Post on 16-Aug-2020
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 1
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 2
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 3
Snellezen.
Slimmer lezen.
Leesvriendelijk & succesvol
schrijven.
Alphonse Degryse, ADC commv
Hoe kan je slimmer omgaan met stapels informatie?
Hoe zorg je er voor dat jouw schrijfsels sneller
en beter gelezen worden?
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 4
INHOUD
1 Inleiding. ..................................................................................................... 6
2 De geschiedenis. ......................................................................................... 11
2.1 De oorsprong van ons schrift. ..................................................................................................... 11
2.2 Hoe en waarom is de belangstelling voor snellezen ontstaan? .................................................. 15
2.3 Leren lezen... ............................................................................................................................... 17
3 Effectiviteitsmeting van leesgedrag. ........................................................... 19
4 Bepaal eerst je doel, kies dan de aangepaste aanpak. ................................ 21
5 Gemotiveerd lezen. Motiverend schrijven. ................................................. 27
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 5
6 Lezen met je ogen en je brein. .................................................................... 31
7 Tempo en focus: lezen met een wijzer. ....................................................... 39
8 Geïntegreerde slimleesmethoden: S3QR en andere. .................................. 41
8.1 Oriënteer jezelf. Scannen. ........................................................................................................... 44
8.2 Skimmen: op zoek naar bevestiging van de relevantie. .............................................................. 47
8.3 Baken leeszones af en bepaal je leesinspanning. ........................................................................ 54
9 We lezen electronische correspondentie ànders. ....................................... 57
9.1 SPAM filter ontwijken. ................................................................................................................. 59
9.2 Meer tips voor webschrijven. ...................................................................................................... 61
10 Alle lees- en schrijftips op een rijtje. ......................................................... 65
11 Bijlagen. ................................................................................................... 71
11.1 Photoreading. ............................................................................................................................ 71
11.2 Psycho-fysiologische methoden en het meten van reclame-effecten. ..................................... 72
11.3 Planmatig communiceren. Maak een communicatieplan. ....................................................... 77
11.4 Pers. ........................................................................................................................................... 85
11.4.1 Persbericht schrijven. 10 Concrete tips. ............................................................................. 85
11.4.2 Persbericht verspreiden. .................................................................................................... 88
11.4.3 Persconferentie en persmap. ............................................................................................. 89
11.4.4 Waar journalisten niet van houden. ................................................................................... 90
11.4.5 Free publicity. ..................................................................................................................... 93
11.4.6 Nuttige websites. ................................................................................................................ 96
11.5 Meer weten over PR? ................................................................................................................ 97
12 Bibliografie. ........................................................................................................................... 97
13 Verwante thema's. ............................................................................................................... 100
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 6
1 Inleiding.
3 miljoen jaar geleden verschenen de eerste mensachtigen.
Zoals zoveel andere levende wezens zullen ze ongetwijfeld met elkaar hebben
gecommuniceerd over beschikbaar voedsel, over gevaar, over voortplanting. Ze deden dat
met geluiden, door een houding aan te nemen of nog door een geur af te geven.
Communicatie ging toen over elementaire informatie die te maken had met overleven en
voortbestaan. We noemen dit primaire communicatie:
• auditief niet-verbaal: hmmm, grrr, aha, tsss, mamamama…
• niet-auditief (de zogenaamde lichaamstaal): schouders ophalen, afstand
vergroten/verkleinen, zichzelf vergroten/verkleinen (in de toneelwereld wordt
gesproken over plus/nul/minhouding); wenkbrauwen fronsen, handen wriemelen,
geen of juist wél oogcontact houden, een geur, een kleur (rood en wit aanlopen)...
Archeologen vermoeden dat de kiem van gesproken woord-taal slechts 100.000 jaar oud is.
Hieruit ontstond verbale communicatie (van het Latijnse verbum: woord).
De oudste geschreven taal die vandaag bekend is, het Soemerisch spijkerschrift is amper
4500 jaar oud.
Het is dus best begrijpelijk dat mensen uitermate gevoelig zijn, ook onbewust voor àndere
communicatiesignalen dan het gesproken woord. Sterker nog, dat ze met geschreven taal
eerder omgaan, als ging het om beelden dan om woorden. De betekenis van geschreven
woorden dringt pas door nadat de woorden onze beeldfilter zijn gepasseerd: wij lezen
fotografisch...
Nog even dit in de marge: het is vanuit dit perspectief vanzelfsprekend dat live
communicatie van mensen uit veel meer bestaat dan gesproken woorden, en dat auditief
niet-verbale maar vooral ook niet-auditieve communicatie dikwijls bepalend is voor de
beïnvloeding over en weer. Mensen hebben dikwijls al gezegd, nog voor ze iets gezegd
hebben...
