitstroomtest alsook de
gevolgen bespreekbaar te maken.
De brede gedragenheid die binnen ‘stERK in Frans’ kon gegarandeerd worden dankzij de goed werkende
resonantiegroep was een optimale basis voor de verdere besprekingen binnen ‘stERK naar het
werkveld’. Met dit nieuwe project werd de inzet immers grootser: het ging over het diplomeringsbeleid van
de hogescholen. Overleg hierover was van cruciaal belang; de positie van individuele hogescholen werd
hier overstegen.
De projectgroep was dus van plan overleg te organiseren met de vertegenwoordigers van de
resonantiegroep. In tegenstelling tot ‘stERK in Frans’ zou het hier niet enkel gaan over de lectoren Frans,
maar ook over de opleidings- en departementshoofden, eventueel aangevuld met andere
beleidsmedewerkers van elke hogeschool. We konden niet op voorhand garanderen dat de standpunten
van alle betrokken hogescholen gelijklopend zouden zijn. We konden wél verzekeren dat het onderwerp
bespreekbaar gemaakt werd en dat de verschillende opinies mee opgenomen werden in het debat en in
de rapportering (zie ook punt 4).
In dit kader kon het overleg binnen de resonantiegroep ook aangewend worden om overleg te plegen
over alle hogescholen heen in functie van interne kwaliteitszorg, of in functie van verbeteracties (bv.
gedifferentieerde trajecten, zomercursus, …). Het was niet de ambitie van dit project om op dit gebied
gezamenlijke afspraken te maken, maar het debat voeren over alle Associaties heen zou absoluut
verrijkend en noodzakelijk zijn.
4. Structureel overleg organiseren met betrokken onderwijspartners, teneinde het vraagstuk van
de gevolgen voor diplomering aan te pakken op beleidsmatig niveau.
De standpunten die aan bod komen (zie punt 3) vereisen een structureel overleg. De projectgroep zou, in
samenwerking met AKOV2, een overleg organiseren met de betrokken onderwijspartners (o.a.
vertegenwoordigers van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Belgische Vereniging van Leraars 2 Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (http://www.ond.vlaanderen.be/dvo)
6
Frans). De resultaten van dit overleg zouden terug te vinden zijn in een rapport met een analyse van de
huidige problemen, de standpunten van de resonantiegroep en een verslag van de besprekingen met de
onderwijspartners, gekoppeld aan beleidsadviezen.
1.2. Werkwijze 1. Opstellen toetsen
De toetsitems werden gelinkt aan de decretaal bepaalde ERK-niveaus: B1+ voor leesvaardigheid en
schrijfvaardigheid, B2 voor spreekvaardigheid, mondelinge interactie en luistervaardigheid. Er werd
gekozen voor authentieke, onderwijsgebonden teksten overeenkomstig die niveaus.
De luister- en leestesten zijn digitale testen (cf. stERK1) Hierbij werden items opgesteld met
meerkeuzevragen. Er waren telkens 4 antwoordmogelijkheden met één correct antwoord.
Schrijf- en spreek/gesprek-testen: cf. stERK1, maar inhoudelijk onderwijsgebonden thema’s.
2. Kalibratie
De kalibratie is in twee delen verlopen. In (febr.-) maart (-april) 2012 werden de items voor luisteren en
lezen aan 400 studenten aangeboden. Na overleg met Prof. Dr. Rianne Janssen, CO&E, bleek dat dit
een te laag aantal was om tot betrouwbare resultaten te komen. Bovendien was er onvoldoende
overlapping tussen de toetsboekjes.
Er werd beslist tot een tweede fase van kalibratie, nu met 700 (extra) toetsafnames en de nodige
overlappingen tussen de toetsboekjes3.
Vermits in sommige hogescholen dezelfde studenten aan beide toetsperioden deelnamen en sommige
studenten dubbel geteld waren omdat ze meermaals hadden ingelogd, moesten de toetsgegevens nog
serieus uitgezuiverd worden en was het uiteindelijke aantal toetsafnames een stuk lager. Uiteindelijk
konden we beschikken over 733 bruikbare toetsresultaten. Dit aantal volstond voor CO&E om tot
betrouwbare analyses en meetschalen te komen.
Om dit doel te bereiken, bleek een uitstel van de einddatum een noodzaak. Dit uitstel werd goedgekeurd
door School of Education, waardoor het eindrapport pas eind januari 2013 werd ingediend in plaats van
eind september 2012, zoals eerst voorzien.
Om een beroep te kunnen doen op de medewerking van de verschillende hogescholen werd de kalibratie
gepland tussen half september en half oktober 2012. De analyses werden uitgevoerd door het Centrum
voor Onderwijseffectiviteit en –Evaluatie (CO&E) van de KU Leuven, tussen half oktober en half
november 2012.
Na deze analyses beschikte de projectgroep over een meetschaal voor lezen en een meetschaal voor
luisteren waarop de cesuren moesten bepaald worden. Voor lezen moesten de cesuren voor B1 en B1+
vastgelegd worden, voor luisteren de cesuren voor B1 en B2. Door deze werkwijze duiden de testen niet
3 Voor het itemdesign van kalibratie 1 en 2: zie bijlage 6.
7
enkel aan of de student al dan niet de decretaal vereiste niveaus B1+ en B2 bereikt heeft, maar ook of hij
het onderliggende ERK-niveau heeft bereikt (nl. B1). Op deze manier bieden de uitstroomtesten meer
info dan enkel pass/fail wat de decretaal bepaalde niveaus betreft. Dit leek de projectgroep een goed
principe, omdat het onderliggende niveau in de overkoepelende vergadering (zie verder) door de
overgrote meerderheid van de hogescholen werd gezien als ‘eventueel nog aanvaardbaar’ (lees: een
tolereerbaar tekort). Dit in tegenstelling tot het daaronder liggende niveau A2, dat algemeen gezien werd
als werkelijk beneden alle peil voor een leerkracht die Frans leert aan (jonge) kinderen.
3. Cesuurbepaling
De cesuurbepaling voor luisteren vond plaats op 15 november 2012.
Op voorhand hadden de promotoren drie teksten gekozen waarvan de items fel verspreid over de hele
meetschaal lagen. Eerst deden de individuele leden van de resonantiegroep, op basis van beluistering
van deze teksten en hun items, een voorstel voor de cesuren voor luisteren op niveau B1 en B2. Daarna
volgde het overleg binnen de groep met het oog op een consensus en volgden enkele bijkomende
beluisteringen van teksten, waarbij ook de bijhorende items en hun plaats op de meetschaal besproken
werden. De cesuur voor B2 werd unaniem bepaald bij item 30. Na overleg werd de cesuur voor B1
gelegd bij item 28.
De cesuurbepaling voor lezen vond plaats op 10 december 2012.
Hier werd ongeveer dezelfde werkwijze gehanteerd als voor luisteren. De vergadering begon met het
individueel doornemen van drie teksten die de promotoren hadden uitgekozen omwille van de felle
spreiding van hun items op de meetschaal. Op basis van deze drie teksten kon elke lector voor zichzelf
een voorlopige cesuur bepalen voor de niveaus B1 en B1+. Daarna kreeg elk individu nog de tijd om
bijkomende teksten en items door te nemen, zodat de cesuur kon verfijnd worden.
Nadien volgde een discussie in de groep, waarbij de criteria van het ERK de leidraad vormden om tot een
consensus te komen.
De cesuur voor B1 werd gelegd bij item 28; die voor niveau B1+ bij item 13.
Na de cesuurbepalingen kon het CO&E aan de slag met de gegevens om een omzettingstabel op te
stellen en bijkomende analyses te maken (zie verder).
8
meetschaal luisteren meetschaal lezen
cesuur B2
cesuur B1+
cesuur B1
cesuur B1
9
4. Directievergadering
Op 8 december 2011 vond een overkoepelende vergadering plaats met de lectoren Frans, de
departements- en opleidingshoofden en de coördinatoren kwaliteitszorg van de hogescholen uit de
resonantiegroep.
De tekst hieronder is de samenvatting van wat op deze vergadering besproken werd. Deze samenvatting
werd per mail naar alle partners verstuurd zodat ze hun feedback konden geven en eventueel wijzigingen
aan de tekst voorstellen. Geen van de partners diende voorstellen tot in.
Decretale bepalingen/uitstroomtest voorbarig?
In sommige groepjes was er terughoudendheid t.o.v. de vragen over uitstroomtesten, omdat die als
voorbarig werden beschouwd: de talenbeleidsnota (conceptnota, juli 2011), waarin staat dat het ERK-
niveau Frans van studenten op het diplomasupplement moet vermeld worden, is nog niet definitief
goedgekeurd. Anderzijds is, sinds de decretale basiscompetenties van 2007, het verwachte eindniveau
B1+/B2. De diploma’s die momenteel uitgereikt worden, zouden dat niveau moeten garanderen.
Àls de verplichting om het ERK-niveau op het diplomasupplement te vermelden er komt, dan moét er een
test afgenomen worden. In het algemeen vonden de deelnemers dat dat best eenzelfde test is voor alle
hogescholen om de volgende redenen: 1) objectiviteit voor alle studenten in Vlaanderen, 2) een
wetenschappelijk onderbouwde, gekalibreerde test zal ter beschikking zijn dankzij ‘stERK naar het
werkveld’.
