Post on 17-Oct-2020
RMONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING
FIGHTER 1110MOS NL 0446-1 411736FIGHTER 1110
+2
0
-2
1
R
0
LEK
Voor de installateur
Inhoud 1
FIGHTER 1110
Voor de huiseigenaar
Algemene informatie voor installateurTransport en opslag ............................................ 10Plaatsing .............................................................. 10Stooklijn verwarming ............................................ 10Vaste CV temperatuur .......................................... 10Richtwaarden voor collectors .............................. 10Installatiecontrole ................................................ 10
Bediening (ook van toepassing opaccessoires)
Algemeen ............................................................ 11Instellingen .......................................................... 11
Aansluiting van de leidingenAlgemeen ............................................................ 14Circulatiepomp CV-systeem ................................ 14Leidingaansluiting (bronsysteem) ........................ 14Leidingaansluiting (CV-systeem) ........................ 14Warmteterugwinning ventilatie ............................ 14Vrije koeling (passief) .......................................... 14Grafiek pompcapaciteit, CV-systeem .................. 15
AansluitingAlgemeen ............................................................ 16Alternatief 1 – elektrische bij-verwarming en boiler.. 16Alternatief 2 – als alt. 1 met uitsluitend
ruimtetemperatuurvoeler .................................. 17Alternatief 3 – bi-valent systeem met CV-ketel .... 17Alternatief 4 – dubbelwandige
boilervat/elektrische bijverwarming .................... 18Alternatief 5 – boiler met dubbele mantel ............ 18Alternatief 6 – CV-ketel ........................................ 19Afkortingen .......................................................... 19
Elektrische aansluitingDemonteren van de panelen ................................ 20Elektrische installatie ............................................ 20Elektrische aansluiting ........................................ 21Aansluiting buitentemperatuurvoeler .................... 21Externe bediening van elektrisch
verwarmingselement ........................................ 21Aansluiting van de temperatuursensor
stooklijn regeling .............................................. 22Aansluiting van de geleverde temperatuursensor
vaste CV-temperatuur ...................................... 22Aansluiting van pomp, CV-systeem,
vaste CV-temperatuur ...................................... 22
Inbedrijfstelling en instellingenVoorbereiding ...................................................... 23Vullen en ontluchten van het bronsysteem ........ 23Bijvullen van het verwarmings- / CV-systeem ...... 24Starten en controle .............................................. 24Afstellingen, CV-systeem .................................... 24Afstellingen, bronsysteem .................................... 24
Instelling van verwarmingsregelingInstelling aan de hand van diagram .................... 25Verschuiving, stooklijn -2 .................................... 25Verschuiving, stooklijn 0 ...................................... 25Verschuiving, stooklijn +2 .................................... 25
Bijverwarmen CV ketelElektrische aansluiting .......................................... 26Functies, CV-ketel..................................................27Plaatsing van de temperatuurvoeler ......................27Aansluiting externe shunt ......................................27Elektrische aansluiting externe CV-ketel................27
Plaatsing van de componentenPlaatsing van de componenten ............................ 28
Overzicht van de componentenOverzicht van de componenten .......................... 29
BedradingsschemaAansluitingsschema .............................................. 30Circuitschema ...................................................... 31
AfmetingenMaten en en afmetingen ...................................... 32
AccessoiresAccessoires .......................................................... 33
Technische gegevensTechnische gegevens .......................................... 34Set met meegeleverd materiaal .......................... 35
Maatregelen in geval van bedrijfsstoringenLage ruimtetemperatuur ...................................... 36Hoge ruimtetemperatuur ...................................... 36Lage temperatuur of geen warmwater ................ 36Indicaties .............................................................. 37Aftappen CV-systeem .......................................... 38Aftappen bronsysteem ........................................ 38Starthulp circulatiepomp ...................................... 38
AlgemeenKorte productbeschrijving .................................... 2Tabel met instellingen .......................................... 2
SysteembeschrijvingWerkingsprincipe .................................................. 3
VoorpaneelHet frontpaneel .................................................... 4Functies ................................................................ 5Instelling van de verschillende bedrijfsstanden .... 5
BedieningAlgemeen ............................................................ 6Instelling, verwarming .......................................... 6Wijziging van de ruimtetemperatuur .................... 6Uitgangswaarden voor verwarmingsregeling ...... 6Geproduceerde warmte ...................................... 7Aanmaak van warmwater .................................... 7Bedrijfsstand met elektrische bijverwarming ........ 7Circulatiepomp bronsysteem ................................ 7Vaste CV temperatuur .......................................... 7Beschikbare informatie op het display ................ 8
Algemeen
FIGHTER 1110
Voor de huiseigenaar
2Voor een optimaal gebruik van de warmtepomp FIGH-TER 1110 dient u de Montage- en gebruikershandleidingonder het hoofdstuk "Voor de huiseigenaar" zorgvuldigdoor te lezen.
FIGHTER 1110 is een basiswarmtepomp voor de verwar-ming van eengezinswoningen, appartementsgebouwen enutilities gebouwen. Als warmtebron kunnen o.a. bodem,gesteente of meren worden gebruikt.
De FIGHTER 1110 is een in Zweden vervaardigd kwaliteits-product met lange levensduur en goede bedrijfszekerheid.
Installatiedatum
Accessoires:Extra elektrisch verwar-mingselement .................. Regeling warm water ......
Toebehoren voor olieketel Ruimtetemperatuurvoeler Overige ..........................
Serienummer (95), moet altijd opgegeven worden als men contactopneemt met NIBE.
089 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _FIGHTER 1110- _ _ kW
Installateurs
Wordt ingevuld door de installateur als de warmtepompis geïnstalleerd
Type bronvloeistof — Mengverhouding/vriespunt
Actieve boordiepte/collectorlengte
InbedrijfstellingscontroleTemperatuur bronsysteem (aanvoer/retour)___ / ___ Inst. pomp ___
(Nominaal temperatuurverschil 2-5 °C)
Temperatuur CV-systeem (in/uit) ____ / ____ Inst. pomp ___(Nominaal temperatuurverschil 5-10 °C)
Instellingen
* Accessoires ** Extra elektrisch verwarmingselement (cfr. menu 14, pag. 12)
Datum ________ Handtekening_______________________
Menu Basisinst.
2 Kamer * ....................
3 CV-r .................... 53
3 WW start .................... 44
4 CV-r .................... -12
5 Stooklijn .................... 9
5 Kamer-comp * ................ 4
5bVB-aanvoer min .............. 15
5bVB-aanvoer max.............. 45
9bWP-min .................... 60
9bTS-min .................... 300
Menu Basis
inst.
10 VB diff VP .................... 13
10 Diff VP-TS .................... 3
11 VP-interval .................... 20
11 VVB-stop .................... 50**
12 XVV-stop .................... 65
12 XVV-interval ................... 14
12b Shunt P * .................... 30
12b Shunttijd * .................... 10
14 EP- drift ** ....................
17 Parallel ....................
De FIGHTER 1110 bestaat onder andere uit eenwarmtepompmodule, een elektronische besturings-eenheid met display voor de regeling van de warmte-pomp, startrelais (5-15 kW) en een eventuele extraverwarming (elektrisch verwarmingselement is niet bijde basisuitvoering inbegrepen). De FIGHTER 1110heeft ingebouwde circulatiepompen, zodat hij eenvou-dig op het broncircuit resp. het CV-systeem kan wor-den aangesloten.De warmteopname uit de warmtebron (berg, bodem ofmeer) gebeurt via een gesloten bronsysteem, waarin
een mengsel van water en antivriesvloeistof circuleert.Grondwater kan ook als warmtebron worden gebruikt,maar dan is een tussenliggende warmtewisselaar ver-eist.De bronvloeistof geeft in de verdamper van de warm-tepomp zijn energie aan het koelmiddel af, dat hierbijverdampt om daarna te worden gecomprimeerd in decompressor. Het koelmiddel, waarvan de temperatuurnu is toegenomen, wordt naar de condensor geleid,waar het zijn energie aan het CV-systeem afgeeft.
Systeembeschrijving 3Voor de huiseigenaar
FIGHTER 1110
Werkingsprincipe
Köldbärare(KB)-retur
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
Värmebärare(VB), returKompressor Radiator
Markkollektor Bergkollektor
Värmebärare(VB), fram
Värmebärar-pump
Kondensor
Expansionsventil
Köldbärare(KB)-fram
Förångare
Köldbärar-pump
Het CV-systeem en het warm-watersysteem moeten volgensde geldende regels met debenodigde veiligheidsvoovzie-ningen worden uitgerust.
Compressor
CondensorVerdamper
Bodemcollectorvertikaal
Bodemcollectorhorizontaal
Expansieventiel
RadiatorCV-Systeem(VB), retour
CV-Systeem(VB), aanvoer
CV-systeempomp:
Bron-pomp:
Bronsysteem(KB), aanvoer
Bronsysteem(KB), retour
Voorpaneel
FIGHTER 1110
Voor de huiseigenaar
4
ControlelampjesFunctietoetsen
Display
Het frontpaneel
B
Schakelaar
A
D
Warmer/kouder
C
E
N.B.! Controleer of er water in de warmtepomp zit,
voordat u de schakelaar (A) in stand 1 of zet.
CV-aanv 49 (50) °CWarmwater: 51 °C
SchakelaarSchakelaar met 3 standen (1 - 0 - ).0 Warmtepomp niet ingeschakeld.1 Normale stand. Alle regelfuncties ingescha-
keld.De reservestand activeert indien nodig de cir-culatiepomp en het extra elektrisch verwar-mingselement ETS 11, als dit gemonteerd is.
FunctietoetsenKanaal (zoeken)Selectie displaymenu.
HogerVerhoging van de actuele waarde.
LagerVerlaging van de actuele waarde.
BedrijfsstandIn- en uitschakeling van extra verwar-ming (accessoire) en/of verwarming. Zieonderstaand hoofdstuk.
Extra wwTijdelijke of periodieke verhoging van dewarmwatertemperatuur.
DisplayBij normaal bedrijf wordt het volgende op hetdisplay weergegeven:1 CV-aanv: Actuele temperatuur CV-systeem
(temperatuur van water vanaf warmtepomp).Warmwater: Huidige warmwatertemperatuur(accessoire, bij het aansluitalternatief 1, 2 en3).
ControlelampjesRuimteverwarming– Een constant brandend lampje geeft
aan dat ruimteverwarming is ingescha-keld (de circulatiepomp is in bedrijf).
Warmtepomp– Een constant brandend lampje geeft
aan dat de compressor in bedrijf is.
Warmwater (accessoires)– Een constant brandend lampje geeft
aan dat er warmwater wordt aange-maakt.
– Een snel knipperend lampje geeft aandat tijdelijke verhoging van de warm-watertemperatuur is geselecteerd (ca.60 °C gedurende 24 uur).
– Een langzaam knipperend lampjegeeft aan dat tijdelijke verhoging vande warmwatertemperatuur is geselec-teerd (ca. 60 °C volgens ingesteldetijdsinterval).
Extra verwarming (accessoires)– Een constant brandend lampje geeft
aan dat de extra bijverwarming inbedrijf is.
– Een langzaam knipperend lampjegeeft aan dat bedrijf van de extra bij-verwarming is toegestaan.
– Een snel knipperend lampje geeft aandat alleen de extra bijverwarming inbedrijf is.
AlarmEen snel knipperend lampje wijst op eenstoring in het systeem.
Warmer/kouderMet de draaiknop "Warmer/kouder" kan deruimtetemperatuur worden verhoogd/verlaagd(de CV-aanvoertemperatuur wordt hierdoorgewijzigd). Van toepassing op aansluitalterna-tief 1, 2, 3 en 4.
Voorpaneel 5Voor de huiseigenaar
FIGHTER 1110
B
A
C
E
Functies
D
Normale stand (basisinstelling): Extra bijver-warming gereed voor starten, indien nodig. Aan-maak van warmwater begint, indien nodig.Lichtdiodes:
Verwarming: Brandt constantWarmwater: Brandt constant tijdens
aanmaak van warmwaterExtra bijverwarming: Knippert / Brandt constantIn de stand "Geen extra bijverwarming": Druk éénkeer op de knop "Bedrijfsstand".Lichtdiodes:Verwarming: Brandt constantWarmwater: Brandt constant tijdens
aanmaak van warmwaterExtra bijverwarming: UitIn de stand "Geen ruimteverwarming" (enkel warmwater): Druk opnieuw op de knop "Bedrijfsstand".Lichtdiodes:Verwarming: Uit
Warmwater: Brandt constant tijdensaanmaak van warmwater
Extra bijverwarming: UitDoor nu opnieuw op de toets "Bedrijfsstand" te druk-ken, zal de normale stand weer worden ingeschakeld.