La parole a été donnée à l'homme pour déguiser sa pensée…
Ou encore pour en masquer le vide.
Charles-Maurice de Talleyrand
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 7
Beter inzicht in de ontwikkeling van menselijke communicatie laat toe beter te begrijpen
waarom de kracht & waarde van een boodschap worden bepaald voor
10% door wàt je zegt: inhoud geven
40% door hoé je het zegt: betrokkenheid creëren
50% door hoe je het onderstéunt, illustreert, demonstreert
90% van de impact van de communicatie wordt dus bepaald door non-verbale elementen!
Verbale taalkennis en taalzorg zouden zo slechts 10% impact hebben?
Dan zou verantwoorden dat er alvast VEEEEEL meer aandacht zou gaan naar
communicatievaardigheden: non-verbale en daarbinnen ook niet-auditieve vaardigheden.
Niet communiceren is niet mogelijk
De stelling dat niet communiceren niet mogelijk is danken we aan Paul Watzlawick, een
Oostenrijks- Amerikaanse psycholoog en filoloog, vooral bekend door de door hem
opgestelde vijf communicatieaxioma's.
We ontlenen aan Wikipedia het kort onderstaand overzicht:
I Het is onmogelijk om niet te communiceren.
Alles wat je doet, ook ‘niets’ doen, heeft invloed. Ieder gedrag is een vorm van communicatie.
Omdat er niet zoiets bestaat als anti-gedrag, is het onmogelijk om niet te communiceren.
II Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect
Laatstgenoemde classificeert de eerste en is daarmee dus een metacommunicatie. (nvdr
communicatie over de communicatie).
Naast de inhoud van een interactie speelt ook altijd de relatie tussen de personen in de
communicatie een rol. Als deze goed is dan is er meer wederzijdse good-will en begrip en dat
heeft invloed op de inhoud.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 8
III De aard van een betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de interacties tussen
de communicerende personen.
Interpunctie is het interpreteren van interacties in termen van oorzaak en gevolg. De zender
en ontvanger interpreteren hun eigen gedrag als een reactie op dat van de ander. Een
voorbeeld hiervan is een conflict waarbij er steeds heftiger op elkaar wordt gereageerd. Er
wordt bijvoorbeeld boos gereageerd omdat de ander dit ook deed. Op een gegeven moment
kan niemand meer vaststellen wie of wat de oorzaak van de ruzie was. Men is dan geneigd
om toch een punt te noemen dat de oorzaak was van de ruzie. Dit verstoort echter de
communicatie. Men heeft een keuze in de manier waarop men reageert op de ander. Dit
biedt de mogelijkheid om afstand te nemen, in gesprek te blijven, de inhoud niet uit het oog
te verliezen en de relatie veilig en goed te houden.
IV Mensen communiceren zowel digitaal als analoog.
Niet alleen het gesproken woord, ook wel digitale communicatie genoemd, maar ook niet-
verbale, analoge uitingen, zoals lachen en wegkijken, hebben een boodschap. De digitale
communicatie is gericht op de inhoud en de analoge communicatie zegt meer over de
betrekking/relatie. Deze twee moeten bij succesvolle communicatie overeenstemmen met
elkaar. Men moet dus non-verbaal ondersteunen wat men met woorden zegt.
V Communicatie tussen mensen is symmetrisch of complementair, afhankelijk of de relatie
gebaseerd is op gelijkheid of verschil.
In de communicatie kan er sprake zijn van het weg proberen te nemen van verschillen, er
moet overeenstemming worden bereikt. Ook kan er nadruk worden gelegd op de verschillen,
zodoende kan men elkaar aanvullen en tot inzichten of leren komen. Beide vormen zijn
nodig om communicatie succesvol te laten zijn.
De plaats van slimmer lezen en leesvriendelijk & succesvol schrijven
Geschreven informatie is slechts één kanaal om boodschappen over te dragen. Geschreven
informatie wint aan effectiviteit wanneer lezer en schrijver elkaar gemakkelijker vinden.
Daarom zijn lezen en schrijven twee invalshoeken van één probleemstelling.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 9
Snellezen is een competentie die toelaat méér te lezen en toch goed te begrijpen wat je
gelezen hebt. Bevattelijk lezen noemde men dit in de jaren '70. Volwassenen lezen
gemiddeld 200-240 woorden/minuut WpM met een leesbegrip van zo'n 70%. Algemeen
wordt aanvaard dat iemand snelleest wanneer hij dubbel zo snel leest als de referentiegroep
waartoe hij behoort, en minstens hetzelfde bevattingsvermogen behoudt.