Maar hierbij wordt de autonomie van de hogeschool sterk benadrukt: iedere hogeschool streeft
kwaliteitsnormen na, heeft een eigen toetsbeleid, zorgt voor de diplomering. De meeste deelnemers zijn
terughoudend wat betreft een assessmentcenter, omwille van ‘staatspedagogie’. Een assessmentcenter
zou zeker de objectiviteit en kwaliteit ten goede komen.
B1+/B2 te hoog gegrepen?
Bij enkele deelnemers waren er twijfels over de decretale bepalingen (basiscompetenties), nl. de
uitstroomniveaus B1+/B2. Deze werden als te hoog gegrepen beschouwd voor onderwijzers. De
gespreksleiders lichtten toe dat het hier om Europese normen gaat, net zoals het leren van minstens
twee vreemde talen naast de moedertaal.
Andere normen voor Brussel?
In een groep werd de vraag gesteld of er geen hogere normen moeten gesteld worden voor Brussel dan
voor Vlaanderen. Men was echter van oordeel dat een onderwijzer die B1+/B2 behaalt zowel in Brussel
als elders in Vlaanderen goed Frans kan geven en dat er in Brussel vooral moet gewerkt worden volgens
de instroom van leerlingen: zij beheersen vaak al goed het Frans, hierdoor moet meer aan Nederlands
gewerkt worden.
Tijdstip van afname uitstroomtest
Sommige deelnemers stellen de vraag of het einde van het derde opleidingsjaar het beste tijdstip is om
het uitstroomniveau te bepalen. Sommigen vinden van wel: de student heeft drie jaar om zijn tekorten bij
te werken. Anderen vinden van niet: de student heeft misschien al een jaar geen Frans meer gehad in de
10
opleiding. Nog anderen verwijzen naar de verantwoordelijkheid van de student. De uitstroomtest zou op
herhaalde tijdstippen van de opleiding aangeboden worden. Wie niet voldoende scoort, kan extra
studietijd in Frans investeren alvorens de test opnieuw af te leggen.
De lectoren Frans verkiezen een pass/fail systeem. Voordeel: minder tijdsinvestering in de afnames van
de testen. Nadeel: bij ‘fail’ weet je niet hoe zwaar het tekort is.
Voorstel: het wordt een pass/fail-systeem waarbij ook de kritische ondergrens (nl. B1) mee in acht
genomen wordt.
Gedoogzone
Iedereen is het erover eens dat er een gedoogzone moet zijn, cf. de tolerantie bij alle vakken. Een B1 kan
nog gedoogd worden, een A2 wordt door de overgrote meerderheid als te zwak beschouwd om degelijk
(voor de leerlingen), comfortabel (voor de onderwijzer) les te kunnen geven in de voertaal, zoals de
leerplandoelen vragen.
Taalvaardigheid als apart opleidingsonderdeel
De meeste deelnemers zien in dat taalvaardigheid ‘zuiver’ moet getest worden, dat een clustering van
vakken of onderdelen (Frans: didactiek, kennis van woordenschat en grammatica, taalvaardigheid) voor
problemen zorgt (het cijfer voor taalvaardigheid ‘verdwijnt’ in een groter geheel). Een link tussen een
cijfer op 20 en een ERK-niveau bestaat in principe niet. Dit is een argument om het ERK-niveau zeker
wél op het diplomasupplement te vermelden. De toekomstige werkgever moet zich toch een duidelijk
beeld kunnen vormen van de taalvaardigheid Frans van de kandidaat-leraar. Daarom moet het werkveld
goed ingelicht worden over de betekenis van de ERK-niveaus en de decretale bepalingen hierrond.
Moeten alle vaardigheden apart vermeld worden op het diplomasupplement? Ja, want je kan ERK-
niveaus niet optellen en delen door vijf.
Naast de nodige kennis en vaardigheden waarover een onderwijzer moet beschikken (voor alle vakken)
zijn er ook de didactische competenties die erg belangrijk zijn. De lectoren Frans benadrukken de
noodzaak van die kennis en vaardigheden om comfortabel en correct les te kunnen geven in de voertaal.
De departements- en opleidingshoofden benadrukken meer de didactische competenties.
Studiekeuze en talentgericht denken
Sommige deelnemers opperden dat de situatie van Frans beter in een groter geheel bekeken wordt; ook
voor andere vakken zijn er problemen met het instroomniveau.
De lerarenopleiding mag niet als (enige) schuldige worden aangewezen: de vicieuze cirkel moet
doorbroken worden. Bovendien is er bij sommige studenten een probleem met de studiekeuze waardoor
het instroomniveau te laag is. Dankzij ‘stERK in Frans’ hebben we voldoende zicht op dat instroomniveau
om te beseffen dat de lerarenopleiding over veel te weinig tijd en middelen beschikt om de tekorten weg
te werken bij de studenten.
Als een student enkel op een beperkt aantal opleidingsonderdelen uitvalt, maar uitblinkt in andere, kan
een talentgerichte opleiding een oplossing bieden. Misschien moet niet iedereen Frans (en ook andere
vakken) geven en kan er met keuzepakketten gewerkt worden.
11
5. Politiek, evaluatie lerarenopleidingen en loopbaandebat
Het project ‘stERK naar het werkveld’ heeft een heel aantal stappen ondernomen om de politieke wereld
bewust te maken van het huidige probleem rond Frans.
We schreven een brief (zie bijlage 20) naar Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke
Kansen en Brussel, waarin we aantoonden, op basis van de instroomtesten van ‘stERK in Frans’, dat
70% van de instromende BaLO-studenten niet over het niveau Frans beschikt waarmee ze potentieel bij
afstuderen de decretaal vereiste niveaus kunnen behalen. In die brief sommen we ook een paar
beleidsvoorstellen op die in de directievergadering van 8 december 2011 naar voor geschoven werden.
Een kopie van deze brief stuurden we ook naar Kris Peeters, minister-president, Geert Bourgeois en
Ingrid Lieten, vice-minister-presidenten van de Vlaamse regering. Ook de vertegenwoordigers van de
onderwijsvakbonden en de pedagogische begeleidingsdiensten ontvingen een kopie van dit schrijven.
Tenslotte schreven we de onderzoekers van het EVALO-project4 aan en bezorgden hen het eindrapport
van ‘stERK in Frans’, alsook een kopie van de hierboven vermelde brief.
We ontvingen enkele reacties op onze contactnames (zie bijlagen 20). Zo reageerde Pascal Smet dat
ons onderzoek en onze beleidsaanbevelingen “zullen meegenomen worden in de beleidsevaluatie van de
lerarenopleiding en het loopbaandebat. Het gaat immers niet over losstaande maatregelen, maar wel
aanpassingen die kaderen in een bredere onderwijshervorming.”
In het Vlaams Parlement hebben we ons ook laten opmerken: een aantal parlementaire vragen gingen
over ons project en de gevolgen die de Minister eraan zou geven. Voor de weergave van deze vragen en
de antwoorden erop verwijzen we naar bijlagen 21.
Met Maria Brems (AKOV) en Katrien Mondt (Strategische Beleidsondersteuning), die we reeds in het
kader van ‘stERK in Frans’ contacteerden, vergaderden we op 13 maart 2012 om te bespreken hoe we
best omgingen met de resultaten van ons eerste project en welke stappen dienden ondernomen te
worden in het kader van de beleidsondersteuning vanuit het Departement Onderwijs. Verslag van dit
overleg in de map met bijlagen 23.
1.3. Resultaten/conclusies
A. Toetsresultaten lees-‐ en luistervaardigheid
Voor de kalibratie van de lees- en luistertesten van ‘stERK naar het werkveld’ legden 733 studenten de
uitstroomtesten af in maart, september en oktober 2012. Dit waren studenten uit nagenoeg alle Vlaamse
hogescholen. 423 studenten van deze 733 hadden ook al de instroomtesten van ‘stERK in Frans’
afgelegd in september-oktober 2010. Het CO&E heeft voor deze 423 studenten de link gemaakt tussen
4 EVALO staat voor Evaluatie lerarenopleidingen Vlaanderen, zie http://www.evaloproject.be.
12
de instroom- en de uitstroomtesten. Hierdoor beschikken zowel de studenten als hun lectoren over hun
evolutie in de vijf vaardigheden over een periode van twee jaar.
De link is weergegeven in de tabellen 1 t/m 8. In deze tabellen betekent ‘niet B1’ dat de student het ERK-
niveau B1 niet behaalt. In de uitstroomtesten werd verder niet getest of de student A2 of A1 of A0
behaalde. Het niveau A0 komt overeen met het niveau dat ook wel eens ‘pre-A1’ genoemd wordt. Het
betekent dat studenten nog niet aan de vereisten van het A1-niveau voldoen.
A.1. Toetsresultaten leesvaardigheid van de studenten die instroom- en uitstroomtesten aflegden
De blanco rij, net boven de rij waarin ‘niet B1’ vermeld wordt, geeft telkens de aantallen of de
percentages studenten aan die niet de uitstroomtest voor leesvaardigheid gemaakt hebben, wel die voor
luistervaardigheid. Deze studenten hebben wel de instroomtoets voor leesvaardigheid gemaakt en een
bepaald ERK-niveau behaald, namelijk 1% behaalde niveau A0 voor leesvaardigheid in de instroomtest,
3% behaalde niveau A1, enz. (zie tabel 2).