Normale stand: Geen verhoging van warmwa-tertemperatuur ingeschakeld.
Tijdelijk verhoogde warmwatertemperatuur:Drukéén keer op de knop "Extra WW". Deze verhoogdetemperatuur van het warmwater is gedurende 24 uuractief. De lichtdiode "Warmwater" knippert snel. Diodebrandt constant tijdens aanmaak van warmwater.Periodiek verhoogde warmwatertemperatuur:Drukopnieuw op de knop "Extra WW". De verhoging vande temperatuur van het warmwater vindt nu plaats vol-gens menu 12. De lichtdiode "Warmwater" knippertlangzaam. Diode brandt constant tijdens aanmaakvan warmwater.Door nu nogmaals op de toets "Extra WW" te drukken,zal de normale stand weer worden ingeschakeld.
Instelling van de verschillende bedrijfsstanden (ook van toepassing op accessoires)
BedieningVoor de huiseigenaar
6
FIGHTER 1110
De instelling vindt plaats zowel met behulp van eenvoorprogrammering van de "stooklijn", als met behulpvan de instelling van de parameter "Verschuivingstooklijn" aan de hand van de knop "Warmer/kouder".Indien de ruimtetemperatuur niet naar wens is, kanhet nodig zijn het systeem nader af te stellen.N.B.! Wacht één dag na elke instelling, zodat de tem-peraturen de tijd krijgen om zich te stabiliseren.
Bijregeling van de instelling.Koude weersomstandigheden
Bij een te lage ruimtetemperatuur, verhoog dewaarde voor de stooklijn met één stap.Bij een te hoge ruimtetemperatuur, verlaag dewaarde voor de stooklijn met één stap.
Warme weersomstandighedenBij een te lage ruimtetemperatuur, draai de knop"Warmer/kouder" één stap naar rechts.Bij een te hoge ruimtetemperatuur, draai de knop"Warmer/kouder" één stap naar links.
De temperatuur binnenshuis is afhankelijk van meer-dere factoren. Tijdens hetvoor - en naseizoen zijn denaar binnen stralende zon en de warmteafgifte van inhuis aanwezige personen en apparaten voldoendeom het huis op temperatuur te houden. Wanneer hetbuiten kouder begint te worden, moet het verwar-mingssysteem worden aangezet. Hoe kouder het bui-ten wordt, des te meer warmte de radiatoren/vloerver-warming moeten afgeven. In de FIGHTER 1110gebeurt deze aanpassing automatisch met een rege-laar die natuurlijk eerst correct moet worden ingesteld.Ter controle van de werking van de warmtepomp is deinstallatie uitgerust met temperatuurvoelers voor dein- en uitgangstemperatuur van het bronsysteem (col-lector). De uitgangstemperatuur van het bronsysteemkan indien gewenst tot een minimum worden beperkt(bijv. bij open bronnen).De regeling van de hoeveelheid warmte die wordtgeproduceerd, gebeurt volgens het een zgn. stooklijn-regeling, m.a.w. het temperatuurniveau nodig voor deverwarming bij een bepaalde buitentemperatuur wordtgecorrigeerd aan de hand van de buitentemperatuur-en aanvoertemperatuurvoeler (zie aansluitingsmoge-lijkheid 1, 2, 3 en 4). Als optie kan er een ruimtetem-peratuurvoeler worden gebruikt ter compensatie vande ruimtetemperatuur.
Algemeen
Voorbeelden van de keuze in deuitgangswaarden:
1 Huis met laagtemperatuur* verwarmingssysteemStooklijn 10 wordt op het display geselecteerd ende knop “Warmer/kouder” op -2.
2 Huis met vloerverwarming** in betonnenvloerconstructieStooklijn 5 wordt op het display geselecteerd en deknop “Warmer/kouder” op -1.
3 Huis met vloerverwarming** in houtenvloerconstructieStooklijn 8 (10 — 2 = 8) wordt op de display gese-lecteerd en de knop "Warmer/kouder" op -1.
* Met een laagtemperatuur verwarmingssysteemwordt een systeem bedoeld, waarbij de aanvoer-temperatuur van het verwarmingswater op dekoudste dag niet hoger dan 35 °C hoeft te zijn.
** De capaciteit van vloerverwarmingen kan enormverschillen.Voorbeelden 2 en 3 zijn van toepassing op eensysteem waarbij de aanvoertemperatuur van hetverwarmingswater op de koudste dag 35 – 40 °Cresp. 45 – 50 °C moet zijn.
De instelling van de stooklijn is afhankelijk van hetwarmteafgiftesysteem (vloerverwarming). De stooklijnwordt door de installateur bepaald.
De eerste waarde geldt voor een laagtemperatuur* ver-warmingssysteem. Zet de knop "Warmer/kouder" op -2.
De waarde tussen haakjes heeft betrekking op vloer-verwarming** in betonnen vloerconstructie. Bij syste-men in een houten vloerconstructie gelden de cijfersvoor de haakjes, maar daarvan moeten twee eenhe-den worden afgetrokken. Zet de knop "Warmer/kou-der" in dat geval op -1.
Uitgangswaarden voor verwarmingsregeling
Handmatig wijzigen van de ruimtetemperatuurAls u de temperatuur binnenshuis tijdelijk of perma-nent wilt verhogen of verlagen, draait u de knop "War-mer/kouder" naar links resp. rechts. Een streepje komtovereen met een wijziging van de ruimtetemperatuurvan ca. 1 graad. N.B.! Een verhoging van de ruimtetemperatuur kanworden "afgeremd" door de thermostaten voor deradiatoren of de vloerverwarming. Hiervoor moet dethermostaat hoger worden gedraaid.
Wijziging van de ruimte-temperatuur
Instelling verwarming
Bediening 7Voor de huiseigenaar
Indien de FIGHTER 1110 vervolledigd wordt met het"Elektrisch verwarmingselement", kan het gebruiktworden als een elektrische ketel voor de productie vanwarmte en warmwater. De elektrische bijverwarmingkan bij schakelen als het extreem koud is.
De circulatiepomp van het bronsysteem volgt gewoon-lijk de instellingen van de warmtepomp. Er is een spe-ciale stand voor continu bedrijf gedurende 10 dagen,waarna automatisch op normaal bedrijf wordt overge-schakeld (deze stand kan worden gebruikt zolang decirculatie nog niet stabiel is).
De FIGHTER 1110 kan, indien gewenst, gekoppeldworden aan een externe regelaar met een eigenbesturingseenheid. In dat geval voorziet de FIGHTER1110 in warmte tot een bepaald ingesteld tempera-tuurniveau. Met betrekking tot de regeling van de ruimtetemperatuur wordt verwezen naar de gebrui-kershandleiding van de externe installatie.
Door het systeem te vervolledigen met de optie"warmwaterregelaar" en bijvoorbeeeld onze warmwa-teraccumulator VPA, kan de Fighter 1110 wordengebruikt voor de aanmaak van warmwater.
De regeling van de warmtetoevoer naar het huis vindtplaats volgens de instellingen in de elektronischebesturingseenheid (stooklijn en verschuiving). Na deinstelling wordt het huis van de juiste hoeveelheidwarmte voorzien, voor de van toepassing zijnde bui-tentemperatuur. De aanvoertemperatuur vanaf dewarmtepomp (CV-aanv) zal rond de theoretischgewenste waarde schommelen (waarde tussen haak-jes op display). Bij een te lagetemperatuur berekentde besturingseenheid een warmtevraag in de vormvan "graadminuten". Dit betekent dat de inschakelingvan de productie van warmte vroeger plaatsvindtnaargelang de temperatuurafwijhing groter is.De elektronische besturingseenheid van de warmte-pomp kan de bediening verzorgen van een eventueelgeïnstalleerd elektrisch verwarmingselement in drievermogentrappen, of indien van toepassing een exter-ne CV-ketel en een shuntklep.
Geproduceerde warmte Aanmaak van warmwater
Bedrijfsstand met elektrischebijverwarming
Circulatiepomp bronsysteem
Vaste CV temperatuur
FIGHTER 1110
Bediening
FIGHTER 1110
Voor de huiseigenaar
8
Utetemp -14 °CRum 20,5(20) °C
Utetemp -14 °CPanna 70(55) °C
De FIGHTER COMBI 1110 is uitgerust met een LCD-display met twee regels. Via dit display en de bijbeho-rende toetsen kan de warmtepomp worden ingesteld.Zoeken
Door herhaaldelijk op de toets "Zoeken" te druk-ken kunt u onderstaande displays doorbladerentot de gewenste informatie wordt getoond.
Waarden die tussen haakjes worden getoond, zullenook in onderstaande tekst tussen haakjes wordenbeschreven.Als een waarde kan worden ingesteld, wordt dat hier-onder getoond met een [P] (Programmeerbaar) voorde waarde.In die gevallen waarbij een waarde niet kan wordenveranderd, bladert u verder naar het volgende menudoor op de toets "Zoeken" te drukken.Instelling
Om een bepaalde waarde te veranderen, moetde toets "Hoger" eerst één keer worden inge-drukt. Nu verschijnt er onder de waarde een cur-sorstreepje. Nu kan de waarde worden ver-hoogd of verlaagd met behulp van de toetsen"Hoger" resp. "Lager".
Beschikbare informatie en instellingen op het display
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
In de normale stand wordt bovenstaande informatieop het LCD-display van de warmtepomp getoond.CV-aanv
Actuele aanvoertemperatuur. (alleen lezen)(Berekende aanvoertemperatuur.)
WarmwaterIndicatie van de temperatuur van het warmwater.
1
BuitenActuele buitentemperatuur.
RuimteActuele ruimtetemperatuur. Wordt enkel getoondals een ruimtetemperatuurvoeler is aangesloten.[P] (Ingestelde gewenste waarde van ruimtetem-peratuurvoeler.) Instelgebied: 5 – 30 °C.
2
Ketel * als bijverwarmingActuele cv-watertemperatuur.(Start temperatuur voor de bijmengen shunt vande ketel.)
* Wordt enkel getoond als een keteltemperatuurvoe-ler is aangesloten.
2b
Bron aanDe temperatuur van het binnenkomende watervanuit het bronsysteem.
Bron r-De temperatuur van het uitstromende water naarhet bronsysteem.[P] (Min. toelaatbare temperatuur uit de warmte-
pomp naar de bron.) Deze waarde mag alleen door een vakman wor-den gewijzigd en moet worden gebruikt voor deminimumbeperking met alarmfunctie, bijvoor-beeld als vorstbeveiligingsfunctie bij een grond-watersysteem of een ventilatiesysteem.Bij grondwatersystemen met een tussenliggendewarmtewisselaar kan 4 °C een geschikte waardevormen. Bij instelling van de laagste waarde (-12)zijn de minimumtemperatuur begrenzing en hetalarm niet ingeschakeld. Instelgebied: -12 – +10 °C.
CV-retActuele temperatuur van retourwater in CV-sys-teem.[P] (Max. toelaatbare retourtemperatuur.)Instelgebied: 40 – 55 °C alsmede A.
Instelling van CV-retourMaximaal toelaatbare retourtemperatuur voor com-pressorbedrijf. Indien een wijziging gewenst is,druk één keer op de toets "Hoger". Nu verschijnt ereen cursorstreepje onder de waarde voor "CV-ret".Druk daarna op de toets "Hoger" of "Lager" om degewenste waarde in te stellen. Druk op de toets"Zoeken" om verder te gaan.
WW startDe actuele temperatuur in het onderste gedeeltevan de boilermantel. [P] (Gekozen startniveau voor aanmaak van
warmwater.) Instelgebied: 30 – 49 °C.Instelling van WW-start
Druk op de toets "Kanaal". Er verschijnt nu een cur-sor onder de waarde voor "WW-start". Druk daarnaop de toets "Hoger" of "Lager" om de starttempera-tuur voor de aanmaak van warmwater te selecteren.Druk op de toets "Zoeken" om verder te gaan.