Snellezen gaat over leestijd. Je zou dan kunnen denken dat het volstaat sneller met je ogen
over het blad te glijden. Dat werkt ook wel, al begint snellezen bij slim lezen. Net door die
ganse teksten of tekstfragmenten die er niet toe doen ook niet te lezen win je gigantisch
veel tijd, ten voordele van wat net wél moet gelezen worden. Snellezen is dus ook minder
lezen.
Slimmer lezen gaat er om de lezer bewuster te maken van een aantal technieken bij zichzelf,
en een aantal elementen in de tekst die samen, hetzij hem vertragen en misleiden, hetzij
hem kunnen helpen om efficiënter en effectiever om te gaan met leestijd. Al kan de schrijver
je dus te hulp komen in de tekst, toch liggen een aantal aspecten van slimlezen in jouw
persoonlijke leestechniek, evenals in de leesomstandigheden.
• persoonlijke elementen: een hoger ritme aanhouden, door hand- en
oogbewegingen de tekst sneller doorlopen, een betere concentratie, een beter
geheugen
• externe elementen: aangepaste omstandigheden, de eigenschappen van de tekst
beter benutten (bv. de structuur, de druk,...)
Slimmer lezen vertrekt uit de doelen van de lezer.
Leesvriendelijk & succesvol schrijven vertrekt uit de doelen van de schrijver.
Hoe kan je als schrijver je kansen verhogen dat je wordt gelezen? Met andere woorden, Hoe
pas je de ankers waarnaar de slimlezer op zoek is toe in jouw schriftelijke communicatie?
Wanneer we succesvol schrijven zouden definiëren als eerder en met meer begrip gelezen
worden, hoe zorg je er dan voor bovenaan in het stapeltje te starten en als eerste met
aandacht en begrip te worden gelezen?
In een bijlage wordt tot slot nader in gegaan op enkele thema's die nauw verwant zijn aan
schriftelijke communicatie, zoals persrelaties of schrijven voor het internet.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 10
Dit programma gaat niet over geheugentraining.
Toch mag het duidelijk zijn dat lezen zonder herinneren op niets uit draait. Naast zich
oefenen in snellezen is zich oefenen in geheugen daarom essentieel om de
totaalcompetentie tot een beter niveau te brengen. Het is niet steeds zo duidelijk of het nu
gaat om sneller lezen dan wel om beter opslaan en onthouden, maar het maakt ook niet
zoveel uit: het gaat om het resultaat.
Slimlezen, altijd en overal?
Lezen gaat om effectiviteit en efficiëntie.
Effectiviteit heeft te maken met het realiseren van gestelde doelen, efficiëntie met het best
mogelijk gebruik van beschikbare middelen (in dit geval vooral tijd).
Tijd(sdruk) en de aard van de doelen zijn dus belangrijk wanneer we het hebben over
leesresultaten.
Daarom is slimlezen ook niet altijd aangewezen als methode, hooguit slimmer lezen:
een acute patiënt op spoed kan dan wel baat hebben bij een snelle lezing van de eerste
laboresultaten, vollédig lezen en de 100% juiste interpretatie is hier van levensbelang.
de diepere betekenis van een gedicht of een filosofisch traktaat zullen niet meer of
duidelijker vorm krijgen na een snelleescursus
Slimmer lezen kan je in grote lijnen met methoden die je binnen of buiten jezelf vindt. Hou
hierbij steeds voor ogen dat ze het goed begrip van wat je leest niet mogen in gevaar
brengen
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 11
De tekst die je in handen hebt is een ondersteuning bij dit dubbelprogramma lezen &
schrijven. In de tekst wordt vertrokken uit het standpunt van de lezer. Tips over hoe de
schrijver hierop kan inspelen worden vermeld in een afzonderlijk tekstkader.
2 De geschiedenis.
2.1 De oorsprong van ons schrift.
Spijkerschrift (Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie)
Het spijkerschrift of cuneiforme schrift (cuneus is Latijn voor wig) werd tussen 3300 en
2900 v.Chr. ontwikkeld vanuit een beeldschrift in het zuiden van Mesopotamië, in het land
van Sumer, in het huidige Irak. Daardoor is het Sumerisch de oudste bewaard gebleven taal
van het Oude Nabije Oosten. Het spijkerschrift werd geschreven op kleitabletten, waarop
men met een rietstengel wig- en spijkervormige inkepingen maakte. Een specifieke
combinatie van inkepingen vormt één spijkerschriftteken of ook wel spijker genaamd. Zo'n
teken is een simplificatie van een pictogram of een ideogram. Er zijn in de loop van de tijd
ongeveer 600 verschillende spijkers ontwikkeld.
