Post on 17-Oct-2020
Jaarverslag RVA 2019
I. Conjuncturele en demografische context
II. Maatregelen onder bevoegdheid van de RVA
III. Impact van de reglementaire wijzigingen sinds 2012
IV. Internationale vergelijking van de arbeidsmarkt
V. Budget
VI. Vooruitzichten
VII. Evolutie van de activiteiten m.b.t. de handhaving van het systeem
VIII. Activiteiten van het FSO
IX. Het beheer van de RVA
2
I. Conjuncturele en demografische contextConjuncturele context 4
Arbeidsmarktevoluties 11
Demografische context 18
3
I.1. Conjuncturele context
4
• NB: Evoluties in procent, m.u.v. conjunctuurbarometer (in punten); Grafiek links = evolutie vanaf 2007 of begin reeks.• In 2019 stijgt het BBP voor het zesde jaar op rij. De conjunctuurbarometer daalt daarentegen met 4 punten op jaarbasis.• Bronnen: NBB - bbp in miljoenen kettingeuro’s - referentiejaar 2016 - van seizoenschommelingen en kalendereffecten gezuiverde gegevens + perscommuniqué - INR - Flash estimate en
kwartaalrekeningen (meest recente trimester); maandelijkse conjunctuurenquête bij de ondernemingen – seizoengezuiverde gegevens (maandgemiddelde op jaarbasis); VDAB, FOREM, Actiris, ADG - Door de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling ontvangen werkaanbiedingen uit het normale economisch circuit, met uitzondering van uitzendarbeid en uitwisseling van aanbiedingen tussen de gewestelijke diensten; Federgon – Raming van het gemiddeld aantal gepresteerde uren uitzendarbeid per dag; FOD Economie – Oprichting van ondernemingen in de profitsector; Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers (RVA); FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Collectieve ontslagen (lange reeks)
JV Vol 2
Deel 1.1
+ 15,0
+ 37,0
+ 8,3
+ 42,0
+ 24,9
+ 16,2
- 59,2
- 8,5
- 60,0 - 35,0 - 10,0 + 15,0 + 40,0
Bbp
Werk-
aanbiedingen
Uitzendarbeid
Oprichtingen van
ondernemingen
Faillissementen
met jobverlies
Verloren banen als gevolg van een
faillissement
Werknemers betr. bij aank. van
collectief ontslag
Conjunctuur-
barometer
Evol. 2007-2019
+ 1,4
+ 2,0
- 4,3
+ 16,9
- 0,1
+ 13,2
- 14,4
- 4,0
- 20,0 - 15,0 - 10,0 - 5,0 + 0,0 + 5,0 + 10,0+ 15,0+ 20,0
Bbp
Werk-
aanbiedingen
Uitzendarbeid
Oprichtingen van
ondernemingen
Faillissementen
met jobverlies
Verloren banen als gevolg van een
faillissement
Werknemers betr. bij aank. van
collectief ontslag
Conjunctuur-
barometer
Evol. 2018-2019
I.1.1 BBP & conjunctuurbarometer
5
• Met een toename van het bbp van 1,4% op jaarbasis, noteren we een matige groei en dat voor het 6de opeenvolgende jaar. Het groeiritme blijft echter kleiner dan wat we kenden voor de economische crisis (+ 3,8% in 2007).
• De conjunctuurbarometer, die gebaseerd is op een enquête die wordt afgenomen bij een steekproef van ondernemers, biedt een weergave van de manier waarop de economische wereld de conjunctuurevoluties percipieert. Is de barometer positief, dan getuigt dit van vertrouwen van de ondernemers in de positieve evolutie van de conjunctuur.
• Bronnen: NBB - bbp in miljoenen kettingeuro’s - referentiejaar 2016 - van seizoenschommelingen en kalendereffecten gezuiverde gegevens + perscommuniqué - INR - Flash estimate en kwartaalrekeningen (meest recente trimester); maandelijkse conjunctuurenquête bij de ondernemingen – seizoengezuiverde gegevens (maandgemiddelde op jaarbasis);
JV Vol 2
Deel 1.1
I.1.2 Werkaanbiedingen
6
• Het aantal werkaanbiedingen stijgt in 2019 met 2,0% op jaarbasis.• Bronnen: VDAB, FOREM, Actiris, ADG - Door de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling ontvangen werkaanbiedingen uit het normale economisch circuit, met uitzondering van
uitzendarbeid en uitwisseling van aanbiedingen tussen de gewestelijke dienstenJV Vol 2
Deel 1.1
+12,7%
+26,4%
+13,9%+11,3%
+1,8%
-1,0%
+12,1%+15,3%
+8,5%+6,0%
+9,3%+7,3%
+13,4%+16,1%
-5,9%
+9,3%
+22,0%
+14,1%+11,1%
+2,0%
-10,0%
0,0%
+10,0%
+20,0%
+30,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land
Vlaams Gewest Waals GewestBrussels Hfdst .
Gew.L and Vlaams Gewest Waals Gewest
Brussels Hfdst .
Gew.L and
2007 201.740 73.647 13.129 288.516 100 100 100 100
2018 287.188 71.882 28.480 387.550 142 98 217 134
2019 292.233 76.163 26.801 395.197 145 103 204 137
Evol. 2007-2019 +44,9% +3,4% +104,1% +37,0%
I.1.3 Uitzendarbeid
7
• Het gemiddelde aantal gepresteerde uren uitzendarbeid is 4,3,% lager dan in 2018.• Bron: Federgon – Raming van het gemiddeld aantal gepresteerde uren uitzendarbeid per dag
JV Vol 2
Deel 1.1
+ 10,4%
+ 6,8%+ 4,8%
+ 1,6%
- 2,2%
+ 9,4%
+ 5,9%+ 7,0%
+ 0,2%
- 5,8%
+ 9,8%
+ 6,2% + 6,1%
+ 0,7%
- 4,3%-8,0%-6,0%-4,0%-2,0%0,0%
+2,0%+4,0%+6,0%+8,0%
+10,0%+12,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Bedienden Arbeiders Totaal
Bedienden Arbeiders Tot aal Bed ienden Arbeiders Tot aal
2007 239.681 406.447 646.128 100 100 100
2018 307.740 423.861 731.601 128 104 113
2019 300.834 399.211 700.045 126 98 108
Evol. 2007-2019 +25,5% +13,3% +8,3%
I.1.4 Oprichting van ondernemingen
8
• Het aantal oprichtingen van ondernemingen stijgt in 2019 op jaarbasis met 16,9% en bereikt het hoogste peil van de voorbije 11 jaar.• Bron: FOD Economie – Oprichting van ondernemingen in de profitsector
JV Vol 2
Deel 1.1
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst . Gew.L and
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst . Gew.L and
2007 16.710 5.902 5.110 27.729 100 100 100 1002018 21.265 6.598 5.833 33.700 127 112 114 122
2019 25.245 8.043 6.090 39.381 151 136 119 142
Evol. 2007-2019 +51,1% +36,3% +19,2% +42,0%
+ 10,7%+ 11,9%
- 1,9%
+ 14,0%
+ 18,7%
+ 6,1%
+ 10,6%
- 0,4% - 0,3%
+ 21,9%
+ 2,3%
+ 9,5%
+ 0,1%
+ 7,2%+ 4,4%
+ 8,1%+ 11,2%
- 1,2%
+ 9,7%
+ 16,9%
-4,0%
0,0%
+4,0%
+8,0%
+12,0%
+16,0%
+20,0%
+24,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
VlaamsGewest
WaalsGewest
Brussels Hfdst. Gew. Land
I.1.5 Faillissementen met jobverlies & verloren banen als gevolg van een faillissement
9
• Het aantal faillissementen is stabiel gebleven t.o.v. 2018 en het aantal verloren banen ten gevolge van faillissementen is gestegen met 13,2%. • Bron: Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers (RVA)
JV Vol 2
Deel 1.1
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst . Gew.L and
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst . Gew.L and
2007 1.358 972 540 2.870 2007 9.407 7.641 4.000 21.048
2018 1.562 1.127 900 3.589 2018 10.503 5.896 5.199 21.598
2019 1.575 1.184 827 3.586 2019 12.301 7.805 4.343 24.449
Evol. 2007-2019 +16,0% +21,8% +53,1% +24,9% +30,8% +2,1% +8,6% +16,2%
Faillissement en met banenver lies Ver loren banen t en gevo lge van faillissement en
- 5,1%
- 13,1%
+ 7,0%
+ 3,2%
- 0,1%
- 10,9% - 10,6%
- 4,1%
- 0,8%
+ 13,2%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
+5,0%
+10,0%
+15,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Faillissementen met banenverlies Verloren banen ten gevolge van faillissementen
I.1.6 Werknemers betrokken bij aankondiging van collectief ontslag
10
• Daling van het aantal aankondigingen collectief ontslag met 14,4% op jaarbasis.• Bron: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Collectieve ontslagen (lange reeks)
JV Vol 2
Deel 1.1
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst . Gew.L and
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst . Gew.L and
2009 9.426 1.722 705 11.853 100 100 100 100
2018 3.257 895 1.498 5.650 35 52 212 48
2019 2.584 1.380 873 4.837 27 80 124 41
Evol. 2009-2019 -72,6% -19,9% +23,8% -59,2%
-1.080
1.052
-2.193
1.439
-673 -1.345
2.697
-3.230
474 485
-2.066
2.244
-2.183
681
-625
-4.491
5.993
-7.606
2.594
-813
-10.000
-5.000
0
5.000
10.000
15.000
20.000
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
VlaamsGewest
WaalsGewest
BrusselsHfdst. Gew.
Land
I.2. Arbeidsmarktevoluties
11
• De recentste gegevens van de Nationale Bank geven een groei aan van de binnenlandse werkgelegenheid in België van 1,5%• Bron: Jaarverslag NBB
JV Vol 2
Deel 1.2
+0,8%
+1,2%
+1,6%
+1,3% +1,4%+1,3%
+1,6% +1,5% +1,6%
+2,0%
+0,9%
+1,3%
+1,6%+1,4%
+1,5%
0,0%
+0,5%
+1,0%
+1,5%
+2,0%
+2,5%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Loontrekkenden Zelfstandigen Totaal
I n du izendenBinnen landse
werkgelegenheidL oont rekkenden Zelfst and igen
Werkgelegenheids-
graad
(2 0 -6 4 j aar )
2007 4.393 3.668 706 67,7%
2018 4.817 4.014 803 69,7%
2019 4.891 4.072 819 70,5%
Evol. 2007 - 2019 +11,3% +11,0% +16,0% +2,8 pp.
Evol. 2018 - 2019 + 1,5% + 1,4% + 2,0% + 0,8 pp.
I.2.1 Binnenlandse werkgelegenheid (totaal)
12
• Stijging van de binnenlandse werkgelegenheid van 1,5% t.o.v. 2018• Sinds 2013 is de tewerkstelling gestegen met 332.100 eenheden • Bron: Jaarverslag NBBJV Vol 2
Deel 1.2
I.2.2 Binnenlandse werkgelegenheid (loontrekkenden)
13
• Bron: Jaarverslag NBB
JV Vol 2
Deel 1.2
+ 1,2% + 1,5% + 1,1% + 1,8% + 1,9%
- 0,3%
+ 1,1% + 1,4% + 0,3%
- 0,5%
+ 0,3% + 0,8% + 1,2% + 1,6% + 1,3% + 1,4%
3.472 3.5123.566 3.604
3.6683.737 3.724 3.765
3.818 3.829 3.809 3.821 3.851 3.8973.961
4.0144.072
3.000
3.200
3.400
3.600
3.800
4.000
4.200
- 1,0%
- 0,5%
+ 0,0%
+ 0,5%
+ 1,0%
+ 1,5%
+ 2,0%
+ 2,5%
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Verschil op jaarbasis (linkeras) In duizenden (rechteras)
I.2.3 Binnenlandse werkgelegenheid (zelfstandigen)
14
• Bron: Jaarverslag NBB
JV Vol 2
Deel 1.2
I.2.4 Binnenlandse werkgelegenheid (index 2007)
15
• Bron: Jaarverslag NBB
JV Vol 2
Deel 1.2
I.2.5 Werkgelegenheidsgraad van 20-64 jaar
16
• De hoogste werkgelegenheidsgraad in 15 jaar (70,5% in 2019 t.o.v. 66,5% in 2005), die ook wordt beïnvloed door de demografische evolutie. De stijging van de bevolking op arbeidsleeftijd is groter dan in het merendeel van de Europese landen (cf. dia 3.4).
• Bron: Jaarverslag NBBJV Vol 2
Deel 1.2
66,5% 66,5%
67,7% 68,0%67,1%
67,6% 67,3% 67,2% 67,2% 67,3% 67,2%67,7%
68,5%
69,7%70,5%
59,5%
61,5%
63,5%
65,5%
67,5%
69,5%
71,5%
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
I.2.6 Limosa-meldingen
17
• De levering van buitenlandse dienstverlening en de gedetacheerde werknemers die in België werken, zijn in constante opmars. Die tewerkstelling wordt niet meegeteld bij de binnenlandsewerkgelegenheid en het gaat niet om voltijds werk.
• Bron: RSZJV Vol 2
Deel 1.2
+9,9%+8,5%
+3,4%+5,4%
+ 1,1% + 0,9%
166.032182.526
197.973 204.614215.732 218.017 219.928
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
+0,0%
+5,0%
+10,0%
+15,0%
+20,0%
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Verschil op jaarbasis (linkeras) Personen (rechteras)
18
I.3. Demografische context
• In duizend personen• In 2019 is de bevolking op beroepsleeftijd (15-64 jaar) opnieuw gestegen met ongeveer 14.000 personen t.o.v. het voorgaande jaar. Het gaat om een stijging van ongeveer 0,2%.• Sinds een aantal jaar groeit de beroepsbevolking sneller dan de bevolking op arbeidsleeftijd.• Bron: Jaarverslag NBB
JV Vol 2
Deel 1.3
Bevo lk in g o p
arb eid sleeft ij d
(1 5 -6 4 j aar )
Bero ep sb evo lk in g
2007 7.012 4.977
2018 7.325 5.395
2019 7.338 5.450
Evol. 2007 - 2019 + 4,7% + 9,5%
Evol. 2018 - 2019 + 0,2% + 1,0%
+0,2% +0,2% +0,2% +0,2% +0,2%
+0,4%
+0,6%
+0,9%
+0,7%
+1,0%
0,0%
+0,2%
+0,4%
+0,6%
+0,8%
+1,0%
+1,2%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Bevolking op arbeidsleeftijd (15-64jaar)
Beroepsbevolking
I.3.1 Bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar)
19
• Bron: Jaarverslag NBB
JV Vol 2
Deel 1.3
+ 0,3% + 0,5% + 0,4% + 0,4% + 0,6% + 0,9% + 1,0% + 0,9% + 0,7% + 0,8% + 0,6% + 0,3% + 0,2% + 0,1% + 0,2% + 0,2% + 0,2% + 0,2% + 0,2%
6.724 6.743 6.774 6.805 6.8356.879
6.9427.012
7.0747.125
7.1807.225 7.247 7.259 7.268 7.284 7.300 7.312 7.325 7.338
6.400
6.600
6.800
7.000
7.200
7.400
+ 0,0%
+ 0,2%
+ 0,4%
+ 0,6%
+ 0,8%
+ 1,0%
+ 1,2%
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Verschil op jaarbasis (linkeras) In duizenden (rechteras)
I.3.2 Beroepsbevolking
20
• In 2019 is de beroepsbevolking met 1,0% toegenomen op jaarbasis.• Bron: Jaarverslag NBB (beroepsbevolking) en Federaal Planbureau (inactieve bevolking)
JV Vol 2
Deel 1.3
I.3.3 Inactieve bevolking
21
• De inactieve bevolking groeit gestaag sinds 2007, terwijl het aantal personen met een RVA-uitkering daalt. Sinds 2007 is het RVA-aandeel binnen de inactieve bevolking (waaronder ook de werklozen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekende omwille van opleiding) nagenoeg gehalveerd.
• Bron: Jaarverslag Federaal PlanbureauJV Vol 2
Deel 1.3
Inactieve bevolking
Waarvan met RVA uitkering
I.3.4 Internationale vergelijking van de evolutie van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar)
22
• Vergelijking met 2007 - recentst beschikbare jaar (2018)• Bron: Eurostat [lfsa_pganws]
JV Vol 2
Deel 1.3
I.3.5 Impact van de vergrijzing
23
• Bronnen: Projectiemodel werkzaamheid (Steunpunt Werk)
JV Vol 2
Woord vooraf
+4.756+2.119
-1.827
-8.589
-13.488-15.493 -15.252
+6.875+5.048
-3.541
-17.029
-32.522
-47.774
-60.000
-50.000
-40.000
-30.000
-20.000
-10.000
+0
+10.000
2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Evolutie bevolking beroepsactieve leeftijd (20-64 jaar)
Per jaar Gecumuleerd
I.3.6 Uitstroom naar het pensioen van de UVW (WZ en NWZ)
24• In 2019 werd het recht ingevoerd om vanuit SWT op vervroegd pensioen te vertrekken. Dit verklaart de sterke stijging van het aantal uitstromers van 60-63 jaar in 2019.• Uitstroom naar het pensioen in verschillende personen (dopfluxbis is slechts beschikbaar vanaf 2010). De verplichte pensioenleeftijd gaat van 65 naar 66 in 2025 en naar 67 in 2030.
JV Vol 2
Deel 3.4
2 0 1 0 2 0 1 1 2 0 1 2 2 0 1 3 2 0 1 4 2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 2 0 1 8 2 0 1 9Evo l. 2 0 1 0 -
2 0 1 9
UVW 5.119 6.145 6.033 5.850 5.729 5.484 5.109 4.973 4.728 4.328 -15,5%
SWT 10.895 12.622 12.487 12.292 12.174 11.893 11.266 11.113 10.878 11.782 +8,1%
Totaal 16.014 18.767 18.520 18.142 17.903 17.377 16.375 16.086 15.606 16.110 +0,6%
UVW 4.503 5.296 5.472 5.637 6.138 6.093 5.755 5.527 5.234 5.234 +16,2%
SWT 3.010 3.857 4.061 4.269 4.449 4.629 4.918 5.213 5.346 5.570 +85,0%
Totaal 7.513 9.153 9.533 9.906 10.587 10.722 10.673 10.740 10.580 10.804 +43,8%
Totaal 23.527 27.920 28.053 28.048 28.490 28.099 27.048 26.826 26.186 26.914 +14,4%
UVW 2.603 2.512 2.934 2.381 2.249 2.973 2.843 3.580 5.146 3.382 +29,9%
SWT 8 8 9 6 8 5 13 21 18 8.836 +110350,0%
Totaal 2.611 2.520 2.943 2.387 2.257 2.978 2.856 3.601 5.164 12.218 +367,9%
UVW 2.940 3.155 4.031 3.218 3.077 3.862 3.436 3.998 5.318 3.096 +5,3%
SWT 35 38 37 38 38 26 39 50 60 1.840 +5157,1%
Totaal 2 975 3 193 4 068 3 256 3 115 3 888 3 475 4 048 5 378 4 936 +65,9%
Totaal 5.586 5.713 7.011 5.643 5.372 6.866 6.331 7.649 10.542 17.154 +207,1%
Tot aal 2 9 . 1 1 3 3 3 . 6 3 3 3 5 . 0 6 4 3 3 . 6 9 1 3 3 . 8 6 2 3 4 . 9 6 5 3 3 . 3 7 9 3 4 . 4 7 5 3 6 . 7 2 8 4 4 . 0 6 8 +5 1 , 4 %
4 , 2 % 5 , 1 % 5 , 4 % 5 , 2 % 5 , 3 % 6 , 1 % 6 , 3 % 7 , 1 % 8 , 4 % 1 1 , 3 %
Mannen
6 4 -6 5
Vrouwen
6 0 -6 3
Mannen
Vrouwen
Rat io t . o . v . het geheel van UVW
II. Maatregelen onder bevoegdheid van de RVATijdelijke werkloosheid 26
Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen 33
UVW-WZ 40
UVW-NWZ 53
Inkomensgarantie-uitkering (IGU) 60
Betalingen voor tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen 67
Tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking, 74
Algemeen statistisch overzicht 81
25
II.1. Tijdelijke werkloosheid
26
• T.o.v. 2018 is de tijdelijke werkloosheid gestegen (+5,8% in fysieke eenheden). De stinging is iets minder in budgettaire eenheden (+1,0%). Het gemiddeld aantal vergoede dagen per werknemer bleef identiek aan 2018, d.w.z. 20,3 dagen. Dit is de eerste zachte toename sinds 2013.
JV Vol 2
Deel 2.1
Fysieke
eenheden
Budget t aire
eenheden
Aant al
versc h illende
w erknem ers
Aant al
versc h illen de
w erkgevers
D agen
(t ot aal)
D agen
(per w erknem er)
D agen
(per w erkgever )
Uit gaven
(m ilj oen
EUR)
Gem iddelde
dagu it ker ing
(EUR)
2018 93.119 19.095 293.662 39.088 5.950.063 20,3 152,2 355,29 59,71
2019 98.530 19.283 298.260 38.255 6.042.310 20,3 157,9 369,39 61,13
+5,8% +1,0% +1,6% -2,1% +1,6% -0,0% +3,8% +4,0% +2,4%
+5.411 +188 +4.598 -833 +92.248 -0,00 +5,7 +14,10 +1,42
Evol. 2018-
2019
119.359134.115
209.788
172.286
139.210159.327 166.732
133.673 123.637 118.15097.258 93.119 98.530
29.783 32.199
60.19649.191
35.466 40.468 42.41830.354 27.294 25.423 20.652 19.095 19.283
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Fysieke eenheden Budgettaire eenheden
II.1.1 TW volgens gewest
27
• De stijging ten opzichte van 2018 is alleen zichtbaar in het Vlaamse Gewest. Voor de andere twee gewesten zijn er nog steeds dalingen ten opzichte van 2018.
JV Vol 2
Deel 2.2-2.3
-8,4%-5,0%
-19,4%
-1,8%
+7,6%
-5,9% -5,9%
-13,2%-8,1%
+4,5%
-6,8%
+12,6%
-25,4%
-6,9% -7,2% -7,5%-4,4%
-17,7%
-4,3%
+5,8%
-30,0%
-20,0%
-10,0%
0,0%
+10,0%
+20,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land
Fysieke eenheden
-11,7%
-6,6%
-21,8%
-5,4%
+3,7%
-7,4% -8,9%-13,6%
-10,1%
-1,1%
-13,0%
+7,0%
-24,5%
-9,1%-11,2% -10,1%
-6,9%
-18,8%
-7,5%
+1,0%
-30,0%
-20,0%
-10,0%
0,0%
+10,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land
Budgettaire eenheden
II.1.2 TW volgens motief: evolutie (in vergoede dagen)
28
• De stijging ten opzichte van 2018 is zichtbaar om de volgende redenen: economische redenen (+ 3,7%) en slecht weer (+ 0,6%).