De blanco kolom, net voor de kolom waarin A0 vermeld wordt, geeft telkens de aantallen of percentages
studenten aan die niet de instaptoets voor leesvaardigheid afgelegd hebben, wel de uitstaptoets voor
leesvaardigheid. Op deze uitstaptoets hebben zij een bepaald ERK-niveau behaald. Het gaat telkens
over zeer weinig studenten (3 in totaal).
In de instroomtesten werden voor leesvaardigheid de niveaus A0, A1, A2, B1 en B2 getest om de
studenten zo goed mogelijk te situeren en te oriënteren bij de start van hun studies. In de uitstroomtesten
werd voor leesvaardigheid alleen nagegaan of de studenten het decretaal bepaalde eindniveau B1+
behaalden. Er werd ook getest of de studenten die niet B1+ bereikten, toch nog B1 scoorden. Het niveau
B2 werd niet meer getest in de uitstroomtesten.
Count -‐ Lezen Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
1 5 11 18 9 4 48
niet B1 2 19 24 61 38 24 168
B1
9 12 50 47 33 151
B1+
3 18 20 15 56
Eindtotaal 3 33 50 147 114 76 423
Tabel 1
Tabel 1 geeft de absolute cijfers weer van de studenten die aan de instroom- en uitstroomtest lezen
deelnamen.
3 studenten legden niet de instaptest voor leesvaardigheid af, wel de uitstroomtest. Zij behalen niet het
niveau B1.
13
33 van 423 studenten behaalden A0 voor leesvaardigheid in de instroomtest. 5 van hen namen niet deel
aan de uitstroomtest; 19 halen niet het niveau B1 en 9 van hen behalen in de uitstroomtest het niveau
B1. Niemand van hen behaalt het vereiste niveau B1+.
In de instroomtest behaalden 50 van de 423 studenten het niveau A1. 24 van hen behalen niet het
niveau B1. 11 van hen namen niet deel aan de uitstroomtest lezen. 12 studenten behalen B1 in de
uitstroomtest. 3 behalen zelfs B1+.
Van de 147 studenten die A2 behaalden voor de instroomtest, blijven er 61 onder het B-niveau, terwijl er
50 B1 behalen en 18 B1+.
114 studenten scoorden B1 in de instroomtest voor lezen. 38 van hen behalen dat niveau niet meer, 47
anderen behalen dat wel nog en 20 van hen behalen B1+.
76 studenten behaalden B2 op de instroomtest. 24 van hen behaalt niet meer het B-niveau. 33 situeren
zich op B1 en 15 op B1+.
In de instroomtesten behaalden 190 studenten de B-niveaus, in de uitstroomtesten werden deze niveaus
door 207 studenten behaald. De allersterkst scorenden bij de instroom blijken bij de uitstroom iets minder
sterk te scoren.
Tabel 2 geeft bovenstaande gegevens in procenten weer: het totale aantal toetsafnames, nl. 423, werd
hier gelijk gesteld met 100%
Proc. – Lezen Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
0% 1% 3% 4% 2% 1% 11%
niet B1 0% 4% 6% 14% 9% 6% 40%
B1 0% 2% 3% 12% 11% 8% 36%
B1+ 0% 0% 1% 4% 5% 4% 13%
Eindtotaal 1% 8% 12% 35% 27% 18% 100%
Tabel 2
De volgende tabellen geven dezelfde gegevens weer maar in een andere interpretatie. In tabel 3 werd
het aantal studenten per kolom gelijkgesteld met 100%; in tabel 4 staat het totaal aantal studenten per rij
gelijk met 100%.
Zo leren we bijvoorbeeld uit tabel 3 dat slechts 12% van alle studenten die A2 behaalden op de instaptest
(dat was de grootste groep), nu het vereiste eindniveau B1+ behalen.
Uit tabel 4 kunnen we bijvoorbeeld onthouden dat van alle studenten die het vereiste eindniveau B1+
behalen, 5% op de instaptoets A1 scoorden, 32% A2, 36% B1 en 27% B2.
14
Column Proc.
– Lezen Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
33% 15% 22% 12% 8% 5% 11%
niet B1 67% 58% 48% 41% 33% 32% 40%
B1 0% 27% 24% 34% 41% 43% 36%
B1+ 0% 0% 6% 12% 18% 20% 13%
Eindtotaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Tabel 3
Row Proc. –
Lezen Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
2% 10% 23% 38% 19% 8% 100%
niet B1 1% 11% 14% 36% 23% 14% 100%
B1 0% 6% 8% 33% 31% 22% 100%
B1+ 0% 0% 5% 32% 36% 27% 100%
Eindtotaal 1% 8% 12% 35% 27% 18% 100%
Tabel 4
Als conclusie kunnen we vaststellen dat 13% van de studenten die zowel de instroom- als uitstaptoets
aflegden, het decretaal vereiste niveau B1+ behalen voor leesvaardigheid Frans.
A.2. Toetsresultaten luistervaardigheid van de studenten die instroom- en uitstroomtesten aflegden
In onderstaande tabellen zijn de gegevens opgenomen van de studenten die de instroom- en
uitstroomtesten van ‘stERK in Frans’ en ‘stERK naar het werkveld’ voor luistervaardigheid afgelegd
hebben.
De blanco rij, net boven de rij waarin ‘niet B1’ vermeld wordt, geeft telkens de aantallen of de
percentages studenten aan die niet de uitstroomtest voor luistervaardigheid gemaakt hebben, wel de
instaptest. Deze studenten hebben op die instroomtoets voor luistervaardigheid uiteraard een bepaald
ERK-niveau behaald; dit staat vermeld in de eerste rij, telkens onder ‘A0’, ‘A1’, ‘A2’, enz.
15
De blanco kolom, net voor de kolom waarin A0 vermeld wordt, geeft telkens de aantallen of percentages
studenten aan die niet de instaptest voor luistervaardigheid afgelegd hebben, wel de uitstaptoets. Het
ERK-niveau dat zij op de uitstaptoets behaalden, staat vermeld in de rijen ‘niet B1’, ‘B1’ of ‘B2’.
In de instroomtesten werden voor luistervaardigheid de niveaus A0, A1, A2, B1 en B2 getest om de
studenten zo goed mogelijk te situeren en te oriënteren bij de start van hun studies. In de uitstroomtesten
werd voor luistervaardigheid nagegaan of de studenten het decretaal bepaalde eindniveau B2 behaalden.
Er werd ook getest of de studenten die niet B2 bereikten, toch nog B1 scoorden.
Count -‐
Luisteren Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
1 1 1 3
niet B1 7 3 12 50 17 3 92
B1 21 1 14 92 72 18 218
B2 11
3 29 39 28 110
Eindtotaal 39 4 29 172 129 50 423
Tabel 5
Tabel 5 geeft de absolute cijfers weer van de studenten die aan de instroom- en uitstroomtesten
luistervaardigheid deelnamen.
39 studenten legden niet de instaptoets voor luistervaardigheid af, wel de uitstroomtest. 7 van hen
behalen niet het niveau B. 21 scoren B1. 11 scoren B2.
4 van 423 studenten behaalden A0 voor luistervaardigheid in de instroomtest. 3 van hen behalen niet het
niveau B. 1 student scoort B1 in de uitstroomtest. Zij behalen geen van allen het decretaal bepaalde B2-
niveau.
29 van de 423 studenten scoorden A1 op de instroomtest luistervaardigheid. 12 van hen behalen niet het
B-niveau. 14 studenten behalen B1 in de uitstroomtesten. 3 behalen zelfs B2.
Van de 172 studenten die A2 behaalden voor de instroomtest, blijven er 50 onder het B-niveau, terwijl er
92 B1 behalen en 29 B2.
129 studenten scoorden B1 in de instroomtest voor luisteren. 17 van hen behalen dat niveau niet meer,
72 behalen dat wel nog en 39 van hen behalen B2.
50 studenten behaalden B2 op de instroomtest. 3 van hen behalen niet meer het B-niveau. 18 situeren
zich op B1 en 28 op B2.
Bij de instroomtesten behaalden 50 van de 423 studenten het niveau B2 voor luisteren. Bij de
uitstroomtesten zijn er dat 110.
Tabel 6 geeft bovenstaande gegevens in procenten weer: het totale aantal toetsafnames, nl. 423, werd
hier gelijk gesteld met 100%
16
Proc. -‐
Luisteren Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
0% 0% 0% 0% 0% 0% 1%
niet B1 2% 1% 3% 12% 4% 1% 22%
B1 5% 0% 3% 22% 17% 4% 52%
B2 3% 0% 1% 7% 9% 7% 26%
Eindtotaal 9% 1% 7% 41% 30% 12% 100%
Tabel 6
De volgende tabellen geven dezelfde gegevens weer maar in een andere interpretatie. In tabel 7 werd
het aantal studenten per kolom gelijkgesteld met 100%; in tabel 8 staat het totaal aantal studenten per rij
gelijk met 100%.
Zo leren we bijvoorbeeld uit tabel 7 dat slechts 17% van alle studenten die A2 behaalden op de instaptest
(dat was de grootste groep), nu het vereiste eindniveau B2 behalen.
Uit tabel 8 kunnen we bijvoorbeeld onthouden dat van alle studenten die het vereiste eindniveau B2
behalen, 3% op de instaptoets A1 scoorden, 26% A2, 35% B1 en 25% B2.
Column Proc.