Sinds kort weet men dat het schrift niet enkel in iconische tekens of pictogrammen zijn
oorsprong vindt maar ook in (iconische) voorwerpen (zogenaamde tokens), die ten dele
ook de voorlopers zijn van de spijkerschrifttekens.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 12
Voorgeschiedenis
Het spijkerschrift onderging een taalkundige evolutie. Bij archeologische opgravingen in
het Nabije Oosten vonden onderzoekers regelmatig kleivormpjes, die ze 'tokens' noemden.
Ze kwamen al voor in de vroegste agrarische gemeenschappen uit het 8e millennium v.Chr.
De creatie van landbouwoverschotten en een veestapel veranderden de manier van
handel, waardoor de behoefte aan boekhouding ontstond. Voor alle mogelijke
verhandelbare producten ontwierp men verschillende kleivormpjes. Deze waren niet
noodzakelijk realistische voorstellingen van de objecten of producten. Zo stelde een
schijfje met een kruis erop een schaap voor.
Om het aantal verhandelde producten en eventuele tegoeden te kunnen bijhouden,
bewaarde men een gelijk aantal tokens van dat product in een recipiënt (zak, pot, bal uit
klei of bulle). Dat systeem werkte lang zonder al te grote problemen. Men bedacht zelfs
een systeem om fraude te bestrijden. Door de tokens binnen in een bulle te stoppen en
het volledige oppervlak van die bulle te verzegelen met de zegels van de betrokken
partijen, kon de inhoud niet veranderd worden zonder medewerking van alle betrokken
partijen en kon ieder op het moment dat bijvoorbeeld schulden vereffend werden de
juiste inhoud verifiëren.
Op den duur ontstond de behoefte aan een flexibeler systeem. Om ook tussentijdse
controles van de tokens in de bullen mogelijk te maken, tekende men op de buitenzijde de
tokens die erin zaten na en gaf men ernaast de hoeveelheid ervan weer. Deze innovatie
kan als de geboorte van het schrift beschouwd worden, want deze tekeningen zijn leesbare
symbolen voor begrippen. De noodzaak om tokens in bullen te stoppen verdween. Een
gewoon tablet met daarop de tekens en het aantal ervan met een zegeling van de
betrokken partijen volstonden.
Evolutie van het spijkerschrift
Het spijkerschrift heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Aan het eind van het 4e
millennium v.Chr.schreef men nog niet door met een stylus (schrijfstok met scherpe hoek)
in klei te duwen. De verschillende tekens werden eerder in klei gekrast; ze zien eruit als
tekeningen. Pas vanaf het begin van het 3e millennium v.Chr.ging men voor een groot deel
van de op dat ogenblik gebruikte schrifttekens een spijkerschriftvariant uitwerken. Eerst
draaide men de tekening 90° (fase 3) en dan bootste men de originele schrifttekening na
door met een stylus een aantal keren in de klei te duwen. Deze inkepingen in de klei van
de stylus zien eruit als spijkers, vandaar de Nederlandse naam: spijkerschrift.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 13
Het assortiment spijkerschrifttekens was dus geen constant gegeven en varieerde
bovendien ook plaatselijk. Eerst had elke regio of stadstaat zijn eigen specifieke variant;
uiteindelijk blijven er twee over, die samenvielen met de twee grote politieke entiteiten
van Mesopotamië, het Babylonisch (Zuidelijk Mesopotamië) en het Assyrische (Noordelijke
Mesopotamië) spijkerschrift.
Het spijkerschrift is hoofdzakelijk een syllabisch schrift: elk teken staat voor één of in de
meeste gevallen voor meerdere lettergrepen. Deels is het ook een logografisch schrift:
naast hun syllabische waarde hebben bepaalde tekens nog één of meerdere
woordwaarden. Eén spijker kan zo staan voor de lettergrepen "ba" en "pa", maar
daarnaast ook het woord "geven" aanduiden. Bij het lezen van een kleitablet moet de lezer
dus op elke plaats in de zin uitmaken welke waarde van het geschreven teken daar van
toepassing is.
Hoewel de oudste toepassing van het schrift een economische was (ontvangstbewijzen,
contracten, enzovoorts), verschenen al rond 2400 v.Chr.de eerste literaire composities. In
de loop van het 3e millennium v.Chr.verspreidde het gebruik van het spijkerschrift zich
over grote delen van Mesopotamië en Syrië. Andere volkeren namen het schrift over om
er in hun eigen taal mee te schrijven. De eersten waren de directe buren van Sumer, zoals
Elam met het Elamitisch. Toen Semitische volken deze regio gingen bevolken, namen ook
zij het spijkerschrift over. De eersten waren de inwoners van Ebla (Eblaïtisch) en de Oud-
Akkadiërs (Akkadisch). Vooral door toedoen van die laatsten, na de inname van Sumer
door Sargon de Grote, verspreidde het schrift zich snel via het rijk dat Sargon stichtte. Ook
de bekendste volkeren van Mesopotamië, de Babyloniërs en de Assyriërs namen het
spijkerschrift over. Zij spraken dialecten van het Akkadisch. Later, rond 1400 v.Chr.
kwamen daar ook Indo-Europese talen zoals Hettitisch, Palaisch en Luwisch bij.