JV Vol 2
Deel 2.5
Ec onomisc he
redenenSlec ht weer Overmac ht Andere
waarvan
sc horsing
bed ienden
Ec onomisc he
redenenSlec ht weer Overmac ht Andere
2007 5.553.689 2.626.126 580.811 548.354 0 100 100 100 100
2018 3.322.553 1.774.240 522.399 330.871 78.261 60 68 90 60
2019 3.445.357 1.784.007 510.000 302.946 70.677 62 68 88 55
Evol. 2007-
2019-38,0% -32,1% -12,2% -44,8% -57,1%
-19,5%-13,3%-22,1%
-11,9%
+3,7%
+35,6%
+7,7%
-16,1%
+2,7% +0,6%
-4,2%
+6,1%
-11,3%-5,4% -2,4%
-15,0%
-0,2%
-13,3%-12,5% -8,4%
-22,3%
-8,3%
-30,8%
-15,5%-9,7%
-40,0%
-20,0%
0,0%
+20,0%
+40,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Economische redenen Slecht weer Overmacht Andere waarvan schorsing bedienden
II.1.3 TW volgens bedrijfstak (in budgettaire eenheden)
29
• De stijging t.o.v. 2018 van de TW is merkbaar in de industriesector (+ 9,7%) (vertragen van de economische groei) en de groep ‘andere’(+ 4,8%).• We zien dalingen in de volgende sectoren in vergelijking met 2018: handel, bank en verzekeringen -14,4%, diensten -1,9%, bouw -1,4%
JV Vol 2
Deel 2.4
-1,7%
-7,6%-15,6%
-7,4%-1,4% -4,3% -2,3%
-16,0%
-7,6%-1,9%
-14,6%-9,7%
-13,8%-12,2%-14,4%-21,6%
-8,6%
-26,9%
-5,7%
+9,7%
-11,2%-8,2%
-16,5%-11,4%
+4,8%
-40,0%
-30,0%
-20,0%
-10,0%
0,0%
+10,0%
+20,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Bouwnijverheid Diensten Handel, banken en
verzekeringen
Industrie Andere
Bouwnij verheid D ienst enHandel, banken en
verzeker ingenI ndust r ie Andere Bouwnij verheid D ienst en
Handel, banken en
verzeker ingenI ndust r ie Andere
2007 13.349 4.105 572 8.174 3.584 100 100 100 100 100
2018 7.333 4.641 1.042 4.831 1.248 55 113 182 59 35
2019 7.232 4.554 891 5.298 1.308 54 111 156 65 36
Evol. 2007-
2019-45,8% +10,9% +55,9% -35,2% -63,5%
30
II.1.4 Ratio TW volgens provincie
• Ratio tijdelijk werklozen (2019 – verschillende personen) / tewerkgestelde werknemers op 31 december 2018.• Bron aantal loontrekkenden: Eurostat EAK (lfst_r_lfe2estat) (recentst beschikbare jaar: 2018)
JV Vol 2
Deel 2.1
W est -Vlaan d eren 11,3%
Hen ego u w en 10,9%
L im b u rg 9,5%
Oo st -Vlaan d eren 8,1%
L u ik 7,0%
An t w erp en 6,7%
Nam en 6,5%
L u x em b u rg 5,8%
Vlaam s Brab an t 3,6%
Bru ssels Ho o fd st ed elij k Gew est 3,6%
W aals Brab an t 3,1%
< 4%
4% -< 6%
6% -< 8%
8% -< 10%
10% en +
II.1.5 TW: evolutie op langere termijn
31
• De curve van de tijdelijke werkloosheid volgt de economische conjunctuur: • Meerdere pieken: maximum van 93.271 budgettaire eenheden in 1981 (door de economische crisis die volgde op de tweede oliecrisis) en 60.196 budgettaire eenheden in 2009 (door de financiële crisis) • Dalende trend tussen 1982 en 2018: in 2018 laagste niveau• In 2019 een lichte stijging, voor het eerst sinds 2013
JV Vol 2
Deel 2.1; 2.3-2.4
1946; 19.257
1981; 93.271
2009; 60.196
2019; 19.283
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Tijdelijke werkloosheid in budgettaire eenheden
II.1.6 TW: evolutie uitgaven
32
• Het laagste niveau in de periode 2007 tot 2019 met uitzondering van 2018, inclusief het precrisisjaar 2007.
JV Vol 2
Deel 2.5
379.220.460
1.047.197.410
640.289.268
815.520.612
355.292.865
369.387.906
0
200.000.000
400.000.000
600.000.000
800.000.000
1.000.000.000
1.200.000.000
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Tijdelijke werkloosheid - Uitgaven
II.2. Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen
33
• Het gemiddeld aantal UVW-WZ per maand is in 2019 gedaald met 5,4% t.o.v. vorig jaar. De UVW-NWZ zijn gedaald met 31,7%. Hun evolutie wordt bepaald door de conjunctuur, de demografie, maar ook door hervormingen om de tewerkstelling te ondersteunen en door hervormingen van het stelsel van de werkloosheidsverzekering (zie ook deel 9.5). In totaal is het aantal UVW met 47.438 eenheden gedaald in 2019.
• Tussen 2007 en 2019, zien we een daling van 74,5% bij de UVW-NWZ (-26,6% bij de UVW-WZ tijdens dezelfde periode).JV Vol 2
Deel 3.1
UVW-WZ UVW-NWZ Totaal UVW-WZ UVW-NWZ Totaal
2007 448.982 241.680 690.662 100 100 100
2018 348.221 90.256 438.477 78 37 63
2019 329.360 61.678 391.039 73 26 57
Evol. 2007-2019 -26,6% -74,5% -43,4%
-9,0%
-5,3% -5,4% -6,8% -5,4%
-12,2%-10,6%
-17,2%
-20,5%-31,7%
-9,9%
-6,7%-8,5%
-10,0% -10,8%
-30,0%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
UVW-WZ UVW-NWZ Totaal
II.2.1 UVW: verdeling WZ/NWZ
34
• Dalend belang van de UVW-NWZ: deze evolutie is het gevolg van de verstrengde voorwaarden inzake de toekenning van de vrijstelling van IWZ (optrekken van de leeftijdsgrens, mantelzorg..: zie ook deel 9.5)
JV Vol 2
Deel 3.1
374.353403.893
475.600 480.689423.358
460.709 441.406 458.642395.213
348.221329.360
274.710278.412
263.475 245.973235.232 225.483
204.384 174.719
137.168
90.25661.678
.0
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
600.000
700.000
800.000
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
57,6%
42,3%2000
UVW-WZ
UVW-NWZ65,0%
35,0%
2007
76,7%
23,3%
2017
79,4%
20,6%
2018
84,2%
15,8%
2019
II.2.2 UVW (WZ en NWZ): evolutie op langere termijn
35
• Voor het eerst sedert 1980 bedraagt het gemiddeld aantal UVW (WZ en NWZ samen) per maand minder dan 400.000.
JV Vol 2
Deel 3.1
1980:358.186
1994: 758.610
2007:690.662
2019:391.039
.0
200.000
400.000
600.000
800.0001
954
19
551
956
19
571
958
19
591
960
19
611
962
19
631
964
19
651
966
19
671
968
19
691
970
19
711
972
19
731
974
19
751
976
19
771
978
19
791
980
19
811
982
19
831
984
19
851
986
19
871
988
19
891
990
19
911
992
19
931
994
19
951
996
19
971
998
19
992
000
20
012
002
20
032
004
20
052
006
20
072
008
20
092
010
20
112
012
20
132
014
20
152
016
20
172
018
20
19
Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in fysieke eenheden
36
II.2.3 Evolutie (2018-2019) profiel van de UVW(WZ + NWZ)
• Deze grafiek visualiseert de evolutie tussen 2018 en 2019 van het profiel van de UVW (WZ+NWZ). De daling van 47.438 volledig werklozen in 2019 is merkbaar in alle kenmerken.
Deel 3.1JV Vol 2
36.877
401.600
210.286
200.604
27.587
191.017
247.460
69.338
165.882
203.256
90.256
348.221
32.080 (-13,0%)
358.959 (-10,6%)
178.764 (-15,0%)
187.256 (-6,7%)
25.018 (-9,3%)
170.452 (-10,8%)
220.587 (-10,9%)
66.696 (-3,8%)
150.055 (-9,5%)
174.288 (-14,3%)
61.678 (-31,7%)
329.360 (-5,4%)
0 50 000 100 000 150 000 200 000 250 000 300 000 350 000 400 000 450 000
Studies
Arbeid
50 jaar en ouder
25-49 jaar
< 25 jaar
Vrouwen
Mannen
Brussels Hfdst. Gewest
Waals Gewest
Vlaams Gewest
Niet-werkzoekend
Werkzoekend
Toel
aatb
aarh
eid
s-b
asis
Leef
tijd
skla
sse
Ge
slac
ht
Ge
we
stIW
Z
2019 2018
64.701
127.995
205.911
16.186
422.290
244.290
63.063
131.124
24.409
39.212
374.856
1.000
215.985
107.433
114.059
61.683 (-4,7%)
118.658 (-7,3%)
183.103 (-11,1%)
14.398 (-11,0%)
376.641 (-10,8%)
208.215 (-14,8%)
59.611 (-5,5%)
123.213 (-6,0%)
23.109 (-5,3%)
35.749 (-8,8%)
332.180 (-11,4%)
922 (-7,7%)
189.434 (-12,3%)
98.141 (-8,6%)
102.541 (-10,1%)
0 50 000 100 000 150 000 200 000 250 000 300 000 350 000 400 000 450 000
Hooggeschoold
Middengeschoold
Laaggeschoold
33% of meer arbeidsongeschikt
Geen arbeidsongeschiktheid
2 jaar en meer
1 - < 2 jaar
< 1 jaar
Niet-EU nationaliteit
Buitenlandse EU-nationaliteit (EU-28)
Belgische nationaliteit
Andere
Samenwonend
Alleenwonend
Gezinshoofd
Stu
dien
ivea
u*
Arb
eid
s-ge
schi
kth
eid
We
rklo
osh
eids
du
ur
Nat
iona
lite
itU
itke
rin
gsca
tego
rie
2019 2018
II.2.4 Uitstroom van oudere UVW (50+) en aantal UVW van 60 jaar en ouder
37
• Ratio van de jaarlijkse uitstroom van oudere UVW (50+) t.o.v. het totale aantal personen UVW per jaar in dezelfde leeftijdsklasse; uitstroom: betaling in (referte)maand X-1, geen betaling in (referte)maand X (verschillend aantal personen op jaarbasis). NB: voor het recentste jaar gaat het om een raming op basis van de uitstroom van het 1ste semester.
• Het uitstroompercentage van de 50 tot 59 jarigen stijgt progressief: 7,0% in 2003 t.o.v. 36,9% in 2019. Het uitstroompercentage van de 60-plussers is anno 2019 (22,4%) bijna het dubbele van dat in 2005 (12,9%) en bevat vooral (86,6%) uitstroom naar pensioen (zie dia 24 “Aandeel van pensionering in de totale uitstroom van UVW-WZ en UVW-NWZ van 60 jaar of ouder”).
• De leeftijd voor een vrijstelling van IWZ is geleidelijk opgetrokken van 61 jaar in 2016 tot 64 jaar in 2019.
JV Vol 2
Deel 3.4
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
50-59 jaar 7,0% 7,0% 8,1% 9,4% 9,7% 11,4% 11,4% 13,3% 14,0% 15,0% 16,9% 19,7% 22,7% 26,5% 30,9% 36,5% 36,9%
60-63 jaar 7,2% 12,2% 12,9% 7,5% 6,9% 7,5% 6,8% 7,0% 7,2% 8,5% 7,9% 8,0% 9,6% 9,5% 11,6% 14,2% 22,4%
Aantal UVW-WZ en UVW-NWZ vanaf 60 jaar in 2019 (aantal verschi l lende personen)
0,0%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
50-59 jaar 60-63 jaar
60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar
UVW-NWZ 3.678 6.460 8.038 14.667 21.321 22.223
UVW-WZ 14.831 13.459 16.805 11.110 2.487 877
.0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
II.2.5 Niet-vergoede niet-werkende werkzoekenden in vergelijking met de UVW (WZ+NWZ)
38
• Bron: gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en berekeningen RVA.• In 2017 stellen we een breuk vast in de reeks van de ‘WZ verplicht ingeschreven’ en de ‘WZ vrijwillig ingeschreven’ ten gevolge een technische correctie door gewestelijke diensten voor
arbeidsbemiddeling.JV Vol 2
Deel 3.4
Jongeren in
beroeps-
inschakelingsti jd
Andere WZ
verplicht
ingeschreven
WZ vri jwil l ig
ingeschrevenTotaal
Jongeren in
beroeps-
inschakelingsti jd
Andere WZ
verplicht
ingeschreven
WZ vri jwil l ig
ingeschrevenTotaal
2007 39.100 30.942 34.965 105.007 100 100 100 100
2018 48.782 58.109 57.007 163.898 125 188 163 156
2019 44.385 62.106 59.204 165.695 114 201 169 158
Evol. 2007-2019 +13,5% +100,7% +69,3% +57,8%
Evol. 2018-2019 -9,0% +6,9% +3,9% +1,1%
Evol. 2015-2019
UVW-WZ - 88.072
UVW-NWZ - 91.792
NVNW-WZ + 1.970
Subtotaal - 179.864
Totaal - 177.894
- 70 000
- 60 000
- 50 000
- 40 000
- 30 000
- 20 000
- 10 000
+ 0
+ 10 000
+ 20 000
2015 2016 2017 2018 2019
Totaal - 49 041 - 34 763 - 45 768 - 51 721 - 45 642
NVNW-WZ + 13 418 + 3 758 - 678 - 2 907 + 1 797
UVW-NWZ - 21 249 - 16 302 - 23 578 - 23 334 - 28 577
UVW-WZ - 41 210 - 22 219 - 21 512 - 25 480 - 18 861
II.2.6 Vergelijking UVW – NVNW-WZ
39
• Bron: gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en berekeningen RVA• In 2019 heeft 11,0% van de niet vergoede WZ uitkeringen ontvangen tijdens de 2 voorafgaande jaren, tegenover 21,7% in 2015. De piek in 2015 is te wijten aan de beperking in de tijd van het
recht op inschakelinginsuitkeringen.JV Vol 2
Deel 3.4
BITVerpl icht
ingeschreven
Vri jwil l ig
ingeschrevenSubtotaal (exc l . BIT) Totaal
Maandelijks gemiddelde
2018 438 477 48 782 58 109 57 007 115 116 163 898
2019 391 039 44 385 62 106 59 204 121 310 165 695
Evolutie
In absolute cijfers - 47 438 - 4 397 + 3 997 + 2 197 + 6 194 + 1 797
In % - 10,8% - 9,0% + 6,9% + 3,9% + 5,4% + 1,1%
Aandeel vreemdelingen
2018 14,5% 9,6% 39,7% 44,7% 42,2% 32,5%
2019 15,1% 10,4% 38,5% 44,2% 41,3% 33,0%
Vergoed als UVW in de 2 voorgaande jaren
2018 - - 5 239 6 177 11 417 -
2019 - - 5 584 7 718 13 302 -
Aandeel vergoed als UVW in de 2 voorgaande jaren
2018 - - 9,0% 10,8% 9,9% -
2019 - - 9,0% 13,0% 11,0% -
UVWNVNW-WZ
16,4%17,9%
21,7%
17,3%
11,0%9,9%
11,0%
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Aandeel vergoed als UVW in de 2 voorgaande jaren
II.3. UVW-WZ
40
• Het aantal UVW-WZ daalde met 5,4% in 2019.
JV Vol 2
Deel 3.2
Na volti jdse
arbeids-
prestaties
Na studies
Na een vri jwil l ig
deelti jdse
betrekking
SWT zonder
vri jstel l ing van
IWZ
Totaal
Na volti jdse
arbeids-
prestaties
Na studies
Na een vri jwil l ig
deelti jdse
betrekking
SWT zonder
vri jstel l ing van
IWZ
Totaal
2007 312.635 116.452 19.856 39 448.982 100 100 100 100 100
2018 282.380 36.856 20.192 8.794 348.221 90 32 102 22.452 78
2019 268.206 32.063 19.146 9.945 329.360 86 28 96 25.393 73
Evol. 2007-2019 -14,2% -72,5% -3,6% +25.292,6% -26,6%
-2,8% -4,4% -4,5% -6,7% -5,0%
-35,7%
-13,9% -15,0% -13,9% -13,0%
+0,1%
-1,6% -2,5% -4,7% -5,2%
+17,8%+12,2% +12,1%
+23,0%
+13,1%
-9,0%-5,3% -5,4% -6,8% -5,4%
-40,0%
-30,0%
-20,0%
-10,0%
0,0%
+10,0%
+20,0%
+30,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Na voltijdse arbeidsprestaties Na studies Na een vrijwillig deeltijdse betrekking SWT zonder vrijstelling van IWZ Totaal
II.3.1 UVW-WZ volgens gewest (aantal en werkloosheidsgraad)
41
• In 2019 daalde het aantal UVW-WZ met 7,2% in het Vlaams, met 5,5% in het Waals en met 1,3% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de periode van 2007 tot 2019 daalde het aantal UVW-WZ meer in Wallonië dan in Brussel en Vlaanderen. De werkloosheidsgraad in Wallonië en Brussel blijft echter meer dan 2x groter dan in Vlaanderen.
JV Vol 2
Deel 3.2
-4,3%-5,2% -4,9%
-8,4%-7,2%
-12,5%
-4,8%
-7,5% -7,4%
-5,5%
-10,7%
-6,9%
-1,8% -1,9%-1,3%
-9,0%
-5,3% -5,4%
-6,8%
-5,4%
-16,0%
-14,0%
-12,0%
-10,0%
-8,0%
-6,0%
-4,0%
-2,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land
60
70
80
90
100
110
120
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
2007 = index 100
VlaamsGewest
WaalsGewest
Brussels Hfdst. Gew. Land
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels Hfdst.
Gew.Land
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst. Gew.Land
2007 160.439 213.324 75.220 448.982 100 100 100 100
2017 154.894 153.228 65.579 373.701 97 72 87 83
2018 141.946 141.911 64.364 348.221 88 67 86 78
2019 131.718 134.109 63.533 329.360 82 63 84 73
Evol. 2007-2019 -17,9% -37,1% -15,5% -26,6%
2007 6,7% 18,3% 20,5% 11,4%
2019 5,0% 10,7% 15,4% 7,5%
verschil -1,7% -7,6% -5,2% -3,8%
Werkloosheidsgraad (juni)
II.3.2 UVW-WZ volgens geslacht
42
• De werkloosheidsgraad bij de vrouwen is gevoelig gedaald tussen 2007 en juni 2019 (-5,7 procentpunt), ondanks de stijging van de vrouwelijke actieve bevolking.
JV Vol 2
Deel 3.2
Werkloosheidsgraad
Mannen Vrouwen
Evol. 2007-
2019
2007
2019
10,1% 12,8%
8,0% 7,0%
- 2,1 - 5,7
-7,6%
-5,2%-5,7%
-7,0%
-4,5%
-10,7%
-5,5% -5,1%
-6,6% -6,6%
-9,0%
-5,3% -5,4%
-6,8%
-5,4%
-13,0%
-11,0%
-9,0%
-7,0%
-5,0%
-3,0%
-1,0%
+1,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Mannen Vrouwen Totaal
216.386
182.834
146.526
.0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Mannen Vrouwen
- 33.552
-15,5%
- 86.070
-37,0%
II.3.3 UVW-WZ volgens leeftijdsklasse
43
• Bepaalde reglementaire veranderingen (zoals het einde van het recht op inschakelingsuitkeringen na 3 jaar vanaf januari 2015) hebben een grotere impact gehad in 2015 dan in 2016 t.e.m. 2019 op het aantal volledig werklozen in de leeftijdsklassen onder de 50 jaar.
• De totale bevolking onder de 50 jaar (15-49 jaar) nam in de periode 2007-2019 slechts met 0,5% toe, terwijl de stijging van de totale bevolking van 50-64 jaar 18,0% bedraagt (Eurostat, demo_pjan).
• De stijging in de leeftijdsklasse van 60-plussers laat zich verklaren door het geleidelijk optrekken van de leeftijdsvereiste voor het aanvragen van een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende. De minimale leeftijd voor deze volledigevrijstelling is gestegen van 60 jaar (31 december 2014) tot 64 jaar in 2019. (https://www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/t55-0).
Deel 3.2
JV Vol 2
< 25 jaar 25 - 49 jaar 50-59 jaar60 jaar en
ouderTotaal < 25 jaar 25 - 49 jaar 50-59 jaar
60 jaar en
ouderTotaal
2007 63.494 285.283 96.444 3.761 448.982 100 100 100 100 100
2018 27.383 198.328 88.072 34.438 348.221 43 70 91 916 78
2019 24.801 184.899 77.672 41.989 329.360 39 65 81 1.116 73
Evol. 2007-
2019-60,9% -35,2% -19,5% +1016,3% -26,6%
43
+ 36.186- 46.477
- 60.000 - 50.000 - 40.000 - 30.000 - 20.000 - 10.000 + 0 + 10.000 + 20.000 + 30.000 + 40.000 + 50.000
60 jaar en ouder
UVW-WZ Vrijgestelde oudere werklozen
-18,7%-13,0%-16,4%-15,0%
-9,4%-11,7%-5,3% -5,9% -8,0% -6,8%
-1,9%-7,2%-10,1%-12,2%-11,8%
41,1%44,0%
59,9%
33,8%
21,9%
-9,0%-5,3% -5,4% -6,8% -5,4%
-35,0%
-25,0%
-15,0%
-5,0%
+5,0%
+15,0%
+25,0%
+35,0%
+45,0%
+55,0%
+65,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
< 25 jaar 25 - 49 jaar 50-59 jaar 60 jaar en ouder Totaal
Evol. 2012-2019
II.3.4 UVW-WZ volgens duur
44
• In 2019 noteren we voor het zesde jaar op rij een daling van het aantal werklozen waarvan de werkloosheidsduur minder dan een jaar bedraagt (-4,3% op jaarbasis). De groep werklozen waarvande werkloosheidsduur minder is dan een jaar is, per definitie, gevoeliger aan de conjunctuur.
JV Vol 2
Deel 3.2
< 1 jaar 1 - < 2 jaar 2 jaar en meer Totaal < 1 jaar 1 - < 2 jaar 2 jaar en meer Totaal
2007 140.440 71.549 236.992 448.982 100 100 100 100
2018 125.035 56.969 166.217 348.221 89 80 70 78
2019 119.628 54.040 155.693 329.360 85 76 66 73
Evol. 2007-
2019-14,8% -24,5% -34,3% -26,6%
209.817
136.617202.566
73.083
.0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
UVW-WZ < 50 jaar, duur < 2 jaar UVW-WZ < 50 jaar, duur 2 jaar en meer
-70.280
-33,5%
-128.002
-63,2%
II.3.5 UVW-WZ volgens gezinscategorie
45
• In 2019 is de daling van het aantal UVW-WZ op jaarbasis terug te vinden in elke gezinscategorie: we noteren een daling van 6,5% voor de gezinshoofden, van 3,5% voor de alleenwonenden en van 5,8% voor de samenwonenden.
• Tussen 2007 en 2019 daalde het aantal gezinshoofden sterk (-40,1%). Hun aandeel in de totaalppopulatie is bijgevolg gevoelig afgenomen.JV Vol 2
Deel 3.2
Gezins-
hoofden
Alleen-
w onend en
Sam en -
w onendenTot aal
Gezins-
hoofden
Alleen-
w onenden
Sam en-
w onendenTot aal
2007 156.304 106.309 186.233 448.982 100 100 100 100
2018 100.089 90.074 158.058 348.221 64 85 85 78
2019 93.631 86.891 148.838 329.360 60 82 80 73
Evol. 2007-
2019-40,1% -18,3% -20,1% -26,6%
-9,9%
-4,2%-5,1%
-7,2% -6,5%-7,8%
-4,4%-3,5%
-4,9%-3,5%
-9,0%
-6,5% -6,7%-7,7%
-5,8%
-9,0%
-5,3% -5,4%-6,8%
-5,4%
-14,0%
-10,0%
-6,0%
-2,0%
+2,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Gezins-hoofden
Alleen-wonenden
Samen-wonenden
Totaal
46
II.3.6 UVW-WZ en tewerkstelling naar nationaliteit
• De tewerkstelling is met 9,7% gestegen t.o.v. het precrisisniveau (2007), vooral door een stijging bij de vreemdelingen. De werkloosheid (UVW-WZ) daarentegen is tijdens dezelfde periode gedaaldvoor de Belgen (-30,1%) en de werklozen met buitenlandse EU nationaliteit (-9,2%), terwijl het aantal niet-EU werklozen gestegen is (+9,2%). De oorzaken voor deze trends zijn complex en toegelicht in het rapport van 17 oktober 2018 van het Hoge Raad Werkgelegenheid getiteld « Immigranten geboren buiten de Europese Unie op de Belgische arbeidsmarkt». http://www.werk.belgie.be/verslaghrwoktober2018/
JV Vol N° 2
Deel N° 3.2
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
400.000
450.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Belgische nationaliteit
UVW-WZ (RVA) Tewerkstelling (Eurostat) in duizenden
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
0
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Totaal
UVW-WZ (RVA) Tewerkstelling (Eurostat) in duizenden
0
50
100
150
200
250
300
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Niet-EU-nationaliteit
UVW-WZ (RVA) Tewerkstelling (Eurostat) in duizenden
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
45.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Buitenlandse EU-nationaliteit
(EU-28)
UVW-WZ (RVA) Tewerkstelling (Eurostat) in duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstelling
(Eurostat) in
duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstellin
g (Eurostat)
in duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstelling
(Eurostat) in
duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstellin
g (Eurostat)
in duizenden
2007 393.249 4.005 100 100 2007 35.121 262 100 100
2008 369.830 4.060 94 101 2008 32.966 271 94 104
2009 396.673 4.030 101 101 2009 35.154 276 100 105
2010 401.605 4.070 102 102 2010 36.847 294 105 112
2011 384.779 4.069 98 102 2011 36.725 298 105 114
2012 379.146 4.078 96 102 2012 37.279 297 106 114
2013 391.630 4.066 100 102 2013 39.082 312 111 119
2014 391.425 4.060 100 101 2014 40.123 326 114 125
2015 352.713 4.030 90 101 2015 38.387 343 109 131
2016 332.183 4.068 84 102 2016 37.030 346 105 132
2017 313.229 4.090 80 102 2017 35.361 379 101 145
2018 291.272 4.203 74 105 2018 33.341 380 95 145
2019 274.964 4.267 70 107 2019 31.888 385 91 147
Evol.