-‐ Luisteren Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
0% 0% 0% 1% 1% 2% 1%
niet B1 18% 75% 41% 29% 13% 6% 22%
B1 54% 25% 48% 53% 56% 36% 52%
B2 28% 0% 10% 17% 30% 56% 26%
Eindtotaal 100% 100% 100%
100
% 100% 100% 100%
Tabel 7
17
Row Proc. -‐
Luisteren Instaptoets
Uitstaptoets
A0 A1 A2 B1 B2 Eindtotaal
0% 0% 0% 33% 33% 33% 100%
niet B1 8% 3% 13% 54% 18% 3% 100%
B1 10% 0% 6% 42% 33% 8% 100%
B2 10% 0% 3% 26% 35% 25% 100%
Eindtotaal 9% 1% 7% 41% 30% 12% 100%
Tabel 8
Als conclusie kunnen we vaststellen dat 26% van de studenten die zowel de instroom- als uitstaptoets
aflegden, het decretaal vereiste niveau B2 behalen voor luistervaardigheid Frans. Dit is een opmerkelijk
beter resultaat dan voor lezen. Ook bij de instroomtesten bleken de studenten voor luisteren beter te
scoren dan voor lezen.
A.3. Toetsresultaten uitstroomtesten van studenten die niet de instroomtesten aflegden, vergeleken met die van alle studenten die de uitstroomtesten aflegden
410 studenten legden de uitstroomtesten af, maar hebben niet deelgenomen aan de instroomtesten.
luisteren_uitstroomtest lezen_uitstroomtest
luisteren
niet B1
luisteren
B1
luisteren
B2
lezen
niet B1
lezen
B1
lezen
B1+
stud'n enkel
uitstroomtest 27,5 % 46,5 % 26 % 43 % 39 % 18 %
stud'n instroom-
en uitstroomtest 22 % 52 % 26 % 45 % 40 % 15 %
volgens
meetschaal
(= alle stud’n) 27 % 49 % 24 % 47 % 39 % 14 %
Tabel 9 – Overzicht van de behaalde niveaus voor de uitstroomtesten luister- en leesvaardigheid:
- voor de studenten die enkel de uitstroomtest aflegden - voor de studenten die zowel de in- als uitstroomtest aflegden - voor alle studenten die bij de kalibratie de uitstroomtest aflegden
De resultaten van de studenten die instroom- én uitstroomtesten aflegden, zijn zeer gelijklopend met de
resultaten van de studenten die alleen aan de uitstroomtesten deelgenomen hebben.
18
Voor luistervaardigheid behalen 27% van alle studenten niet het niveau B1. 49% van hen behalen het
B1-niveau. 24% behalen het decretaal bepaalde B2-niveau.
Voor leesvaardigheid scoren 47% van de studenten onder het niveau B1. 39% behalen B1 en 14% het
decretaal bepaalde niveau B1+.
A.4. Toetsboekjes
Met behulp van bovenstaande gegevens stelde het CO&E twee nieuwe toetsboekjes voor lezen op en
drie voor luisteren, gelijkwaardig in moeilijkheidsgraad. Deze nieuwe toetsboekjes werden samengesteld
op basis van de schikking van de items op de meetschaal en de cesuren. ‘stERK naar het werkveld’ stelt
dus een variatie aan toetsboekjes ter beschikking, zowel voor de lees- als luistertesten, om het
uitstroomniveau voor Frans van de toekomstige onderwijzers te bepalen.
B. Testen voor de vaardigheden spreken (monoloog), mondelinge interactie en schrijven
Voor elk van deze drie vaardigheden zijn er testen ontwikkeld. Er zijn pilootafnames gedaan, waarna de
testen verder zijn aangepast aan de feedback door het projectteam. Voor de spreek- en
gespreksvaardigheid zijn er voor de lector antwoorden geformuleerd in de vorm van argumenten voor of
tegen een bepaald onderwerp, denkpistes rond het thema. Om na te gaan of de studenten het niveau B2
of B1 behalen voor spreken en mondelinge interactie en B1+ voor de schrijfvaardigheid, zijn er, naar
analogie met ‘stERK in Frans’ evaluatiefiches ontwikkeld die de lector ondersteunen bij het beoordelen.
Voor de spreek- en interactievaardigheid quoteert de lector op 20 punten. De cesuur hierbij is 10/20.
De student krijgt minstens acht minuten tijd om de monoloog op niveau B1 en die op niveau B2 aan de
hand van sleutelwoorden voor te bereiden.
Indien de student de cesuur van 10/20 behaalt voor de monoloog B1, gaat de examinator over naar de
monoloog B2. Indien hij die cesuur niet behaalt, gaat de lector over naar de interactietest op niveau B1
en stelt vast of de student deze wel of niet behaalt.
Indien de student de cesuur van 10/20 behaalt voor de monoloog B2, gaat de lector over naar het testen
van de interactie op niveau B2. De lector zal vaststellen of de student wel of niet het B2-niveau behaalt
voor de interactie.
Indien de student niet het niveau B2 behaalt voor de interactie, kan de lector eventueel nog nagaan of de
student wél B1 behaalt voor de interactie.
De afname van de spreek- en gespreksvaardigheid wordt schematisch weergegeven in figuur 1.
19
Figuur 1: schematische voorstelling van de afname van de spreek- en gespreksvaardigheid
De niveaus A0, A1, A2 worden niet getest.
De testen en de evaluatieschema’s voor de productieve vaardigheden zijn gebruiksklaar.
Het is de bedoeling dat deze drie vaardigheden door de lectoren Frans in de hogescholen afgenomen
(spreken en mondelinge interactie) en verbeterd (schrijfvaardigheid) worden. De arbeidsintensiteit is
vergelijkbaar met die voor de testen productieve vaardigheden van ‘stERK in Frans’.
Voor de schrijfvaardigheid evalueert de lector volgens het evaluatieschema op 25 punten.
De evaluatiefiche is opgenomen in de schrijfvaardigheidstest. Op die manier weet de student welke de
beoordelingscriteria zijn.
De cesuur ligt op de 60% van de punten voor B1+ en op 50% voor B1. Vanaf 12,5/25 behaalt een student
dus niveau B1 en vanaf 15/25 behaalt hij ook het decretaal vereiste B1+.
Beschikbare documenten voor deze testen
Voor schrijfvaardigheid zijn er twee testen beschikbaar met hun evaluatiefiche en een draaiboek voor de
lectoren-examinatoren.
§ EE2_B1+_ex.1
§ EE2_B1+_ex.2
§ EE2_draaiboek_examinator
Voor spreek- en gespreksvaardigheid zijn tien opdrachtfiches voor de niveaus B1 en B2 beschikbaar, met
hun bijhorende evaluatiefiches. Er is een draaiboek voor de studenten en voor de lectoren-examinatoren.
§ EO2_opdrachtfiches_student
§ EO2_opdrachtfiches_examinator
§ EO2_draaiboek_student
§ EO2_draaiboek_examinator
20
C. Conclusies C.1. Behalen van de doelstellingen
Doelstelling 1. Een instrument ontwikkelen dat de Vlaamse hogescholen een duidelijk zicht biedt op de
mate waarin de afstuderende BaLO-studenten de decretaal vereiste taalvaardigheidsniveaus Frans
behalen.
Deze doelstelling werd bereikt: er werd een test voor de vijf vaardigheden ontwikkeld waarmee het
behalen van de niveaus B1 en B1+ bepaald wordt voor lees- en schrijfvaardigheid, B1 en B2 voor luister-,
spreek- en gespreksvaardigheid. De lees- en luistertesten zijn digitale testen. Ze zijn gekalibreerd en van
cesuren voorzien.
Doelstelling 2. De lectoren Frans van de deelnemende hogescholen met het nieuwe toetsinstrument
leren werken.
Voor ‘stERK in Frans’ werd er een vorming gegeven om te leren evalueren volgens de descriptoren van
het ERK. Het waren de niveaus A1, A2, B1 en B2 die bepaald werden.
Voor ‘stERK naar het werkveld’ werd eenzelfde vorming niet herhaald. De lectoren werden nog meer
vertrouwd gemaakt met de descriptoren van het ERK om de toetsitems voor de vijf vaardigheden te
beoordelen vóór de pilootafnames. Deze descriptoren werden ook grondig bestudeerd en besproken om
de cesuren voor de niveaus B1 en B1+ voor lezen te leggen en de cesuren voor B1 en B2 voor luisteren
te leggen.
Dit gebeurde telkens tijdens de vergaderingen met de resonantiegroep.
Volgens de resultaten van de enquête zijn veel hogescholen niet geneigd de uitstroomtesten voor de
productieve vaardigheden af te nemen, zeker niet indien er geen verplichting komt om het ERK-niveau op
het diplomasupplement van de student te vermelden. De redenen hiervoor zijn de werkdruk voor de
lectoren Frans en het probleem van de diplomering van de (vele) studenten die de vereiste ERK-niveaus
niet behalen. Tot op heden (januari 2013) is de conceptnota van Minister Pascal Smet waarin de
vermelding van het ERK-niveau op het diplomasupplement gevraagd wordt, nog niet officieel
goedgekeurd.
Doelstelling 3. De structuur van de resonantiegroep benutten om de resultaten van de uitstroomtest
alsook de gevolgen bespreekbaar te maken.