Een revolutie in het spijkerschrift voltrok zich in de Syrische kuststad Ugarit. In de 14e
eeuw v.Chr. gingen zij hun taal, het Ugaritisch, neerschrijven met een vereenvoudigde
vorm van het spijkerschrift. Ze schreven nog steeds met een rietstengel of stylus in een
kleitablet, maar ontwikkelden 31 tekens waarmee alle klanken in hun taal geschreven
konden worden, een alfabetisch schrift. In Mesopotamië behield men het klassieke
spijkerschrift. In het Assyrische en het Babylonische rijk bleef het ingewikkelde
Mesopotamische spijkerschrift nog tot laat in het1e millennium v.Chr.in gebruik. Ook
de Perzen namen naast het Aramese schrift een sterk vereenvoudigde vorm van het
spijkerschrift over. De laatste bewaard gebleven teksten zijn van ca. 75 na Chr. Tegen die
tijd echter was het alfabetische Aramese schrift al lang algemeen in gebruik in het Nabije
Oosten. Het was veel eenvoudiger om te leren, te lezen en te schrijven.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 14
Gevolgen
Gedurende een periode van 3000 jaar schreven de inwoners van Mesopotamië en grote
delen van het Oude Nabije Oosten in het spijkerschrift op kleitabletten. Voor zover deze
kleitabletten niet opzettelijk vernield werden, hebben ze de tand des tijds vrij goed
doorstaan. Het spijkerschrift raakte in onbruik vanwege zijn complexiteit, maar omdat het
geschreven werd op kleitabletten, hebben opgravingen van Mesopotamische steden veel
meer authentieke geschreven historische bronnen opgeleverd dan bijvoorbeeld die van de
Grieken en Romeinen, die op vergankelijker materiaal schreven. Miljoenen kleitabletten
zijn sinds ca. 1850 bij archeologische opgravingen aan het licht gekomen. Alle mogelijke
facetten van het dagelijkse, religieuze en economische leven van toen zijn zo bewaard
gebleven en worden nu bestudeerd door de wetenschap die assyriologie heet.
Getallen
Van de Sumerisch-Akkadische beschaving is onder andere veel wiskundige kennis bewaard
gebleven. Teksten, tabellen, berekeningen en redeneringen heeft men teruggevonden,
ingekrast in kleitabletten. De wijze van schrijven van getallen is niet tientallig, maar
zestigtallig (niet decimaal maar sexagesimaal; zie ook: Babylonische cijfers).
In de hedendaagse culturen zijn duidelijke sporen te vinden van het zestigtallig stelsel.
Denk maar aan de hoek- en tijdmeting. De indeling van de cirkel in 360 graden is een
Sumerisch-Akkadische uitvinding, met name de dierenriem van 12 x 30 booggraden. Ook
de dagindeling van 2 x 12 uur danken wij aan hen, plus het uur van 60 minuten en de
minuut van 60 seconden.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 15
2.2 Hoe en waarom is de belangstelling voor snellezen ontstaan?
De belangstelling voor snellezen is onrechtstreeks ontstaan in de periode van de eerste
wereldoorlog. Men stelde met name vast dat piloten het moeilijk hadden om op afstand
snel en doeltreffend vijandige van bevriende vliegtuigen van elkaar te onderscheiden. Om
dit te verhelpen werd de tachitoscoop ontwikkeld, een toestel waarmee een testbeeld
gedurende zeer korte tijd aan proefpersonen vertoond wordt, om na te gaan wat zij in die
tijd opnemen, wat ervan blijft hangen.
Wat bleek? Door oefening leer je steeds kleinere beelden van elkaar onderscheiden, en je
kan het ook steeds sneller. Met andere woorden, je bent steeds beter in staat relevante
visuele informatie op te merken, ongeacht grootte of duurtijd.