2007-
2019
-30,1% +6,5%Evol. 2007-
2019-9,2% +47,0%
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstelling
(Eurostat) in
duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstellin
g (Eurostat)
in duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstelling
(Eurostat) in
duizenden
UVW-WZ
(RVA)
Tewerkstellin
g (Eurostat)
in duizenden
2007 20.612 81 100 100 2007 448.982 4.348 100 100
2008 20.561 82 100 101 2008 423.357 4.414 94 102
2009 23.136 84 112 103 2009 454.964 4.389 101 101
2010 22.257 86 108 106 2010 460.709 4.451 103 102
2011 23.908 103 116 127 2011 445.411 4.470 99 103
2012 24.981 103 121 127 2012 441.406 4.479 98 103
2013 27.072 106 131 131 2013 457.785 4.485 102 103
2014 27.093 111 131 137 2014 458.642 4.497 102 103
2015 26.332 126 128 156 2015 417.432 4.499 93 103
2016 26.000 125 126 154 2016 395.213 4.540 88 104
2017 25.111 116 122 143 2017 373.701 4.584 83 105
2018 23.607 116 115 142 2018 348.221 4.699 78 108
2019 22.508 114 109 141 2019 329.360 4.768 73 110
Evol.
2007-
2019
+9,2% +41,0%Evol. 2007-
2019-26,6% +9,7%
Totaal
Belgische nationaliteit Buitenlandse EU-nationaliteit
Niet-EU-nationaliteit
II.3.7 De variatie van de UVW-WZ vergeleken met de in- en uitstroom
47
• Na een periode van relatief hoge uitstroom en lage instroom van 2005 tot 2008, zien we hoe tijdens de financieel-economische crisis de instroom stijgt naar een piek in 2009, terwijl tegelijk de uitstroom vermindert.
• In 2010 groeien instroom en uitstroom weer naar elkaar toe.• Vanaf het derde trimester van 2014 daalt de instroom onder de uitstroom, die een piek bereikt begin 2015. Deze laat zich grotendeels verklaren door de eerste – en meteen ook grootste –
uitstroom van UVW-WZ die het einde van hun recht op inschakelingsuitkeringen bereikten in januari 2015.• Sinds deze piek worden zowel de in- als de uitstroom gekenmerkt door een gestage daling, waarbij de uitstroom steeds hoger blijft liggen dan de instroom
JV Vol N° 2
Deel N° 3.4
60.000
65.000
70.000
75.000
80.000
85.000
90.000
95.000
-60.000
-40.000
-20.000
0
20.000
40.000
60.000
T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4T1T2T3T4
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Stock: verschil op jaarbasis Instroom Uitstroom
II.3.8 Verhouding tussen stock, blijvers, instroom en uitstroom
48
• De stock bestaat gemiddeld voor iets meer dan 80% uit blijvers en voor iets minder dan 20% uit instromers• Het uitstroompercentage schommelt ook rond de 20%
JV Vol N° 2
Deel N° 3.4
St oc k Blij vers I nst room Uit st room St oc k T-1 St oc k Blij vers I nst room Uit st room
2018 T1 410.570 334.557 76.013 69.670 404.227 2018 T1 100% 81,5% 18,5% 17,2%
T2 386.239 329.273 56.966 81.297 410.570 T2 100% 85,3% 14,7% 19,8%
T3 391.583 317.373 74.210 68.866 386.239 T3 100% 81,0% 19,0% 17,8%
T4 375.403 308.390 67.013 83.193 391.583 T4 100% 82,1% 17,9% 21,2%
Jaar 390.949 322.398 68.551 75.757 398.155 Jaar 100% 82,5% 17,5% 19,0%
2019 T1 385.651 310.707 74.944 64.696 375.403 2019 T1 100% 80,6% 19,4% 17,2%
T2 361.689 306.761 54.928 78.890 385.651 T2 100% 84,8% 15,2% 20,5%
T3 372.331 298.644 73.687 63.045 361.689 T3 100% 80,2% 19,8% 17,4%
Jaar 373.224 305.371 67.853 68.877 374.248 Jaar 100% 81,8% 18,2% 18,4%
II.3.9 Verhouding tussen in- en uitstroom (al dan niet naarwerk) en blijvers
49
• De belangrijkste uitstroomrichting is de uitstroom naar werk. Meer dan de helft van de personen die in 2019 T2 zijn uitgestroomd vond werk.
JV Vol N° 2
Deel N° 3.4
II.3.10 Uitstroom naar werk t.o.v. uitstroom naar ziekte
50
• In de periode 2011 - 2019 steeg de uitstroom naar werk met 13,4% (van 9,3% naar 10,5%). De uitstroom naar ziekte steeg met 14,2% (van 1,6% naar 1,8%).
JV Vol N° 2
Deel N° 3.4
7.862 1,6%
8.471 1,7%
8.987 1,8%
10.456 2,0%
10.125 2,1%
8.003 1,8%
7.730 1,8%
7.293 1,8%
6.736 1,8%
46.976 9,3%
43.717 8,8% 39.122
7,9%
45.257 8,6%
45.776 9,3%
45.315 10,0%
43.724 10,1%
41.995 10,3%
39.985 10,5%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Uitstroom naar ziekte Uitstroom naar werk
II.3.11 Kenmerken van de uitstroom naar werk
51
• De uitstroomratio naar werk bedraagt 10,5% voor het eerste semester van 2019 t.o.v. 10,3% voor 2018. • De neemt af met de leeftijd en de werkloosheidsduur. Hoe hoger het opleidingsniveau hoe hoger de uitstroom.• Semestergemiddelden o.b.v. trimestriële gegevens.• NB: het totaal omvat ook de UVW-WZ waarvan het scholingsniveau onbekend is.
JV Vol N° 2
Deel N° 3.4
Aan t al Rat io
Geslacht
Mannen 209.211 21.712 10,4% 10,4%
Vrouwen 171.316 18.273 10,7% 10,1%
Leeftijdscategorie
< 25 jaar 31.132 5.935 19,1% 18,8%
25-49 jaar 220.210 28.732 13,0% 12,6%
50 jaar of ouder 129.185 5.318 4,1% 3,8%
Werkloosheidsduur
< 1 jaar 147.656 28.422 19,2% 19,1%
1-2 jaar 60.805 5.930 9,8% 9,7%
2 jaar of langer 172.066 5.634 3,3% 3,5%
Opleidingsniveau
Laaggeschoold 183.772 13.722 7,5% 7,3%
Middengeschoold 127.038 16.027 12,6% 12,4%
Hooggeschoold 66.914 10.150 15,2% 15,3%
Statuut
Na een voltijdse betrekking 309.245 32.795 10,6% 10,3%
Na studies 39.855 4.658 11,7% 11,9%
Na een vrijwillig deeltijdse betrekking
(WZ)21.848 2.508 11,5% 10,9%
SWT zonder vrijstelling van IWZ 9.580 24 0,3% 0,4%
Gezinscategorie
Gezinshoofden 105.888 5.647 5,3% 5,2%
Samenwonenden 177.499 27.207 15,3% 14,9%
Alleenwonenden 97.141 7.131 7,3% 7,2%
Gewest
Vlaams Gewest 156.632 21.743 13,9% 13,6%
Waals Gewest 155.989 13.978 9,0% 8,5%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 67.907 4.265 6,3% 6,3%
Nationaliteit
Belgische nationaliteit 319.080 34.308 10,8% 10,6%
Buitenlandse EU-nationaliteit 36.086 3.390 9,4% 8,9%
Niet-EU-nationaliteit 25.362 2.287 9,0% 8,6%
Totaal 380.527 39.985 10,5% 10,3%
Gem id delde aant al
UVW -W Z in het eerst e
sem est er van 2 0 1 9
Gem id delde u it st room n aar w erk in h et
eerst e sem est er van 2 0 1 9Gem id deld e u it st room
n aar w erk in h et eerst e
sem est er van 2 0 1 8
II.3.12 Kenmerken van de uitstroom naar ziekte
52
• De uitstroomratio naar ziekte bedraagt 1,8% voor het eerste semester van 2019. • Semestergemiddelden o.b.v. trimestriële gegevens.• NB: het totaal omvat ook de UVW-WZ waarvan het scholingsniveau onbekend is.
Aant al Rat io
Geslacht
Mannen 209.211 2.659 1,3% 1,3%
Vrouwen 171.316 4.078 2,4% 2,4%
Leeftijdscategorie
< 25 jaar 31.132 378 1,2% 1,2%
25-49 jaar 220.210 4.140 1,9% 1,8%
50 jaar of ouder 129.185 2.219 1,7% 1,9%
Werkloosheidsduur
< 1 jaar 147.656 2.742 1,9% 1,8%
1-2 jaar 60.805 1.364 2,2% 2,2%
2 jaar of langer 172.066 2.631 1,5% 1,7%
Opleidingsniveau
Laaggeschoold 183.772 3.640 2,0% 2,1%
Middengeschoold 127.038 2.290 1,8% 1,7%
Hooggeschoold 66.914 777 1,2% 1,1%
Statuut
Na een voltijdse betrekking 309.245 5.455 1,8% 1,8%
Na studies 39.855 714 1,8% 1,7%
Na een vrijwillig deeltijdse betrekking
(WZ)21.848 562 2,6% 2,5%
SWT zonder vrijstelling van IWZ 9.580 6 0,1% 0,0%
Gezinscategorie
Gezinshoofden 105.888 2.114 2,0% 2,1%
Samenwonenden 177.499 3.138 1,8% 1,7%
Alleenwonenden 97.141 1.485 1,5% 1,6%
Gewest
Vlaams Gewest 156.632 3.008 1,9% 1,9%
Waals Gewest 155.989 3.018 1,9% 2,0%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 67.907 711 1,0% 1,1%
Nationaliteit
Belgische nationaliteit 319.080 5.776 1,8% 1,8%
Buitenlandse EU-nationaliteit 36.086 621 1,7% 1,8%
Niet-EU-nationaliteit 25.362 339 1,3% 1,2%
Totaal 380.527 6.736 1,8% 1,8%
Gem id delde aant al
UVW -W Z in het eerst e
sem est er van 2 0 1 9
Gem iddelde u it st room n aar ziekt e in het
eerst e sem est er van 2 0 1 9Gem iddelde u it st room
n aar ziekt e in het eerst e
sem est er van 2 0 1 8
JV Vol N° 2
Deel N° 3.4
II.4. UVW-NWZ
53
• In 2019 bedraagt de daling van het totale aantal UVW-NWZ op jaarbasis 31,7%, wat hen brengt op een niveau dat 74,5% lager ligt dan in 2007. • De mantelzorgers, zeer gering in aantal, dalen voor het eerst sedert de invoering van de maatregel in 2016 (-6,4%).
JV Vol 2
Deel 3.3
Na een vri jwil l ig
deelti jdse
betrekking
Vri jgestelde
ouderen na
volti jdse
arbeidsprestaties
Vri jstel l ing om
mantelzorg of
soc . of fam.
redenen
SWT met
vri jstel l ing van
IWZ
Totaal
Na een vri jwil l ig
deelti jdse
betrekking
Vri jgestelde
ouderen na
volti jdse
arbeidsprestaties
Vri jstel l ing om
mantelzorg of
soc . of fam.
redenen
SWT met
vri jstel l ing van
IWZ
Totaal
2007 9.396 107.939 10.767 113.579 241.680 100 100 100 100 100
2018 4.224 19.542 810 65.680 90.256 45 18 8 58 37
2019 3.680 10.127 758 47.113 61.678 39 9 7 41 26
Evol. 2007-
2019-60,8% -90,6% -93,0% -58,5% -74,5%
-13,4% -10,5% -12,4% -12,7% -12,9% -15,9% -12,8%
-27,4%
-37,1%
-48,2%
-70,7%-64,6%
+7,6% +5,1%
-6,4% -6,0% -8,4%-12,7% -14,6%
-28,3%
-12,2% -10,6%-17,2% -20,5%
-31,7%
-80,0%
-60,0%
-40,0%
-20,0%
0,0%
+20,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Na een vrijwillig deeltijdse betrekking Vrijgestelde ouderen na voltijdse
arbeidsprestaties
Vrijstelling om mantelzorg of soc. of fam.
redenen
SWT met vrijstelling van IWZ Totaal
II.4.1 UVW-NWZ: verhouding volgens stelsel
54
• Het aandeel van de SWT’ers met vrijstelling van inschrijving als werkzoekende neemt jaar na jaar toe en vertegenwoordigt in 2019 reeds 76,4% van de UVW-NWZ.• De omgekeerde evolutie is te zien bij de vrijgestelde oudere werklozen na voltijdse arbeidsprestaties met in 2019 nog een aandeel van 16,4%.
JV Vol 2
Deel 3.3
3,7%
51,2%
3,4%
41,7%
2000
Na een vrijwillig deeltijdse betrekking Vrijgestelde ouderen na voltijdse arbeidsprestaties Vrijstelling om mantelzorg of soc. of fam. redenen SWT met vrijstelling van IWZ
3,9%
44,7%
4,5%
47,0%2007
4,3%
27,4%
0,7%67,7%
2017
4,7%
21,7%
0,9%
72,8%
2018
6,0%
16,4%
1,2%
76,4%
2019
II.4.2 UVW-NWZ volgens gewest
55
• De afname van het aantal UVW-NWZ doet zich voor in elk van de drie gewesten: op jaarbasis -30,6% in het Vlaams Gewest, -33,5% in het Waals Gewest en -36,4% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
• De meerderheid van de UVW-NWZ heeft zijn woonplaats in het Vlaams Gewest (42.570 fysieke eenheden, d.i. 69,0%).JV Vol 2
Deel 3.3
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels Hfdst.
Gew.Land
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels Hfdst.
Gew.Land
2007 150.572 74.077 17.031 241.680 100 100 100 100
2018 61.311 23.971 4.974 90.256 41 32 29 37
2019 42.570 15.945 3.163 61.678 28 22 19 26
Evol. 2007-
2019-71,7% -78,5% -81,4% -74,5%
-11,7%-9,5%
-15,2%-18,4%
-30,6%
-12,8% -13,1%
-20,5%
-24,2%
-33,5%
-13,5%-10,6%
-22,0%
-27,6%
-36,4%
-12,2%-10,6%
-17,2%-20,5%
-31,7%
-40,0%
-35,0%
-30,0%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land
II.4.3 UVW-NWZ volgens geslacht
56
• De aanzienlijke daling op jaarbasis doet zich zowel bij het aantal mannelijke ( -32,6%) als het aantal vrouwelijke ( -30,1%) UVW-NWZ voor in 2019.• Het aandeel van de mannen binnen de UVW-NWZ blijft beduidend hoger dan dat van de vrouwen. In 2019 bedraagt hun aandeel 61,2%.
JV Vol 2
Deel 3.3
Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal
2007 147.492 94.189 241.680 100 100 100
2018 56.038 34.218 90.256 38 36 37
2019 37.753 23.926 61.678 26 25 26
Evol. 2007-
2019-74,4% -74,6% -74,5%
-9,0% -10,1%
-16,6%-20,1%
-32,6%
-16,6%
-11,4%
-18,1%-21,2%
-30,1%
-12,2%-10,6%
-17,2%-20,5%
-31,7%-35,0%
-30,0%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Mannen Vrouwen Totaal
II.4.4 UVW-NWZ volgens leeftijdsklasse
57JV Vol 2
Deel 3.3
60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar Totaal 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar
2007 30.249 27.745 24.808 23.954 15.101 1.105 122.961 100 100 100 100 100 100
2018 7.019 10.356 15.971 22.280 24.074 2.028 81.729 23 37 64 93 159 183
2019 3.866 6.696 9.519 14.408 19.966 1.831 56.286 13 24 38 60 132 166
Evol. 2018-
2019-44,9% -35,3% -40,4% -35,3% -17,1% -9,7% -31,1%
60-plusssers
< 5 0 j aar 5 0 - 5 9 j aar 6 0 j aar en ouder Tot aal < 5 0 j aar 5 0 - 5 9 j aar 6 0 j aar en ouder Tot aal
2007 12.285 106.435 122.961 241.680 100 100 100 100
2018 2.480 6.048 81.729 90.256 20 6 66 37
2019 2.575 2.818 56.286 61.678 21 3 46 26
Evol. 2007-2019 -79,0% -97,4% -54,2% -74,5%
Evol. 2018-2019 +3,8% -53,4% -31,1% -31,7%
• 91% van de UVW-NWZ is ouder dan 60 in 2019 (51% in 2007). Bovendien zijn 36.205 of 64% van hen ten minste 63 jaar oud en zullen ze met pensioen gaan in 2020 of 2021.
II.4.5 UVW-NWZ volgens gezinscategorie
58
• Net als in 2007 vertegenwoordigen de samenwonenden anno 2019 bij de UVW-NWZ de grootste groep. Hun aandeel is in die periode met 14,8 procentpunt toegenomen.• NB: het totaal omvat ook een klein aantal UVW-NWZ met een andere gezinscategorie dan de drie bovenstaande meest gebruikelijke categorieën.
JV Vol 2
Deel 3.3
Gezins-
hoofden
Alleen-
w onen den
Sam en-
w on end enTot aal
Gezins-
hoofden
Alleen-
w onenden
Sam en-
w onendenTot aal
2007 62.152 44.707 123.348 241.680 100 100 100 100
2018 13.970 17.360 57.927 90.256 22 39 47 37
2019 8.910 11.249 40.597 61.678 14 25 33 26
Evol. 2007-
2019-85,7% -74,8% -67,1% -74,5%
-13,2% -14,0%
-21,1%
-25,2%
-36,2%
-9,8% -9,1%
-19,4%
-24,7%
-35,2%
-8,4% -8,8%
-15,6%-18,3%
-29,9%
-12,2%-10,6%
-17,2%-20,5%
-31,7%
-40,0%
-35,0%
-30,0%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Gezins-hoofden
Alleen-wonenden
Samen-wonenden
Totaal
59
II.4.6 Graad UVW-WZ & ratio UVW-NWZvolgens provincie
• Graad: UVW-WZ in de maand juni van 2019 / tegen werkloosheid verzekerden op 30 juni van 2018• Ratio: UVW-NWZ in de maand juni van 2019 / totale bevolking van 45 jaar of ouder• Berekeningen: RVA• Bronnen: Eurostat EAK (lfst_r_lfsd2pop) - Recentst beschikbare jaar, RSZ, DIBISS, RIZIV
JV Vol 2
Deel 3.3
UVW-WZ: 295.200
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15,4%
Henegouwen 12,6%
Luik 10,9%
Namen 9,7%
Waals Brabant 8,4%
Luxemburg 6,8%
Antwerpen 6,2%
Limburg 5,2%
Oost-Vlaanderen 4,6%
West-Vlaanderen 4,4%
Vlaams Brabant 4,0%
< 5 %
5 - < 6,5 %
6,5 - < 8 %
8 - < 9,5 %
9,5 - < 11 %
11 - < 12,5 %
12,5 - < 14 %
14 + %
UVW-NWZ: 61.150
West-Vlaanderen 1,5 %
Oost-Vlaanderen 1,5 %
Limburg 1,3 %
Antwerpen 1,3 %
Vlaams Brabant 1,2 %
Henegouwen 1,1 %
Luik 1,0 %
Namen 0,9 %
Waals Brabant 0,8 %
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0,8 %
Luxemburg 0,6 %
< 0,5 %
0,5 - < 0,7 %
0,7 - < 0,8 %
0,8 - < 0,9 %
0,9 - < 1 %
1 - < 1,1 %
1,1 - < 1,2 %
1,2 > %
II.5. De deeltijdse werknemers met de inkomensgarantie-uitkering (IGU) – volgens stelsel
60
• In 2019 werden, gemiddeld per maand, 33.576 deeltijdse werknemers geteld, d.i. 2.179 of 6,1% minder dan in 2018.
JV Vol 2
Deel 4.2
Deelti jdse
werknemers met
behoud van rechten
en een IGU
Vri jwil l ig deelti jdse
werknemers met IGUTotaal
Deelti jdse
werknemers met
behoud van rechten
en een IGU
Vri jwil l ig deelti jdse
werknemers met IGUTotaal
2007 47.516 - 47.516 100 - 100
2018 35.368 387 35.755 74 482 75
2019 33.190 386 33.576 70 480 71
Evol. 2007-
2019-30,1% - -29,3%
-12,6%-10,1%
-6,0% -5,6% -6,2%
-7,1%
-6,5%
2,3% 3,3%
-0,4%
-12,5%-10,0%
-5,9% -5,5% -6,1%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
+5,0%
+10,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Deeltijdse werknemers met behoud van rechten eneen IGU
Vrijwillig deeltijdse werknemers met IGU Totaal
II.5.1 IGU - samenstelling
61JV Vol 2
Deel 4
Volgens stelsel Volgens geslacht
Deeltijdse werknemers
met behoud van rechten
en een IGU
33.190 Mannen 8.148
Vrijwillig deeltijdse
werknemers met IGU
386 Vrouwen 25.428
Volgens gewest Volgens leeftijd
Vlaams
Gewest
14.528 < 25 jaar 870
Waals
Gewest
15.287 25-49 jaar 20.392
Brussels Hfdst. Gew. 3.761 50 jaar en ouder 12.314
Totaal 33.576
II.5.2 IGU – volgens gewest
62
• In 2019 daalt het aantal IGU op jaarbasis met 7,8% in het Vlaams Gewest, met 5,1% in het Waals Gewest en met 3,3% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
JV Vol 2
Deel 4.3
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels Hfdst.
Gew.Land
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels Hfdst.
Gew.Land
2007 24.819 17.848 4.849 47.516 100 100 100 100
2018 15.763 16.102 3.890 35.755 64 90 80 75
2019 14.528 15.287 3.761 33.576 59 86 78 71
Evol. 2007-
2019-41,5% -14,4% -22,4% -29,3%
-13,5%-12,0%
-9,0%-8,1% -7,8%
-12,5%
-7,7%
-2,6% -2,6%
-5,1%
-8,4%-10,1%
-5,9% -6,3%
-3,3%
-12,5%
-10,0%
-5,9% -5,5% -6,1%
-16,0%
-14,0%
-12,0%
-10,0%
-8,0%
-6,0%
-4,0%
-2,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gew. Land
II.5.3 IGU – volgens geslacht
63
• In 2019 zijn er op jaarbasis dalingen van respectievelijk 4,5% bij de mannen en 6,6% bij de vrouwen.