De departementshoofden, opleidingshoofden en beleidsmedewerkers werden reeds op de hoogte
gehouden van wat er gerealiseerd werd in ‘stERK naar het werkveld’. Op 8 december 2011 werden deze
verantwoordelijken uitgenodigd op de resonantievergadering van ‘stERK naar het werkveld’. De
problematiek van het onderwijzen van het Frans in de lagere school werd besproken. De verschillende
denkpistes werden opgenomen in het verslag (bijlage 23: verslag van 2011-12-08), in de contacten met
het beleid (bijlage 21) en in dit eindrapport (zie hoger: 1.2. Werkwijze, 4. Directievergadering).
21
Deze besprekingen gingen in de gesproken en geschreven pers niet onopgemerkt voorbij. Bovendien
werden de denkpistes die uit deze besprekingen voortkwamen, samen met de resultaten van ‘stERK in
Frans’ gepubliceerd in drie vaktijdschriften (bijlage 15)
Doelstelling 4. Structureel overleg organiseren met betrokken onderwijspartners, teneinde het vraagstuk
van de gevolgen voor diplomering aan te pakken op beleidsmatig niveau.
De projectgroep heeft overleg gepleegd met AKOV5 (bijlage 23: verslag van 2011-06-23 en 2012-03-13).
De politieke instanties (de ministers Smet, Peeters, Lieten en Bourgeois) werden op de hoogte gebracht,
evenals de onderwijsvakbonden en -koepels (bijlage 21). De antwoorden waren erg schaars (eveneens
in bijlage 21).
Er is tot op heden geen duidelijkheid over de invloed van het overleg met alle hogescholen op het
loopbaandebat, op de manier van doorlichten van de hogescholen, over eventuele hervormingen van de
lerarenopleiding.
C.2. Testen voor de vijf vaardigheden
‘stERK naar het werkveld’ heeft wetenschappelijk onderbouwde testen ontwikkeld voor de vijf
vaardigheden en overeenkomstig de niveaus bepaald in het ERK.
De testen voor leesvaardigheid en voor luistervaardigheid zijn digitale testen aangemaakt in
QuestionMark Perception (QMP). Deze testen worden aan de leden van de resonantiegroep aangeboden
onder de vorm van een in QMP importeerbaar Qpack. Ondertussen lopen via School of Education ook
onderhandelingen om de QMP-testen via het softwarepakket Respondus om te zetten naar Blackboard-
testen. Op die manier kunnen de leden van de resonantiegroep die niet over QMP beschikken, toch
gebruik maken van de testen. Zelfs zij die niet met Blackboard of Toledo werken, kunnen via de course
sites van Blackboard6 toch beschikken over de PC-testen.
De andere testen (schrijf-, spreek- en gespreksvaardigheid) worden door de lectoren in de hogescholen
afgenomen en geëvalueerd.
Dankzij deze testen kan voor elke student vastgesteld worden of hij het niveau B1 of B2 behaalt voor de
gespreks-, spreek- en luistervaardigheid en het niveau B1 of B1+ voor de lees- en schrijfvaardigheid.
C.3. ICT-ondersteuning
Op vlak van ICT-ondersteuning voor de digitale testen (lees- en luistervaardigheid) doken zeer veel
problemen op. De testen ’draaien’, maar geen enkele deelnemende hogeschool en ook niet de KU
Leuven willen de eindverantwoordelijkheid voor alle afnames op zich nemen. Uit de enquête in de
deelnemende hogescholen bleek dat de hogescholen weinig bereid zijn om financiële bijdragen te
leveren voor het inschakelen van een externe firma. Op de vergadering van 10 januari 2013 (zie verslag
in bijlage 23) werd gesteld dat het in de visie van de School of Education past dat alle hogescholen, ook
5 Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (http://www.ond.vlaanderen.be/dvo) 6 https://www.coursesites.com
22
niet-associatieleden, over de testen mogen beschikken. Vandaar de inspanningen om de QMP-testen via
andere wegen aan de resonantiegroep aan te bieden (zie hoger: C.4 Testen voor de vijf vaardigheden).
Vooraleer zij de testen ter beschikking krijgen, dienen de hogescholen van het projectteam en de
resonantiegroep een overeenkomst te ondertekenen waarin zij zich o.a. engageren om de testen enkel te
gebruiken voor de doeleinden waarvoor ze bedoeld zijn en ze niet te verspreiden (bijlage 26)
C.4. Overkoepelende vergadering met de lectoren Frans, de departements- en opleidingshoofden
en opleidingscoördinatoren
Tijdens de vergadering van 8 december 2011 waarop alle departementshoofden, opleidingshoofden en
opleidingscoördinatoren uitgenodigd waren, viel het op dat iedere hogeschool graag kwaliteit wil bieden
en verdedigen, maar ook erg vasthoudt aan haar eigen autonomie. (zie ook 1.2., 4. Directievergadering)
C.5. Vermelding van ERK-niveaus op diplomasupplement
Hoewel de te behalen ERK-niveaus decretaal bepaald zijn en de hogescholen in principe verplicht zijn
die norm te hanteren bij de diplomering van hun studenten, blijkt dat veel hogescholen de stERK-testen
alleen willen afnemen als het ERK-niveau van de student verplicht op het diplomasupplement moet
vermeld worden. Tot op heden, januari 2013, is het niet duidelijk of de vermelding van het ERK-niveau op
het diplomasupplement verplicht is. Hogescholen staan erg weigerachtig tegenover bijkomende kosten
voor het afnemen van de testen.
Dit blijkt uit de enquête (bijlage 13: afname van instroom- en uitstroomtesten in de toekomst) die in alle
hogescholen werd afgenomen.
C.6. Politieke wegen
Dankzij de politieke wegen die ‘stERK naar het werkveld’ bewandeld heeft en de reactie van Minister
Pascal Smet (bijlagen 21: brieven aan de verschillende ministers en bijlage 21_4: antwoord van P. Smet
en anderen), hoopt het projectteam de nodige invloed uit te oefenen in het loopbaandebat en via de
doorlichtingscommissies in de hogescholen. Hiertoe werden de ministers Pascal Smet, Kris Peeters,
Ingrid Lieten en Geert Bourgeois aangeschreven, evenals de onderwijsvakbonden en de
onderwijskoepels.
De toekomst zal uitwijzen welke de effecten van ‘stERK in Frans’ en ‘stERK naar het werkveld’ zullen zijn.
C.7. Verspreiding
Het projectteam heeft de problematiek van het Frans in de Bacheloropleiding Onderwijzer via de pers
bekend gemaakt om de aandacht van een groter publiek te trekken. In december 2011 kwamen beide
projecten uitvoerig aan bod in de gesproken en geschreven pers, zowel in Vlaanderen als in Wallonië.
23
Ook naar aanleiding van andere persberichten over de gebrekkige kennis van het Frans bij onze
jongeren, kwamen journalisten aankloppen bij het projectteam (bijlagen 16, 17, 18).
De promotoren lichtten de resultaten van ‘stERK in Frans’ en de noodzaak en de bedoeling van ‘stERK
naar het werkveld’ toe in artikels die in drie vaktijdschriften werden gepubliceerd tussen juni en december
2012 (bijlage 15).
C.8. Actualisering van de testen
De noodzaak van de actualisering van de testen is besproken met de School of Education. De piste om
de testen te actualiseren via een nieuwe projectaanvraag binnen een drietal jaren, wordt aangeraden.
(bijlage 23: verslag 2013-01-10) Het projectteam hoopt dat de Overheid de noodzaak van deze
actualisering inziet en financiert.
1.4. Samenvatting De projectgroep ‘stERK naar het werkveld’ heeft alles ondernomen wat in zijn macht lag om het onderwijs
van het Frans in Vlaanderen uit de vicieuze cirkel te halen.
Hiervoor was het nodig een instrument te ontwikkelen dat de Vlaamse hogescholen een duidelijk zicht
kon bieden op de mate waarin de afstuderende BaLO-studenten de decretaal vereiste
taalvaardigheidsniveaus Frans behalen. De structuur van de resonantiegroep werd benut om de
resultaten van de uitstroomtest alsook de gevolgen bespreekbaar te maken samen met
departementshoofden, opleidingshoofden, opleidingscoördinatoren en coördinatoren kwaliteitszorg.
De projectgroep van ‘stERK naar het werkveld’ nam bovendien een aantal initiatieven teneinde het
vraagstuk van de gevolgen voor diplomering aan te pakken op beleidsmatig niveau. Zo werd structureel
overleg georganiseerd met betrokken onderwijspartners, werden de Vlaamse minister van onderwijs, de
minister-president en de vice-minister-presidenten van de Vlaamse regering aangeschreven en ontvingen
ook de onderwijskoepels en -vakbonden een kopie van dit schrijven.
De testen zijn ontwikkeld en wetenschappelijk onderbouwd. Uit de resultaten van de kalibratie blijkt dat
slechts een kwart van de studenten de decretale norm voor luistervaardigheid en amper 15% de norm
voor leesvaardigheid behaalt.
De verspreiding van de lees- en luistertesten, met hun ICT-component, bij de partners van de
resonantiegroep, bleek geen evidentie te zijn. Uiteindelijk werd een oplossing gevonden waarbij de QMP-
testen konden omgezet worden naar de Blackboard-omgeving. Ook niet-associatieleden kunnen dan van
deze testen gebruik maken.
De actualisering van de testen blijft ook nog een zorg naar de toekomst.