3
4
N.B.! Geselecteerde waarden moeten op pagina2 van deze gebruikshandleiding worden
genoteerd. Deze gegevens zijn van belangbij eventuele servicewerkzaamheden.
CV-aanv 47(52) °CWarmwater 48 °C
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
Bron aan +3 °CBron r- 8(-12) °C
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
CV-ret 37(53) °CWWstart 49(44) °C
Buiten -14 °C
Ruimte 20,5(20)°CBuiten -14 °C
Ketel 20,5(20)°C
Bediening 9Voor de huiseigenaar
Stooklijn[P] Ingestelde stooklijn.Instelgebied: 1 -15.
Instellen van de StooklijnDruk één keer op de toets "Hoger". Nu verschijnt eencursorstreepje onder de waarde van de stooklijn. Drukdaarna op de toets "Hoger" of "Lager" om de gewens-te waarde in te stellen.Druk op de toets "Zoeken" om verder te gaan.Ruimte-comp
[P] Bij 1 °C afwijking van de kamertemperatuurverandert de gewenste waarde voor CV-aanvmet de aangegeven waarde.Een hogere waarde geeft een snellere reactie bijover- of ondertemperatuur in de woonruimte. Denormale waarde voor een vloerverwarmingssys-teem is 4.
Instelgebied: 0 – 6 °CInstelling van Ruimte-comp(Alleen van toepassing met geïnstalleerde ruimtetem-peratuurvoeler)
Nadat de waarde voor de stooklijn is ingevoerd,drukt u op de toets "Zoeken". Het cursorstreepjeverschijnt nu onder de waarde voor "Ruimte-comp". Wijzig de waarde met behulp van de toet-sen "Hoger" en "Lager".
5a
5b
Dit menu is een submenu van menu 5a en kanworden geactiveerd door de cursor onder devariabele "Stooklijn" te plaatsen (of onder "Ruim-te-comp" indien een ruimtetemperatuurvoeler isaangesloten) en op de toets "Zoeken" te drukken.
CV-aanv. min[P]Instelling van de berekende minimumtempe-ratuur van de CV-aanvoer. Instelgebied: 10 – 50 °C.Vooringestelde waarde: 15 °C
CV-aanv. max[P]Instelling van de berekende maximumtempe-ratuur van de CV-aanvoer. Instelgebied: 30 – 70 °C.De vooringestelde waarde is 45 °C. Dezewaarde kan gewoonlijk worden verhoogdvoor een systeem met radiatoren.
Vanwege de normale schommelingen in de aanvoer-temperatuur ten opzichte van de berekende tempera-tuur kan de waarde hoger of lager worden dan deingestelde waarde.In geval van bijvoorbeeld vloerverwarming met stook-lijnregeling condensatie kunnen minimaal 20 °C enmaximaal 35 °C geschikte waarden zijn.
Instelling van CV-aanv min en CV-aanv maxDruk één keer op de toets "Hoger". Er verschijnt nueen streepje onder de waarde voor "CV-aanv min".Druk hierna op de toetsen "Hoger" of "Lager" om degewenste waarde voor "CV-aanv min" te bereiken.Druk op de toets "Kanaal" om verder te gaan naar "CV-aanv max" om ook deze te wijzigen indiengewenst.Bij vaste watertemperatuur kiest men bij 35 °C voorzowel het minimum- als het maximumniveau kiezen.(De plaatsing van de voelers en de stroom van depomp moeten gecontroleerd.)
Beschikbare informatie en instellingen op het display
6
7
8
WP-start:Telt het aantal keren dat de warmtepomp isgestart.WP aan: Toont de bedrijfsstand: "WP uit", "WP aan","WP start om X minuten of "Hoge retourtemp".
WP-tijd: Toont het aantal bedrijfsuren van de warm-tepomp.
BV-tijd: Toont het aantal bedrijfsuren van de bijver-warming.
Basisinst: Om terug te gaan naar de basisinstellin-gen, verander het linkse cijfer 0 in een 1 met behulpvan de toets "Hoger" en druk vervolgens op de toets"Bedrijfsstand".De twee cijfers rechts geven de geselecteerdebedrijfsstand weer. Het middelste getal geeft debedrijfsstand voor ruimteverwarming aan.0 betekent "Normale stand".1 betekent "Geen bijverwarming".2 betekent "Geen verwarming".Het rechter getal geeft de bedrijfsstand voor warmwa-ter aan.0 betekent normale stand.1 betekent tijdelijk verhoogd warmwater.2 betekent periodiek verhoogd warmwater.Nederland : Geselecteerde taal.Selecteren van de taalDoor opnieuw op de toets "Zoeken" te drukken, wordthet menu voor taalselectie geactiveerd. Om een anderetaal te selecteren, drukt u op de toets "Hoger". Wanneerde gewenste taal is gekozen, drukt u opnieuw op "Zoe-ken". Nu komt u weer terug bij menu 1.
FIGHTER 1110
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
CV-aanv min 15 °CCV-aanv max 45 °C
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
WP-start 10WP aan
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
WP-tijd 40 hBV-tijd 0 h
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
Basisinst: 0 00Nederland
VB-Fram 47(52) °CVarmvatten 48 °C
Stooklijn 9Ruimte-comp 4 °C
Algemene informatie voor de installateur
FIGHTER 1110
Voor de installateur
10
Volgens de geldende voorschriften moet de verwar-mingsinstallatie aan een installatiecontrole wordenonderworpen, voordat de installatie in gebruik wordtgenomen. Deze controle mag alleen door daartoebevoegde personen worden uitgevoerd en dient teworden gedocumenteerd. Het bovenvermelde geldtvoor gesloten verwarmingssystemen. Indien de warm-tepomp of het expansievat wordt vervangen, moetaltijd een nieuwe controle worden uitgevoerd.
Plaats de FIGHTER 1110 op een vaste ondergrond,bij voorkeur een betonnen vloer of een betonnen fun-dament. De FIGHTER 1110 dient te worden opgesteldmet de rugzijde naar de muur in een bijkeuken of eengelijkaardige ruimte, om storende geluiden te vermij-den. Indien dit niet mogelijk is, moet plaatsing aanslaapkamers of andere geluidsgevoelige kamersgrenzende muren worden vermeden. Ongeacht deplaatsing moet een muur, die aan een geluidsgevoeli-ge kamer grenst, worden geïsoleerd. Leidingen opbinnenmuren die aan een slaap- of woonkamer gren-zen, mogen niet met klemringen worden vastgezet.
De FIGHTER 1110 moet rechtopstaand en drooggetransporteerd en opgeslagen worden.
Transport en opslag
Plaatsing
Richtwaarden voor collectoren
Installatiecontrole
Van toepassing op PEM-slang 40 x 2,4 PN 6,3.
Voor maat 4, PEM-slang 32 x 2,0 PN 6,3
De lengte van de collectorslang varieert naargelang de bodem-/grondeigenschappen en het verwarmingssys-teem, bijvoorbeeld radiatoren of vloerverwarming.
De max. lengte per collector mag niet meer dan 400 mzijn.
In geval van meerdere collectoren moeten deze paral-lel worden aangesloten, met mogelijkheid voor afstel-ling van de doorstroming.
De diepte voor het leggen van de slang moet ca. 1meter bedragen en de afstand onderling minimaal 1meter.
In geval van meerdere boorgaten dient de afstand tus-sen de gaten onderling minimaal 5 meter te bedragen.
De berekening voor de juiste bodemcollector is voorverantwoording van een gespecialiseerd boor enadviesbedryf.
Warmte- Grondwarmte, Bergwarmtepomp- aanbevolen aanbevolengrootte collectorlengte actieve boordiepte
5 250 – 400 m 90 – 110 m
8,5 400 – 2 x 300 m 140 – 170 m
13 2 x 300 – 2 x 400 m 2 x 100 – 2 x 120 m
De FIGHTER 1110 kan, indien gewenst, gekoppeldworden aan een externe temperatuurregeling. In datgeval voorziet de FIGHTER 1110 in warmte tot eenbepaald vastgesteld temperatuurniveau. Zie aanslui-tingsmogelijkheid 5 en 6. Met betrekking tot de instal-latie, zie het hoofdstuk "Voor de huiseigenaar, Bedie-ning, Instelling van de min/max temp, menu 5b". Zieook hoofdstuk "Voor de installateur, bediening, instel-lingen, menu 10". De omschakeling gebeurt volgens"Elektrische aansluiting, Aansluiting van circulatie-pomp (CV) voor vaste watertemperatuur".Met betrekking tot de regeling van de ruimtetempera-tuur wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing vande externe installatie.De buitentemperatuurvoeler heeft in dit alternatiefgeen functie, maar moet wel worden aangesloten omstoringsmeldingen op de display te vermijden. De sen-sor moet niet buitenshuis gemonteerd worden.
De regeling van de hoeveelheid warmte die wordtgeproduceerd, gebeurt volgens het principe van de"stooklijn", m.a.w. het temperatuurniveau nodig voorde verwarming bij een bepaalde buitentemperatuurwordt geproduceerd aan de hand van de buitentem-peratuur- en aanvoertemperatuurvoelers (zie aanslui-tingsmogelijkheid 1, 2, 3 en 4). Als optie kan ook eenruimtetemperatuurvoeler worden gebruikt ter compen-satie voor afwijkingen van de ruimtetemperatuur.
Vaste CV temperatuur
Stooklijn verwarming
7 325 – 2 x 250 m 120 – 140 m
15 2 x 350 – 3 x 300 m 2 x 110 – 2 x 140 m
10 2 x 250 – 2 x 350 m 160 – 190 m
4 200 – 300 m 70 – 90 m
Bediening (ook van toepassing op accessoires) 11Voor de installateur
FIGHTER 1110
Om onderstaande menu’s op te roepen, dient u detoets "Kanaal" gedurende 7 seconden ingedrukt tehouden.Daarna drukt u nogmaals op de toets "Kanaal" totdathet gewenste menu verschijnt. Om de waarde van eenvariabele te veranderen, dient de toets "Hoger" te wor-den ingedrukt. Hierna verschijnt er onder de waardeeen cursorstreepje. Nu kan de waarde worden veran-derd met behulp van de toetsen "Hoger" en "Lager".Door weer op de toets "Kanaal" te drukken, zal de cur-sor naar de onderste waarde springen, zodat ookdeze waarde kan worden gewijzigd.
De regeling van het verwarmingsvermogen voor opti-maal comfort wordt door de elektronische besturings-eenheid geregeld. De besturingseenheid berekent degewenste aanvoertemperatuur in de vorm van graad-minuten.
Indien bijvoorbeeld de werkelijke aanvoertemperatuurgedurende 60 minuten 3 graden lager was dan deberekende aanvoertemperatuur, worden door debesturingseenheid 3 x 60 = 180 graadminuten geregi-streerd. Bij de standaardinstelling moet het aantalgraadminuten 360 bedragen (60 + 300) voordat deeerste vermogentrap van het elektrische verwarmings-element wordt ingeschakeld. Daarna worden de vol-gende trappen ingeschakeld bij nogmaals een verschilvan 100 graadminuten. Deze vermogenstrappen zijndaarna actief totdat het tekort aan graadminuten voorde van toepassing zijnde trap is opgeheven. Dit bete-kent dat de aanvoertemperatuur net zoveel graadmi-nuten boven het berekende aanvoerniveau moet lig-gen als het eerdere tekort. Op deze manier wordt dedoor de besturingseenheid berekende gemiddeldeaanvoertemperatuur verkregen.
Algemeen
Instellingen
GM[P] Actuele waarde van het aantal graadminu-
ten.
Deze waarde kan worden gewijzigd om bijv. destart van de warmteproductie te bespoedigen.
Instelgebied: -3050 – +100.
Grad-min 0
VP-°min 60TS-°min 300
9a
9b
Bv-°min[P]Verdere tekort graadminuten voordat de eerstetrap van de extra verwarming (Bv) mag wordeningeschakeld.
Basisinstelling: 300.
Instelgebied: 50 – 2500.
CV diff WP[P] Grootste temperatuurafwijking van de nomi-nale waarde voor het CV-systeem voordat eengedwongen regeling van de warmtepomp plaats-vindt.
Basisinstelling: 13.
Instelgebied: 3 – 25.Diff WP-Bv
[P] De afwijking naar beneden van "CV diff WP"voor welke waarde geforceerde besturing vanextra verwarming (Bv) plaatsvindt.