JV Vol 2
Deel 4.4
Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal
2007 9.873 37.643 47.516 100 100 100
2018 8.529 27.226 35.755 86 72 75
2019 8.148 25.428 33.576 83 68 71
Evol. 2007-
2019-17,5% -32,5% - 29,3%
-8,2%-9,2%
-4,9% -4,3% -4,5%
-13,7%
-10,3%
-6,3% -5,9%-6,6%
-12,5%
-10,0%
-5,9% -5,5% -6,1%
-16,0%
-14,0%
-12,0%
-10,0%
-8,0%
-6,0%
-4,0%
-2,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Mannen Vrouwen Totaal
II.5.4 IGU volgens geslacht (2)
64
• In 2019 bedroeg het aandeel mannen 24,3% en het aandeel vrouwen 75,7%.
JV Vol 2
Deel 4.4
20,8%
79,2%
2007
Mannen Vrouwen
23,9%
76,1%
2018
24,3%
75,7%
2019
II.5.5 IGU – volgens leeftijdsklasse
65
• Op jaarbasis vertonen de leeftijdsklassen jonger dan 50 jaar een sterke daling in 2019, met voor de jongeren minder dan 25 jaar een vrij uitgesproken daling van 14,2%, terwijl het aantal 50-plussers met 3,3% is gedaald.
JV Vol 2
Deel 4.5
< 25 jaar 25-49 jaar50 jaar en
ouderTotaal < 25 jaar 25-49 jaar
50 jaar en
ouderTotaal
2007 2.043 37.395 8.079 47.516 100 100 100 100
2018 1.015 22.011 12.730 35.755 50 59 158 75
2019 870 20.392 12.314 33.576 43 55 152 71
Evol. 2007-
2019-57,4% -45,5% +52,4% -29,3%
-23,6% -23,2%
-11,5%
-17,9%
-14,2% -14,8%
-12,0%
-7,6% -7,5% -7,4%-5,2%
-3,9%-2,0%
-0,7%-3,3%
-12,5%-10,0%
-5,9% -5,5% -6,1%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
< 25 jaar 25-49 jaar 50 jaar en ouder Totaal
II.5.6 Deeltijdse werknemers met een IGU(intreders)
66
• Mede als gevolg van de aanpassing van de berekeningswijze en toekenningsvoorwaarden heeft de evolutie van het aantal intreders in het statuut van deeltijdse werknemer met een IGU een dalende tendens ingezet.
• Intreders = betaling in maand X en geen betaling in maand X-1 tot X-12JV Vol 2
Deel 9.6
Gezinshoofden Alleenwonenden Samenwonenden Andere Tot aal
2013 13.954 8.553 15.897 14 38.418
2014 13.456 8.375 16.340 5 38.176
2015 12.027 7.324 13.599 3 32.953
2016 11.288 6.534 11.930 3 29.755
2017 11.127 6.676 11.369 0 29.172
2018 10.786 6.432 10.527 2 27.747
2019 10.404 6.253 9.649 0 26.306
Evol. 2013-2019 -3.550 -2.300 -6.248 -14 -12.112
-25,4% -26,9% -39,3% -100,0% -31,5%
Evol. 2018-2019 -382 -179 -878 -2 -1.441
-3,5% -2,8% -8,3% -100,0% -5,2%
II.6. Tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen
67
• In 2019 werden maandelijks gemiddeld 96.520 betalingen ingediend voor verschillende tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2018.JV Vol 2
Deel 5.4
Werk- en
ac t iver ings-
maat regelen
Vr ij st ellingen Toeslag
beroeps-
op leid ing
K inder-
opvang-
t oeslag
Uit ge-
doofde
st elsels
Tot aal Werk- en
ac t iver ings-
maat regelen
Vr ij st ellingen Toeslag
beroeps-
op leid ing
K inder-
opvang-
t oeslag
Uit ge-
doofde
st elsels
Tot aal
2007 61.210 36.655 64 23 1.429 99.380 100 100 100 100 100 100
2018 61.625 38.235 4 501 0 100.364 101 104 7 2201 0 101
2019 57.395 38.612 0 512 0 96.520 94 105 0 2249 0 97
Evol. 2007-
2019- 6,2% + 5,3% - 99,7% + 2148,7% - 100,0% - 2,9%
II.6.1 Tewerkstellings- en activeringsmaatregelen: betalingen
Niet overgedragen
bevoegdheden
(federaal)
Tot aal
Ac t iva D oorst romings-
programma
SI NE Ac t iva START Werkhervat t ings-
t oeslag
I nst apst age Opleid ings-
u it ker ing
Besc hut t e
w erkp laat s
2007 38.256 5.748 8.713 714 4.605 76 2.607 490 61.210
2018 34.243 3.071 9.711 4 12.593 41 1.783 179 61.625
2019 35.883 2.465 9.602 1 9.013 14 254 164 57.395
Evol. 2007-
2019- 6,2% - 57,1% + 10,2% - 99,9% + 95,7% - 81,5% - 90,3% - - 66,6% - 6,2%
Overgedragen bevoegdheden (federaal naar regionaal)
68
• Op jaarbasis noteren we voor elk van de werk- en activeringsmaatregelen een daling, behalve voor de grootste groep: Activa• D.i. inclusief de activeringsmaatregelen onder regionale regelgeving (cf. infra)
JV Vol 2
Deel 5.2
II.6.2 Tewerkstellings- en activeringsmaatregelen: verdeling
69
• Het totaal aantal betalingen voor tewerkstellings- en activeringsmaatregelen zit nu op het niveau van vóór de crisis (2007), maar er zijn grote verschillen in evoluties tussen de stelsels. • Het grootste stelsel in 2019, m.n. Activa, vertegenwoordigd meer dan de helft van de betalingen.
JV Vol 2
Deel 5.2
II.6.3 Activeringsmaatregelen onder regionale regelgeving
Jaar Vlaams Gewest Waals Gewest ex c lusief
D u it st alige
Gemeensc hap
Duit st alige Gemeen-
sc hap
Brussels Hfdst . Gewest L and
2017 - 3.515 0 70 3.585
2018 3 19.147 1 2.622 21.773
2019 15 28.423 6 4.971 33.415
ACTI VA, regionale regelgev ing
70
• De sterke stijging bij de maatregelen Activa laat zich verklaren door de nieuwe Activamaatregelen onder bevoegdheid van de gewestelijke instanties.• De betalingen onder de federale regelgeving verminderen sterk en vertegenwoordigen nog maar 7% van het totaal. • NB: de variabele ‘Gewest’ wordt i.c. bepaald door de woonplaats.JV Vol 2
Deel 5.2
II.6.4 Vrijstellingen in het kader van opleidingen en andere vrijstellingen: betalingen
Tot aal
Vo lgen
van een
beroeps-
op leid ing
Hervat t en
van
st ud ies
Ac t iv it eit en
in het
bu it en land
Ac t iv it eit en
in P W A
of als
st adsw ac ht
2007 25.053 10.248 27 1.328 36.655
2018 25.497 11.066 6 1.665 38.235
2019 27.280 9.714 4 1.614 38.612
Evol. 2007-
2019+ 8,9% - 5,2% - - 85,0% + 21,6% + 5,3%
Opleid ingen Andere vr ij st ellingen
71
• Gemiddeld werden per maand in 2019 38.612 betalingen uitgevoerd voor vrijstellingen.
JV Vol 2
Deel 5.3
II.6.5 Vrijstellingen in het kader van opleidingen en andere vrijstellingen: verdeling
72
• De betalingen voor vrijstellingen voor het volgen van studies vertegenwoordigen in 2019 95,8% van alle betalingen voor vrijstellingen.
JV Vol 2
Deel 5.3
II.6.6 Vrijstellingen in het kader van opleidingen en andere vrijstellingen: personen per gewest
73
• Het aantal personen met een vrijstelling is hoger in het Vlaams dan in het Waals Gewest.
JV Vol 2
Deel 5.3
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gewest Land
Beroepsopleiding 35.452 28.692 5.919 70.063
Studies met volledig leerplan voor een knelpuntberoep 964 2.056 518 3.538
Studies met volledig leerplan, niet voor een knelpuntberoep 1.232 386 389 2.007
Studies aanvaard door de RTD 42 4.457 15 4.514
Opleiding in het kader van een individueel actieplan 1.315 390 1.892 3.597
Middenstandsopleiding 258 35 193 486
Overeenkomst met activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer 388 278 266 932
Alternerende opleiding 16 688 6 710
Opleidingen "entreprise / atelier de formation" 0 1.468 5 1.473
Opleiding of stage in het buitenland 1 68 75 144
Totaal 39.668 38.518 9.278 87.464
Aantal verschi l lende personen
II.7. Tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking
74
• In 2019 werden gemiddeld per maand 249.367 onderbrekingsuitkeringen betaald in de verschillende stelsels van tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking. Dat zijn er 5.174 minder dan in 2018, wat een daling inhoudt van 2,0%.
• Voor het maandgemiddelde van alle onderbrekingsuitkeringen samen zakt het peil voor het eerst sinds 2008 onder de 250.000.• In het kader van de Zesde Staatshervorming is voorzien dat de loopbaanonderbreking voor het personeel van de gefedereerde entiteiten wordt overgedragen naar die entiteiten. De betalingen die
nog worden verricht door de RVA betreffen enerzijds de onderbrekingen begonnen vóór de overdracht (voor het Vlaams Gewest), anderzijds de onderbrekingen die nog niet effectief zijn overgedragen (andere regionale instanties).
JV Vol 2
Deel 6.1
Tij dskred iet Them at isc he
ver loven
L oopbaan-
onderbrek ing
w a a r va n
fed er a le
en t it eit en
w a a r va n
g efed er eer d e
en t it eit en
Sub t ot aal Zonder
u it ker in g
Tot aal P ro
m em or ie:
Vlaam s
Zorgkred iet
Tij dskred iet Them at isc he
ver loven
L oopbaan-
onderbrek ing
w a a r va n
fed er a le
en t it eit en
w a a r va n
g efed er eer d e
en t it eit en
Subt ot aal
2007 111.668 39.870 71.781 26.231 45.551 223.319 2.684 226.003 - 100 100 100 100 100 100
2018 111.399 83.983 59.160 12.142 47.018 254.541 17.659 272.201 13.706 100 211 82 46 103 114
2019 107.392 88.299 53.676 11.196 42.480 249.367 16.932 266.299 17.241 96 221 75 43 93 112
Evol. 2007-
2019-3,8% +121,5% -25,2% -57,3% -6,7% +11,7% +530,8% +17,8% -
+6,5%
-10,0% -8,7%-5,5%
-3,6%
+1,5%+3,8%
+6,5%
+2,5%+5,1%
+2,8%+5,0%
-2,6%
-18,1%
-9,3%
+3,7%
-12,1% -11,0%
-3,5%
-7,8%
+2,5%
+10,1%
-0,6%
-21,2%
-9,7%
+4,3%
-2,7% -2,9%-6,4%
-2,0%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
+5,0%
+10,0%
+15,0%
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Tijdskrediet Thematische verloven Loopbaanonderbreking waarvan federale entiteiten waarvan gefedereerde entiteiten Subtotaal
II.7.1 Tijdskrediet: kerncijfers
75
• In het tijdskrediet voor de werknemers van de private sector neemt het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden in 2019 af op jaarbasis met 3,6%. • Het tijdskrediet zonder motief is afgeschaft sinds 1 april 2017 wat de daling van 44,1% verklaart ten voordele van het aantal uitkeringsgerechtigden met motief.
JV Vol 2
Deel 6.2
2 0 0 7 2 0 1 8 2 0 1 9
Gewest
Vlaams Gewest 79.982 82.233 79.898 -84 -0,1% -2.335 -2,8%
Waals Gewest 25.872 24.581 23.249 -2.623 -10,1% -1.332 -5,4%
Brussels Hfdst. Gewest 5.814 4.584 4.245 -1.568 -27,0% -339 -7,4%
Geslacht
Mannen 40.973 42.252 42.129 +1.156 +2,8% -123 -0,3%
Vrouwen 70.695 69.147 65.264 -5.431 -7,7% -3.884 -5,6%
Leeftijdsklasse
< 30 jaar 4.541 2.708 2.665 -1.876 -41,3% -43 -1,6%
30-49 jaar 44.943 36.743 36.244 -8.699 -19,4% -500 -1,4%
50 jaar en ouder 62.184 71.948 68.484 +6.299 +10,1% -3.464 -4,8%
Onderbreking
Volledig 11.452 4.140 4.204 -7.247 -63,3% +64 +1,5%
Halftijds 32.094 24.195 23.023 -9.071 -28,3% -1.172 -4,8%
Vermindering met 1/5 68.122 83.064 80.165 +12.043 +17,7% -2.898 -3,5%
Stelsel
Met motief 1.085 36.255 38.755 +37.669 +3471,0% +2.500 +6,9%
Zonder motief 52.377 9.738 5.448 -46.930 -89,6% -4.290 -44,1%
Einde loopbaan 58.205 65.407 63.190 +4.985 +8,6% -2.216 -3,4%
Totaal 111.668 111.399 107.392 -4.275 -3,8% -4.007 -3,6%
Zonder uitkeringen 979 10.629 1.025 +45 +4,6% -9.604 -90,4%
Algemeen totaal 112.647 122.028 108.417 -4.230 -3,8% -13.611 -11,2%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Evo l. 2 0 0 7 -2 0 1 9 Evo l. 2 0 1 8 -2 0 1 9
99,1%
0,9%
2007
Met uitkeringen Zonder uitkeringen
91,3%
8,7%
2018
99,1%
0,9%
2019
II.7.2 Thematische verloven: kerncijfers
76
• Het aantal onderbrekingsuitkeringen in het kader van deze stelsels neemt toe met 5,1% op jaarbasis (+4.316 eenheden).• Het aantal thematische verloven zonder uitkeringen is gestegen met 66,2% in vergelijking tot vorig jaar.• Het aantal uitkeringen stijgt sneller bij de mannen (8,0%) dan bij de vrouwen (+3,8%).JV Vol 2
Deel 6.3
2 0 0 7 2 0 1 8 2 0 1 9
Gewest
Vlaams Gewest 28.880 60.601 63.664 +34.784 +120,4% +3.063 +5,1%
Waals Gewest 8.805 18.906 20.009 +11.204 +127,2% +1.103 +5,8%
Brussels Hfdst. Gewest 2.185 4.476 4.625 +2.441 +111,7% +150 +3,3%
Geslacht
Mannen 8.479 26.416 28.520 +20.040 +236,3% +2.103 +8,0%
Vrouwen 31.391 57.566 59.779 +28.389 +90,4% +2.213 +3,8%
Leeftijdsklasse
< 30 jaar 10.355 9.507 9.285 -1.070 -10,3% -222 -2,3%
30-49 jaar 27.336 61.359 64.904 +37.568 +137,4% +3.546 +5,8%
50 jaar en ouder 2.179 13.118 14.110 +11.931 +547,6% +992 +7,6%
Onderbreking
Volledig 8.171 12.860 13.405 +5.234 +64,0% +545 +4,2%
Halftijds 5.845 17.454 18.068 +12.223 +209,1% +614 +3,5%
Vermindering met 1/5 25.853 53.669 55.484 +29.631 +114,6% +1.815 +3,4%
Vermindering met 1/10 - 0 1.342 - - - -
Stelsel
Ouderschapsverlof 34.111 65.218 68.688 +34.577 +101,4% +3.470 +5,3%
Medische bijstand 5.554 18.421 19.267 +13.712 +246,9% +846 +4,6%
Palliatief verlof 205 344 344 +139 +68,0% -0 -0,1%
Totaal 39.870 83.983 88.299 +48.429 +121,5% +4.316 +5,1%
Zonder uitkeringen 36 5.945 9.879 +9.843 +27404,5% +3.934 +66,2%
Algemeen totaal 39.906 89.928 98.178 +58.272 +146,0% +8.250 +9,2%
Evo l. 2 0 0 7 -2 0 1 9 Evo l. 2 0 1 8 -2 0 1 9
68.688
5.554
19.267
205344
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Ouderschapsverlof Medische bijstand Palliatief verlof
+34.577+101,4%
+13.712+246,9%
+139+68,0%
13.40515,2%
18.06820,5%
55.48462,8%
1,5%
2019
VolledigHalftijdsVermindering met 1/5Vermindering met 1/10
II.7.3 Loopbaanonderbreking: kerncijfers2 0 0 7 2 0 1 8 2 0 1 9
Gewest
Vlaams Gewest 46.495 38.706 33.065 -13.430 -28,9% -5.641 -14,6%
Waals Gewest 22.523 17.791 17.898 -4.625 -20,5% +107 +0,6%
Brussels Hfdst. Gewest 2.763 2.663 2.713 -51 -1,8% +50 +1,9%
Geslacht
Mannen 19.322 17.251 15.620 -3.702 -19,2% -1.631 -9,5%
Vrouwen 52.459 41.909 38.056 -14.403 -27,5% -3.852 -9,2%
Leeftijdsklasse
< 30 jaar 2.095 731 555 -1.540 -73,5% -176 -24,1%
30-49 jaar 26.487 12.941 11.574 -14.913 -56,3% -1.367 -10,6%
50 jaar en ouder 43.199 45.487 41.547 -1.652 -3,8% -3.940 -8,7%
Onderbreking
Volledig 8.447 2.188 2.166 -6.281 -74,4% -21 -1,0%
Halftijds 36.838 23.853 21.367 -15.471 -42,0% -2.485 -10,4%
Vermindering met 1/5 23.242 30.962 28.216 +4.974 +21,4% -2.746 -8,9%
Andere 3.254 2.157 1.927 -1.327 -40,8% -231 -10,7%
Stelsel
Algemeen 35.025 18.228 16.552 -18.473 -52,7% -1.676 -9,2%
Eindeloopbaan 36.757 40.932 37.124 +368 +1,0% -3.807 -9,3%
Entiteiten
Federale entiteiten 26.231 12.142 11.196 -15.034 -57,3% -946 -7,8%
Gefedereerde entiteiten 45.551 47.018 42.480 -3.071 -6,7% -4.538 -9,7%
Totaal 71.781 59.160 53.676 -18.105 -25,2% -5.483 -9,3%
Zonder uitkeringen 1.669 1.086 6.029 +4.359 +261,2% +4.943 +455,2%
Algemeen totaal 73.451 60.245 59.705 -13.746 -18,7% -541 -0,9%
Evo l. 2 0 0 7 -2 0 1 9 Evo l. 2 0 1 8 -2 0 1 9
77
• Bron i.v.m. Zorgkrediet: VDAB• Wanneer we de evolutie van de loopbaanonderbreking en het Vlaams Zorgkrediet samen beschouwen, is hun aantal licht gestegen (+0,5%) sinds 2015, het jaar vóór de bevoegdheidsoverdracht
JV Vol 2
Deel 6.5
Zorgkred iet Evo l.
2 0 1 8 2 0 1 9 Abs %
Mannen 1.163 1.561 +397 +34,1%
Vrouwen 12.543 15.680 +3.137 +25,0%
Voltijds 1.152 893 -259 -22,5%
Halftijds 3.460 4.026 +567 +16,4%
Vermindering met 1/5 9.095 12.322 +3.227 +35,5%
Totaal 13.706 17.241 +3.535 +25,8%
78
II.7.4 Uitkeringsgerechtigden (verschillende personen) met tijdskrediet, een thematisch verlof of loopbaanonderbreking
• Ratio verschillend aantal uitkeringsgerechtigden met loopbaanonderbreking , tijdskrediet of thematisch verlof (2019) / aantal loontrekkenden 15 jaar en ouderBron aantal loontrekkenden: Eurostat EAK (lfst_r_lfe2estat) (recentst beschikbare jaar: 2018)JV vol 2
Deel 6.5
Oo st -Vlaan d eren 11,35%
Vlaam s Brab an t 11,15%
W est -Vlaan d eren 10,98%
An t w erp en 10,87%
L im b u rg 10,73%
Nam en 8,87%
W aals Brab an t 8,73%
Hen ego u w en 7,86%
L u ik 7,02%
L u x em b u rg 5,87%
Bru ssels Ho o fd st ed elij k Gew est 5,61%
L an d 9,53%
Ratio's* 389 783
Geslacht
Mannen 135 964 6,5%
Vrouwen 253 819 12,8%
Gewest
Vlaams Gewest 276 444 11,1%
Waals Gewest 91 549 7,7%
Brussels Hfdst.
Gewest21 790 5,6%
II.7.5 Evolutie van loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven (verschillende personen)
79
• Op 12 jaar tijd is het aantal uitkeringsgerechtigden met LO, TK of THV met 28% gestegen.• Het aandeel mannen is over dezelfde periode met 5% gestegen.
JV Vol 2
Deel 6.5
2 0 0 7 2 0 0 8 2 0 0 9 2 0 1 0 2 0 1 1 2 0 1 2 2 0 1 3 2 0 1 4 2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 2 0 1 8 2 0 1 9
Loopbaanonderbreking 87.556 88.429 87.249 87.309 89.042 88.591 84.336 85.089 85.548 96.348 83.578 67.654 61.690
Tijdskrediet 135.376 141.930 154.916 159.496 161.774 157.257 154.667 168.387 161.432 146.022 135.287 133.729 125.153
Thematische verloven 78.206 87.056 103.260 116.872 121.612 122.838 129.217 134.936 139.384 144.822 157.103 161.102 175.684
Zonder uitkeringen 4.019 6.533 8.664 9.926 11.131 14.874 18.486 19.231 23.602 29.178 32.332 29.703 27.256
Totaal 305.157 323.948 354.089 373.603 383.559 383.560 386.706 407.643 409.966 416.370 408.300 392.188 389.783
Mannen % 30% 30% 32% 32% 32% 32% 32% 33% 33% 33% 33% 34% 35%
Vrouwen % 70% 70% 68% 68% 68% 68% 68% 67% 67% 67% 67% 66% 65%
0
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Loopbaanonderbreking Tijdskrediet Thematische verloven Zonder uitkeringen Totaal
II.7.6 Verdeling van alle onderbrekingsstelsels samen volgens motief
80
• Wanneer we doorheen de drie stelsels de verhoudingen van het aantal uitkeringsgerechtigden bekijken volgens motief, zien we hoe het merendeel van de onderbrekingen betrekking heeft op een motief i.v.m. ouderschap (41,4%).
• Dit ligt in dezelfde algemene grootorde als de onderbrekingen in het kader van een eindeloopbaanstelsel (40,2%).• Alle overige motieven (incl. de niet-gespecifieerde motieven) maken samen slechts 18,4% uit van het aantal uitkeringsgerechtigden
JV Vol 2
Deel 6.5
II.8. Algemeen statistisch overzicht
Fysieke eenheden: gemiddeld aantal uitgevoerde betalingen per maand
Budgettaire eenheden: geeft weer in welke mate de betaling “weegt” op het budget. Per betaling berekent men de budgettaire eenheid als de vergoede dagen gedeeld door het aantal vergoedbare dagen van de refertemaand (d.i. alle dagen uitgezonderd de zondagen)
Vergoede dagen: alle dagen waarvoor de persoon een uitkering ontvangen heeft
Bedragen: per betaling maakt men de som van de ingediende bedragen
81JV Vol 2
Inleiding
II.8.1 Algemeen overzicht in fysieke eenheden
82
• In 2019 werden in de verschillende uitkeringsstelsels van de RVA in totaal gemiddeld per maand 880.186 betalingen geteld, een aantal dat 26,3% lager ligt dan in het precrisisjaar 2007 en 5,8% lager dan in 2018.
JV Vol 2
Deel 8.1
2000 2007 2018 2019
Evol.
2000 - 2019
Evol.
2007 - 2019
Evol.