24
2. Activiteiten/werkingsverslag
2.1. Projectgroep en betrokkenen Projectpartners zoals voorzien in de projectovereenkomst:
Veerle Brosens 10%
HUB Brussel
Dominique Lannoo 10%
KATHO Tielt
Liesbeth Martens 30%
KHLeuven Diest
Leen Van Craesbeek 10%
KHBO Brugge
Elly Voets 30%
KHLeuven Heverlee
Leen Van Craesbeek was van half november 2011 tot april 2012 in bevallingsverlof. Haar interimaris,
Hannelore Debusschere, verving haar voor de duur van haar verlof.
De medewerkers van het Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -evaluatie werden apart vergoed voor
hun bijdrage aan het project (bijlage 11_2: Bestek CO&E).
Hieronder een lijst met de leden van de resonantiegroep.
- KU Leuven Campus Kortrijk, subfaculteit Letteren: Prof. Dr. Piet Desmet (piet.desmet@kuleuven-kortrijk.be),
Carmen Eggermont (carmen.eggermont@kuleuven-kortrijk.be)
- KU Leuven, specifieke lerarenopleiding Frans: Prof. Dr. Piet Desmet (piet.desmet@kuleuven-kortrijk.be)
- Artesis Hogeschool Antwerpen, contactpersoon: Patricia De Feyter (patricia.defeyter@artesis.be). De Artesis
Hogeschool liet per mail weten zich te engageren voor deelname aan ‘stERK naar het werkveld’, maar daar
stopte dan ook de bijdrage van deze hogeschool. Op het gebied van aanwezigheid op de vergaderingen,
feedback op toetsitems, medewerking aan cesuurbepaling, deelname aan kalibratie of enquête, zelfs het
beantwoorden van mails bleef deze hogeschool verder in gebreke.
- Arteveldehogeschool, contactpersonen: Kristien Lammertyn (kristien.lammertyn@arteveldehs.be) en Juan
Putman (juan.putman@arteveldehs.be)
- Eramushogeschool Brussel, contactpersoon: Nadine Kayobotsi (nadine.kayobotsi@ehb.be)
- Groep T, contactpersoon: Griet Rits (griet.rits@groept.be)
- Hogeschool West-Vlaanderen, contactpersoon: Pierre Bailly (pierre.bailly@howest.be)
- Hogeschool Gent, contactpersoon: Sigrid Van Liedekerke (sigrid.vanliedekerke@hogent.be)
- Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB), contactpersoon: Luc Loonbeek (luc.loonbeek@hubrussel.be)
- Karel de Grote-Hogeschool, contactpersoon: Annelies Magerman (annelies.magerman@kdg.be)
- Katholieke Hogeschool Kempen, campus Turnhout, contactpersoon: Christine Pardon (christine.pardon@khk.be
25
- Katholieke Hogeschool Kempen, campus Vorselaar, contactpersoon: Joke Maex (joke.maex@khk.be), Joeri
Meynen (joeri.meynen@khk.be)
- Katholieke Hogeschool Leuven, contactpersonen: Katrien Dewaele (katrien.dewaele@khleuven.be) en Rebecca
Knopper (rebecca.knopper@khleuven.be)
- Katholieke Hogeschool Limburg, contactpersonen: Nicole Vandormael (nicole.vandormael@khlim.be) en
Barbara De Graeve (barbara.degraeve@khlim.be)
- Katho Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, campus Torhout, contactpersoon: Tamara Buyck
(tamara.buyck@katho.be)
- Lessius Mechelen, contactpersonen: Ineke Elst (ineke.elst@mechelen.lessius.eu) en Veerle Mattheussens
(veerle.mattheussens@mechelen.lessius.eu)
- Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, campus Aalst, contactpersonen: Christel De Neve
(christel.deneve@kahosl.be) en Katrien Coppens (katrien.coppens@kahosl.be)
- Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, campus Sint-Niklaas, contactpersoon: Hilde Delaruelle
(hilde.delaruelle@kahosl.be)
- XIOS Hogeschool Limburg, contactpersoon: Karen Reekmans (karen.reekmans@xios.be)
2.2. Overzicht van activiteiten
Het schema hieronder geeft een overzicht van de bijeenkomsten die in het kader van ‘stERK naar het
werkveld’ werden gehouden. Zijn niet of slechts gedeeltelijk opgenomen in deze lijst: de mails en
telefonische contacten i.v.m. een oplossing voor de ICT-component van de toetsen.
De verslagen van deze bijeenkomsten vindt u in de map met bijlagen nr. 23.
datum inhoud
2011-06-23 Overleg promotoren met AKOV, Ministerie van Onderwijs
2011-08-25 Overleg promotoren en Ann Martin, coördinator School of Education
2011-09-05 Vergadering projectgroep (promotoren en copromotoren)
2011-09-06 Overleg promotoren en Prof. Rianne Janssen, CO&E
2011-10-11 Overleg promotoren
2011-10-20 Studiedag School of Education (Leuven): pechakucha over stERK1 door promotoren
26
2011-10-21 Overleg promotoren en Prof. Rianne Janssen, CO&E
2011-11-07 Overleg promotoren
Overleg promotoren en Frank Vandewyer, ICT-verantwoordelijke KHLeuven
2011-11-16 Overleg QMP met Luc Vandeput
2011-11-17 Vergadering projectgroep
Vergadering resonantiegroep
2011-12-01 Overleg promotoren en Prof. Rianne Janssen, CO&E
2011-12-01 Overleg promotoren ter voorbereiding van vergadering 8 december 2011
2011-12-08
voormiddag Vergadering projectgroep ter voorbereiding van vergadering namiddag
2011-12-08
namiddag Vergadering resonantiegroep en opleidingshoofden, opleidingscoördinatoren, departementshoofden
2012-12-12 Telefonisch overleg met Arjen Kuik, vertegenwoordiger firma Stoas
2011-12-22 Overleg promotoren
2012-01-05 Vergadering projectgroep
2012-01-13 Overleg promotoren en Prof. em. Jan Vandamme (CO&E) en Sarah Gielen
Schoolfeedbackproject
2012-01-18 Overleg promotoren en Ann Martin, coördinator School of Education
2012-01-24 Vergadering projectgroep
2012-02-06 Vergadering promotoren
feb-maart
2012
Pilootafnames van de toetsitems bij studenten van KHLeuven en HUB
27
2012-02-20 Vergadering promotoren en Prof. Dr. Piet Desmet
2012-02-20 Vergadering promotoren
2012-03-13 Overleg promotoren met AKOV, Ministerie van Onderwijs
2012-03-26 Vergadering projectgroep
2012-03-29 Vergadering promotoren en Prof. Dr. Rianne Janssen, CO&E
maart 2012 Kalibratie 1: toetsafnames lezen en luisteren in de verschillende hogescholen
2012-04-20 Overleg promotoren en Ann Martin, coördinator School of Education
2012-04-27 Vergadering promotoren
2012-05-04 Vergadering promotoren
2012-05-11 Overleg promotoren en Prof. Rianne Janssen, CO&E
2012-05-16 Vergadering promotor, Olivier Herteleer en Bert Wylin (Televic)
2012-05-24 Vergadering projectgroep (voormiddag)
Vergadering resonantiegroep (namiddag)
2012-05-
25/30
Brief aan Minister Pascal Smet. Kopie aan Kris Peeters, Geert Bourgeois en Ingrid Lieten, vertegenwoordigers van de onderwijsvakbonden en de pedagogische begeleidingsdiensten, onderzoekers van het EVALO-project (zie hoger)
2012-06-26 Vergadering met Olivier Herteleer van de firma Televic
2012-07-18 Overleg promotoren
2012-08-16 Overleg en etentje met promotoren, één copromotor en politiek adviseur (Antwerpen)
2012-08-23 Vergadering promotoren en Ann Martin, coördinator School of Education
28
2012-08-31 Bespreking prijsoffertes externe firma’s en mogelijkheden binnen KHLeuven: promotor (Liesbeth Martens) met Luc Vandeput (coördinator e-learning KHLeuven)
2012-09-07 Vergadering promotoren en Prof. Dr. Rianne Janssen, CO&E
2012-09-20 Overleg promotoren
Opstellen enquête voortbestaan (PC-)toetsen stERK
2012-09-21 Gesprek promotor met Marc Van den Brande, Secretaris-generaal VVKBaO, en Machteld Verhelst, Pedagogisch coördinator VVKBaO
2012-10-16 Overleg tussen promotoren en opleidingshoofd BaLO KHLeuven over stERK-toetsen + invullen van enquête stERK, n.a.v. hun brief aan Pascal Smet, waarvan de promotoren o.a. ook een kopie bezorgden aan de onderwijskoepels.
sept-okt 2012 Kalibratie 2: bijkomende toetsafnames lezen en luisteren in de verschillende hogescholen
2012-10-26 Vergadering promotoren en Prof. Dr. Rianne Janssen en medewerker T. Arkens i.v.m. cesuurbepaling
2012-11-09
2012-11-13
Voorbereiding cesuurbepaling Lezen en Luisteren door promotoren
2012-11-12 Vergadering over digitaal toetsen met QMP waarbij partners van buiten de KHLeuven betrokken zijn. Aanwezig op vergadering: Nadine Bongaerts, Vital Coenegrachts, Irène Hermans, Liesbeth Martens, Wouter Mignon, Luc Vandeput.
okt-nov 2012 Enquête bij de resonantiegroep (over verder gebruik van de toetsen en bereidwilligheid om ervoor te betalen)
2012-11-15 Cesuurbepaling Luisteren
2012-11-22 Overleg promotoren: aanpak cesuurbepaling Lezen
2012-12-10 Cesuurbepaling Lezen (zie cesuurbepaling Luisteren)
2012-12-12 Vergadering promotoren en Prof. Dr. Rianne Janssen en medewerker Thomas Arkens i.v.m. afwerking en afronding na cesuurbepaling
2013-01-08 Presentatie van stERK1 en stERK2 door promotoren op studiedag ‘Onderzoek en Innovatie’ van departement lerarenopleiding KHLeuven
29
2013-01-09 Vergadering promotoren en de heer Wim Bergen, voorzitter School of Education
2013-01-10 Vergadering promotoren en Ann Martin, coördinator School of Education
2013-01-17 Vergadering promotoren: voorbereiding eindrapport
jan 2013 Afspraken (telefonisch en per mail) met ICTS services van Associatie KU Leuven i.v.m. de migratie van de QMP-testen naar de Blackboard-omgeving
2.3. Reflectie over het project
A. Sterke punten van stERK naar het werkveld
- Dankzij ‘stERK naar het werkveld’ beschikken we over ERK-gerelateerde testen voor de vijf
vaardigheden om het niveau van afstuderende bachelors in onderwijs: lager onderwijs te bepalen, zoals
dat decretaal vereist is.