Basisinstelling: 3.
Instelgebied: 1 – 8.
Ingeval van vaste watertemperatuur stelt menbest"CV diff WP" in op 3 en "Diff WP-Bv" op 2.
133
VB diff VPDiff VP-TS
10
GM 0
WP-°min 60BV-°min 300
CV diff WP 3 °CDiff WP-Bv 2 °C
Dit menu is een submenu van menu 9a. Het wordtgeactiveerd door de cursor met de "Hoger" toetsonder de waarde voor "GM" te plaatsen en daarna opde toets "Zoeken" te drukken.
Een eventuele extra verwarming treedt nu met de eer-ste trap in werking wanneer de som van de in ditmenu ingestelde WP-°min en BV°min is bereikt.Eventuele overige trappen worden ingeschakeld tus-sen 360 graadminuten en 560 graadminuten met eenregelmatig interval.
WP-°min[P] Waarde in graadminuten voordat de warmte-pomp mag starten.
Basisinstelling: 60.
Instelgebied: 5 – 250.
Bediening (ook van toepassing op accessoires)
FIGHTER 1110
Voor de installateur
12
Instellingen
WP-int[P] Min. tijdsinterval in aantal minuten tussentwee schakelingen van de compressor.
Basisinstelling: 20 m.Instelgebied: 20 – 60 m.
WWB-stop[P] Maximale warmtapwatertemperatuur tijdensbedrijf met alleen bij-verwarming.
Basisinstelling: 50 °C.Instelgebied: 10 – 70 °C.
VP-intervall 20 mVVB-stopp 50 °C
11
XVV-stop[P] Periodieke verhoging warmtapwatertempera-tuur.Basisinstelling: 65 °C.Instelgebied: 60 – 65 °C.
XVV-int[P] Interval in aantal dagen voor verhoging tap-watertemperatuur.Basisinstelling: 14 dagen.Instelgebied: 1 – 90 dagen.
XVV-stopp 65 °CXVV-intervall 14d
12a
Shunt P[P] Duur in seconden van de looptijd klepmotorvan regelafsluiter.Basisinstelling: 30 s.Instelgebied: 10 – 60 s.
Shunttijd[P] Aandeel looptijd per graad temperatuurafwij-king. Ex: 2 °C x 10 % x 30 sec = 6 sec.Deze functie dient als compensatie voor de snel-heidsschommelingen van verschillende shunt-motoren die geïnstalleerd kunnen worden.Basisinstelling: 10 %.Instelgebied: 1 – 50 %.
Shunt P 30 sShunttid 10 %
12b*
* Wordt enkel getoond als een keteltemperatuurvoe-ler is aangesloten.
BedrijfP: Toont de status van de bedrijfspressostaat(1 = gesloten, 0 = open).HP/MS: Toont de status van de hogedrukpressostaat/motorbeveiliging (1 = gesloten, 0 = open). Leidt totpermanent alarm. Handmatige reset van HD presso-staat.LP: Toont de status van de lagedrukpressostaat (1 =gesloten, 0 = open). Leidt tot permanent alarm.
DriftP 1 HP/MS 1 LP 1
Bron-pomp: Geforceerd bedrijf van bronpomp. Wijzig0 in 1 met de knop "Hoger" en druk op de toets"Bedrijfsstand". De 1 wordt dan door de code "EP"vervangen. Schakelt na 10 dagen of bij een herstartweer over op normaal bedrijf.Bv-tijd: Indien bedrijf van een elektrisch verwarmings-element gewenst is (bijv. wanneer de collectorinstalla-tie nog niet is voltooid), schakel dan van 0 naar 1, 3 of5 en druk op de toets "Bedrijfsstand". Het cijfer wordtdan vervangen door "EP".Selecties bedrijfsstanden:0 Compressor bedrijf +3-staps binaire extra elektri-
sche verwarming.Aangewezen bedrijfsstand met ETS 11 accessoire.
1 3-staps binaire EP-bedrijfsstand.2 Compressor bedrijf +7-staps binaire extra elektri-
sche verwarming.3 7-staps binaire EP-bedrijfsstand (na validering).4 Compressor bedrijf +3-staps lineaire extra elektri-
sche verwarming.5 3-staps lineaire bij-verwarming (na validering).Kies de juiste bedrijfsstand voordat EP-bedrijf wordtgeactiveerd. (EP-bedrijf vergrendelt de bedrijfsstand-functie).Als een keteltemperatuurvoeler aangesloten is, kanmen enkel bedrijfsstand 0 of 1 gebruiken.
KB-pump 0 EP-drift 0
13
14
WP-int 20 mWWB-stop 50 °C
XWW-stop 65 °CXWW-int 14 d
Shunt P 30 sShunttijd 10 %
BedrijfP 1HP/MS 1 LP 1
Bron -pomp 0Bv-tijd: 0
Bediening (ook van toepassing op accessoires) 13Voor de installateur
FIGHTER 1110
N.B.!Geselecteerde waarden moeten op
pagina 2 van deze gebruikshandlei-ding worden genoteerd. Deze gegevens
zijn van belang bij eventueleservicewerkzaamheden.
Instellingen
Servicetijd:Verander van 0 tot 1 om het tijdverloop 60keer te versnellen. Wordt 8 minuten na de laatste drukop een toets weer gereset.Parallel : Huidige instellingen van de draaipotentio-meter "Warmer/kouder" voor een verschuiving van destooklijn (parallelle verschuiving).
Servicetid 0Parallell 0
Man1 K1 0 K2 0KB 0 VX 0
Man2 VB 0 L 0T1 0 T2 0 T3 0
Man2 VB 0 L 0S- 0 S+ 0 T3 0
Kal.Ute 0 Rum 0KB -f 0 KB -r 0
15
Kal.Bui[P] Kalibreren van buitentemperatuurvoeler.
Ruimte[P] Kalibreren van ruimtetemperatuurvoeler.
Bronaa[P] Kalibreren van temperatuurvoeler in bronsys-teem aanvoer.
Bronre[P] Kalibreren van temperatuurvoeler in bronsys-teem retour.
Instelwaarde voor alle grootheden: -5 – +5.
Man:Handmatige test van uitgangen. Wijzig "Man 0"in "Man 1" of "Man 2" om verschillende functies tekunnen testen. Om dit menu te verlaten, moet defunctie "Man 0" worden gekozen.
Man 0
16
17
18
18b
In bepaalde betonnen vloeren is het belangrijk datmen aanvankellijk de correcte temperatuur in de vloerhandhaaft. Dit om ervoor te zorgen dat de vloer cor-rect droogt. De FIGHTER 1110 heeft een functie voor dit droog-proces. Het proces kan ingedeeld worden in tweeperioden waarvan het aantal dagen en de tempera-tuur ingesteld worden voor de respectievelijke perio-de. Deze instelling gebeurt op kanaal 18. Als het EHPinterval 1 op 0 is ingesteld, is de functie niet actief.
EHP-int 1Geeft het aantal dagen weer met trappen van één.
CV-aanvGeeft de aanvoertemperatuur weer met trappen van 1.
EHP-int 2Geeft het aantal dagen weer met trappen van twee.
CV-aanvGeeft de aanvoertemperatuur weer met trappen van 2.
U kunt het aantal dagen instellen van 1 tot 10 en tem-peraturen van 15 tot 50 °C. Aan het einde van hetdroogproces schakelt de FIGHTER 1110 automatischover naar de normale bediening.Indien zich een stroomuitval voordoet tijdens hetdroogproces, worden het huidig tijdstip en de huidigetemperatuur bijgehouden. Wanneer de stoom hersteldis, gaat het droogproces verder met de instellingenvoor de stroomuitval. Het droogproces wordt doorge-voerd tot 100%. Om terug te keren naar display 9, kunt u op de toets"Zoeken" drukken. U komt dan eerst weer naar dis-play 1. Hier kunt u weer gedurende ca. 7 seconden detoets "Zoeken" indrukken om zodoende weer in deservicestand te komen, display 9.
EHP-int 1 8dCV-aanv 25 °C
EHP-int 2 8dCV-aanv 40 °C
Kal.Bui 0 Ruimt 0Bronaa 0 Bronre 0
Man: 0
Servicetijd 0Parallel 0
Man: 1 68 0 69 1
35 1 xx 1
Man: 2 16 0 L 0
x1 0 x2 0 x3 0
Man: 2 VB 0 L 0
S- 0 S+ 0 T3 0
Relais 68: Relais WP(1 fase unit)
Relais 69: Relais WPRelais 35: BronpompRelais XX: Wisselklep
warmwaterRelais 16: Pomp ver-
warmingssysteemRelais L: Niet gebruiktRelais X1: ExtraRelais X2: ExtraRelais X3: Niet gebruikt
Functie voor aansluiting opverwarmingsketelRelais L: Niet gebruiktRelais S-: Shunt, sluitenRelais S+: Shunt, openenRelais X3: Externe brander
Voor berekening van de collector moet rekening wor-den gehouden met de geografische ligging, gesteen-te-/grondsoort en de capaciteit van de warmtepomp. Tijdens het leggen van de collectorslang moet eropworden gelet dat deze altijd stijgend ligt t.o.v. dewarmtepomp. Hierdoor worden luchtzakken in hetsysteem voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, moe-ten hooggelegen punten van ontluchtingsmogelijkhe-den worden voorzien.Alle bronleidingen in verwarmde ruimtes moetentegen condensatie worden geïsoleerd. Het niveaure-servoir (NK) moet als hoogste punt in het bronsys-teem worden geïnstalleerd, op de aanvoerleiding vóórde warmtepomp. Condensatiedruppels vanaf hetniveaureservoir kunnen optreden. Plaats het reservoirdaarom zodanig dat overige installatie onderdelen nietkan worden beschadigd.Als richtwaarde voor de volumeberekening wordt 1liter kant-en-klare bronvloeistof per meter collector-slang gebruikt (van toepassing op PEM-slang 40 x 2,4PN 6,3). Het niveaureservoir moet worden gemerkt met hettype antivriesmiddel dat is gebruikt.Afsluiters moeten zo dicht mogelijk bij de warmte-pomp worden gemonteerd. Monteer de bijgeleverdevuilfilter op de aanvoerleiding.In geval van aansluiting op een open grondwatersys-teem moet er, met het oog op verontreinigings- enbevriezingsgevaar in de verdamper, een tussenlig-gend en tegen bevriezing beveiligd circuit wordengeïnstalleerd. Hiervoor is een extra warmtewisselaarnodig.
Aansluiting van de leidingen14
Leidingen moeten volgens de geldende voorschriftenworden aangesloten. De FIGHTER COMBI 1110 kanalleen functioneren tot een maximum retour tempera-tuur van ca. 50 °C en een uitgangstemperatuur vanca. 60 °C vanaf de warmtepomp. Aangezien de FIGH-TER 1110 niet is uitgerust met afsluiters, moeten deze buiten de warmtepomp worden gemonteerd omeventuele toekomstige servicewerkzaamheden te ver-eenvoudigen.
FIGHTER 1110
Voor de installateur
Algemeen
De leidingen voor het verwarmingssysteem moetenaan de bovenzijde worden aangesloten. De benodig-de veiligheidsuitrusting, afsluiters (zo dicht mogelijk bijwarmtepomp installeren) en het meegeleverde vuilfil-ter moeten worden gemonteerd.
Leidingaansluiting (CV-systeem)
Leidingaansluiting (bronsysteem)
Bij een vaste watertemperatuur instelling moet deelektrische aansluiting van de circulatiepomp in hetverwarmingssysteem (VBP) worden gewijzigd, ziehoofdstuk "Aansluiting van elektriciteit, Aansluiting vande circulatiepomp (CV) voor vaste CV-temperatuur".
Circulatiepomp CV-systeem
De installatie kan vervolledigd worden met de afvoer-luchtmodule FLM 30 om de ventilatierecuperatie moge-lijk te maken.Om condensatie te voorkomen, moeten de leidingen enoverige koude oppervlakken geïsoleerd worden metwaterdampdicht materiaal (armaflex).
Warmteterugwinning ventilatie
De installatie kan vervolledigd worden met, bijvoor-beeld, ventilatorconvectoren of de Slangen in de vloerom een aansluiting voor vrije koeling mogelijk te maken.Om condensatie te voorkomen, moeten de leidingen enoverige koude oppervlakken geïsoleerd worden metwaterdampdicht materiaal (armaflex).Bij een grote behoefte aan koeling is een ventilatorcon-vector met condensbak en afloop noodzakelijk.