2018 - 2019
Vergoede werklozen 649.846 690.662 438.477 391.039 -39,8% -43,4% -10,8%
Werkzoekenden 375.136 448.982 348.221 329.360 -12,2% -26,6% -5,4%
Niet-werkzoekenden 274.710 241.680 90.256 61.678 -77,5% -74,5% -31,7%
Tijdelijke werkloosheid, verwante uitkeringen en verloven 113.018 130.569 102.618 107.591 -4,8% -17,6% +4,8%
Deeltijdse werknemers 36.103 47.516 35.755 33.576 -7,0% -29,3% -6,1%
Werk- en activeringsmaatregelen 16.780 61.995 62.130 57.907 +245,1% -6,6% -6,8%
Vrijstellingen van IWZ voor studies of beroepsopleiding,
activiteiten in het buitenland en PWA34.964 36.655 38.235 38.612 +10,4% +5,3% +1,0%
Tijdskrediet, loopbaanonderbreking en thematische
verloven97.294 223.319 254.541 249.367 +156,3% +11,7% -2,0%
Tijdskrediet 0 111.668 111.399 107.392 - -3,8% -3,6%
Loopbaanonderbrek ing 87.754 71.781 59.160 53.676 -38,8% -25,2% -9,3%
Thematische verloven 9.540 39.870 83.983 88.299 +825,6% +121,5% +5,1%
Andere 14.407 2.941 2.654 2.094 -85,5% -28,8% -21,1%
Eenheidsstatuut 0 0 2.396 1.897 - - -20,8%
Overige 14.407 2.941 258 197 -98,6% -93,3% -23,6%
Algemeen totaal 962.413 1.193.657 934.409 880.186 -8,5% -26,3% -5,8%
II.8.2 Algemeen overzicht in budgettaire eenheden
83
• De evoluties uitgedrukt in budgettaire eenheden volgen in grote lijnen dezelfde tendensen als die in fysieke eenheden, al zijn er een aantal nuanceverschillen. Zo is de daling op jaarbasis bij de vergoede werklozen (-11,7%) en bij de vergoede werkenden (alle groepen behalve de vergoede werklozen samen, -2,2%) iets meer uitgesproken dan wanneer ze in fysieke eenheden worden uitgedrukt.
• NB: de werk- en activeringsmaatregelen omvatten diverse stelsels die niet per dag worden vergoed en dus 0 budgettaire eenheden tellen.JV Vol 2
Deel 8.2
2000 2007 2018 2019
Evol.
2000 - 2019
Evol.
2007 - 2019
Evol.
2018 - 2019
Vergoede werklozen 598.392 628.538 382.064 337.365 -43,6% -46,3% -11,7%
Werkzoekenden 328.298 394.130 295.734 278.781 -15,1% -29,3% -5,7%
Niet-werkzoekenden 270.093 234.409 86.330 58.584 -78,3% -75,0% -32,1%
Tijdelijke werkloosheid, verwante uitkeringen en verloven 32.673 33.034 22.390 22.511 -31,1% -31,9% +0,5%
Deeltijdse werknemers 16.943 18.937 12.103 11.438 -32,5% -39,6% -5,5%
Werk- en activeringsmaatregelen 630 2.660 1.561 333 -47,2% -87,5% -78,7%
Vrijstellingen van IWZ voor studies of beroepsopleiding,
activiteiten in het buitenland en PWA33.133 34.225 35.235 35.517 +7,2% +3,8% +0,8%
Tijdskrediet, loopbaanonderbreking en thematische verloven 95.438 220.030 248.729 243.134 +154,8% +10,5% -2,2%
Tijdskrediet 0 111.073 110.545 106.550 - -4,1% -3,6%
Loopbaanonderbrek ing 86.980 71.561 59.035 53.556 -38,4% -25,2% -9,3%
Thematische verloven 8.458 37.396 79.149 83.029 +881,7% +122,0% +4,9%
Algemeen totaal 777.209 937.424 702.083 650.298 -16,3% -30,6% -7,4%
II.8.3 Algemeen overzicht in vergoede dagen
84
• NB: de werk- en activeringsmaatregelen omvatten diverse stelsels die niet per dag worden vergoed en dus 0 vergoede dagen tellen.
JV Vol 2
Deel 8.2
2000 2007 2018 2019
Evol.
2000 - 2019
Evol.
2007 - 2019
Evol.
2018 - 2019
Vergoede werklozen 187.321.390 196.719.723 119.563.585 105.587.699 -43,6% -46,3% -11,7%
Werkzoekenden 102.771.634 123.351.026 92.548.155 87.262.120 -15,1% -29,3% -5,7%
Niet-werkzoekenden 84.549.756 73.368.696 27.015.430 18.325.579 -78,3% -75,0% -32,2%
Tijdelijke werkloosheid, verwante uitkeringen en verloven 10.248.666 10.344.094 7.001.441 7.084.497 -30,9% -31,5% +1,2%
Deeltijdse werknemers 5.304.109 5.909.607 3.775.501 3.568.906 -32,7% -39,6% -5,5%
Werk- en activeringsmaatregelen 197.717 832.301 488.205 104.021 -47,4% -87,5% -78,7%
Vrijstellingen van IWZ voor studies of beroepsopleiding,
activiteiten in het buitenland en PWA10.377.545 10.708.679 11.023.491 11.102.816 +7,0% +3,7% +0,7%
Tijdskrediet, loopbaanonderbreking en thematische verloven 29.776.607 68.649.366 77.603.489 75.857.874 +154,8% +10,5% -2,2%
Tijdskrediet 0 34.654.714 34.490.064 33.243.460 - -4,1% -3,6%
Loopbaanonderbrek ing 27.137.862 22.327.109 18.418.972 16.709.352 -38,4% -25,2% -9,3%
Thematische verloven 2.638.745 11.667.543 24.694.453 25.905.062 +881,7% +122,0% +4,9%
Algemeen totaal 243.226.034 293.163.770 219.455.713 203.305.812 -16,4% -30,7% -7,4%
II.8.4 Algemeen overzicht van de uitgekeerde bedragen in miljoen EUR
85
• In 2019 is het totaal van de uitgekeerde bedragen afgenomen op jaarbasis met 525,4 miljoen EUR of 7,3%. Net als bij de andere statistische eenheden doet die daling zich voor in elk van de grote groepen.
• NB: Het gaat hier om een weergave van de uitgekeerde bedragen volgens de statistische definitie. Voor een overzicht van de begrotingsuitgaven voor sociale prestaties, cf. hoofdstuk 11.JV Vol 2
Deel 8.3
2000 2007 2018 2019
Evol.
2000 - 2019
Evol.
2007 - 2019
Evol.
2018 - 2019
Vergoede werklozen 4.925,3 6.216,0 5.093,8 4.582,7 -7,0% -26,3% -10,0%
Werkzoekenden 2.431,2 3.657,5 3.791,8 3.680,1 +51,4% +0,6% -2,9%
Niet-werkzoekenden 2.494,1 2.558,5 1.302,0 903 -63,8% -64,7% -30,7%
Tijdelijke werkloosheid, verwante uitkeringen en verloven 297,2 414,8 404,4 419,1 +41,0% +1,0% +3,6%
Deeltijdse werknemers 145,9 191,6 174,4 169,5 +16,2% -11,6% -2,8%
Werk- en activeringsmaatregelen 88,8 284,0 264,3 242,2 +172,8% -14,7% -8,4%
Vrijstellingen van IWZ voor studies of beroepsopleiding,
activiteiten in het buitenland en PWA220,2 302,3 442,2 460,9 +109,3% +52,5% +4,2%
Tijdskrediet, loopbaanonderbreking en thematische verloven 238,1 646,5 747,9 737,9 +209,9% +14,1% -1,3%
Tijdskrediet 0,0 337,3 354,4 344,9 - +2,2% -2,7%
Loopbaanonderbrek ing 201,1 200,3 149,6 136,6 -32,1% -31,8% -8,7%
Thematische verloven 37,0 108,9 243,8 256,3 +593,1% +135,4% +5,1%
Andere 12,0 4,7 92,1 81,4 +575,4% +1626,6% -11,7%
Eenheidsstatuut 0,0 0,0 91,6 81,1 - - -11,5%
Overige 12,0 4,7 0,5 0,3 -97,3% -93,0% -33,4%
Algemeen totaal 5.927,6 8.059,9 7.219,0 6.693,6 +12,9% -17,0% -7,3%
II.8.5 Vergelijking fysieke eenheden – verschillende personen
86
• Fysieke eenheden = gemiddeld aantal betalingen per maand• Verschillende personen = verschillende personen betaald in de loop van het jaar, toegewezen aan het uitkeringsstelsel van de laatst betaalde refertemaand• Verschillende personen per uitkeringsgroep = voor elk van de bovenstaande uitkeringsgroepen op het kleinste geschetste detailniveau het totale aantal verschillende personenJV Vol 2
Deel 8.1; 8.4
1 statuut 2 statuten 3 statuten 4 statuten 5 statuten > 5 statuten
Tijdens het jaar 2019
betaalde personen*
1.174.015 184.001 23.379 2.189 142 2 1.383.728
84,8% 13,3% 1,7% 0,2% 0,0% 0,0% 100,0%
*Aantal verschillende personen betaald in de loop van 2019,
toegewezen aan de groep van de tijdens 2019 laatst betaalde refertemaand.
II.8.6 Profiel van de uitkeringsgerechtigden(fysieke eenheden)
87
• In 2019 werden in de verschillende uitkeringsstelsels van de RVA in totaal gemiddeld per maand 880.186 betalingen geteld. • Het aandeel werklozen (44,4%) is lager dan dat van de werknemers (55,6%).
JV Vol 2
Deel 8.1
III. Impact van de reglementaire wijzigingen sinds 2012Hervorming van de inschakelingsuitkeringen 89
Hervorming van de werkloosheidsuitkering en het SWT 96
Overige hervormingen 104
88
III.1. Hervorming van de inschakelingsuitkeringen
1 januari 2012: wachtuitkering (na 6, 9 of 12 maanden wachttijd, onbeperkt in de tijd) wordt inschakelingsuitkering (na 12 maanden beroepsinschakelingstijd, basisrecht beperkt in de tijd).Basisrecht:
Overgangsmaatregel: de werkloosheidsduur wordt op nul gezet op 1/1/2012(dus eerste effecten vanaf 1/1/2015)
Uitzonderingen:
• Verlenging bij hervatting van werk of opleiding
• Uitbreiding in geval van bepaalde vrijstellingen of bij werklozen verwijderd van de arbeidmarkt of met min. 33% werkonbekwaamheid
• Additioneel recht van 6 maanden als de werkloze156 arbeids- of gelijkgesteldedagen bewijst in een referteperiode van 24 maanden
1 januari 2015: verlagen van de leeftijdsgrens voor het aanvragen van een inschakelingsuitkering van 30 naar 25 jaar
1 september 2015: diplomavereiste voor jongeren onder de 21 jaar die een inschakelingsuitkering aanvragen
89JV Vol 2
Deel 9.2
Cat. B 36 maanden
Cat. A, N &B-partner UVW
36 maanden
30 jaar
III.1.1 Dynamische evolutie van de inschakelingsuitkeringen
90
• Bij de verlenging van de BIT (tussen het einde van 2011 en dat van 2012) zien we een vrij scherpe afname van de instroom met 11,6%, gevolgd door een periode van relatieve stabiliteit.• Vanaf 2014 daalt de instroom echter weer. Dit laat zich verklaren door de combinatie van een verbeterend economisch klimaat, de procedure ‘Dispo J’ en later ook de verlaging van de
leeftijdsvoorwaarde en de invoering van de diplomavoorwaarde.• De opvallendste ontwikkeling zien we echter aan de uitstroomzijde, in het bijzonder vanaf januari 2015 onder invloed van de beperking van het recht op inschakelingsuitkeringen.
JV Vol 2
Deel 9.2
III.1.2 Inschakelingsuitkeringen: instroom
91
• Evolutie van de BIT en de eerste instroom in IU gaat uiteen vanaf 2012 o.i.v. de verlenging van de BIT, de procedure DISPO J en de aantrekkende economische conjunctuur.• Vanaf 1 januari 2015 is de leeftijdsgrens om inschakelingsuitkeringen aan te vragen verlaagd naar 25 jaar.• Ten slotte geldt vanaf 1 september 2015 een diplomavereiste voor jongeren onder de 21 jaar.JV Vol 2
Deel 9.2
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
< 2 1 j aar 2 1 -2 4 j aar 2 5 j aar en ou der Tot aal
2014 8 020 14 778 5 445 28 243
2015 6 146 14 520 1 847 22 513
2016 4 038 13 056 873 17 967
2017 3 609 12 179 753 16 541
2018 3 071 11 488 695 15 254
2019 2 800 10 258 606 13 664
Evol. 2014 - 2019 -65,1% -30,6% -88,9% -51,6%
< 2 1 j aar 2 1 -2 4 j aar 2 5 j aar en ou der Tot aal
2014 18 703 22 384 6 382 47 468
2015 17 954 22 866 5 441 46 261
2016 18 589 23 818 6 314 48 721
2017 18 214 24 040 7 369 49 623
2018 17 632 23 438 7 713 48 782
2019 16 423 21 735 6 228 44 385
Evol. 2014-2019 -12,2% -2,9% -2,4% -6,5%
Volled ig w erk lozen voor d e eerst e m aal t oegelat en t ot het rec h t op w ac ht -/ insc h akelin gsu it ker ingen
Jongeren in b eroep sin sc hakelingst ij d (BI T)
39.100 36.92440.766
41.644
39.217
45.430 46.791 47.468 46.261 48.721 49.623 48.78244.385
37.928 35.52740.462
39.135
37.270
28.694 34.175
28.24322.513
17.967 16.541 15.254 13.664
-5.000
5.000
15.000
25.000
35.000
45.000
55.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Jongeren in beroepsinschakelingstijd Volledig werklozen voor de eerste maal toegelaten tot het recht op wacht-/inschakelingsuitkeringen
III.1.3 Vergelijking uitstroom einde recht– resterende inschakelingsuitkeringen
92JV Vol 2
Deel 9.2
2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 2 0 1 8 2 0 1 9 2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 2 0 1 8 2 0 1 9
Zonder verlenging 17 540 3 580 2 934 2 161 1 869 60,4% 45,6% 45,8% 42,2% 47,9%
Met verlenging 11 481 4 277 3 470 2 962 2 036 39,6% 54,4% 54,2% 57,8% 52,1%
Zonder additioneel recht 28 968 7 003 5 259 3 979 3 007 99,8% 89,1% 82,1% 77,7% 77,0%
Met additioneel recht 53 854 1 145 1 144 898 0,2% 10,9% 17,9% 22,3% 23,0%
Eerste vergoeding vòòr 1/2012 26 756 4 241 2 751 2 058 1 594 92,2% 54,0% 43,0% 40,2% 40,8%
Eerste vergoeding in of na 1/2012 2 265 3 616 3 653 3 065 2 311 7,8% 46,0% 57,0% 59,8% 59,2%
< 1.560 vergoede dagen 10 926 5 162 4 425 3 497 2 530 37,6% 65,7% 69,1% 68,3% 64,8%
1.560 - 3.119 vergoede dagen 8 232 1 605 1 198 1 005 891 28,4% 20,4% 18,7% 19,6% 22,8%
3.120 vergoede dagen of meer 9 863 1 090 781 621 484 34,0% 13,9% 12,2% 12,1% 12,4%
Tot aal 2 9 0 2 1 7 8 5 7 6 4 0 4 5 1 2 3 3 9 0 5 1 0 0 % 1 0 0 % 1 0 0 % 1 0 0 % 1 0 0 %
Zonder verlenging 38 227 30 183 25 762 26 900 26 334 60,1% 52,4% 49,9% 59,4% 66,0%
Met verlenging 25 420 27 438 25 881 18 349 13 545 39,9% 47,6% 50,1% 40,6% 34,0%
Zonder additioneel recht 63 018 56 147 50 137 43 798 38 726 99,0% 97,4% 97,1% 96,8% 97,1%
Met additioneel recht 629 1 474 1 506 1 451 1 153 1,0% 2,6% 2,9% 3,2% 2,9%
Eerste vergoeding vòòr 1/2012 28 747 23 646 19 315 15 258 11 140 45,2% 41,0% 37,4% 33,7% 27,9%
Eerste vergoeding in of na 1/2012 34 900 33 975 32 328 29 991 28 739 54,8% 59,0% 62,6% 66,3% 72,1%
< 1.560 vergoede dagen 47 696 42 423 37 493 31 956 28 069 74,9% 73,6% 72,6% 70,6% 70,4%
1.560 - 3.119 vergoede dagen 10 913 10 557 9 743 9 165 7 993 17,1% 18,3% 18,9% 20,3% 20,0%
3.120 vergoede dagen of meer 5 038 4 641 4 407 4 128 3 817 7,9% 8,1% 8,5% 9,1% 9,6%
Tot aal 6 3 6 4 7 5 7 6 2 1 5 1 6 4 3 4 5 2 4 9 3 9 8 7 9 1 0 0 % 1 0 0 % 1 0 0 % 1 0 0 % 1 0 0 %
Uitkeringsgerechtigden
december
Uitstroom einde recht
93
III.1.4 Einde recht: profiel
• De groep uitstromers van januari 2015 bestaat vooral uit personen die al zeer lang werkloos zijn en ook geen recent arbeids- of opleidingsverleden hebben. Dat betekent ook dat ze meer moeilijkheden hebben opnieuw te worden ingeschakeld op de arbeidsmarkt.
• Het profiel van de uitstromers van de groepen februari-december 2015 en 2016-2019 vertoont meer onderlinge gelijkenissen.JV Vol 2
Deel 9.2
j anuar i 2 0 1 5februar i-
dec em ber 2 0 1 52 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 2 0 1 8 2 0 1 9
Geslacht
Man 35,8% 44,8% 39,5% 44,4% 45,0% 45,0% 45,5%
Vrouw 64,2% 55,2% 60,5% 55,6% 55,0% 55,0% 54,5%
Gewest
Vlaams Gewest 15,1% 20,5% 17,4% 21,2% 21,5% 18,6% 16,2%
Waals Gewest 66,8% 65,3% 66,1% 67,3% 67,0% 69,7% 71,5%
Brussels H. Gewest 18,1% 14,2% 16,5% 11,5% 11,5% 11,7% 12,3%
Leeftijdsklasse
< 25 jaar 8,6% 21,7% 14,1% 28,5% 28,5% 25,9% 19,7%
25-29 jaar 18,8% 30,8% 23,9% 31,9% 33,9% 35,6% 37,7%
30-39 jaar 41,6% 35,7% 39,1% 30,5% 30,1% 32,0% 36,4%
40-49 jaar 25,5% 10,4% 19,1% 7,9% 6,1% 5,1% 4,9%
50 jaar of ouder 5,5% 1,4% 3,8% 1,2% 1,4% 1,4% 1,3%
Gezinscategorie
Gezinshoofd 29,7% 18,9% 25,2% 16,7% 16,2% 17,4% 21,2%
Samenwonend 55,4% 71,4% 62,1% 75,7% 75,8% 73,0% 68,2%
Alleenwonend 14,9% 9,6% 12,7% 7,7% 7,9% 9,6% 10,6%
Eerste vergoeding
Eerste vergoeding vòòr 1/2012 99,4% 82,2% 92,2% 54,0% 43,0% 40,2% 40,8%
Eerste vergoeding in of na 1/2012 0,6% 17,8% 7,8% 46,0% 57,0% 59,8% 59,2%
Vergoede dagen
< 1.560 vergoede dagen 26,2% 53,5% 37,6% 65,7% 69,1% 68,2% 64,8%
1.560 - 3.119 vergoede dagen 29,7% 26,5% 28,4% 20,4% 18,7% 19,7% 22,8%
3.120 vergoede dagen of meer 44,1% 20,0% 34,0% 13,9% 12,2% 12,2% 12,4%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
III.1.5 Einde recht op inschakelingsuitkeringen: socio-economische positie na uitstroom
94
• Van de uitstromers wegens einde recht in het 1e semester van 2019 vond 51,8% werk in de loop van de 6 maanden na uitstroom.
JV Vol 2
Deel 9.2
j anuar i
2 0 1 5
februar i-dec ember
2 0 1 52 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7 2 0 1 8
2 0 1 9
(1 e semest er )
Werk 17,2% 50,0% 30,9% 52,5% 53,3% 54,3% 51,8%
Pensioen/Overlijden 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2%
Werk 12,8% 37,0% 23,0% 39,8% 40,8% 42,8% 38,3%
Ziekte 6,2% 4,0% 5,3% 3,1% 2,8% 2,9% 2,5%
Onbekend 80,8% 58,9% 71,6% 57,0% 56,2% 54,1% 59,0%
waarvan IWZ 39,7% 30,8% 36,0% 28,8% 28,2% 28,1% 29,8%
waarvan niet-teruggevonden 41,1% 28,1% 35,7% 28,1% 28,0% 26,0% 29,2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
In de loop van de 6 maanden na uitstroom
In de 6e maand na uitstroom
III.1.6 Inschakelingsuitkeringen: impact op het aantal UVW-WZ
95
• Onder invloed van de opeenvolgende hervormingen, is het aantal UVW-WZ na studies sterk afgenomen de laatste jaren.• We zien vanaf 2014 ook dalingen bij de UVW-WZ na arbeid, maar die zijn minder omvangrijk.
JV Vol 2
Deel 9.2
< 2 5 j aar 2 5 -4 9 j aar < 2 5 j aar 2 5 -4 9 j aar
2011 14 817 207 193 44 738 60 083
2014 17 477 221 345 36 967 52 491
2018 10 577 178 746 16 805 19 582
2019 10 485 167 637 14 316 17 262
Evol. 2011 - 2014 +2 660 +14 152 -7 771 -7 592
+18,0% +6,8% -17,4% -12,6%
Evol. 2014 - 2019 -6 992 -53 708 -22 651 -35 229
-40,0% -24,3% -61,3% -67,1%
Basis arbeid Basis st ud ies
III.2. Hervorming van de werkloosheidsuitkering en het SWT
Vanaf 1 januari 2012: brugpensioen wordt SWT (met scherpere toegangsvoorwaarden voor nieuwe CAO’s)
Vanaf 1 november 2012: invoering versterkte degressiviteit + verhoging van de uitkering aan het begin van de werkloosheid
Vanaf 1 januari 2013: optrekken van leeftijdsvoorwaarde voor een vrijstelling van IWZ (van 58 naar 60 jaar)
Vanaf 1 januari 2015: afschaffing anciënniteitstoeslag + verscherpen toegangsvoorwaarden SWT en aangepaste beschikbaarheid + geleidelijk verder optrekken van de voorwaarden (leeftijd of beroepsverleden) voor een vrijstelling van IWZ
Vanaf 1 november 2016: versnellen van het optrekken van de voorwaarden qua beroepsverleden voor het fixeren van de bedragen
96JV Vol 2
Deel 9.3-9.5
III.2.1 Werkloosheidsuitkeringen:overzicht van de versterkte degressiviteit
97JV Vol 2
Deel 9.3
Versoepeling voorwaarden voor opening rechten terugkeer naar de 1e periode
1 1
3 m . 1 2
[1 ] 3 m . 1 3
6 m . 2 A 2 B
2 m . m ax . 1 0 m . 2 1
2 2
2 3
2 4
Fysieke
een h ed en1 e per iode 2 e per iod e: A+B
2 e per iode:
2 1 -2 4Forfait
Gezinshoofden 16.581 34.991 2.612 50.198
Samenwonenden 59.941 40.783 3.833 50.622
Alleenwonenden 20.449 38.158 2.868 38.565
m ax . 2 4 m .
[2 ]
[3 ]
For fait
Vroeger
• Vergoedbaarheidsperiodes: 1, 2 of 3 en max. 5 fasen
• Berekening beroepsverleden: 1/3 werklozen
Vanaf november 2012
• 3 en max. 10 fasen
• Alle werklozen
Eerste 3 maanden:
[ 2 maanden per jaar beroepsverleden (max. 34 maanden) ]
Overgangsbepaling voor cat. B:Respect van de voorheen vastgestelde forfaitdatum
Fixering in 2A:- Leeftijd 55+- Beroepsverleden 25+- >33% arbeidsongeschiktheid
2019
III.2.2 Werkloosheidsuitkeringen: verhoging aan het begin van de werkloosheid + versterkte degressiviteit + fixeringenab initio
98
• In vergelijking met 2011 had 34,3% van de werklozen die in 2019 in hun eerste jaar werkloosheid zaten, recht op een hoger uitkeringspercentage dan in de oude regeling het geval zou zijn geweest.