- De testen voor de receptieve vaardigheden zijn gedigitaliseerd in QMP en wetenschappelijk
onderbouwd door het CO&E o.l.v. Prof. Dr. Rianne Janssen.
- Aan de studenten die in september-oktober 2012 de uitstroomtesten aflegden kon na de
cesuurbepalingen in november-december 2012 het al dan niet behalen van de vereiste ERK-niveaus
voor de receptieve vaardigheden meegedeeld worden.
- Voor de studenten die in september-oktober 2010 deelnamen aan de instroomtesten en in maart,
september of oktober 2012 aan de uitstroomtesten, kon de link gelegd worden tussen beide testen om
hun evolutie in kaart te brengen. Op basis van deze vergelijking konden we ook een aantal tendensen
vaststellen voor het geheel van deze groep studenten.
- De grootte van de resonantiegroep en hun expliciete steun aan het project zijn een unicum in
Vlaanderen. De noodzaak van het bestaan en het gebruiken van deze testen wist alle collega’s lectoren
Frans te motiveren om deel te nemen aan de gesprekken, om hun mening te laten horen, om ontwikkelde
testen kritisch na te lezen, om zich verder te specialiseren in het evalueren vanuit de descriptoren van het
ERK. Er was steeds een goede samenwerking vanuit opbouwende kritiek en de gemeenschappelijke
zorg voor goed onderricht van het Frans in de basisscholen.
- Voor het eerst in de geschiedenis werden de verantwoordelijken van alle hogescholen met een
opleiding Bachelor in Onderwijs: Lager Onderwijs rond de tafel samengebracht voor overleg over de
mogelijke gevolgen en de te bewandelen pistes in verband met het evalueren van de decretaal verplichte
ERK-niveaus.
30
- Via de gesproken en de geschreven pers in Vlaanderen en Wallonië en drie artikels gepubliceerd in
vaktijdschriften werd het gedachtengoed van ‘stERK’ breed verspreid en besproken.
- De Minister van Onderwijs, P. Smet, en zijn collega’s Peeters, Lieten en Bourgeois werden
aangeschreven om hen op de hoogte te brengen van de ernst van de problematiek van het Frans in de
opleiding Bachelor Lager Onderwijs. AKOV, de onderwijskoepels en -vakbonden werden van dezelfde
problematiek op de hoogte gebracht.
B. Zwakke punten van stERK naar het werkveld
- Na alle inspanningen die geleverd zijn om tot een duurzame oplossing te komen voor de PC-testen,
bestaan er toch nog twijfels over hoe de ICT-ondersteuning zal gebeuren. Eind januari 2013, wanneer dit
rapport ingediend werd, kwamen er hoopvolle berichten vanuit de Associatie KU Leuven: met behulp van
het softwareprogramma Respondus zou het mogelijk zijn om de QMP-items om te zetten naar een toets
in de Blackboard-omgeving. Daardoor zou de PC-ondersteuning van de lees- en luistertesten de facto
gegarandeerd blijven voor de hogescholen van de Associatie; voor de andere hogescholen zou een
oplossing in de maak zijn via de course sites van Blackboard7.
- Binnen een drietal jaren zal een actualisering van de toetsitems zich opdringen. Bepaalde film- en
geluidsfragmenten zullen gedateerd zijn. Het is echter niet voldoende deze items te vervangen door
actuelere voorbeelden. Het is noodzakelijk dat er opnieuw pilootafnames, kalibratie en cesuurbepaling op
volgen, zodat binnen een vijftal jaren de geactualiseerde testen gebruikt kunnen worden. Wie zal instaan
voor de financiering hiervan?
- Aangezien de conceptnota van het talenbeleid van minister Pascal Smet tot op dit moment niet is
goedgekeurd door het Parlement, blijft het nog altijd onduidelijk of het ERK-niveau expliciet vermeld moet
worden op het diplomasupplement van de afstuderende onderwijzers.
- Even onduidelijk is wat er met de beleidsaanbevelingen vanuit ‘stERK naar het werkveld’ zal gebeuren.
- Ten slotte beschikken we niet over meer informatie i.v.m. mogelijke hervormingen van de
lerarenopleidingen.
C. Doelstellingen. en operationele resultaten
Vanuit de opgesomde sterke kanten van ‘stERK naar het werkveld’ durven we stellen dat de
doelstellingen bereikt zijn en dat we beschikken over de beloofde test voor de vijf vaardigheden als
resultaat van het project.
7 https://www.coursesites.com
31
D. Verdere mogelijkheden en kansen
- De testen van ‘stERK naar het werkveld’ zijn operationeel. Ze kunnen in principe in alle hogescholen in
Vlaanderen gebruikt worden.
- Het verder gebruik in de hogescholen blijkt af te hangen van de bijkomende kosten om testen af te
leggen en van het al dan niet verplichten van de vermelding van het behaalde ERK-niveau op het
diplomasupplement (zie enquête en antwoorden: bijlage 13).
- De basis is gelegd tot een professionele, opbouwende samenwerking met alle collega’s lectoren Frans
uit de verschillende lerarenopleidingen in Vlaanderen.
- Mits een drie- à vijfjarige actualisering (met pilootafnames, kalibratie en cesuurbepaling) blijven zowel
de instroom- als de uitstroomtesten inzetbaar.
E. Verankering resultaten
- De (geactualiseerde) testen voor de vijf vaardigheden blijven inzetbaar. De studenten van alle
hogescholen en hun lectoren zullen jaar na jaar zicht hebben op het instroomniveau en op het
uitstroomniveau voor Frans voor de vijf vaardigheden.
- De oplossing of aanpak voor de ICT-ondersteuning blijft inzetbaar voor ‘stERK’, maar wellicht ook voor
andere projecten.
- De lectoren Frans zijn blijvend vertrouwd met de evaluatie volgens de descriptoren van het ERK.
F. Verspreiding van het gedachtegoed van ‘stERK in Frans’ en ‘stERK naar het werkveld’ Publicaties Vaktijdschriften
- Cahiers F. Revue de didactique français langue étrangère. Didactisch tijdschrift Frans vreemde
taal, Driemaandelijks tijdschrift, 2de trimester 2012, ISNN: 1781-4952, pp. 5-21.
- Impuls voor onderwijsbegeleiding, Driemaandelijks tijdschrift, juli-september 2012, ISNN: 1373-
4318, pp. 31-44.
- Tijdschrift voor Lerarenopleiders (VELON/VELOV), 33(4) 2012 - Themanummer, pp. 57-66.
‘stERK’ in de pers
Deze lijst vermeldt de keren dat we de pers haalden, te beginnen vanaf 8 december 2011. Enkel de
meest belangrijke kanalen werden hierin opgenomen. Voor een uitgebreidere lijst alsook de artikels,
audio- of videobestanden zelf: zie bijlagen 16 t.e.m. 18.