Een tachistoscoop is een instrument dat tot de opkomst van de computer gebruikt werd om
visuele stimuli heel kort aan proefpersonen te laten zien. Het ontwerp van de
‘tachistoscope de comparaison’ is van Michotte, die het toestel in 1909 presenteerde
tijdens een congres in Genève. Later kwam het in serieproductie bij Zimmermann. Met
behulp van Michotte’s apparaat konden twee korte exposities van verschillende objecten
worden gegeven. Vernieuwend was dat het tijdsinterval variabel was, maar dat de plaats
van de twee aanbiedingen op het netvlies gelijk bleef. Op de foto is niet het oorspronkelijke
instrument te zien: dat werd gedemonteerd. Het optische gedeelte werd ingebouwd in de
valtachistoscoop op de foto. Dit toestel is zo een voorbeeld van de ‘flexibiliteit’ van de
collectie. Het laat zien dat het slopen en hergebruiken van instrumenten deel uitmaakten
van de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek. (bron:
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/psy/instrumenten)
Van de vijandelijke vliegtuigen onderscheiden naar snellezen was de sprong niet zo groot.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 16
Uit daaropvolgende experimenten bleek dat woorden die slechts 0.02 seconden worden
geprojecteerd toch werden opgepikt. Er doken echter 2 beperkingen op:
• het leek niet mogelijk boven de 400 woorden per minuut te komen
• de vaardigheid ging snel verloren indien niet regelmatig werd geoefend
De behoefte ontstond om naar andere snelleestechnieken op zoek te gaan, die deze
beperkingen konden opvangen.
Het zou toch nog duren tot in de jaren '60 vooraleer wetenschappers deze nieuwe
technieken zouden ontwikkelen. Misschien had de vernieuwde interesse te maken met de
opbloeiende marketing en ontwikkeling van reclametechnieken. Een redacteur van
teksten, in het bijzonder van reclameteksten stelt zich namelijk de omgekeerde vraag: hoé
moet ik een tekst zo opstellen dat mijn lezer in fracties van een seconde de kern oppikt (en
er achteraf ook naar handelt...). Het gaat er dan niet langer om de capaciteit van lezen te
verhogen bij de lezer, maar wel de leesbaarheid en reproduceerbaarheid te verhogen bij
de aanbieder. Hiermee openen we een venster naar leesvriendelijk schrijven.
Inmiddels heb je wellicht begrepen dat lezen in dit verhaal een bredere betekenis kan
hebben dan woorden oppikken: lezen staat eigenlijk voor visueel oppikken. De
fotografische kwaliteit van het beeld zal een eigen rol spelen, een beeld zegt meer dan
1000 woorden, toch...?
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 17
2.3 Leren lezen...
Zie ook: Lezen met je ogen en je brein.
Ooit hebben we woorden leren lezen door ide lettercombinaties te associëren met
klanken, de klankcombinatie te identificeren met zijn betekenis en in één vloeiende
beweging uit te spreken als een woord.
Na een tijdje konden we de woorden in één oogopslag fotografisch herkennen en lezen.
Het volstond daarna deze woorden na elkaar te zetten om een zin te vormen. Toen we ook
zinnen konden lezen was de kous af. Eigenlijk hebben we geleerd foto's te maken van
woorden en ze met hun betekenis op te slaan op onze harde schijf. Lezen betekent dan de
woordfoto's terug opzoeken in een tekst, en ze naargelang de context een betekenis
geven.
Onderprevelen (subvocaliseren). Een kwalijk gevolg van onze lees-leermethode
Ooit leerden we luidop de letters, woorden en zinnetjes opdreunen. Zo kon de onderwijzer
controleren of we wel mee waren met de leerdoelstellingen. Later mochten we in stilte
lezen. In veel gevallen hebben we daaraan de gewoonte over gehouden om woorden die
we zien nog steeds in het hoofd om te zetten naar (onuitgesproken) klanken. Let even
scherp op: de kans is groot dat je inwendig je eigen stem hoort terwijl je leest. Soms
bewegen zelfs je lippen nog mee.
Dit betekent dat he ogen informatie sturen naar je hersenen, en dat daar een motorische
feedback wordt gegeven aan je stembanden en je lippen om dit in klanken om te zetten. Je
begrijpt dat dit nodeloos veel tijd kost. De toeziende leraar is er niet meer...
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 18
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 19
3 Effectiviteitsmeting van leesgedrag.
Leessnelheid wordt uitgedrukt in woorden per minuut WpM.
Algemeen wordt aanvaard dat iemand snelleest wanneer hij dubbel zo snel leest als de
referentiegroep waartoe hij behoort, en minstens hetzelfde bevattingsvermogen behoudt.
Je kan dus niet zo maar bij iedereen hetzelfde objectief opleggen: andere factoren spelen
ook een belangrijke rol. Studenten Hoger onderwijs scoren bv. wellicht hoger omwille van de
tijdsdruk, en hopelijk omwille van de motivatie. Het is evident dat een tekst die jou helemaal
niet interesseert ook niet meteen de hoogste scores zal halen...
Het zou best kunnen dat ook het medium parten speelt: misschien lees je sneller op papier
dan op een scherm?