• Van de betrokkenen in de 2e of 3e periode bevond 4,3% zich binnen een degressieve fase en 40,3% binnen het forfait.• Voor 24,8% van de werklozen in de 2de of 3de periode wordt de versterkte degressiviteit niet toegepast omdat zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. (leeftijd, loopbaan of gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid)
JV Vol 2
Deel 9.3
Aantal betrokkenen % van 1ste periode Evolutie gemiddelde maanduitkering (1)
Gezinshoofden 5.250 31,7% +9,2%
Alleenwonenden 6.690 32,7% +7,6%
Samenwonenden 21.358 35,6% +10,6%
Totaal 33.298 34,3%
Aantal betrokkenen % van 2de/3de periode (2) Evolutie gemiddelde maanduitkering (1)
Gezinshoofden 2.612 3,0% +8,2%
Alleenwonenden 2.868 3,6% +4,7%
Samenwonenden 3.832 8,6% -5,4%
Totaal 9.313 4,3%
Aantal betrokkenen % van 2de/3de periode (2) Evolutie gemiddelde maanduitkering (1)
Gezinshoofden 48.819 56,5% +6,5%
Alleenwonenden 37.684 47,9% -0,9%
Samenwonenden (3) 0 0,0% -
Totaal 86.503 40,3%
Aantal betrokkenen % van 2de +3de periode
Minstens 33% arbeidsongeschiktheid 8.208 9,5%
Minstens 25 jaar beroepsverleden 29.800 37,9%
55 jaar en ouder 26.385 28,0%
Totaal 64.393 24,8%
[1] Verhoging aan het begin van de werkloosheid
[2] Versterkte degressiv iteit: degressieve fase
[3] Versterkte degressiv iteit: forfait
[4 ] Niet toepassen van de versterkte degressiv iteit: f ixeringen ab initio
III.2.3 Overzicht degressieve fasen (fysieke eenheden)
99
• NB: de selectie van UVW betreft hier de betrokkenen bij de vermelde fasen.
JV Vol N° 2
Deel N° 9.3
Fase d egressiv it eit in 2 0 1 9Gezins-
hoofden
Sam en-
w onen den
Alleen-
w onendenTot aal
1ste periode, 1ste fase 5.250 21.358 6.690 33.298
1ste periode, 2de fase 4.073 14.800 4.866 23.739
1ste periode, 3de fase 6.699 20.621 7.482 34.802
1ste periode, artiest - horeca 559 3.162 1.411 5.132
Subtotaal 1ste periode 16.581 59.941 20.449 96.971
2de periode, fase A fixering ab initio (33% AO) 2.306 2.815 3.087 8.208
2de periode, fase A fixering ab initio (BV+) 5.450 14.516 9.834 29.800
2de periode, fase A fixering ab initio (leeftijd) 6.818 7.522 12.044 26.385
2de periode, fase A of gelijkgesteld in afwachting berekening BV 15.106 5.608 7.430 28.144
2de periode, fase B 5.310 10.322 5.763 21.395
2de periode, degressieve fase 21 1.232 1.950 1.342 4.525
2de periode, degressieve fase 22 758 1.012 829 2.599
2de periode, degressieve fase 23 419 532 467 1.418
2de periode, degressieve fase 24 202 339 231 771
Subtotaal 2de periode 37.603 44.616 41.026 123.245
3de periode (forfait) of gelijkgesteld 50.198 50.622 38.565 139.385
Totaal 104.382 155.179 100.040 359.601
100
III.2.4 Stelsel van werkloosheid met bedrijftoeslag(WZ + NWZ)
• Het aantal intreders in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag daalde met bijna 70% sinds 2011 (14.471 naar 4.392)• Het merendeel van de intredes heeft in 2019 betrekking op het algemeen stelsel.• 8.417 SWT’ers maakten in 2019 gebruik van de mogelijkheid tot vervroegd pensioen.JV Vol 2
Deel 9.4
Intreders
Algem een
st elsel
5 8 j aar
+lange
loopb aan
5 8 j aar
+zw aar
b eroep
5 8 j aar
+m ed isc he
prob lem en
5 6 j aar
+n ac ht w er
k/ bouw
5 7 j aar
+lange
loopbaan
5 6 j aar
+zeer lange
loopbaan
Erkende
ondernem i
ng m et
c o llec t ief
ont slag
Erkende
ondernem ing
zonder c o llec t ief
ont slag
Tot aal
Leeftijd 62 jaar
en loopbaan 40
jaar (mannen)
of 35 jaar
(vrouwen)
Stelsel
afgeschaft
Leeftijd 59
jaar
Loopbaan 35
jaar
Leeftijd 59
jaar
Stelsel
afgeschaft
Leeftijd: 58
jaar
Leeftijd 56
jaar
Leeftijd 56 jaar
2011 3 287 5 305 10 17 1 057 823 1 209 2 300 155 14 471
2017 2 433 339 292 93 393 108 1 688 896 219 6 829
2018 2 558 194 386 125 413 58 1 501 869 73 6 519
2019 817 67 259 155 274 4 1 032 1 343 99 4 392
Evol. 2011-2019 -2.470 -5.238 +.249 +.138 -.783 -.819 -.177 -.957 -.56 -10.079
-75,1% -98,7% 2490,0% 811,8% -74,1% -99,5% -14,6% -41,6% -36,1% -69,6%
Evol. 2018-2019 -1.741 -.127 -.127 +.30 -.139 -.54 -.469 +.474 +.26 -2.127
-68,1% -65,5% -32,9% 24,0% -33,7% -93,1% -31,2% 54,5% 35,6% -32,6%
Recentst geldende voorwaarden
4 000
6 000
8 000
10 000
12 000
14 000
16 000
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
- 69,6%
+2,3% +1,5% +1,9% +2,4%
-0,9% -3,5% -3,2% -3,8% -4,9%-7,2%
-11,1% -11,4%- 23,4%
113 618 120 322
57 058
-24,0%-20,0%-16,0%-12,0%-8,0%-4,0%+0,0%+4,0%+8,0%+12,0%+16,0%+20,0%+24,0%
5 00030 00055 00080 000
105 000130 000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Stock
Evolutie t.o.v. J-1 (rechteras) Fysieke eenheden (linkeras)
101
III.2.5 Vrijstelling van IWZ
• Het aantal intreders in een stelsel van vrijstelling voor oudere werklozen is gedaald met meer dan 98% sinds 2011
JV Vol 2
Deel 9.4-9.5
5 0 -5 7 j aar 5 8 -5 9 j aar 6 0 j aar o f ou d er Tot aal
2011 508 10 566 1 814 12 888
2012 473 14 274 2 594 17 341
2013 387 1 732 2 804 4 923
2014 375 283 4 928 5 586
2015 81 102 10 334 10 517
2016 69 92 3 452 3 613
2017 14 54 1 160 1 228
2018 4 31 459 494
2019 2 9 201 212
Evol. 2011-2019 -506 -10.557 -1.613 -12.676
-99,6% -99,9% -88,9% -98,4%
Evol. 2018-2019 -2 -22 -258 -282
-50,0% -71,0% -56,2% -57,1%
Vri jstel l ing van IWZ o.b.v. leefti jd of beroepsverleden (intreders)
2015 2016 2017 2018 2019 2020
57-59 BV40 57-59 BV41 57-59 BV42 57-59 BV43 57-59 BV44 57-59 BV44
60 60 BV41 60 BV42 60 BV43 60 BV44 60 BV44
61 61 61 BV42 61 BV43 61 BV44 61 BV44
62 62 62 62 BV43 62 BV44 62 BV44
63 63 63 63 63 BV44 63 BV44
64 64 64 64 64 64 BV44
65 65 65 65 65 65
Algemene regeling vanaf 62 jaar
Erkende ondernemingen
2015 2016 2017 2018 2019 2020
55-58 BV38 55-58 BV38 56-58 BV39 56-58 BV39 58 BV42
59 BV38 59 BV38 59 BV39 59 BV39 59 BV42 59 BV43
60 60 60 BV39 60 BV39 60 BV42 60 BV43
61 61 61 61 61 BV42 61 BV43
62-64 62-64 62-64 62-64 62-64 62-64 BV43
65 65 65 65 65 65
2015 2016 2017 2018 2019 2020
58 BV40 58 BV40 58 BV42
59 BV40 59 BV40 59 BV42 59 BV42 59 BV42 59 BV42
60 60 60 60 BV42 60 BV42 60 BV42
61 61 61 61 61 BV42 61 BV42
62-65 62-65 62-65 62-65 62-65 62-65
57
BV40
65
> 2015
62-64 BV43
65
Volledig beschikbaar, incl. DISPO
Aangepast beschikbaar (werkloze moet zelf geen werk zoeken)
Vrijstelling wegens leeftijd
Vrijstelling wegens voldoende beroepsverleden (aantal jaren)
(Aangepaste) beschikbaarheid van oudere werklozen
Op vraag kan vrijstelling bekomen worden wegens beroepsverleden of wegens leeftijd
Leeftijd
Aangepaste beschikbaarheid van SWT-werklozen
Op vraag kan vrijstelling bekomen worden wegens beroepsverleden
2015
62-64 BV43
Op vraag kan vrijstelling bekomen worden wegens beroepsverleden of wegens leeftijd
Op vraag kan vrijstelling bekomen worden wegens beroepsverleden of wegens leeftijd
Afwijkende stelsels aan 59 jaar met 20 jaar nachtwerk, in de bouwsector, 40 beroepsjaren of in een zwaar
beroep
III.2.6 Vrijstelling van IWZ o.b.v. leeftijd of beroepsverleden
102
• De reglementaire wijzigingen dragen bij tot de verschuiving van niet-werkzoekende naar werkzoekende werkloosheid.
JV Vol 2
Deel 9.5
Vri jstel l ing van IWZ o.b.v. leefti jd of beroepsverleden (intreders)
Effect op de populatie UVW (fysieke eenheden)
15,7%
98,6%
2,9%
51,7%
84,3%
1,4%
97,1%
48,3%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
2000 2019 2000 2019
50-57 jaar 58 jaar of ouder
Evolutie verdeling WZ/NWZ 2000-2019
UVW-WZ UVW-NWZ
- 42.556
+ 7.966
+ 36.186
- 1.192
- 19.268
- 46.477
- 60.000 - 40.000 - 20.000 + 0 + 20.000 + 40.000 + 60.000
50-57 jaar
58-59 jaar
60 jaar en ouder
Evol. 2012-2019
UVW-WZ Vrijgestelde oudere werklozen
12.888
17.341
4.923 5.586
10.517
3.613
1.228 494 212
0
5.000
10.000
15.000
20.000
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
III.3. Overige hervormingenVanaf 1 januari 2012: gewone loopbaanonderbreking beperkt tot 60 ipv 72 maanden; niet-gemotiveerd tijdskrediet beperkt tot 1 jaar;
Vanaf medio 2012: ouderschapsverlof van 3 naar 4 maanden per kind
Vanaf 1 september 2012: leeftijdsvoorwaarde LO/TK eindeloopbaan opgetrokken van 50 tot 55 jaar
Vanaf 1 januari 2013: instapstages voor jongeren in BIT
Vanaf 1 juli 2013: Activaplan voor laaggeschoolde jongeren
Vanaf 1 januari 2015: leeftijdsvoorwaarde tijdskrediet eindeloopbaan opgetrokken tot 60 jaar; berekeningswijze IGU gewijzigd; eerste aanvraag (of aanvraag die geen verlenging is) van tijdskrediet zonder motief geeft niet langer recht op een RVA-uitkering
Maatregelen Eenheidsstatuut: crisispremie wordt ontslaguitkering (vanaf 1 januari 2012), ontslaguitkering wordt geleidelijk vervangen door ontslagcompensatievergoeding (vanaf 1 januari 2015)
Vanaf 2 september 2016: zorgkrediet vervangt loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector
Vanaf 1 oktober 2016: invoeren van het voordeel ‘springplank naar zelfstandige’
Vanaf 1 februari 2017: invoeren van de mogelijkheid tot een bijkomende verlenging van een palliatief verlof
Vanaf 1 april 2017: afschaffing van het recht op niet-gemotiveerd tijdskrediet
Vanaf 1 juni 2017: aanpassing van de bedragen voor loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven + strengere toelatingsvoorwaarden tot het verlof voor medische bijstand voor werknemers uit de privésector en van de lokale en provinciale besturen
Vanaf 1 juni 2019: mogelijkheid tot het nemen van 1/10de ouderschapsverlof
103JV Vol 2
Deel 9.1, 9.6-9.8
III.3.1 Tijdskrediet
104
• Intrede = betaling in maand X en geen betaling in maand X-1 tot X-12• Heel wat werkenden anticipeerden op de reglementaire wijzigingen en namen in 2014 reeds een periode van tijdskrediet. Hetzelfde effect zien we in het laatste trimester van 2018 n.a.v. de
aangekondigde nieuwe verhoging van de leeftijdsvoorwaarden.JV Vol 2
Deel 9.7
6.010 4.997
5.010
5.1383.369 2.327
2.588
2.846
2.699
14.438
14.56617.477
21.295
14.714
11.44812.758
14.282 14.10416.223
7.8826.454
16.777
7.0624.933 3.793
9.255
4.422
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Intreders volgens stelsel
Voltijds Deeltijds, geen verhoogde uitkeringen Deeltijds, verhoogde uitkeringen (eindeloopbaan)
III.3.2 Loopbaanonderbreking(federale + gefedereerde entiteiten)
105
• Intrede = betaling in maand X en geen betaling in maand X-1 tot X-12• Opvallend is de invloed van de invoering van het zogenaamde zorgkrediet voor ambtenaren van de Vlaamse openbare sector vanaf 2 september 2016, nadat de bevoegdheid voor deze materie
werd overgeheveld naar het gewestelijke niveau in het kader van de Zesde Staatshervorming. Nieuwe aanvragen voor loopbaanonderbrekingen die ten laatste op 1 september 2016 ingingen werden nog behandeld volgens de oude federale regeling, waardoor het aantal aanvragen is toegenomen in de periode na de aankondiging van de nieuwe Vlaamse regeling.
JV Vol 2
Deel 9.7
13.442 12.54511.176
13.168 13.486
22.960
2.2372.070
1.797
5.590 4.521 4.298 4.944 4.231 4.384 5.188 5.166 5.144
1.080 1.013 967 994 960 1.011919 921 9770
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Intreders volgens gewest
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels H. Gewest
III.3.3 Thematische verloven
106
• Intrede = betaling in maand X en geen betaling in maand X-1 tot X-12• De progressieve stijging van de thematische verloven houdt ongetwijfeld verband met de restrictieve maatregelen in de andere stelsels.• De versnelde toename van het aantal intreders in ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand laat zich verklaren door de versoepelingen in deze stelsels, in het geval van
ouderschapsverlof met name de mogelijkheid tot een ouderschapsverlof met 1/10. JV Vol 2
Deel 9.7
64.534 64.815 68.092 69.224 68.907 72.173 75.258 75.545
85.211
1.481 1.616 1.735 1.863 1.777 1.813 2.041 2.009 2.002
10.225 11.091 13.981 15.098 14.318 15.359 16.421 15.461 17.877
010.00020.00030.00040.00050.00060.00070.00080.00090.000
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Intreders thematische verloven
Ouderschaps-verlof
Palliatievezorgen
Medischebijstand
107
III.3.4 Impact van intreders en pensioneringen op LO/TK/THV
• Intrede = betaling in maand X en geen betaling in maand X-1 tot X-12• 2019 heeft één van de hoogste aantallen intreders in LO/TK/THV• Het aandeel 60-plussers in LO/TK is de voorbije jaren verdrievoudigd• De versnelde toename van het aantal intreders in ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand laat zich ongetwijfeld verklaren door de versoepelingen in deze stelsels, in het geval van
ouderschapsverlof met name de mogelijkheid tot een ouderschapsverlof met 1/10.
JV Vol 2
Deel 9.6
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Totaal 137.804 131.242 141.578 162.887 147.052 157.618 142.199 145.005 150.873
Zonder uitkeringen 4.781 8.196 12.388 14.386 18.228 21.210 20.996 17.450 16.640
Thematische verloven 76.240 77.522 83.808 86.185 85.002 89.345 93.720 93.015 105.090
Loopbaanonderbreking 20.112 18.079 16.441 19.106 18.677 28.355 8.344 8.157 7.918
Tijdskrediet 36.671 27.445 28.941 43.210 25.145 18.708 19.139 26.383 21.225
0
30.000
60.000
90.000
120.000
150.000
Intreders per indieningsjaar en per onderbrekingsvorm
Loopbaanonderbreking Thematische verloven Zonder uitkeringen Totaal
III.3.5 Voordeel ‘springplank naar zelfstandige’
108
• Tijdens de laatste 3 maanden van 2016 (na de introductie op 1 oktober) gebeurden er gemiddeld per maand reeds 295 betalingen waarbij het voordeel ‘springplank naar zelfstandige’ van toepassing was. In 2018 en 2019 liep dit aantal op tot respectievelijk 5.116 en 5.105. Sedert het begin van de maatregel tellen we 20.187 personen met het voordeel, d.i. 1,8% van het totaal aantal volledig werklozen. Meer details vindt men terug in de Spotlight “Enkele elementen van evaluatie van de maatregel ‘Springplank naar zelfstandige’ voor volledig werklozen“, beschikbaar op onze website via het pad Documentatie > Publicaties > Studies.
JV Vol 2
Deel 9.6
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst. GewestLand
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst. GewestLand
2016 170 106 18 295 275 180 36 491
2017 1.833 1.516 376 3.725 3.585 3.033 720 7.338
2018 2.543 2.048 526 5.116 5.492 4.395 1.130 11.017
2019 2.827 1.739 539 5.105 5.959 3.799 1.125 10.883
Evol. 2016-2019 +2.657 +1.633 +521 +4.810 +5.684 +3.619 +1.089 +10.392
x16 x15 x29 x16 x21 x20 x30 x21
Evol. 2018-2019 +284 -309 +13 -11 +467 -596 -5 -134
+11,2% -15,1% +2,6% -0,2% +8,5% -13,6% -0,4% -1,2%
Aantal verschillende personen sinds het begin van de maatregel 20.187
In % van het aantal volledig werklozen 1,8%
Fysieke eenheden
(Gemiddeld aantal betalingen per mand in het jaar)Aantal verschillende personen per jaar
III.3.6 Maatregelen in het kader van de ontwikkeling van een Eenheidsstatuut
109
• Vanaf 1 januari 2012 werd de crisispremie, een tijdelijke anticrisismaatregel die van toepassing was in 2010 en 2011, omgezet in een nieuwe regeling van onbepaalde duur, met name de ontslaguitkering. Met het oog op de verdere harmonisering van de opzegregelingen voor arbeiders en bedienden, wordt vanaf 1 januari 2014 onder bepaalde voorwaarden een ontslagcompensatievergoeding toegekend aan arbeiders bij wie de duur van de opzeggingstermijn minstens ten dele wordt gebaseerd op de anciënniteit die ze als arbeider verwierven vóór 2014. In totaal bedragen in 2019 de uitgaven voor de 3 regelingen samen 81,1 miljoen EUR, wat bijna twee keer zo veel is als in 2011, toen enkel de crisispremies bestonden. Ten opzichte van 2018 dalen de totale uitgaven in 2019 met 10,6 miljoen EUR.
JV Vol 2
Deel 7
CrisispremieOntslag-
uitkering
Ontslag-
compensatie-
vergoeding
betaald in
meerdere
keren
Ontslag-
compensatie-
vergoeding
betaald in 1
keer
Totaal CrisispremieOntslag-
uitkering
Ontslag-
compensatie-
vergoeding
Totaal
2010 2.274 - - - 2.274 30.984,8 - - 30.984,8 100
2011 3.524 - - - 3.524 47.505,9 - - 47.505,9 153
2012 1.012 2.354 - - 3.366 13.118,1 43.014,8 - 56.132,9 181
2013 48 4.120 - - 4.169 561,6 79.033,6 - 79.595,2 257
2014 10 3.136 383 135 3.665 133,4 60.628,6 40.395,6 101.157,6 326
2015 2 2.244 2.906 235 5.387 25,8 49.798,0 105.759,4 155.583,2 502
2016 1 1.196 2.401 255 3.853 13,3 26.282,5 88.007,8 114.303,6 369
2017 0 521 2.292 495 3.309 5,6 12.423,0 102.321,0 114.749,6 370
2018 0 140 1.807 449 2.395 1,7 3.373,4 88.247,4 91.622,5 296
2019 0 3 1.457 436 1.897 0,5 73,9 80.978,7 81.053,0 262
Evol. 2010-2019 -16,6% +161,6%
Fysieke eenheden
Index totale
uitgaven
Uitgaven (in duizend EUR)
-10,8-23,5
-13,9 -9,0-3,3
+65,4
-17,8
+14,3
-14,1-7,3
+54,4
-41,3
+0,4
-23,1-10,6
- 60
- 40
- 20
0
+ 20
+ 40
+ 60
+ 80
2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019
Ontslaguitkering Ontslagcompensatievergoeding Totaal
IV. Internationale vergelijkingvan de arbeidsmarkt
111
110
IV.1. Evolutie van de geharmoniseerde werkloosheidsgraad
111
• Bron: Eurostat EAK (une_rt_q)
JV Vol 2
Deel 10.1
7 ,56 ,2
7 ,8 7 ,4
7 ,8
5 ,24,0
6,0
8,0
10,0
12,0
14,0
T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
EU-28 Eurozone België
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Evol. 2007-2019
EU 28 7,2 7,0 9,0 9,6 9,7 10,5 10,9 10,2 9,4 8,5 7,6 6,8 6,4 -0,8 p.
Eurozone 7,5 7,6 9,6 10,2 10,2 11,4 12,0 11,6 10,9 10,0 9,1 8,2 7,6 +0,1 p.
België 7,5 7,0 7,9 8,3 7,2 7,6 8,4 8,5 8,5 7,8 7,1 6,0 5,4 -2,1 p.
IV.2. De werkloosheid in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie benaderingen
112
• Bronnen: POD Maatschappelijke Integratie; Monatsberichte BFA; Pôle emploi: Séries Statistiques; CAF: L’e-ssentiel; RSA Conjoncture; Centraal Bureau voor de Statistiek; Eurostat EAK (lfsq_pganws)
JV Vol 2
Deel 10.1
5,7%
3,6%
7,8%
3,6%2,4%
5,8%
9,5%
5,6%
11,1%
6,0%
2,7%
8,6%
0,0%
2,0%
4,0%
6,0%
8,0%
10,0%
12,0%
Vergoede volledige werkloosheid(verzekering + bijstand) /
bevolking op arbeidsleeftijd 15-74 jaar
Werkloosheid in strikte zin(geharmoniseerde werkloosheid) /
bevolking op arbeidsleeftijd 15-74 jaar
Werkloosheid in ruime zin(geharmoniseerde werkloosheid + ondertewerkstelling +
potentiële arbeidskrachten) /bevolking op arbeidsleeftijd 15-74 jaar
Vergelijking van de werkloosheidsratio en –graad voor 2018 volgens drie benaderingen
België Duitsland Frankrijk Nederland
IV.3. Evolutie en verdeling van de vergoede volledige werkloosheid (verzekering + bijstand)
113
• Bronnen: POD Maatschappelijke Integratie; Monatsberichte BFA; Pôle emploi: Séries Statistiques; CAF: L’e-ssentiel; RSA Conjoncture; Centraal Bureau voor de Statistiek; Eurostat EAK (lfsq_pganws)
JV Vol 2
Deel 10.1
8 9
100
6 8
1 44
1 35
0
50
100
150
200
T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid (verzekering + bijstand)(basis = 2007 T1)
België Duitsland Frankrijk Nederland
Structuur van de vergoede volledige werkloosheid in 2018
77%
23%
België
Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand
29%
71%
Duitsland56%
44%Frankrijk
44%
56%
Neder-land
IV.4. Evolutie van de werkgelegenheid
België Eu rozone België Eurozone België Eurozon e België Eurozone België Eu rozone
Werkgelegenheid 4 093 129 652 4 348 143 051 4 699 146 822 +255 +13 399 +351 +3 771
2000 = 100 100 100 106 110 115 113 +6,2 +10,3 +8,6 +2,9
Bevolking 6 719 212 078 7 008 218 709 7 289 218 220 +289 +6 631 +281 -489
2000 = 100 100 100 104 103 108 103 +4,3 +3,1 +4,2 -0,2
Werkgelegenheidsgraad 60,9% 61,1% 62,0% 65,4% 64,5% 67,3% +1,1 p. +4,3 p. +2,4 p. +1,9 p.