32
Belgische pers
7-12-2011
- Radio Q-music, 17u en 18u
- Radio Joe FM, 17u en 18u
- Radio Nostalgie, 17u en 18u
- DeMorgen.be, Bachelorstudenten lager onderwijs kennen onvoldoende Frans
- De Standaard, Kennis Frans bachelor studenten lager onderwijs is ondermaats
- Het Nieuwsblad, Kennis Frans bachelor studenten lager onderwijs is ondermaats
- Lalibre.be, Les élèves néerlandophones ne connaissent pas suffisamment le français
- La dernière heure (DH.be), La connaissance du français chez les élèves néerlandophones est
insuffisante
- Lesoir.be, Les élèves néerlandophones ne connaissent pas assez le français
- Salle des profs, Niveau de français trop faible chez l’élève flamand
8-12-2011
- Radio 1,interview door Xavier Taverne, 19u
- Radio Scorpio, 19u
- Standaard.be, Onderwijzers moeten Frans geven maar kennen het niet
- Lalibre.be, Les élèves néerlandophones ne maîtrisent pas suffisamment le français
9-12-2011
- DeMorgen.be, Bachelorstudenten lager onderwijs beheersen Frans ondermaats
- De Standaard, p. 10: Hogescholen gewonnen voor kwaliteitsnorm Frans
- Klasse voor leraren, Kennis Frans eerstejaarsstudenten lerarenopleiding ondermaats
12-12-2012
- RTBF, Journal télévisé, 13u
- Metro, Kennis Frans eerstejaars ondermaats
- Veto, Gebrekkige kennis Frans
14-12-2011
- Het laatste Nieuws (HLN.be), Bachelorstudenten lager onderwijs kennen onvoldoende Frans
- LaGazette.be, La connaissance du français insuffisante chez les élèves néerlandophones
33
3. Financieel verslag Zie bijlage 27.
34
4. Relevante eindproducten met bijbehorende documenten en publicaties Bijgevoegd op USB-stick 1. Documenten i.v.m. de projectovereenkomst
datum nr. bijlage inhoud
juli 2011 1 Alle documenten i.v.m. de projectovereenkomst ‘stERK naar het werkveld’
1_1_projectovereenkomst
1_2_handtekeningen (scan)
1_3_Bijlage I_projectomschrijving
1_4_Bijlage II_budgetfiche
1_5_budgetfiche herrekend per partner en opgesplitst in loon- en werkingskosten
1_6_Bijlage III_afsprakennota
1_7_Bijlage IV_sjabloon financiële verslaggeving
1_8_Bijlage V_suggesties Comité SoE
1_9_Bijlage V_antwoorden projectgroep bij suggesties Comité SoE
april 2012 2 Uitstel tijdpad: voorbereiding overleg met Ann Martin
2_1_Voorbereiding gesprek Ann Martin
2_2_2012-04-20 Verslag overleg A.Martin-E.Voets 2. Documenten i.v.m. de toetsen, toetsafnames en toetsresultaten
datum nr. bijlage inhoud
feb-maart 2012
3 Pilootafnames van de toetsitems: feedback door studenten KHLeuven (BaSO) en HUB
feb-maart 2012
4 Documenten i.v.m. kalibratie 1: richtlijnen voor lectoren en studenten
3_1_Richtlijnen voor de studenten
3_2_Richtlijnen voor de lectoren
sept-okt 2012
5 Documenten i.v.m. kalibratie 2
5_1_Toegezegde studentenaantallen voor kalibratie 2 (sept-okt 2012)
5_2_Instructies voor de lector
5_2_Instructies voor de student
maart-okt 2012
6 Toetsboekjes voor de kalibratie
6_1_Oorspronkelijke toetsboekjes voor kalibratie 1
6_2_Bijkomende toetsboekjes voor kalibratie 1
6_3_Studentenaantallen per toetboekje (kalibratie 1)
6_4_Voorstel voor nieuw afnamedesign voor kalibratie 2 (door Rianne Janssen)
6_5_Itemdesign gebruikt voor kalibratie 2
35
maart-april 2012
7 Resultaten van kalibratie 1
7_1_Rapporten gegenereerd door QMP
7_2_Resultaten per hogeschool
eind oktober 2012
8 Resultaten van kalibratie 1 en 2, telkens voor lezen en luisteren:
a_De oorpronkelijke rapporten gegenereerd door QMP
b_Opgekuiste rapporten, per toetsboekje (laatste tabblad = itemdesign)
c_Idem maar zonder de antwoorden van de studenten (enkel juist/fout)
dec 2012 9 Nieuw toetsdesign voor de definitieve uitstroomtoetsen (door CO&E opgesteld)
10 Toetsitems
10_1_Compréhension écrite (lezen)
10_2_Compréhension orale (luisteren)
10_3_Expression écrite (schrijven)
à ook oplijsting ERK verschil tussen B1 en B1+
10_4_Expression orale (spreken)
10_5_Audio en video bij de testen
10_6_Documenten i.v.m. ERK can-do-statements
10_7_Items PC-testen lezen
10_8_Items PC-testen luisteren
10_9_Overzicht items PC-testen 3. Documenten i.v.m. de analyses van de toetsresultaten
datum nr. bijlage inhoud
nov-dec 2012
11 11_1_Analyses door CO&E op de resultaten van de kalibratie van de uitstroomtesten (na cesuurbepaling)
11_2_Bestek CO&E 4. Documenten i.v.m. de resonantiegroep, de cesuurbepalingen en de enquête
datum nr. bijlage inhoud
nov-dec 2012
12
Alle documenten i.v.m. de cesuurbepalingen lezen en luisteren
12_1_Voorbereiding cesuurbepalingen door promotoren
12_2_Lezen: meetschaal met slaagpercentages
12_3_Luisteren: meetschaal met slaagpercentages
12_4_Mail van Rianne Janssen (7/11/2012) i.v.m. best wenselijke werkwijze cesuurbepaling
2008-01-28 13 Enquête afgenomen bij de resonantiegroep (over bereidwilligheid tot verder gebruik van de stERK1- en stERK2-toetsen en tot betaling daarvoor)
13_1_Blanco enquête
13_2_Resumé van alle antwoorden
13_3_Mapje met de aparte, ingevulde enquêtes per hogeschool
36
nov 2011 – dec 2012
14 Aanwezigheidslijsten van de vergaderingen met de resonantiegroep
14bis Scans van ondertekende overeenkomsten. Hierin verklaren de leden van de resonantiegroep zich akkoord met bepaalde deontologische regels i.v.m. het gebruik van de toetsen
zie verder
Agenda’s en verslagen van de vergaderingen met de resonantiegroep: zie documenten onder punt 6 (samenkomsten en vergaderingen binnen het project)
5. Documenten i.v.m. de disseminatie van het project en de politieke impact ervan
datum nr. bijlage inhoud
sept-dec 2012
15 Publicaties door de promotoren van het project:
15_1_Artikel verschenen in Impuls, tijdschrift voor onderwijsbegeleiding (jaargang 43-1, september 2012). Titel van het artikel: Hoe ‘stERK’ is het Frans van de beginnende studenten Bachelor Lager Onderwijs? of: Zijn leerlingen vanuit het secundair onderwijs voor Frans voldoende voorbereid?
15_2_Artikel verschenen in Cahiers F, tijdschrift van de BVLF (Belgische Vereniging van Leraars Frans). Titel van het artikel: Hoe ‘stERK’ is het Frans van de beginnende studenten Bachelor Lager Onderwijs?
15_3_Artikel verschenen in themanummer van Tijdschrift voor lerarenopleiders, een gezamenlijke uitgave van VELON (Vereniging Lerarenopleiders Nederland) en VELOV (Vereniging Lerarenopleiders Vlaanderen). Themanummer: Doorstromen in de lerarenopleiding: een kwestie van instroom en/of van begeleiding? Jaargang 33 (4). Titel van het artikel: Hoe ‘stERK’ is het Frans van de beginnende studenten Bachelor Lager Onderwijs?
16 De projecten ‘stERK in Frans’ en ‘stERK naar het werkveld’ in de geschreven pers en op het internet
Verzameling van gepubliceerde artikels en nieuwsberichten
2011-12-08 en
2012-10-10
17 Het project in de gesproken pers (radio)
17_1_Interview Xavier Taveirne met Liesbeth Martens op Radio 1
17_2_Reportage in Journal de 13h RTBF
17_3_Interview met Elly Voets op Radio Scorpio
17_4_Citynews: bijdrage over het Frans van de onderwijzers in Brussel, interview met Veerle Brosens, copromotor
2012-12-12 18 Reportage op TV (RTBF 1, La Une, 13h)
sept 2012 19 Opiniestuk geschreven door promotoren. Bedoeld voor publicatie in Vlaamse krant, maar is niet gepubliceerd.
jan-okt 2012 20 Parlementaire vragen en antwoorden over ‘stERK’ in het Vlaams Parlement
juni-sept 2012
21 Brief aan Pascal Smet, verspreiding van kopie daarvan en antwoorden
21_1_Brief aan Pascal Smet
21_2_Brief van kopie aan 3 ministers
21_3_Adressen voor verspreiding van kopie brief Smet
21_4_Reacties, antwoorden op ons schrijven
okt-nov 2012
en
jan 2013
22 Bijdragen van de promotoren aan studiedagen
22_1_Automatische presentatie voor studiedag SoE (25 okt 2012)
22_2_Bijdrage conferentie ESLC = European Survey on Language Competences (21 nov 2012)
37
22_3_Bijdrage op studievoormiddag DLO (KHLeuven) over Onderzoek en Innovatie (8 jan 2013)
6. Documenten i.v.m. de samenkomsten en vergaderingen binnen het project
datum nr. bijlage inhoud
sept 2011 tot jan 2013
23 Agenda’s en verslagen van alle vergaderingen binnen het project
7. Documenten i.v.m. de ICT-component van de toetsen
datum nr. bijlage inhoud
24 24_1_Hostingprobleem: zoektocht naar server voor de QMP-testen
24_2_Zoektocht naar interne oplossingen binnen KHLeuven of Associatie KU Leuven
24_3_Contactname, eerste en tweede prijsofferte door de firma BLCC
24_4_Diverse versies van prijsopgave firma Televic
24_5_Communicatie met Arjan Kuik van firma Stoas (NL), nadien met moederbedrijf Question Mark (UK)
24_6_Resumé van de prijsoffertes en modaliteiten bij de externe firma’s
dec 2012 25 Verklaring op eer, ondertekend door leden van de resonantiegroep
jan 2013 26 Ontwerp licentie-overeenkomst voor het gebruik van de toetsen door de resonantiegroep
8. Financieel verslag
datum nr. bijlage inhoud
27 Financieel verslag