Opleidingsniveau
Gemiddelde snelheid WpM
Basisschool 200
Middelbare school 250
Hoger onderwijs 325
Vervolgstudie 400
Volwassene 200
Wil je jezelf graag testen, doe dan bv. de test online op http://effectivitijd.nl/leestest.php
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 20
WpM is dus niet zo'n goede meter voor het total leesvermogen. Je zou het exacter kunnen
uitdrukken onder de vorm van een leesindex. In dat geval heb je ook een maat nodig voor
begrip: hoeveel heeft iemand van een tekst opgepikt? Hoewel geen exacte wetenschap kan
je dit peilen door controlevragen achteraf.
leesindex = snelheid x begrip
snelheid WpM begrip % leesindex
200 65 13000
400 65 26000
300 75 22500
500 60 30000
Hoe meet je een leesindex objectief?
Niet meteen een eenvoudige vraag. Meestal wordt het begrip gemeten aan de hand van
controlevragen: antwoorden die je zou moeten kennen als je voldoende begrip hebt
opgedaan uit de tekst. Maar het resultaat dat je bekomt zegt misschien net zoveel over de
kwaliteit van de vragen als over jouw begrip. Daarom moeten leesindexen wel 's met een
korreltje zout worden genomen, en is de wiskundige waarde van de meting niet zo zalig
makend als ze wel lijkt.
Een andere moeilijkheid is de reproduceerbaarheid van de meting. Stel, je leest een tekst
vooraleer je een cursus snellezen volgt. Na de cursus lees je de tekst opnieuw en doet een
nieuwe indexmeting. Alleen, je kent inmiddels de tekst zélf, het is een tweede lezing. Wat is
hiervan het bevorderend effect op jouw leessnelheid? Doe je de controle met àndere
vragen, dan is het maar zeer de vraag of deze vragen toevallig niet moeilijker of
gemakkelijker zijn dan de eerste reeks...
Het resultaat van snelleestechnieken wordt in grote mate bepaald door de betrokkenheid
(motivatie, interesse) van de lezer bij het onderwerp. Om redenen van standaardisatie kan je
bij groepsoefeningen of vergelijkende testen dus wel met teksten van buitenaf werken, maar
deze zullen in veel gevallen lager scoren dan eigen teksten van de deelnemers.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 21
Ook tijdsdruk helpt de leessnelheid verhogen: wanneer je alle tijd hebt ben je niet geneigd je
erg in te spannen.
Tot slot zijn snelleestechnieken technieken: ze moeten worden geoefend, en ze vragen een
zekere concentratie en ingesteldheid, bereidheid. Wanneer je niet uitgeslapen bent, na een
vermoeiende dag, of wanneer andere zorgen je op de achtergrond bezig houden verlies je
concentratievermogen, en leessnelheid. Een blokje omwandelen, een kwartiertje
ontspannen of vroeger onder de wol doen soms meer goed dan meteen met een arsenaal
technieken op een tekst afstormen...
Ook snellezen is een sport die gebaat is bij een goede conditie...
4 Bepaal eerst je doel, kies dan de aangepaste aanpak.
Elke methode heeft zijn kracht, als ze maar afgestemd is op wat je wil bereiken.
Stel je de vraag: wat wil ik met dit lezen bereiken? Lees je in opdracht, lees dan eerst de
opdracht zélf: wat wil men precies van je? Niet duidelijk? Vragen!
1. heb je een breedte doel? Je wil een overzicht, een algemene indruk, verschillende
informaties uit eenzelfde tekst.
2. heb je een diepte doel? Je wil het antwoord vinden op een specifieke vraag.
Eén ding is alvast zeker: onvoorbereid aan een grote leessessie beginnen is je voorbereiden
op een mislukking. Het leessresultaat zal dikwijls onbevredigend en zelfs frustrerend zijn.
Wat evenmin werkt is een doel zonder uitdaging: je levert een ondermaatse inspanning en
bekomt een ondermaats resultaat.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 22
Doe de test
Neem één tekst en stel je 2 verschillende doelen.
Eerste (breedte) doel: een algemene indruk krijgen waarover de tekst zoal gaat. Wat mag ik
van deze tekst verwachten? Lees de tekst met dit als doel voor ogen. Achteraf moet je in
staat zijn een helikopteroverzicht te maken van de inhoud.
Hoe heb je de tekst aangepakt?
Wat was het eerste waarop je hebt gelet?
Ben je op zoek gegaan naar structuuraanduiders?
Heb je zelf een structuur gemaakt of passages gemarkeerd?
Heb je de details in kleine lettertjes gelezen?
Ben je oppervlakkig over de tekst gedwaald?
Tweede (diepte) doel: stel jezelf een specifieke vraag in verband met het onderwerp van de
tekst. Ga op zoek naar dit specifieke antwoord. Achteraf moet je, voor zover het antwoord in
de tekst staat in staat zijn dit antwoord kort te herformuleren.
Hoe pak je de tekst deze keer aan?