2 0 0 0 2 0 0 7 2 0 1 8 Evo l. 2 0 0 0 - 2 0 0 7 Evo l. 2 0 0 7 - 2 0 1 8
1 041 03
1 08
90
94
98
102
106
110
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Werkgelegenheid (2007 = basis 100)
EU-28 Eurozone België
114
• Bron: Eurostat EAK (lfsa_egan + lfsa_pganws) (15-64 jaar)
JV Vol 2
Deel 10.2
IV.5. Doelstellingen 2020
73,276,0 75,0
80,0
77,0 76,0
69,0
70,0
74,0 75,0
59,0
67,0
75,0
73,072,8
73,075,0
62,9
80,077,0
71,0
75,0
70,0
75,072,0
78,0
80,0
69,772,4
79,9 78,2
79,9 79,5
74,1
59,5
67,0
71,365,2
63,0
73,9
76,8 77,8
72,174,4
75,579,2
76,2
72,275,4
69,9
75,472,4
76,3
82,6
78,7
50,0
55,0
60,0
65,0
70,0
75,0
80,0
85,0
BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK
7 procentpunt en meer verschil 3 - 7 procentpunt verschil Minder dan 3 procentpunt verschil Min. doelstelling 2020 Tewerkstellingsgraad 2018
115
• Bron: Eurostat EAK (lfsa_ergan) – eigen berekeningen
JV Vol 2
Deel 10.2
6 9,7
7 4,6
6 2,0 6 3,7
5 9,5 6 1,4
6 6,36 9,7
73,2
76,0
55,0
60,0
65,0
70,0
75,0
80,0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hfdst. Gewest Land Doelstelling 2020
IV.6. Werkgelegenheidsgraad in 2018
116
• Bron: NBB + Eurostat EFT [lfsa_pgaed - lfsa_pganws - lfsa_egaed]; berekeningen RVA
JV Vol 2
Deel 10.2
Vlaams Gewest Waals Gewest Brus. Hfdst.
Gew.
België EU-28 Verschil België -
EU 28
(in % punten)
20-64 jaar 74,6 63,7 61,4 69,7 73,1 -3,4
20-29 jaar 65,7 50,0 44,4 58,0 64,7 -6,7
30-54 jaar 86,8 75,7 70,2 81,4 81,4 -0,0
55-64 jaar 52,5 46,4 49,5 50,3 58,7 -8,4
Laaggeschoolden 52,1 38,5 40,9 45,6 56,1 -10,5
Middengeschoolden 73,7 63,9 53,3 69,0 73,4 -4,4
Hooggeschoolden 85,9 80,8 78,5 83,5 84,5 -1,0
Belgen 76,2 65,7 63,7 72,0 69,2 +2,8
Andere EU-burgers 72,4 63,1 75,7 70,7 77,1 -6,4
Niet-EU burgers 61,2 48,3 48,3 53,9 59,3 -5,4
Werkgelegenheidsgraad in 2018
IV.7. Aandeel inactieven in 2018 (bevolking op arbeidsleeftijd naar sociaal-
economische status, in % van de bevolking tussen 15 en 64 jaar, 2018)
117
• Bron: NBB + Eurostat [lfst_r_lfe2emprt- lfst_r_lfp2actrt]; berekeningen RVA• De Belgische activiteitsgraad ligt onder het Europees gemiddelde en ver achterblijft bij die van de best presterende landen, waaronder Zweden. In 2018 was 31 % van de personen op
arbeidsleeftijd (15-64 jaar) inactief, dat is bijna een derde. Die vaststelling geldt voor de drie gewesten van ons land, met evenwel een duidelijk hogere activiteitsgraad in Vlaanderen (71,8 %) dan in Brussel (65,5 %) en, vooral, Wallonië (63,8 %).
• Volgens het NBB jaarverslag (p110): Binnen de inactieve bevolking worden opleiding (41 %), ziekte (19 %) en – vooral voor vrouwen – gezinsverantwoordelijkheden (21 % van het totale aantal inactieven, maar 32 % van alle inactieve vrouwen) aangehaald als de voornaamste redenen om niet te werken en geen baan te zoeken. Andere redenen die worden vermeld, zijn de hulp aan kinderen of arbeidsongeschikte volwassenen (5 % van de inactieven, hoofdzakelijk vrouwen), pensioen (4 %), het gevoel dat er geen werk beschikbaar is (3 %) of een andere niet nader bepaalde reden (19 %).JV Vol 2
Deel 10.2
77,468,5 64,5
56,869,4
58,4
5,3
5,24,1
8,7
2,4
5,4
17,326,3 31,4 34,5
28,236,2
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
80,0
90,0
100,0
Zweden EU-28 België Brus. Hfdst. Gew. Vlaams Gewest Waals Gewest
Werk Werkloosheid Inactiviteit
V. Budget
119
118
V.1. Evolutie van de niet overgedragen uitgaveposten voor sociale prestaties*
119
• In miljoen EUR (zonder achterstallige betalingen)• Sinds 2013 is er een totale besparing van 3.091,6 miljoen EUR die gerealiseerd werd in de sociale prestaties.• * Met uitzondering van de overgedragen stelsels van loopbaanonderbreking, waarvoor in de periode 2007-2014 niet kon worden bepaald welke gevallen volgens de huidige
bevoegdheidsverdeling onder het gewestelijk budget gerekend zouden geweest zijn.JV Vol 2
Deel 11.3
7 665,67 853,2
9 069,2 9 116,48 883,5
9 113,39 445,0
9 043,2
8 348,5
7 903,6
7 349,9
6 846,6
6 353,4
6 000,0
6 500,0
7 000,0
7 500,0
8 000,0
8 500,0
9 000,0
9 500,0
10 000,0
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
-4,3%
-7,7%-5,3%
-7,0% -6,8% -7,2%
-32,7%-35,0%
-30,0%
-25,0%
-20,0%
-15,0%
-10,0%
-5,0%
0,0%
2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019 2013-2019
V.2. Evolutie van de uitgaven voor sociale prestaties als ratio t.o.v. het bbp
120
• Globale werkloosheid = UVW excl. SWT, tijdelijke werkloosheid, deeltijdse werknemers met IGU, vrijgestelde werklozen voor opleidingen of studies & niet-bezoldigde periode in het onderwijs; andere uitkeringen = aan tijdelijke werkloosheid verwante uitkeringen (excl. niet-bezoldigde periode in het onderwijs), crisispremie, ontslagpremie en ontslagcompensatievergoeding; activering en premies = tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen excl. vrijstellingen voor opleidingen of studies.
• De ratio van de uitgaven voor sociale prestaties van de RVA t.o.v. het bbp ging van 2,47% in 2013 naar 1,40% voor 2019 en wordt geschat op 1,35% voor 2020.• Bron bbp: NBB - bbp in miljoenen kettingeuro’s - referentiejaar 2016 - van seizoenschommelingen en kalendereffecten gezuiverde gegevens
JV Vol 2
Deel 11.2
2,09% 2,13%
2,49% 2,48% 2,46% 2,46% 2,47%2,34%
2,03%1,90%
1,74%
1,56%
1,40% 1,35%
1,30%
1,50%
1,70%
1,90%
2,10%
2,30%
2,50%
2,70%
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Bbp in milj oenen
ket t ingeuro 'sGlobale werk loosheid Andere u it ker ingen Ac t iver ing en premies
St elsel voor
werk loosheid met
bedr ij fst oeslag
(inc l. halft ij ds
brugpensioen)
L oopbaan-
onderbreking,
t ij dskred iet en
t hemat isc he ver loven
Algemeen t ot aal
2007 385.901,0 1,49% 0,003% 0,08% 0,35% 0,17% 2,09%
2013 399.353,0 1,76% 0,02% 0,08% 0,40% 0,21% 2,47%
2018 437.596,0 1,13% 0,02% 0,005% 0,26% 0,15% 1,56%
2019 443.591,5 1,06% 0,02% 0,005% 0,20% 0,12% 1,40%
2020 449.801,8 1,04% 0,02% 0,005% 0,17% 0,11% 1,35%
V.3. Evolutie van de uitgaven door overheidsadministraties
121
• De evolutie van de uitgaven van overheidsadministraties bedraagt, tussen 2004 en 2019, +46% in constante prijzen.• De evolutie van de uitgaven voor werkloosheiduitkeringen met bedrijfstoeslag, werkloosheidsuitkeringen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet bedraagt, in dezelfde periode, respectievelijk -46%,
-37% en +13% in constante prijzen.JV Vol 2
Deel 11
2 0 0 4 2 0 1 8 2 0 1 9 Evo l. 2 0 1 8 - 2 0 1 9
L opende pr ij zen Const ant e pr ij zen L opende pr ij zen
Totaal uitgaven (excl. rentelasten) 129.312 230.019 236.971 +83% +46% +3%
Sociale uitkeringen 66.344 113.014 117.637 +77% +41% +4%
Vervangingsinkomens 37.211 65.599 67.894 +82% +45% +3%
Pensioenen 24.779 47.569 49.596 +100% +59% +4%
Inkomensgarantie voor ouderen 283 577 615 +117% +73% +7%
Werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag 1.239 1.108 842 -32% -46% -24%
Werkloosheidsuitkeringen 6.024 4.986 4.811 -20% -37% -4%
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet 488 699 695 +42% +13% -1%
Ziekte- en invaliditeitsuitkeringen 3.485 8.794 9.398 +170% +114% +7%
Arbeidsongevallen en beroepsziekten 495 512 515 +4% -17% +1%
Leefloon 418 1.354 1.422 +240% +170% +5%
Overige sociale uitkeringen 29.132 47.416 49.743 +71% +36% +5%
waarvan gezondheidszorg 18.053 30.533 32.120 +78% +41% +5%
waarvan kinderbijslag 4.731 6.613 6.905 +46% +16% +4%
Overige primaire uitgaven 62.969 117.004 119.333 +90% +51% +2%
Bezoldigingen van het overheidspersoneel 34.664 56.549 57.850 +67% +33% +2%
Lopende aankopen van goederen en diensten 10.666 18.950 19.579 +84% +46% +3%
Subsidies aan ondernemingen 3.397 16.715 17.175 +406% +302% +3%
Lopende overdrachten aan het buitenland 3.099 5.127 5.219 +68% +34% +2%
Overige lopende overdrachten 3.771 3.937 4.109 +9% -13% +4%
Bruto-investeringen in vaste activa 4.607 12.144 11.952 +159% +106% -2%
Overige kapitaaluitgaven 2.767 3.584 3.450 +25% -1% -4%
Bron: Jaarverslag NBB
In miljoen EUR
Evo l. 2 0 0 4 - 2 0 1 9
V.4. Evolutie van de uitgekeerde bedragen volgens gewest (in miljoen EUR*)
122
• De daling van de uitgaven op jaarbasis is merkbaar in elk van de drie gewesten. Ze is het grootst in het Vlaams Gewest (-9,8%), gevolgd door het Waals Gewest (-6,3%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-0,7%).
• * Zonder achterstallige betalingenJV Vol 2
Deel 7.3
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst.
Gewest Land
Vlaams
Gewest
Waals
Gewest
Brussels
Hfdst.
Gewest Land
Vergoede werklozen 2.043,5 1.745,7 793,4 4.582,7 44,6% 38,1% 17,3% 100,0%
Werkzoekenden 1.415,1 1.513,5 751,6 3.680,1 38,5% 41,1% 20,4% 100,0%
Niet-werkzoekenden 628,5 232,3 41,9 902,6 69,6% 25,7% 4,6% 100,0%
Tijdelijke werkloosheid, verwante uitkeringen en verloven 231,4 167,9 19,8 419,1 55,2% 40,1% 4,7% 100,0%
Deeltijdse werknemers 73,0 75,4 21,1 169,5 43,1% 44,5% 12,4% 100,0%
Werk- en activeringsmaatregelen 53,6 153,4 35,2 242,2 22,1% 63,3% 14,5% 100,0%
Vrijstellingen van IWZ voor studies of beroepsopleiding,
activiteiten in het buitenland en PWA226,9 181,9 52,0 460,9 49,2% 39,5% 11,3% 100,0%
Tijdskrediet, loopbaanonderbreking en thematische verloven 529,8 168,9 39,1 737,9 71,8% 22,9% 5,3% 100,0%
Tijdskrediet 253,5 76,3 15,1 344,9 73,5% 22,1% 4,4% 100,0%
Loopbaanonderbrek ing 86,8 43,0 6,9 136,6 63,5% 31,4% 5,1% 100,0%
Thematische verloven 189,6 49,6 17,1 256,3 74,0% 19,4% 6,7% 100,0%
Andere 51,6 25,6 4,2 81,4 63,4% 31,4% 5,2% 100,0%
Eenheidsstatuut 51,5 25,4 4,2 81,1 63,5% 31,3% 5,2% 100,0%
Overige 0,1 0,2 0,0 0,3 38,8% 59,6% 1,6% 100,0%
Algemeen totaal 2019 3.209,9 2.518,9 964,9 6.693,6 48,0% 37,6% 14,4% 100,0%
Algemeen totaal 2018 3.558,1 2.689,0 972,0 7.219,0 49,3% 37,2% 13,5% 100,0%
Algemeen totaal 2007 3.863,0 3.229,5 967,4 8.059,9 47,9% 40,1% 12,0% 100,0%
Algemeen totaal 2000 3.037,0 2.258,4 632,2 5.927,6 51,2% 38,1% 10,7% 100,0%
Evol. 2000 - 2007 +826,1 +971,1 +335,2 +2132,3 +27,2% +43,0% +53,0% +36,0%
Evol. 2007 - 2019 -653,2 -710,6 -2,6 -1366,3 -16,9% -22,0% -0,3% -17,0%
Evol. 2000 - 2019 +172,9 +260,5 +332,6 +766,0 +5,7% +11,5% +52,6% +12,9%
Evol. 2018 - 2019 -348,2 -170,1 -7,1 -525,4 -9,8% -6,3% -0,7% -7,3%
V.5. Evolutie van de gemiddelde uitkering (UVW)
123
• Bedragen/budgettaire eenheden (lopende prijzen)• Indexering: theoretische stijging van de uitkeringen van 22,1% (2007-2019). We kunnen ramen dat dit 23,9% zou hebben bedragen, indien de indexsprong van 2015 niet had plaatsgevonden.• Stijging van de gemiddelde uitkering tussen 2007 en 2019 met 42,2%, waarvan 22,1% tgv. inflatie. Andere verklarende factoren zijn de welvaartsaanpassingen, bepaalde reglementaire
ontwikkelingen en het gemiddeld profiel van de gerechtigden. JV Vol 2
Deel 3.4
2007 2018 2019
Evol.
2007 -
2019
Evol.
2018 -
2019
UVW-WZ 773,33 1.068,47 1.100,06 +42,2% + 3,0%
Na een voltijdse betrekking 837,32 1.098,23 1.127,95 +34,7% + 2,7%
waarvan gezinshoofden 984,06 1.293,60 1.331,43 +35,3% + 2,9%
waarvan alleenwonenden 860,37 1.133,65 1.159,13 +34,7% + 2,2%
waarvan samenwonenden 681,84 932,90 959,67 +40,7% + 2,9%
Na een vrijwillig deeltijdse betrekking 727,96 981,69 1.005,99 +38,2% + 2,5%
Na studies 606,13 803,20 820,67 +35,4% + 2,2%
SWT zonder vrijstelling van IWZ 1.036,93 1.321,78 1.342,02 +29,4% + 1,5%
UVW-NWZ 909,54 1.256,77 1.283,90 +41,2% + 2,2%
Na een vrijwillig deeltijdse betrekking 669,50 953,31 993,62 +48,4% + 4,2%
Vrijgestelde ouderen na voltijdse arbeidsprestaties 876,15 1.123,37 1.146,57 +30,9% + 2,1%
Vrijstelling om soc. of fam. redenen of mantelzorg 249,29 267,32 274,05 +9,9% + 2,5%
SWT met vrijstelling van IWZ 1.015,79 1.321,25 1.343,84 +32,3% + 1,7%
4,7%
13,8%
12,5%
26,5%
42,6%Totaal
UVW-WZ
< 500 EUR 500 - < 750 EUR 750 - < 1 000 EUR
1 000 - < 1 250 EUR ≥ 1 250 EUR
V.6. Gemiddelde uitkering (onderbrekingsuitkeringen)
124
• Bedragen/fysieke eenheden • Bron i.v.m. Zorgkrediet: VDAB
Tij dskred iet :
eindeloopbaan
Tij dskred iet :
andere
Themat isc he
ver loven
L oopbaan-
onderbreking:
eindeloopbaan
L oopbaan-
onderbreking:
andere
Tot aalVlaams
Zorgkred iet
Voltijds 448,786 549,545 401,021 511,853 464,113
Halftijds 476,574 272,715 304,722 308,661 150,47 338,049 277,769
Vermindering met 1/3 270,76 137,701 225,472
Vermindering met 1/4 203,084 102,665 170,407
Vermindering met 1/5 243,281 170,783 151,123 179,037 101,134 181,738 140,5
Vermindering met 1/10 75,322 75,322
2019
V.7. UVW-WZ volgens aantal vergoede dagen
125
• Het aandeel van de UVW-WZ die voor alle dagen van het jaar een werkloosheidsuitkering krijgen, is gedaald van 21,1% in 2007 tot 18,2% in 2019.• Gewerkte dagen: dagen die geschrapt zijn van de controlekaarten zonder rekening te houden met de uitstromers en instromers
JV Vol 2
Deel 8.2
Gewerkte dagen 06/2019
0-78 76.658 48% 53.598 34% 14.533 23% 18.339 24% 9.384 16% 2.554 10% 0 dagen 83,6%
79-156 39.243 24% 37.767 24% 12.406 20% 13.209 17% 8.661 14% 2.555 10% 1 - 5 dagen 5,6%
157-234 21.992 14% 27.594 17% 10.968 18% 9.451 12% 7.649 13% 2.712 11% 6 - 12 dagen 5,2%
235-311 15.056 9% 24.879 16% 12.426 20% 10.658 14% 9.454 16% 4.463 18% 13 dagen en + 5,6%
312 8.396 5% 15.125 10% 12.260 20% 24.820 32% 25.361 42% 13.134 52%
Totaal 161.345 100% 158.963 100% 62.593 100% 76.477 100% 60.509 100% 25.418 100% Totaal 100,0%
Land
Aantal vergoede
dagen in 2019Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels H Gewest
< 50 jaar 50 jaar en ouder
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels H Gewest
Gewesten
329.360 UVW-WZ gemiddeld per maand = 547.926 verschillende personen die minstens 1 en maximum 312 uitkeringen gekregen hebben in 2019
Gewerkte dagen
06/2019
28,8%
18,8%
16,2%
15,2%
21,1%
2007
0-78 79-156 157-234 235-311 312
32,1%
20,9%14,7%
14,1%
18,2%
2019
83,6%
5,6%
5,2%5,6%
0 dagen 1 - 5 dagen 6 - 12 dagen 13 dagen en +
VI. Vooruitzichten
127
126
VI. Conjuncturele vooruitzichten
127
• In zijn laatste vooruitzichten voorziet het Planbureau een groei van de Belgische economie van +1,4% op jaarbasis in 2020.• Het Planbureau voorziet een nieuwe daling van 3,3% van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in 2020 en een stijging van 3,2% van de tijdelijke werkloosheid.• Bronnen: RVA - historische gegevens UVW-WZ en tijdelijke werkloosheid; Federaal Planbureau - Economische begroting - Tabel B.5.bis Situatie op de arbeidsmarkt detail; NBB - bbp in miljoenen
kettingeuro’s - referentiejaar 2016 - van seizoenschommelingen en kalendereffecten gezuiverde gegevensJV Vol 2
Deel 11.2
Groeivoet van het bbp in
volume
(in %)
Binnenlandse
werkgelegenheid
(in duizendtal len)
UVW-WZ
(fysieke eenheden)
UVW-NWZ
(fysieke eenheden)
Tijdel i jke werkloosheid
(budgettaire eenheden)
2011 +1,7 4.552,9 445.412 215.812 35.895
2017 +2,0 4.751,4 373.701 113.590 20.824
2018 +1,5 4.817,0 348.221 90.256 19.248
2019 +1,4 4.889,8 329.360 61.678 19.385
2020 +1,4 4.943,2 318.368 43.415 20.000
Evol. 2018 - 2019 -0,1 punt +1,5% -5,4% -31,7% +0,7%
Evol. 2019 - 2020 + 0,0 punt +1,1% -3,3% -29,6% +3,2%
VII. Evolutie van de activiteiten m.b.t. de handhaving van het systeemPersoneelsbestand controlediensten 129
De strategie inzake controle 130
Datamatching & Datamining 137
Specifieke controles 144
Sancties, terugvorderingen en gerechtelijke geschillen 151
128
VII.1. Personeelsbestand controlediensten
Evolutie van het aantal controleurs en sociale inspecteurs (V.E.):
2014: 263 waarvan 234 controleurs en 29 inspecteurs
2015: 240 waarvan 212 controleurs en 28 inspecteurs
2016: 204 waarvan 190 controleurs en 14 inspecteurs
2017: 200 waarvan 184 controleurs en 16 inspecteurs
2018: 212 waarvan 194 controleurs en 18 inspecteurs
2019: 210 waarvan 190 controleurs en 20 inspecteurs
Gevolg van pensioneringen, budgettaire restricties
Effecten van de preventieve controles : verschuiving van een deel van de controle-activiteiten naar de andere processen (toelaatbaarheid, verificatie, loopbaanonderbreking en tijdskrediet)
Afschrikkende effecten van datamatching
Doelgerichtere controles dank zij datamining
Steun van het administratief personeel bij de voorbereiding van de controles en de consultatie van de databanken
129JV Vol 1
Deel 2.4
VII.2. De strategie inzake controle
Strategisch plan:
Actieplan 2019 van de Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale fraude
Operationele plannen werkloosheidsbureaus:
• zwartwerk
• gezinssituatie
• tijdelijke werkloosheid
• grensoverschrijdende fraude
Operationeel plan Centrale Controledienst (CCD)
130JV Vol 1
Deel 2.4
VII.2.1 Controles in de economische sectoren (1)
131
• De controleurs hebben deelgenomen aan 11.479 gecoördineerde controleacties op initiatief van de RVA of de SIOD.
JV Vol 1
Deel 2.4.8
Controleacties Aantal acties Niet-conforme dossiers werkgevers Niet-conforme dossiers werknemers
Bouw 2.473 761 758
Horeca 1.783 1.719 1.084
Kleinhandel/markten 990 340 146
Tuinbouw 353 91 68
Taxi's 146 23 12
Schoonmaak 208 85 37
Vlees 66 27 31
Andere sectoren 5.460 1.717 1.294
Totaal 11.479 4.763 3.430
VII.2.2 Controles in de economische sectoren (2)
132
• In 2019 werden 11 479 werkgevers en 29 559 werknemers gecontroleerd.