Fläktkonvektor
Till värmepump
Berg-jordkollektor
EXP
P
Vrije koeling (passief)
Köldbärare ut
FIGHTER 1115
FLM 30
Frånluft Ø 160
Avluft Ø 160
+20
-2
1
R
0
HM flow 49 (50) °CHot water 51 °C
Köldbärare in
Afvoerluchtø 160
Afvoer luchtwoningø 160
FLM 30
Bronsysteem retour
Bronsysteem aanvoer
FIGHTER1115
Ventilatorconvector
Naar de warmtepomp
Bodemcollector
Bij aansluiting op een systeem met thermostaten opalle radiatoren moet een open verdeler/buffer wordengemonteerd, of moet er een aantal thermostaten wor-den verwijderd.
Aansluiting van de leidingen 15
FIGHTER 1110
Voor de installateur
Grafiek pompcapaciteit, CV-systeem
Beschikbare pompcapaciteit
00
mvpkPa
250 500 7500
l/h1000
2
4
8
20
80
40
Tryckfall
Flöde
1250 1500 1750
60 6
00
mvpkPa
250 500 7500
l/h1000
2
4
8
20
80
40
Tryckfall
Flöde
1250 1500 175025002250 250022502000 2000
60 6
00
mvpkPa
250 500 7500
l/h1000
2
4
8
20
80
40
Tryckfall
Flöde
1250 1500 1750
60 6
00
mvpkPa
250 500 7500
l/h1000
2
4
8
20
80
40
Tryckfall
Flöde
1250 1500 175025002250 250022502000 2000
60 6
FIGHTER 1115 4
FIGHTER 1115 7 FIGHTER 1115 8,5
FIGHTER 1115 10
FIGHTER 1115 5
00
mvpkPa
250 500 7500
l/h1000
2
4
8
20
80
40
Tryckfall
Flöde
1250 1500 1750 250022502000
60 6
FIGHTER 1115 13/15
00
mvpkPa
250 500 7500
l/h1000
2
4
8
20
80
40
Tryckfall
Flöde
1250 1500 1750 250022502000
60 6
100 10 100 10
Beschikbaredruk FIGHTER 1110 4 kW FIGHTER 1110 5 kW
FIGHTER 1110 7 kW
FIGHTER 1110 10 kW FIGHTER 1110 13/15 kW
FIGHTER 1110 8,5 kW
Doorstroming
Doorstroming
Beschikbaredruk
Doorstroming
Beschikbaredruk
Doorstroming
Beschikbaredruk
Beschikbaredruk
Doorstroming
Beschikbaredruk
Doorstroming
De FIGHTER 1110 kan op verschillende manierengeïnstalleerd worden. Onderstaand worden een aantalmanieren beschreven.De benodigde accessoires zoals een Ruimte compen-satievoeler "RG 20", omschakelklep voor warmwater-regelaar "VST 11", elektrisch verwarmingselement"ETS 11" en dergelijke, dienen apart te wordenbesteld. Voor alle aansluit alternatieven geldt dat debenodigde veiligheidsuitrusting volgens de van toe-passing zijnde voorschriften moet worden gemon-teerd.
Algemeen
Alternatief 1 - FIGHTER 1110 in combinatie met elektrische bij-verwarming en boiler (stooklijn)
El VVB
NK
VVG
BK / JK
SF
AV
SÄV
SÄV
AV
AV
AV AV
VXV
SF AV
AV
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
UG
ELK
FG
EXP
VVB / ACK
FIGHTER 1110 geeft prioriteit aan het opwarmen vanwarmtapwater via een wisselventiel (VXV). Bij een vol-geladen waterverwarmer/accumulatortank (VV/ACK)wisselt (VXV) naar het CV-verwarmingsciruit. Dewarmtepomp wordt dan geregeld door de buiten tem-peratuurvoeler (UG) in combinatie met de ingebouwdeaanvoerleidingstemperatuurvoelers (FG). De elektri-sche bijverwarming (ELK) wordt automatisch inge-
schakeld wanneer de behoefte aan energie de capaci-teit van de warmtepomp overschrijdt. Voor een goedeterugkoppeling van de ruimtetemperatuur is het moge-lijk een ruimtecompensatievoeler te plaatse.Bij dit alternatief zijn de accessoires "ETS 11" en "VST11" nodig.
Aansluiting
FIGHTER 1110
Voor de installateur
16
Aansluiting 17Voor de installateur
FIGHTER 1110
Alternatief 2 — als alt. 1 maar uitsluitend met een ruimtetemperatuurvoeler (stooklijn)
NK
VVG
BK / JK
SF
AV
SÄV
SÄVEXP
VXV
AV
AV
AV
AVSF AV
RG
FG
AV
Oljepanna
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
UG
PGSV
VVB / ACK
El VVB
FIGHTER 1110 geeft prioriteit aan het opwarmen vanwarmwater (VVB/ACK). Wanneer de ingestelde warm-watertemperatuur bereikt is, wisselt de wisselklepnaar warmteproductie. Indien de warmtepomp niet instaat is de juiste aanvoertemperatuur te handhaven,zal de CV-ketel gestart worden en de shunt vanaf deketel begint te openen. Dit besturingsalternatief wordt
automatisch geactiveerd wanneer een keteltempera-tuurvoeler (PG) is aangesloten. De aanvoertempera-tuur- (FG) en de retourtemperatuurvoeler (RG) dienenop de leiding naar de radiatoren te worden gemon-teerd.Bij dit alternatief zijn de accessoires "OTS 10" en "VST11" nodig.
El VVB
NK
VVG
BK / JK
SF
AV
SÄV
SÄV
AV
AV
AV AV
RTG
VXV
SF AV
AV
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
FG
ELK
EXP
VVB / ACK
FIGHTER 1110 geeft prioriteit aan het opwarmen vanwarmtapwater via een wisselventiel (VXV). Bij een vol-geladen waterverwarmer/accumulatortank (VV/ACK)wisselt (VXV) naar het CV-verwarmingsciruit. Dewarmtepomp wordt dan gestuurd aan de hand vaneen ruimtevoeler (RTF). De elektriciteitscassette(ELK) wordt automatisch ingeschakeld wanneer de
behoefte aan energie de capaciteit van de warmte-pomp overschrijdt. Dit besturingsalternatief wordtautomatisch geactiveerd wanneer de buitentempera-tuurvoeler niet aangesloten is. Bij dit alternatief zijn de accessoires "ETS 11", "VST11" en "RG 20" nodig.
Alternatief 3 FIGHTER 1110 bi-valent systeem met CV-ketel (stooklijn)
CV-ketel
Aansluiting18
Alternatief 4 - FIGHTER 1110 aangesloten op een dubbelwandigeboilervat/elektrische bijverwarming (stooklijn)
FIGHTER 1110 verwarmd de boiler/accumulator(VVB/ACK).tot een bepaalde temperatuur op de aan-voertemperatuurvoeler (FG). De elektrische verwar-mingscassette (ELK) start op bij een te lage tempera-
tuur. De temperatuurvoeler (FG) wordt in een dompel-buis op de accumulatortank geplaatst.Voor dit alternatief is het accessoire "ETS 11" nodig.
El VVB
NK
BK / JK
AVAV
SÄV
SÄV
AV
AV
AV
SFFG
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
SF
AV AV
ELK
EXP
VVB / ACK
Voor de installateur
FIGHTER 1110
NK
BK / JK
SF
AV
AVAV
AV AV
AV
FGSÄV
SF
SV1
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
Water/waterwarmtepomp verwarmt uitsluitend het CV-systeem. De elektrisch verwarmde buffer verwarmthet warmtapwater.Indien de elektrische warmtepump niet in staat is in debehoefte te voorzien, begint de shunt vanaf de elektri-sche verwarmde buffer te openen.
Daarbij wordt de elektrisch verwarmde buffer als secun-daire verwarming gebruikt. Voor dit alternatief is hetaccessoire "OTS 10" nodig.Een vaste weerstand op 560 – 820 Ω wordt gemon-teerd op de klemmenstrook van de keteltemperatuur-voeler (31). Maakt geen deel uit van het accessoire"OTS 10".
Alternatief 5 - FIGHTER 1110 aangesloten op een boiler metdubbele mantel (vaste temperatuurinstelling)
Aansluiting 19
FIGHTER 1110
Voor de installateur
AV AfsluitklepBK/JK Bodemcollector
BV TerugslagklepELK Elektrisch verwarmingselement Maakt deel uit van het accessoire ETS 11
El VVB Elektrische boilerNK Niveaureservoir Maakt deel uit van de FIGHTER 1110SF Vuilfilter Maakt deel uit van de FIGHTER 1110
SÄV VeiligheidsklepPG Keteltemperatuurvoeler Maakt deel uit van het accessoire OTS 10FG Aanvoertemperatuurvoeler Maakt deel uit van de FIGHTER 1110
VVG Warmwatertemperatuurvoeler Maakt deel uit van de FIGHTER 1110UG Buitentemperatuurvoeler Maakt deel uit van de FIGHTER 1110
RTG Ruimtetemperatuurvoeler Maakt deel uit van het accessoire RG 20RG Retourtemperatuurvoeler Maakt deel uit van de FIGHTER 1110
VVB/ACK Accumulatortank metverwarmingselement Bijv. VPA
VXV Wisselklep Maakt deel uit van het accessoire VST 11SV Shunt Motorshunt (230V)
Afkortingen
NK
UG
FG
BK / JK
RC
SF
AV AV
AV
BV
SÄV
SÄV
AV
AV
AV
AV SF
Vedpanna
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
Extern altbefintlig regler-utrustning.
VVB / ACK
FIGHTER 1110 laadt de boiler/accumulatortank(VVB/ACK). Zodra de CV-ketel verwarmd, zullen dewarmtepomp en het elektrische verwarmingselementworden uitgeschakeld zodra de temperatuur op detemperatuurvoeler (FG) stijgt en zullen ze automatischweer worden ingeschakeld als de temperatuur weer
daalt. Recirculatie door de warmtepomp wordt verhin-derd door een terugslagklep (BV). De aanvoertempe-ratuurvoeler (FG) wordt in een dompelbuis op deaccumulatortank geplaatst.Voor dit alternatief is het accessoire "XTS 20" nodig.
Alternatief 6 – FIGHTER 1110 aangesloten op een CV-ketel (vastetemperatuurinstelling)
CV-ketel
Extern allehuidigeregelingsuit-rusting
N.B.! De elektrische installatie en eventuele
servicewerkzaamheden moeten wordenuitgevoerd onder toezicht van een
erkende elektrotechnische installateur.De elektrische installatie en het
aansluiten van de bedrading moetenvolgens de van toepassing zijndevoorschriften worden uitgevoerd.
De plaatsing van de bedrading voor de spanningstoe-voer naar de compressor en een eventueel elektrischverwarmingselement dienen te worden gebeuren ineen kabelkanaal aan de linkerzijde van de eenheid.De bedrading voor externe voelers dient aan de rech-terzijde te worden geïnstalleerd. De kabelaansluitingkan vanaf de bovenzijde of de achterzijde worden uit-gevoerd.
Elektrische aansluitingVoor de installateur
20
FIGHTER 1110
Elektrische installatie
Demonteren van de panelen
LEK LEK
1 2
LEK
3
LEK
4
LEK
+2-2
1
R
0
Kabelkanaal voorde temperatuur-voeler.
Kabelkanaal voor de toevoer.
Klemmenstrook,inkomendeelektriciteit (9)
De buitentemperatuurvoeler (15) moet op eenbeschaduwde plaats aan noord- of noordwestzijdeworden geplaatst zodat de werking ervan niet kanworden beïnvloed door de zon. De temperatuur-voeler moet via een 2-aderige kabel op pos. "7" en"8" van de relaiskaart (29) op de klemmenstrook(30) worden aangesloten. De minimale draaddia-meter is 0,4 mm2 tot max 50 meter. Een geschikttype kabel is bijv. EKKX of LiYY.
Indien de draad van de buitentemperatuurvoeler inde nabijheid van een krachtstroomkabel komt teliggen, moet een afgeschermde kabel wordengebruikt. Een eventuele kabelbuis dient te wordenafgedicht om condensatie in de buitentemperatuur-voeler te vermijden.