Heb je vooraf een lijstje gemaakt van de sleutelwoorden of synoniemen die relevant
kunnen zijn?
Ben je geconcentreerd en gefocused op zoek gegaan naar deze sleutelwoorden?
Wanneer ben je (even) gestopt met dwalen over de tekst?
Heb je eerst de ganse tekst doorlopen of heb je passages die je mogelijks relevant leken
alvast aangeduid in kleur, met een lijntje,...?
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 23
KISSSS & SMART
Stel je doelen & schrijf SMART
Doelstellingen en informatie moeten concreet genoeg zijn om aan de slag te kunnen. Een
bruikbaar acroniem voor een goede test is SMART, wat een letterwoord is voor
Specifiek: is de woordkeuze ambitieus en zo juist dat misverstanden vermeden worden. De
fiets lag op straat is niet hetzelfde als de fiets lag in de goot.
Meetbaar: in objectieve cijfers (meter, kilo, aantal...) getoetst. Meer, dikwijls, meestal,... zijn
twijfelwoorden omdat ze verwijzen naar een vergelijking. Ze leiden vaak naar
misverstanden.
Aanvaardbaar: niet enkel op vlak van normen, maar ook op vlak van begrijpbaarheid. Zeg je
de dingen wel op een manier dat de ander je kan verstààn? Maar ook: sta je wel àchter wat
je zegt (authentiek)?
Relevant: doet het er wel toe?
Tijdsgebonden: straks, zo snel mogelijk, binnenkort,... zijn opnieuw twijfelwoorden, die
ruimte maken voor misverstanden. Om 10u, in 30 minuten zijn strikt en geven houvast.
KISSSS the Client
De lezer is vervuld van zijn IK.
Hoe eenvoudiger je het hem maakt met jouw uitleg, des te meer kans dat hij oppikt wat je
zegt, en met deze informatie verder kan. Het zal zijn gevoel dat hij geholpen werd
versterken, en jij komt er dus klantgerichter uit.
Communiceren moet daarom maximaal beroep doen op alle vermogens van de lezer om
met jou op één golflengte te komen. Denk eraan: een communicatie slaat aan voor 90%
omwille van de betrokkenheid en ondersteuning, slechts voor 10% omwille van het wàt...
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 24
communiceer met je hart, met gevoel
Overzicht in het onderwerp, het groter geheel, bv. door journaalprincipe, mindmapping,
regelmatig samenvatten, met controlevragen het goed begrip nagaan
Fantasie gebaseerd, bv. door vergelijkingen, anecdoten, beeldtaal
Symbolen en afbeeldingen: toon beelden, praat in beelden
Overzicht in heden en toekomst: geef perspectief, wees duidelijk in termen van tijd
Overzicht in de ruimtelijke waarneming, wees duidelijk in termen van plaats
Creatief in vormgeving: tekenen, kleuren, vormen,...
keep it...
Short, kort.
Anything you say can and will be used against you. Ga ervan uit dat de lezer in tijdnood zit.
Hou het relevant en interessant. Hou zijn interesse-boog gespannen.
Simple, overzichtelijk.
Mensen hebben het moeilijk overzicht te bewaren in een materie die ze niet kennen. Hou
het daarom overzichtelijk. Biedt structuur aan.
Stupid, begrijpbaar.
Onwaarschijnlijk hoeveel vaktermen en moeilijke woorden we onbewust gebruiken. Voor de
lezer is dit abracadabra, maar dat geeft hij niet graag toe, want dat geeft hem een gevoel
van domheid. De kans bestaat dat hij het lezen vroegtijdig op geeft. Gebruik woorden en
zinnen op het niveau van de lezer, net eenvoudig genoeg om begrijpbaar te zijn.
Snellezen. Slimmer lezen. Leesvriendelijk en succesvol schrijven.
1223 Slimmer lezen en leesvriendelijker schrijven – ADC commv © 2012 VEWA 25
Zorg dat de informatie ondubbelzinnig is: voor een specialist en zijn lezer kan eenzelfde
uitspraak een tegengestelde betekenis hebben. Is positief bv. altijd goed nieuws?
de AIDS test is negatief
uw gewicht evolueert positief
de alcoholtest was negatief
uw leverenzymes zijn positief
Sympathic, aardig. Wees innemend. Stel je lezerop zijn gemak ik ben er voor u
Leestip
• toets de leesopdracht. Goed begrepen?
• bepaal het type doel: breedte of diepte?
• breedte-doel? Aandacht voor structuur als hulp bij het reproduceren.
Indien onvoldoende structuur: maak er zelf een.
• diepte-doel? vooraf oplijsten van mogelijke signalen (beelden, tabellen,
sleutelwoorden of synoniemen) die verwijzen naar de informatie die je
zoekt
• wees SMART