In geval van vaste temperatuurinstelling moet debuitentemperatuurvoeler welaangesloten wordenplaats opnemer maakt niet uit.
Elektrische aansluiting 21Voor de installateur
FIGHTER 1110
SELV+ B A –B+ – A
RTG EXT.EL.UG
15
12345678
30
De warmtepomp mag zonder goedkeuring van hetelektriciteitsbedrijf niet worden aangesloten enmoet onder toezicht van een erkende elektrotech-nisch installateur worden gemonteerd.
Indien van een zekeringautomaat gebruik wordtgemaakt, dient deze een motorkarakteristiek "D"(compressorbedrijf) te hebben. Wat betreft dezekeringcapaciteit, zie het hoofdstuk "Technischegegevens".
De FIGHTER COMBI 1110 is niet uitgerust met eendubbelpolige schakelaar voor de binnenkomendeelektrische spanningstoevoer. Daarom moet deinstallatie met een werkschakelaar worden uitgerust.
Bij een eventuele isolatietest van het pand moet dewarmtepomp worden losgekoppeld.
De warmtepomp wordt aangesloten op 400 V 3-fasen, nul + aarde en moet voldoende (traag) afge-zekend worden. Dit geldt niet voor FIGHTER 1110-4 kW zonder elektrische bijverwarming, de voedingvan deze unit is 230V 1-fase - aarde.
Een uitschakeling van de volledige elektrische ver-warmingsvermogen kan worden geregeld door eenextern sluitend potentiaalvrij contact op pos. 1 en 2van de klemmenstrook (30) aan te sluiten.
Een uitschakeling van het volledige elektrische ver-warmingsvermogen, maar met de mogelijkheid omvan de functie "Extra warmwater" gebruik temaken, kan worden geregeld door een externpotentiaalvrij sluitend contact op pos. 1 en 3 van deklemmenstrook (30) aan te sluiten.
Een uitschakeling van het elektrische verwar-mingsvermogen in stappen kan worden geregelddoor de Belastingschakelaar "EBV 200" (accessoi-re) op pos. 1 en 2 van de klemmenstrook (30) aante sluiten.
Een uitschakeling van het volledige elektrische ver-mogen en de compressor kan worden geregelddoor een extern sluitend contact op de klemmen 2en 3 van klemmenstrook (30). Te verbinden metklem 1.
Elektrische aansluiting
Aansluiting buitentemperatuurvoeler
Externe bediening van elektrisch verwarmingselement
N.B.!In geval van aansluiting op 1-fase
zonder extra elektrisch element moetenpos. L1 en L3 op de klemmenplaat (9)
worden doorverbonden.
LEK
+2-2
1
R
0
30
Elektrische aansluiting
FIGHTER 1110
Voor de installateur
22
De temperatuurvoeler moet op de klemmenstrook (21)worden aangesloten op klemnr’s 1 en 2. De voelerwordt in een dompelbuis op de elektrisch verwarmdebuffertank geplaatst.Zie aansluitmogelijkheid 5 – 6.
Bij vaste een vaste watertemperatuur moet de elektri-sche aansluiting voor de circulatiepomp van het CV-systeem (16) van pos. "6" naar pos. "9" van de klem-menstrook (13) worden omgezet. De CV-pomp is danparallel aangesloten met de circulatiepomp van hetbronsysteem (35). Dit geldt voor aansluitalternatief 5en 6, zie hoofdstuk "Aansluiting".
Aansluiting van de circulatiepomp (CV) voor vaste CV-temperatuur
Aansluiting van de geleverde temperatuursensor bij vaste CV-temperatuur
De meegeleverde voeler wordt op klemmenblok (21)op klem 5 en 6 aangesloten. De voeler wordt in dedompelbuis van de buffertank (VPA) geplaatst. Zieaansluitmogelijkheid 1 – 4.
Aansluiting van de temperatuursensor voor stooklijn regeling
13
21
De illustratie toont de FIGHTER 1110, 5 —15 met een secundaire elektrische verwar-ming ETS 11.
LEK
+2-2
1
R
0
VVG
VB retour
VB Aanvoer
VVG
VB retour
VB Aanvoer
Inbedrijfstelling en instellingen 23Voor de installateur
FIGHTER 1110
Bij het vullen van het bronsysteem wordt het watergemengd met ca. 30 % antivriesmiddel in een openreservoir. Het moet compleet met vulpomp en slangenvolgens onderstaande figuur worden aangesloten. Deafsluiter in de hoofdleiding tussen de serviceaanslui-tingen moet worden gesloten en het vullen moet op deaansluiting onder het niveaureservoir (NK) gebeurentot de vloeistof terugstroomt in de retourslang. Hiernamoeten de volgende instellingen op het bedieningspa-neel worden verricht.
Zet de hoofd schakelaar op 1.
Ga naar het menu " "Bron-pomp, Bv-drift" in hetservicemenu. Schakel "Bron-pomp" op 1 en drukdaarna op de toets "Bedrijfsstand". Schakel "Bv-drift" op 1 en druk daarna op de toets "Bedrijfs-stand".
De warmtepomp kan nu niet worden gestart vanwegede bedrijfsstand "EP" (alleen elektrisch verwarmings-element). De bronpomp is nu in bedrijf samen met debijvulpomp. De vloeistof moet nu via het mengreser-voir circuleren, totdat er vloeistof zonder luchtbelletjesuit de retourslang komt. Stop de bronpomp nu door"Bron-pomp" op "0" te schakelen. Schakel de bijvul-pomp uit en reinig de zeef in het vuilfilter. Start daarnade bijvulpomp weer. Open de klep op de hoofdleidingtussen de beide serviceaansluitingen, terwijl de bijvul-pomp nog steeds in bedrijf is (om ook eventuele luchttussen beide serviceaansluitingen te verwijderen).Daarna moet de afsluiter bij de retourslang weer wor-den gesloten. Het systeem wordt daarna met behulpvan de bijvulpomp onder druk gezet (max. 3 bar). Sluitdaarna de afsluiter op de aansluiting waar het niveau-reservoir moet worden gemonteerd en schakel de bij-vulpomp uit. Vul het reservoir voor ca. 75% met vloei-stof. Sluit daarna de bijvulplug en open de afsluiteronder het reservoir. Zet het systeem in de normalestand door de parameter "EP" op "0" te schakelen.
Stängs
BK / JK
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
SF
AV
AV
AV
AV
NK
SÄV
AV
Vóór de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd ofhet bronsysteem en het CV-systeem gevuld en goedontlucht zijn.Controleer de afdichting van het leidingsysteem.
Voorbereiding
AV AfsluiterSÄV Max druk
veiligheidsventielSF Vuilfilter
BK Bodemcollector/bronJK AardcollectorVV Niveaureservoir
Vullen en ontluchten van het bronsysteem
Knop voor ""Bedrijfsstand"
Gesloten
Inbedrijfstelling en instellingen
FIGHTER 1110
Voor de installateur
24
Het CV-systeem moet tot de vereiste druk met waterworden gevuld en daarna worden ontlucht.
Gedurende de eerste tijd komt er lucht vrij uit het ver-warmingswater en het kan nodig zijn om het systeemte ontluchten. Indien er borrelende geluiden bij de cir-culatiepomp worden waargenomen, kan het nodig zijnom het hele systeem meerdere malen te ontluchten.Wanneer het systeem zich heeft gestabiliseerd (juistedruk en alle lucht weg) kan de verwarmingsautoma-tiek op de gewenste waarden worden ingesteld.
Het vloeistofniveau in het niveaureservoir (85) moetworden gecontroleerd. Indien het niveau is gedaald,moet de afsluiter onder het reservoir worden gesloten.Daarna kan er worden bijgevuld via de aansluiting aande bovenzijde van het niveaureservoir. Nadat het sys-teem is bijgevuld, moet de afsluiter weer worden geo-pend. De druk in het systeem kan worden verhoogd door deafsluiter op de binnenkomende hoofdleiding dicht tedraaien terwijl de circulatiepomp van het bronsysteem(KBP) in bedrijf is en het niveaureservoir (NK) openstaat, zodat er vloeistof uit het reservoir wordt gezo-gen.
Afstellingen, bronsysteem Zet de hoofd schakelaar in stand 1. Controleer de instelling van de besturingseenheid
en stel zodanig af dat er een warmtehoefte signaalis.
Ga naar het menu "Bron-pomp, Bv-drift" in hetservicemenu. Schakel "Bron-pomp" op 1 en drukdaarna op de toets "Bedrijfsstand". Schakel "Bv-drift" op 1 en druk daarna op de toets "Bedrijfs-stand".
Controleer of de bron- en CV-systeempomp ont-lucht zijn en zet de pompen evt. in bedrijf.
Ga naar het menu "Bron aan, Bron r". Controleerof de temperaturen overeenkomen met de bodem-temperatuur, die de doorstroming in het bronsys-teem aangeeft.
Ga naar het menu " "Bron-pomp, Bv-drift" in hetservicemenu. Zet de parameter "Bv-drift" in stand0, waarna de compressor start en ga naar hetmenu "Bron aan, Bron r". Lees de bronsysteem-temperaturen af. Wanneer het systeem in balansis, moet het verschil tussen deze temperatuur-waarden ca. 2-5 °C bedragen. Een groot verschilduidt op een lage doorstroming in het bronsys-teem. Een klein verschil duidt op een hoge door-stroming in het bronsysteem.
Gedurende de eerste periode dat de warmtepompin bedrijf is, moet vooral op het niveau in het bron-systeem worden gelet. Het kan nodig zijn om hetsysteem nogmaals bij te vullen.
Lees de temperaturen van het CV-systeem "CV-aanv" en "CV-ret". Wanneer de warmtepompwarmwater aanmaakt zonder gebruik van het elek-trische verwarmingselement, moet het verschil tus-sen deze temperatuurwaarden ca. 5-10 °C bedra-gen. Een groot verschil duidt op een lage doorstro-ming in het CV-systeem.
Vul het inbedrijfstellingsrapport op pagina 2 in. Stel de besturingseenheid in aan de hand van de
behoeften van het huis.
Bijvullen van het verwarmings-/CV-systeem
Starten en controle
Afstellingen, CV-systeem
Instelling van verwarmingsautomatiek 25Voor de installateur
FIGHTER 1110
De FIGHTER COMBI 1110 is uitgerust met een bui-tentemperatuurgestuurde verwarmingsregeling. Ditbetekent dat de aanvoertemperatuur op basis van deheersende buitentemperatuur wordt geregeld.De verhouding tussen buitentemperatuur en aanvoer-temperatuur kan worden ingesteld met behulp van deregelaar, zie onder "Bediening — Instelling van deverwarming".De grafieken zijn gebaseerd op de voor de woon-plaats berekende buitentemperaturen en de bereken-de aanvoertemperaturen van het verwarmingssys-teem. Op het punt waar deze twee waarden elkaar"ontmoeten" kan de stooklijn van de besturingseen-heid worden afgelezen.De knop "Warmer/kouder (verschuiving van de stook-lijn)" kan aan de hand hiervan worden ingesteld. Eengeschikte waarde voor vloerverwarming is -1 en vooreen radiatorsysteem -2.
30
40
50
60
70°C
FR
AM
LE
DN
ING
ST
EM
PE
RA
TU
R
- 40 °C
UTETEMPERATUR
- 10010 - 20 - 30
15 14 13 12 11 10 9
8
7
6
5
4
3
2
1
KURVLUTNING
- 5
+ 5
PARALLELLFÖRFLYTTNING
15 14 13 12 11 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
- 40 °C
UTETEMPERATUR
- 10010
- 5
+ 5
30
40
50
60
70°C
FR
AM
LE
DN
ING
ST
EM
PE
RA
TU
R
- 20 - 30
PARALLELLFÖRFLYTTNING
KURVLUTNING
1514 13 12 11 108
7
6
5
4
3
2
1
- 40 °C
UTETEMPERATUR
- 10010
- 5
+ 5
30
40
50
60
70°C
FR
AM
LE
DN
ING
ST
EM
PE
RA
TU
R
- 20 - 30
PARALLELLFÖRFLYTTNING
9
KURVLUTNING
Verschuiving, stooklijn 0
Verschuiving, stooklijn -2Instelling aan de hand vandiagram
Verschuiving, stooklijn +2
STOOKLIJN
STOOKLIJN
STOOKLIJN
VERSCHUIVINGSTOOKLIJN
VERSCHUIVINGSTOOKLIJN
AA
NVO
ERTE
MPE
RA
TUU
RA
AN
VOER
TEM
PER
ATU
UR
AA
NVO
ERTE
MPE
RA
TUU
R
BUITEN-TEMPERATUUR
BUITEN-TEMPERATUUR
BUITEN-TEMPERATUUR
VERSCHUIVINGSTOOKLIJN
Bijverwarmen CV ketel
FIGHTER 1110
Voor de huiseigenaar
26
Elektrische aansluiting
Mixing valve VST 11
12345678
21
43
65
21
43
65
26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
N L1 L2 L3
N L1 L2 L3
21
43
65
21
43
65
TS-UT
N
+
-
6
36
31
21
13
FIGHTER 1110
Main supply
30
22
9
29
N
P37
1589948832
Controllbox
TS-IN
6 Klemmenstrook, warmwaterbesturing
9 Klemmenstrook, electrische voeding
13 Klemmenstrook, pompen, hogedrukschakelaar
15 Buitentemperatuurvoeler, aansluiting
21 Klemmenstrook, temperatuurvoeler
22 Klemmenstrook, elektrisch verwarmingsele-ment
29 Relaiskaart met stroomgedeelte
30 Klemmenstrook, relaiskaart
31 Klemmenstrook
32 Keteltemperatuurvoeler
36 Klemmenstrook, externe eenheden
37 Externe drukschakelaar voor de collector
88 Temperatuurvoeler, "warmtapwater"
89 Temperatuurvoeler, "CV-aanv", CV-systeemaanvoer
94 Temperatuurvoeler, "CV-r", CV-systeem retour
Wisselklep
Hoofdvoeding
Bijverwarmen CV ketel 27Voor de huiseigenaar
FIGHTER 1110
Bij het opstarten van de FIGHTER 1110 detecteertregelaar dat de keteltemperatuurvoeler gemonteerd isen schakelt over op het programma van de CV-ketel.De voeding van de CV-ketel wordt zo aangesloten datdeze bestuurd kan worden via het relais van de FIGH-TER 1110. Indien de warmtepomp niet in staat is deingestelde stookcurve te handhaven, verhoogt deregeling min-waarde van de "graadminuten". Wanneer het geprogrammeerde niveau voor de startvan de bij-verwarming benaderd wordt, sluit het relaiszodat de CV-ketel kan starten. Wanneer de keteltem-peratuur gestegen is tot ca 55 °C, begint de shuntklepte openen. De shuntklep stelt zichzelf zo dat de wer-kelijke aanvoertemperatuur overeenstemt met dewaarde die het besturingssysteem berekend had. Indien de behoefte aan warmte in die mate afneemtdat de extra CV-verwarming niet langer nodig is, sluitde shuntklep volledig. De ketel blijft echter stand-byvoor een periode van 12 uur. Op die manier kan deketel een eventuele verhoging in de behoefte aanwarmte zonder probleem aan. Let erop dat het tempe-ratuurniveau van de ketel geregeld wordt door de hui-dige regelingsuitrusting.
Functies, CV-ketel
Om de werking van de aanvoertemperatuurvoeler FG(89), PG (32) en de retourvoeler RG (94) te optimali-seren, moeten ze in goed contact staan met de leidin-gen. Indien men geen dompelbuis beschikbaar heeft,kan men de geleverde koperen hulzen monteren opde en retuurleidingen naar het verwarmingssysteem.Bevestig de koperen hulzen met 2-4 lagen stevig vast-gedraaide aluminium kleefband. Plaats de tempera-tuurvoelers in en isoleer het geheel met twee lagenwarmte-isolerende kleefband.
Een eventuele shuntklep wordt aangesloten op deklemmenstrook (36) in klem 4 "Shunt+", klem 6"Shunt-" en klem 5 "-N". De stroomtoevoer is 230 Vac,max 0,5 A.
De electrische voeding voor het schakelen van deketel komt op klemstrook (36) op klem 3 "TS-IN" enklem 1 "TS-UT". Het contact op het relais is potenti-aalvrij en onderbreekt max 0,5 A, 230 Vac.
Plaatsing van de temperatuur-voeler
Aansluiting externe shunt
Elektrische aansluitingexterne CV-ketel
Plaatsing van de componenten28Voor de installateur
Cirk.pump
Värmepump
Varmvatten
Tillsatsvärme
Larm
Kontrollera
att vatten
finns i pan-
nan innan
den in-
kopplas.
1
R
0
LEK
4 86 71 70 895
94
35
77
87
76
16
96
24
De illustraties tonen een warm-tepomp met accessoires
FIGHTER 1110
LEK
+2-2
1
R
0
95
8
68622
9
21 30 29
34
202613
97
2
LEK
+2-2
1
R
0
8
682622
9
21 30 29
34
202613
14
12
9569
11
FIGHTER 1110, 5 – 15 FIGHTER 1110, 4
LEK
4118
65
17
27
7
42
48
2833
Overzicht van de componenten 29Voor de installateur
FIGHTER 1110
2 Automatische zekering
3 ** Bedrijfsthermostaat, reservestand
4 Aansluiting bronsysteem, aanvoer (f)
5 Aansluiting bronsysteem, retour (r)
6 Klemmenstrook, warmwaterbesturing
7 Serviceaansluiting, hogedruk
8 Schakelaar, 1 – 0 –
9 Klemmenstrook, binnenkomende elektriciteit
10 ** Magneet relais, elektrische verwarmingscas-sette trap 1
11 * Startcondensator, compressor
12 * Startrelais
13 Klemmenstrook, pompen, hogedrukschakelaar
14 * Bedrijfscondensator, compressor
15 Buitentemperatuurvoeler, aansluiting
16 Circulatiepomp CV-systeem
17 Verdamper
18 Condensor
19 ** Wisselklep
20 ** Contactgever-set
21 Klemmenstrook, temperatuurvoeler
22 Klemmenstrook, extra elektrischverwarmingselement
24 ** Elektrisch verwarmingselement, 9 kW
25 ** Oververhittingsbeveiliging
26 Motorbeveiliging, inclusief resetknop
27 Compressor
28 Bedrijfspressostaat
29 Relaiskaart met stroomgedeelte
30 Klemmenstrook, relaiskaart
33 Hogedrukpressostaat
34 Processor-eenheid, besturingssysteem
35 Circulatiepomp bronsysteem
41 Lagedrukpressostaat
42 Serviceaansluiting, lagedruk
48 Expansieventiel
52 Veiligheidsklep, bronsysteem
63 Vuilfilter
65 Droogfilter
67 ** Magneet relais, elektrische verwarmingscas-sette trap 2
68 Magneet relais, compressor start
69 * Magneet relais, compressor bedrijf
70 Aansluiting, CV-systeem aanvoer
71 Aansluiting, CV-systeem retour
76 Ontluchtingsklep CV-systeem
77 Ontluchtingsklep, bronsysteem
85 Niveaureservoir
86 Temperatuurvoeler, "Bron aan", bronsysteem, in
87 Temperatuurvoeler, "Bron r-", bronsysteem, uit
88 Temperatuurvoeler, "warmwater"
89 Temperatuurvoeler, "CV-aanv", CV-systeemaanvoer
94 Temperatuurvoeler, "CV-r", CV-systeemretour
95 Typeplaatje
96 Typeplaatje, koelgedeelte
97 *** Softstartrelais
* Uitsluitend FIGHTER 1110, 4** Accessoires*** Uitsluitend FIGHTER 1110, 5 – 15
Bedradingsschema
FIGHTER 1110
Voor de installateur
30
P
25
4
3
2
1
6
7
8
9
10
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
26
11
5
Re 1
Re 2
Re 3
Re 4
Re 5
Re 6
Re 7
Re 8
Re 9
230
V
12 V
27
82
6
16 35
68
26
33
13
9
22
97
5 63 41 2L2 L3N L1
29
12345678
2A
10R
5B
211A
4B
3A
6B
34
30
L2 L3N L1
5 6 7 8 9 103 41 2
15
21
87862841 899488
56 34 12
A1 A2
27
68
26
69
Från L3på plint (9)
Från Npå plint (9)
1 2
5
12
14
11
5 – 15 kWKrachtstroom4 kW
1- fase
Vanaf N opkl. strook 9
Vanaf L3 opkl. strook 9
Circuitschema 31Voor de installateur
FIGHTER 1110
P
T
T
X9L1
X9L2
X9L3
X2911A
3A2A
4B T5AH
6B5B
X292
X2914
X131
X132
Re3
Re9
Re8
Re6
Re7
Re5
Re4
X925
X2917
X2911
X2913
X2916
X2915
X2919
4
X61
X139
X1310
X137
X135
X138
X136
1
35
2
46
1
35
2
46
L1
L2L3
U
VW
C
SR
1
35
2
46
1
35
2
46
1
35
2 CSR
1
2
546
22
X2923
X2918
X2920
X22 L3
X22 L1X22 L2
X2912
X22N
X134
21
X62
X293
X9N PE
X2924
X133
2
833
3
26
68
68
68 26
97
97
68 26 69
35
67
10
19
16
27
27
12
11 14
2467
10
25
5 – 15 kW 3-fas
4 kW 1-fas
6 kW
3 kW
10R
3
A1 A2
694 kW single phase4 kW 1-fase
5 – 15 kWKrachtstroom
4 kW1- fase
Maten en afmetingen
Afmetingen32
FIGHTER 1110
Voor de installateur
5 4 71 70
+20
-2
1
R
0
HM flow 49 (50) °CHot water 51 °C
598
525 525
625
+20
-2
1
R
0
HM flow 49 (50) °CHot water 51 °C
30 –
50
1000
75
198100100 100
30
100
67
Voor de warmtepomp is eenvrije ruimte van 800 mm vereistvoor onderhoud en eventueleservicewerkzaamheden.
Rechts van de warmte-pomp is een vrije ruimtevereist voor eventueleservicewerkzaamheden.
Accessoires 33Voor de installateur
Elektrisch verwarmingelement ETS 11Art nr: 089 148
Omschakelventielwarmtapwater VST 11
Art nr: 089 152
LEK
Elektrisch verwarmingsele-ment en complete schakel-set.
Bedrading voor elektrischverwarmingselement en het
alarmsignaal buiten.(230 V alarmsignaal)
LEK
25 A
2525
24 6
810 A
TillBegränsningStröm
Marginal
Effektvakt 100
5V
LEK
LEK
Bedrading XTS 20Art nr: 009 105
Ruimtetemperatuurvoeler RG 20Art nr: 418 345
Vermogensregeling EBV 200Art nr: 418 346
LE
K
21
3
4
5678 9
FIGHTER 1110
LEK
Afvoerluchtmodule FLM 30Art nr: 089 268
Temp. voeler buffertank NV 10Art nr: 089 315
LEK
Breekwaarde drukschakelaar LP (bar) 1,5
Maat 4 5 7 8,5 10 13 15
Breekwaarde drukschakelaar HP (bar) 27
Startstroom (A) 42 24 24 24 26 26 26
Hoofdzekering, alleen WP (A) 16 10 10 10 16 16 16
Hoofdzekering (incl. elektrisch verwarmingselement 9 kW) (A) 25 20 20 25 25 25 35
Aansluiting bronsysteem uitw. ø (mm) 28
Doorstroming in het bronsysteem (l/s) 0,25 0,35 0,48 0,58 0,65 0,75 0,86
Bedrijfstemperatuur bronsysteem (°C) -5 – +20
Drukval, condensor (kPa) 2,7 2,6 3,4 3,2 4,4 3,1 4,1
Breekwaarde bedrijfsdrukschakelaar (bar) 24
Vermogen, circulatiepomp bron (W) 130 130 170 170 250 250 250
Max. toelaatbare drukval bron (kPa) 45 40 58 53 70 65 60
Bedrijfsspanning (V) 1 x 230*** 3 x 400 +N + PE 50 Hz
Max. bedrijfsstroom, compressor (A) 8,0 3,6 5,5 6,7 7,9 9,0 11,0
Hoofdzekering (incl. elektrisch verwarmingselement 6 kW) (A) 16 16 16 20 20 25 25
Vermogen, circulatiepomp CV (W) 75 75 75 75 170 170 170
Aansluiting bronsysteem uitw. ø (mm) 28 28 28 28 35 35 35
Hoeveelheid koelmiddel (R407C) (kg) 1,4 1,7 2,2 2,4 2,4 2,5 2,6
Drukval, verdamper (kPa) 22 21 23 23 19 25 22
Doorstroming in het CV-systeem (l/s) 0,10 0,13 0,18 0,22 0,26 0,31 0,36
Verschil drukschakelaar HP (bar) -7
Verschil drukschakelaar LP (bar) +1,5
Gewicht: (kg) 170 175 195 200 215 225 230
Max temperatuur (aanvoer- /retourleiding) (°C) 60/50
Maximum druk, Bronsysteem (bar) 3
Diff. bedrijfsdrukschakelaar (bar) 5
Afgegeven/Toegevoerd vermogen* bij 0/35 °C ** 4,8/1,0 6,0/1,3 8,8/1,9 10,3/2,2 11,7/2,5 14,6/3,1 17,0/3,7
IP 21
Technische gegevens
FIGHTER 1110
Voor de installateur
34
* Alleen compressorvermogen.** Geldt voor temperatuur bronsysteem aanvoer / CV-systeem aanvoer volgens EN 255.*** Indien het accessoire ETS 11 geïnstalleerd wordt, heeft men 3 x 400 V + N + PE 50 Hz nodig.
Afgegeven/Toegevoerd vermogen* bij 0/50 °C ** 3,9/1,2 4,8/1,5 7,1/2,2 8,5/2,5 9,9/2,9 12,6/3,6 14,8/4,3
Veiligheidsklasse IP 21
Set met meegeleverd materiaal 35Voor de installateur
FIGHTER 1110
LEK
LEK
NIBE AB
Utetemperatur givare
Outdoor temperature sensor
Aussentemperatur fühler
Artikel 018764
Niveaureservoir metoverstartventiel
Art nr: (85) 024 413 (52) 424 091
88
15
85
Art nr: 418 027Aansluitkabel mettemperatuur voeler
(warmwaterregelaar alt.vaste temp regeling)
63
Buitentemperatuurvoeler
Art nr: 018 764
52
Knelkoppelingen Art nr:
4-8,5 kW 024 035 4 st10-15 kW 024 035 2 st10-15 kW 424 283 2 st
VuilfilterArt nr:
4-8,5 kW 024 076 (R25) 2 st10-15 kW 024 076 (R25) 1 st10-15 kW 024 076 (R32) 1 st
LE
K
Aansluitkabel met NTC-voelers
Isolatieband
Aluminiumband Bedradingset
Hulzen voorvoelers
CV-ketel supplement/extra elektrischverwarmingselement OTS 10
Art nr: 089 151
LE
K
Maatregelen in geval van bedrijfsstoringenVoor de installateur
36
FIGHTER 1110
Oorzaak: Onjuiste instelling van de stooklijnen/of de knop "Warmer/kouder".
Actie: Starttemperatuur opnieuw instellen.
Oorzaak: Veel verbruik van warmwater.Actie: Wacht tot de boiler weer op temperatuur is
gekomen.
Oorzaak: Compressor en/of elektrisch verwarmings-element werken niet.
Actie: Controleer de groep- en hoofdzekeringenen vervang ze indien nodig.
Oorzaak: Starttemperatuur op besturingseenheid(34) te laag.
Actie: De warmwaterinstelling bijregelen"WWstart", zie "Beschikbare informatie eninstellingen op het display – menu 3".
Oorzaak: Eventueel is de aardlekschakelaar aange-sproken.
Actie: Reset de aardlekschakelaar. Indien deaardlekschakelaar herhaaldelijk de stroomonderbreekt, moet u een elektrotechnischeinstallateur raadplegen.
Oorzaak: Compressor en/of elektrisch verwarmings-element werken niet.
Actie: Controleer de groep- en hoofdzekeringenen vervang ze indien nodig.
Oorzaak: De compressor werkt niet vanwege een telaag ingestelde waarde voor de stooklijn.
Actie: Controleer en verhoog eventueel de waar-de met behulp van de knop "Warmer/kou-der" (draaiknop op voorpaneel), of veran-der de waarde voor de stooklijn.
Oorzaak: De compressor staat stil vanwege de maxtemp beveiliging.
Actie: Na een uur afkoelen zal een automatischereset plaatsvinden.
Oorzaak: Eventueel is de aardlekschakelaar aange-sproken.
Actie: Reset de aardlekschakelaar. Indien de aard-lekschakelaar herhaaldelijk de stroomonderbreekt, moet u een elektrotechnischeinstallateur raadplegen.
Lage temperatuur of geenwarmwater
Lage ruimtetemperatuur
In geval van onjuiste werking van de warmtepomp of in geval van een bedrijfsstoring moeten allereerst onderstaande punten worden gecontroleerd.
N.B.! Aangezien de FIGHTER 1110 kanworden aangesloten op een groot
aantal externe eenheden, moeten dezeook gecontroleerd worden.
Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van bovenstaandeaanwijzingen, moet de installateur worden geraadpleegd.
Hoge ruimtetemperatuur
Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen 37Voor de installateur
FIGHTER 1110
Het waarschuwingslampje knippert en detekst "HP/MS-alarm" staat op het displayOorzaak: Slechte circulatie in CV-systeem.Actie: Cirulatiepomp CV controleren. Open even-
tuele radiatorthermostaten. Controleer ofde vuilfilter verstopt is.
Wanneer de oorzaak van de storing is verholpen,dient de schakelaar eerst in stand "0" te worden gezeten daarna weer in stand ""1"..Als het waarschuwingslampje nog steeds knippert,heeft de motorbeveiliging gereageerd vanwege éénvan de onderstaande oorzaken.
Oorzaak: Fase weggevallen of tijdelijke storing inelektriciteitsnet.
Actie: Zekeringen controleren.
Oorzaak: Overbelasting compressor (27)Actie: Raadpleeg bevoegd onderhoudsperso-
neel.
Oorzaak: Mechanisch defect in compressor (27)Actie: Raadpleeg bevoegd onderhoudsperso-
neel.
Oorzaak: Defecte motorbeveiliging (26).Actie : Raadpleeg bevoegd onderhoudsperso-
neel.
Oorzaak: Fijnzekering op relaiskaart defect.Actie : Vervang de zekering.
Het waarschuwingslampje knippert en detekst "LP-alarm" staat op het displayOorzaak: Koude start van de installatieActie: Maak gebruik van de stand "Bedrijf met
extra elektrisch verwarmingselement".
Oorzaak: Slechte circulatie in bronsysteem, vanwegeslechte ontluchting/te lage druk of een ijs-prop (indien een ijsprop is gevormd, zal decirculatiepomp (35) van het bronsysteemwarmlopen).
Actie: Ontlucht het systeem en vul meer vloeistofbij. Daarna een paar uur wachten.
Oorzaak: Circulatiepomp (35) buiten werking.Actie: Cirulatiepomp controleren.
Oorzaak: Gebrek aan koudemiddel of een anderdefect in het koelcircuit.
Actie: Raadpleeg bevoegd onderhoudsperso-neel.
Oorzaak: Door ijs verstopte verdamper vanwege telage concentratie antivriesmiddel
Actie: Het vriespunt van de vloeistof in de circula-tiepomp controleren.
Nadat de benodigde maatregelen zijn genomen, moetu op het display controleren of het verschil tussen"Bron aan" en "Bron r-" 2-5 °C bedraagt als de com-pressor in bedrijf is. (Zie onder "Bediening —Beschikbare informatie op het display", punt 4). Wanneer de oorzaak van de storing is verholpen,dient de schakelaar eerst in stand "0" te worden gezeten daarna weer in stand "1".
Indicaties
N.B.! Een storingssituatie mag niet keer op
keer worden gereset, aangezien demotorwikkelingen hierdoor oververhit
kunnen raken.
Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van bovenstaandeaanwijzingen, moet de installateur worden geraadpleegd.
Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen
FIGHTER 1110
Voor de installateur
38
Sluit de afsluitkleppen van het CV-systeem. Opendaarna de aftapklep (76). Er zal nu een weinig waternaar buiten stromen, maar om het hele systeem af tetappen moet de koppeling van het CV-systeem en deaansluiting met de warmtepomp "CV aanv" iets wor-den losgedraaid om lucht in het systeem te laten,zodat al het water naar buiten kan lopen. Wanneer hethele CV-systeem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.
Voor het vervangen van de circulatiepomp van hetbronsysteem, het aandrijfgedeelte, of een eventuelereiniging van de pomp, moeten de afsluitkleppen vanhet bronsysteem worden gesloten. De slang tussenhet bovenste gedeelte van de verdamper en de circu-latiepomp moet aan verdamperzijde worden losge-maakt. Het losgemaakte slanguiteinde kan nu naarbeneden worden gebogen en geleegd in een kleinereopvangbak. Maak daarna de aansluiting "Bron -r" opde circulatiepomp iets los om lucht naar binnen telaten, zodat het bronsysteem van de warmtepomphelemaal kan worden afgetapt. Als het systeem isafgetapt, kunnen de benodigde servicewerkzaamhe-den worden uitgevoerd.
Aftappen bronsysteemAftappen CV-systeem
Schakel de FIGHTER 1110 uit door de schakelaar(8) in stand "0" te zetten.
Verwijder het voorpaneel.
Draai de ontluchtingsschroef los met een schroe-vendraaier. Houd een doek over het heft van deschroevendraaier, aangezien er een bepaaldehoeveelheid water naar buiten kan stromen.
Schuif een schroevendraaier in de opening endraai de pomprotor rond.
Zet de ontluchtingsschroef weer vast.
Start de FIGHTER 1110 en controleer de werkingvan de circulatiepomp.
Het kan vaak eenvoudiger zijn om de circulatiepompte starten wanneer de FIGHTER 1110 in bedrijf is,schakelaar (8) in stand "1". Indien de starthulp van decirculatiepomp moet worden uitgevoerd met de FIGH-TER 1110 in bedrijf, moet u er rekening mee houdendat de schroevendraaier een flinke ruk kan makenwanneer de pomp start.
Starthulp circulatiepomp
Luftningsskruv
16
LE
K
GR
UN
DFO
STyp
eU
PS
25
- 6
01
30
P/N
:59
52
64
47
23
0V
-
HE
JS
AN
PC
;00
17
NIB
DK
50
Hz
IP 4
4T
F 1
10
Cla
ss H
Ma
x. 1
0b
ar
2.5
uF
45
0.2
06
50
.30
90
0.4
0
1m(A
)P,
(W)
N.B.! Als men contact opneemt met NIBE,
dient men steeds het serienummer vanher product mee te delen.089_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Ontluchtingsschroef
FIGHTER 1110
39
FIGHTER 1110
40
NIBE ABSWEDEN
R
Tel: +46 - (0)433 - 73 000Fax: +46 - (0)433 - 73 190E-mail: info@nibe.sewww.nibe.com
Box 14Järnvägsgatan 40SE-285 21 MARKARYD
PL
NL
DK
FI
Vølund VarmeteknikFilial af NIBE AB
Brogårdsvej 7, 6920 Videbæk
Tel: 97 17 20 33Fax: 97 17 29 33E-mail: info@volundvt.dkwww.volundvt.dk
Haato VaraajatNIBE AB:n sivuliike
Valimotie 27, 01510 Vantaa
Puh: 09 - 274 697 0Fax: 09 - 274 697 40E-mail: info@haato.comwww.haato.fi
CZNIBE CZ
V Zavetri 1478/6CZ-170 00 Prague 7
Tel: 0266 791 796Fax: 0266 791 796E-mail: centrala@nibe-cz.comwww.nibe.com
DENIBE Systemtechnik GmbH
Am Reiherpfahl 329223 Celle
Tel: 05141/7546-0Fax: 05141/7546-99E-mail: info@nibe.dewww.nibe.de
NIBE Energietechniek B.VHofstraat 18
4797 AC WILLEMSTAD
Tel: 1684 73249Fax: 1684 76642E-mail: info@nibeboilers.nlwww.nibeboilers.nl
NIBE-BIAWAR Sp. z o. o.Aleja Jana Pawła II 5715-703 BIAŁYSTOK
Tel: 85 662 84 90Fax: 85 662 84 16www.biawar.com.pl