JV Vol 1
Deel 2.4.8
Werkgevers Werknemers Werkgevers Werknemers
2015 11.074 32.058 8.621 30.263 2.453 (22,2%) 1.795 (5,6%)
2016 10.942 26.797 8.496 25.413 2.446 (22,4%) 1.384 (5,2%)
2017 10.087 28.031 7.920 25.623 3.167 (31,4%) 2.408 (8,6%)
2018 12.813 30.573 8.420 27.375 4.393 (34,3%) 3.198 (10,5%)
2019 11.479 29.559 6.716 26.129 4.763 (41,5%) 3.430 (11,6%)
Gecontroleerd aantal In regel Niet in regel
Werkgevers Werknemers
VII.2.3 Controle van de tijdelijke werkloosheid (1)
133JV Vol 1
Deel 2.4.9
1ste
aanvraag
Structurele
werkloos-
heid
Fraude-
gevoelige
sectoren
(incl.
bedienden)
Totaal
2015 1.315 1.185 6.899 9.399 332 (25,2%) 509 (43,0%) 1.829 (26,5%) 2.670 (28,4%)
2016 1.093 1.089 6.871 9.053 276 (25,3%) 488 (44,8%) 2.046 (29,8%) 2.810 (31,0%)
2017 1.377 1.123 6.009 8.509 424 (30,8%) 607 (54,1%) 1.771 (29,5%) 2.802 (32,9%)
2018 1.276 883 6.473 8.632 451 (35,3%) 458 (51,9%) 1.911 (29,5%) 2.820 (32,7%)
2019 1.370 1.138 6.227 8.735 460 (33,6%) 666 (58,5%) 1.724 (27,7%) 2.850 (32,6%)
Controles werkgevers
Aantal Niet in regel
1ste aanvraagStructurele
werkloosheid
Fraude-
gevoelige
sectoren
(incl.
bedienden)
Totaal
VII.2.4 Controle van de tijdelijke werkloosheid (2)
134JV Vol 1
Deel 2.4.9
1ste
aanvraag
Fraude-
gevoelige
sectoren
(incl.
bedienden)
Totaal
2015 1.315 6.899 8.214 108 (8,2%) 1.781 (25,8%) 1.889 (23,0%)
2016 749 12.692 13.441 105 (14,0%) 2.091 (16,5%) 2.196 (16,3%)
2017 840 8.435 9.275 117 (13,9%) 1.397 (16,6%) 1.514 (16,3%)
2018 1.112 10.279 11.391 173 (15,6%) 1.813 (17,6%) 1.986 (17,4%)
2019 957 8.978 9.935 172 (18,0%) 1.724 (19,2%) 1.896 (19,1%)
1ste aanvraag
Fraude-
gevoelige
sectoren
(incl.
bedienden)
Totaal
Controles werknemers
Aantal Niet in regel
VII.2.5 Controle van valse documenten en fictieve onderwerpingen aan de sociale zekerheid
Controles op basis van
Communicatie van de RSZ m.b.t. ondernemingen met fictieve tewerkstelling
Controles door de RVA van de toelating tot werkloosheid (documenten C4, U1…) : a priori + a posteriori
Cijfers 2019:
357 beslissingen van niet-onderwerping ontvangen van de RSZ
171 dossiers van werknemers opgestuurd naar de WB’s
233 weken in totaal uitsluiting
200.410 EUR terugvorderingen
135JV Vol 1
Deel 2.4.9
VII.2.6 Controle van grote evenementen
Doelstelling:
Informeren van organisatoren
Bestrijden van foutief gebruik van uitkeringen en zwartwerk
Toenemen van regulier werk
Cijfers 2019:
37 controles (bv.: Tomorrowland, Les Ardentes, Brussels Dogshow, …) meestal i.s.m. andere inspectiediensten
136JV Vol 1
Deel 2.4.9
Werknemers Vrijwilligers Werkgevers
2015 5.140 1.501 808 383 (7,5%) 24 (1,6%) 135 (16,7%)
2016 4.250 1.167 824 305 (7,2%) 21 (1,8%) 196 (23,8%)
2017 3.823 930 777 327 (8,6%) 26 (2,8%) 185 (23,8%)
2018 2.709 504 840 275 (10,2%) 35 (6,9%) 207 (24,6%)
2019 1.505 348 421 131 (8,7%) 4 (1,1%) 101 (24,0%)
Gecontroleerd Niet in regel
Werknemers Vrijwilligers Werkgevers
VII.3. Datamatching en datamining
137JV Vol 1
Deel 2.4.6
VII.3.1 Effecten van preventieve controles (1)
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Evolutie 2018-
2019
Onderzoeken 23.025 32.374 32.536 27.572 26.921 24.095 22.355 25.740 + 15,1%
Niet-conform 4.422 8.379 10.566 8.542 6.661 4.943 4.987 6.871 + 37,8%
Terug te vorderen
bedragen
24.190.888 EUR 33.010.972 EUR 36.786.331 EUR 30.698.541 EUR 21.549.902 EUR 24.081.959 EUR 21.676.790 EUR 21.875.609 EUR + 0,9%
138JV Vol 1
Deel 2.4.6
Controle van het adres, van de gezinssituatie en van de nationaliteit
Gerichte controles o.b.v. gegevensbanken, controles op basis van aanwijzingen, o.b.v. klachten of willekeurige controles In 2019: 25.740 controles in totaal
Cumulatie van werkloosheid en werk in loondienst
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Inbreuken 16.358 11.338 5.073 2.859 3.353 3.225 3.010 3.177 2.975 2.072 1.822
Terug te vorderen
bedragen 15.047.961 EUR 8.359.789 EUR 2.133.060 EUR 1.213.583 EUR 1.519.779 EUR 1.032.246 EUR 1.328.283 EUR 1.451.585 EUR 1.080.518 EUR 1.015.909 EUR 871.936 EUR
VII.3.2 Effecten van preventieve controles (2)
139JV Vol 1
Deel 2.4.9
Controle van het adres, van de gezinssituatie en van de nationaliteit
1. Uitkeringsaanvraag (begin werkloosheid)
2014 420.400
2015 768.252
2016 640.310
2017 591.316
2018 578.842
2019 581.913
2. Verandering nationaliteit/adres/gezinssamenstelling tijdens de werkloosheid2. a) Spontane aangifte door de werkloze: idem punt 1
2. b) (Nog) geen aangifte door de werkloze:
2014 457.134
2015 1.915.937
2016 2.025.571
2017 2.192.375
2018 2.146.983
2019 2.347.116
NationaliteitAdres
GezinssamenstellingUI
Aangifte conform, gecorrigeerd of verantwoord
Consultatie RRsinds 7/2012
Link met andere DB'ssinds 9/2013
(RSZ, RSVZ, RVP)voor de andere
gezinsledenConform
Niet-conform:- ofwel gecorrigeerde aangifte- ofwel verantwoord verschil
Aanpassingen RRN sinds 7/2014
UI
Gevolg: aangifte conform of
verantwoord
Link met andere DB'ssinds 9/2013
(RSZ, RSVZ, RVP)voor de andere
gezinsleden
Zonder gevolg
+Structurele en terugkerende controles door de RVA:
Datamining (aanwijzingen), Datamatching, steekproeven, opsporing schrappingen, politieverslagen
VII.3.3 Effecten van preventieve controles (3)
Verificaties in het stelsel van loopbaanonderbreking/tijdskrediet
Sinds 2011 verifieert de RVA ook systematisch de toekenning van uitkeringen in het stelsel van loopbaanonderbreking/tijdskrediet.
Opsporing van anomalieën via kruising van meerdere gegevensbanken (RSZ, Rijksregister, …)
Voorbeelden: einde arbeidscontract, nieuwe werkgever, pensioengerechtigd, cumulatie met zelfstandige activiteit , woonplaats buiten EER…)
140JV Vol 1
Deel 2.4.6
VII.3.4 Effecten van preventieve controles (4)
141JV Vol 1
Deel 2.4.6
VII.3.5 Controles a posteriorivan werkloosheidsuitkeringen en andere inkomsten (1)
142JV Vol 1
Deel 2.4.6
VII.3.6 Datamining
Experten programmeren sof tware die in databanken zoekt naar correlaties.
Het programma stelt een prof iel op van een 'type-f raudeur'.
Bedrijven en sociaal verzekerden worden getoetst aan dat prof iel.
Bedrijven en sociaal verzekerden met een hoog f rauderisico worden gecontroleerd.
Resultaat van de controle wordt opgeslagen in een databank en wordt gebruikt als input bij toekomstige
controles.
143JV Vol 1
Deel 2.4.7
VII.4. Specifieke controles
Controle van de grensoverschrijdende fraude
Specifieke of aanvullende controles
Samenwerking met justitie
144JV Vol 1
Deel 2.4.9
VII.4.1 Controle van grensoverschrijdende fraude (1)
Ad hoc controles van prestaties uitgevoerd in het buitenland en aangedragen bij de uitkeringsaanvraag
Controle van de effectieve verblijfplaats in België :
via geautomatiseerde procedure C66bis: 13.914 oproepingen
281 ad hoc oproepingen
145JV Vol 1
Deel 2.4.9
VII.4.2 Controle van grensoverschrijdende fraude (2)
Ontwikkelen en intensifiëren van de contacten met de bevoegde autoriteiten in het buitenland
Vervolg van de ontwikkeling van de systemen van gegevensuitwisseling via elektronische weg, met name in het kader van het Benelux akkoord met Nederland en met Frankrijk (PôleEmploi)
146JV Vol 1
Deel 2.4.9
VII.4.3 Specifieke of aanvullende controles (1)
Contactpunt voor een eerlijke concurrentie: 831 aangiften ontvangen
Controles op de verblijfplaats van de gezinstoestand
Door de RVA: 1.462
Door de politie: 142
147JV Vol 1
Deel 2.4.3
VII.4.4 Specifieke of aanvullende controles (2)
Controle van detentieperiodes :
Systematische gegevensuitwisseling via de kruispuntbank in voorbereiding met de FOD Justitie en meerdere andere instellingen
Specifieke gegevensuitwisseling RVA – FOD Justitie
Controles op het vertrek naar het buitenland :
Systematisch, via schrapping uit het rijksregister
Op basis van informatie van de politie en van justitie
148JV Vol 1
Deel 2.4.3
VII.4.5 Samenwerking met justitie (1)
149JV Vol 1
Deel 2.4.2
RVA - Justitie : aantal epv’s
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Evol. 2013-
2019
RVA 2.635 3.890 3.952 3.786 3.348 3.229 3.400 + 29,0%
Geheel van de sociale
inspectiediensten (o.a. RVA)
9.568 10.934 11.879 11.775 10.715 11.111 11.412 + 19,3%
% 27,5% 35,6% 33,3% 32,2% 31,2% 29,1% 29,8%
VII.4.6 Samenwerking met justitie (2)
150JV Vol 1
Deel 2.4.2
Justitie - RVA: 3.020 kantschriften van de arbeidsauditeur (3.324 in 2018).
De tussenkomst van een controleur van de RVA kan gevraagd worden door de gerechtelijke instanties (via kantschrift) :
vraag om bijkomende gegevens door de auditeur
vraag om concrete samenwerking in bepaalde (fraude)dossiers, bv. verhoor van betrokken personen
vraag om inlichtingen betreffende een uitkeringstrekker
VII.5. Sancties, terugvorderingen en gerechtelijke geschillen
Federale sancties
Gewestelijke sancties
Terugvorderingen door de werkloosheidsbureaus
Gerechtelijke geschillen
151JV Vol 1
Deel 2.4.9
VII.5.1 Federale sancties
152
• Ondanks de vermindering van het aantal werklozen, zien we een stijging van het aantal federale sancties voor vrijwillige werkloosheid. De administratieve sancties zijn gedaald als gevolg van de daling van het aantal werklozen en de veralgemening van preventieve controles.
JV Vol 2
Deel 3.4
F edera le bevoegdheid
Land Vlaam s
G ewest
W aals
G ewest
Dui ts -
ta l ige
G em .
Brussel s
Hf dst.
G ew.
Land
2018
Vrijwillige werkloosheid: sancties 15.780 10.640 5.012 169 2.044 17.865
Afdanking om billijke redenen 3.729 2.704 1.105 18 294 4.121
Werkverlating 11.452 7.597 3.663 141 1.689 13.090
Zich niet aanmelden op het werkloosheidskantoor 599 339 244 10 61 654
Vrijwillige werkloosheid: verwittigingen 1.666 1.116 662 12 45 1.835
Tot aal vr ij w illige w erk loosheid 1 7 . 4 4 6 1 1 . 7 5 6 5 . 6 7 4 1 8 1 2 . 0 8 9 1 9 . 7 0 0
Administratieve inbreuken: sancties 11.744 4.900 4.360 36 1.712 11.008
Onjuiste, onvolledige of laattijdige verklaring 5.690 2.203 2.315 20 901 5.439
Onrechtmatige stempel, misbruik controlekaart 5.969 2.687 2.013 16 811 5.527
Opmaken van onjuiste stukken, vals stempelmerk 85 10 32 0 0 42
Administratieve inbreuken: verwittigingen 11.837 5.399 4.861 70 1.607 11.937
Tot aal adm in ist rat ieve inbreuken 2 3 . 5 8 1 1 0 . 2 9 9 9 . 2 2 1 1 0 6 3 . 3 1 9 2 2 . 9 4 5
2019
153
VII.5.2 Regionale sancties (1)Ingevolge de 6de Staatshervorming werd de beslissingsbevoegdheid betreffende sancties voor passieve en actieve onbeschikbaarheid overgedragen naar de Gewesten (regionale sancties). Er werd evenwel in een overgangsfase voorzien tijdens dewelke de federale overheid (RVA) deze bevoegdheid voorlopig verder blijft uitoefenen. De RVA blijft dus op grond van het continuïteitsbeginsel belast met de uitvoering van deze materie tot op het tijdstip waarop het Gewest operationeel in staat is om deze bevoegdheid uit te oefenen. Dat tijdstip is niet voor alle Gewesten hetzelfde. In 2016 namen alle Gewesten de beslissingsbevoegdheid inzake sancties voor passieve en actieve onbeschikbaarheid van de RVA over, uitgezonderd het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ACTIRIS). In 2017 nam ook dat Gewest de beslissingsbevoegdheid over. De regionale sancties worden door de gewestelijke diensten gecommuniceerd via elektronische fluxen aan de RVA, die zeuitvoert. Er zijn kleine verschillen mogelijk met de cijfers die door de gewestelijke dienstengepubliceerd worden, rekening houdend met een lichte vertraging door de verzending van de gegevens en de wijze waarop wijzigingen en annulaties worden geregistreerd.
Uitsluiting (tot herinschrijving): de niet-toekenning van uitkeringen omwille van onbeschikbaarheid voor de arbeidsmarkt tot herinschrijving als werkzoekende.
Actieve beschikbaarheid - sancties: het federale kader legt de algemene principes vast van de controle. De gewesten mogen evenwel de modaliteiten ervan bepalen, wat kan leiden tot een verschillende aanpak en andere procedures in de gewesten. Sommige verschillen kunnen ook worden verklaard door het feit dat de verwittigingen die gegeven worden in het kader van het begeleidingsproces niet als zodanig worden geteld. Gedetailleerdere informatie behoort toe aan de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling.
Actieve beschikbaarheid– verwittigingen: de voorafgaande verwittigingen die worden gegeven in het kader van het begeleidingsproces of in een eerdere fase van het controleproces worden niet als verwittigingen geteld, omdat zij niet voorzien worden in het federaal kader en omdat zij niet dezelfde juridische gevolgen hebben.
Dispo J : controle op de actieve beschikbaarheid van jongeren in beroepsinschakelingstijd. De cijfers van 2017 werden opgemaakt door de RVA op basis van de electronische fluxen van de gewestelijke diensten, behalve de gegevens van het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die gebaseerd zijn op het rapport van respectievelijk FOREM en ACTIRIS. Vanaf 2018 worden de cijfers opgemaakt door de RVA op basis van de elektronische fluxen van de gewestelijke diensten.
JV Vol 2
Deel 3.4
Regionale bevoegdheid sedert 2016
(2017 in het Brussels Hfdst. Gewest)
2018 2019
Passieve beschikbaarheid: sancties 12 308 13 687
Werkweigering 225 195
Afdanking, stopzetting of weigering van een beroepsopleiding 687 589
Zich niet aanmelden bij een werkgever 1 327 707
Zich niet aanmelden bij het plaatsingsdienst, of dienst beroepsopleiding 9 435 11 604
Weigering deelname aan, stopzetting of mislukking van een
inschakelingsparcours619 578
Weigering outplacement of weigering inschrijving in een tewerkstellingscel 15 14
Passieve beschikbaarheid: verwittigingen 4 162 3 386
Uitsluiting (tot herinschrijving) 2 536 3 703
Totaal passieve beschikbaarheid + uitslu iting 19 006 20 776
Actieve beschikbaarheid: sancties 6 793 5 918
Actieve beschikbaarheid: tijdelijke schorsing van de uitkeringen 2 172 1 758
Actieve beschikbaarheid: verminderde uitkering 2 843 2 489
Actieve beschikbaarheid: verminderde uitkering, gevolgd door uitsluiting 1 079 1 076
Actieve beschikbaarheid: uitsluiting 699 595
Actieve beschikbaarheid: verwittigingen 15 810 17 136
Totaal ac tieve beschikbaarheid 22 603 23 054
Voorafgaande verwittigingen 17 998 19 611
Beschikbaarheid van jongeren in BIT (DISPO J):
negatieve evaluaties15 203 17 920
Voorafgaande verwittigingen 5 999 4 942
154
VII.5.3 Regionale sancties (2)
Ingevolge de 6de Staatshervorming werd de beslissingsbevoegdheid betreffende sancties voor passieve en actieve onbeschikbaarheid overgedragen naar de Gewesten (regionale sancties). Er werd evenwel in een overgangsfase voorzien tijdens dewelke de federale overheid (RVA) deze bevoegdheid voorlopig verder blijft uitoefenen. De RVA blijft dus op grond van het continuïteitsbeginsel belast met de uitvoering van deze materie tot op het tijdstip waarop het Gewest operationeel in staat is om deze bevoegdheid uit te oefenen. Dat tijdstip is niet voor alle Gewesten hetzelfde. In 2016 namen alle Gewesten de beslissingsbevoegdheid inzake sancties voor passieve en actieve onbeschikbaarheid van de RVA over, uitgezonderd het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ACTIRIS). In 2017 nam ook dat Gewest de beslissingsbevoegdheid over. De regionale sancties worden door de gewestelijke diensten gecommuniceerd via elektronische fluxen aan de RVA, die zeuitvoert. Er zijn kleine verschillen mogelijk met de cijfers die door de gewestelijkediensten gepubliceerd worden, rekening houdend met een lichte vertraging door de verzending van de gegevens en de wijze waarop wijzigingen en annulaties worden geregistreerd.
Uitsluiting (tot herinschrijving): de niet-toekenning van uitkeringen omwille van onbeschikbaarheid voor de arbeidsmarkt tot herinschrijving als werkzoekende.
Actieve beschikbaarheid - sancties: het federale kader legt de algemene principes vast van de controle. De gewesten mogen evenwel de modaliteiten ervan bepalen, wat kan leiden tot een verschillende aanpak en andere procedures in de gewesten. Sommige verschillen kunnen ook worden verklaard door het feit dat de verwittigingen die gegeven worden in het kader van het begeleidingsproces niet als zodanig worden geteld. Gedetailleerdere informatie behoort toe aan de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling.
Actieve beschikbaarheid– verwittigingen: de voorafgaande verwittigingen die worden gegeven in het kader van het begeleidingsproces of in een eerdere fase van het controleproces worden niet als verwittigingen geteld, omdat zij niet voorzien worden in het federaal kader en omdat zij niet dezelfde juridische gevolgen hebben.
Dispo J : controle op de actieve beschikbaarheid van jongeren in beroepsinscha-kelingstijd. Vanaf 2018 worden de cijfers opgemaakt door de RVA op basis van de elektronische fluxen van de gewestelijke diensten.
Deel 3.4
JV Vol 2
Reg iona le bevoegdheid sedert 2016
( 2017 in het Brussel s Hf dst. G ewest)
V laam s
G ewest
W aals
G ewest
Dui ts -
ta l ige
G em .
Brussel s
Hf dst.
G ew.
Passieve beschikbaarheid: sancties 8.920 1.883 35 2.849
Werkweigering 188 6 0 1
Afdanking, stopzetting of weigering van een beroepsopleiding 466 117 6 0
Zich niet aanmelden bij een werkgever 474 233 0 0
Zich niet aanmelden bij het plaatsingsdienst, of dienst beroepsopleiding 7.222 1.510 27 2.845
Weigering deelname aan, stopzetting of mislukking van een inschakelingsparcours 556 17 2 3
Weigering outplacement of weigering inschrijving in een tewerkstellingscel 14 0 0 0
Passieve beschikbaarheid: verwittigingen 102 2.789 17 478
Uitsluiting (tot herinschrijving) 31 3.643 27 2
Tot aal passieve besc h ikbaarheid + u it slu it ing 9.053 8.315 79 3.329
Actieve beschikbaarheid: sancties 262 5.239 50 367
Actieve beschikbaarheid: tijdelijke schorsing van de uitkeringen 116 1.525 9 108
Actieve beschikbaarheid: verminderde uitkering 126 2.125 25 213
Actieve beschikbaarheid: verminderde uitkering, gevolgd door uitsluiting 8 1.025 9 34
Actieve beschikbaarheid: uitsluiting 12 564 7 12
Actieve beschikbaarheid: verwittigingen 1.700 14.013 80 1.343
Tot aal ac t ieve besc h ikb aarheid 1.962 19.252 130 1.710
Voorafgaande verwittigingen 17.250 2.361
Besc h ikbaarheid van j ongeren in BI T (D I SP O J):
negat ieve evaluat ies2.687 14.510 81 642
Voorafgaande verwittigingen 4.580 362
2019
VII.5.4 Terugvorderingen door de werkloosheidsbureaus (1)
155
• Stijging van de onverschuldigde bedragen tussen 2007 en 2014: beter gerichte enquêtes, stijging van het aantal controles op de dienstenchequeondernemingen; effecten van het versterken van controles van adres- en gezinstoestand.
• Maar vermindering van de onverschuldigde bedragen vanaf 2015 (effect van meer preventieve controles, regionalisering van de dienstencheques in 2016 en daling van het aantal uitkeringsgerechtigden)
• Moeilijkheden bij terugvordering: financiële situatie van schuldenaren, gespreide afbetalingsplannen, procedures van collectieve schuldbemiddeling, gerechtelijke betwistingen van beslissingen tot terugvordering, weerspannige debiteuren, …
• In 2019 , annulatie van 631 oude onproductieve schuldvorderingen bij de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering voor een bedrag van 2,146 miljoen EUR (tegenover 343 voor een bedrag van 0,818 miljoen EUR in 2018).
JV Vol 1
Deel 2.3.4
Vastgestelde
onverschuldigde
bedragen
Totaal
teruggevorderde
bedragen
Ingevorderd door de
RVA
Overgemaakt aan de
Domeinen of voor
invordering in het
buitenland
Ingevorderd door de
Domeinen
Ingevorderd in het
buitenlandKwijtgescholden
2007 76.880.289 EUR 51.520.852 EUR 50.118.165 EUR 8.135.623 EUR 1.360.790 EUR 41.897 EUR 1.711.342 EUR
2008 93.770.282 EUR 54.809.595 EUR 53.309.040 EUR 13.589.791 EUR 1.459.138 EUR 41.417 EUR 1.960.287 EUR
2009 92.207.680 EUR 58.002.518 EUR 56.248.162 EUR 18.409.022 EUR 1.722.294 EUR 32.061 EUR 2.073.818 EUR
2010 105.704.138 EUR 65.427.989 EUR 62.927.747 EUR 22.814.381 EUR 2.455.039 EUR 45.203 EUR 1.950.345 EUR
2011 93.346.587 EUR 68.609.994 EUR 65.069.432 EUR 17.641.339 EUR 3.487.486 EUR 53.075 EUR 2.097.976 EUR
2012 109.466.717 EUR 70.157.832 EUR 66.516.904 EUR 20.979.190 EUR 3.590.219 EUR 50.710 EUR 2.336.851 EUR
2013 129.362.819 EUR 70.844.760 EUR 66.478.432 EUR 24.602.312 EUR 4.313.983 EUR 52.345 EUR 3.132.287 EUR
2014 139.735.910 EUR 73.081.171 EUR 69.081.630 EUR 32.559.121 EUR 3.907.086 EUR 92.455 EUR 2.896.009 EUR
2015 126.688.356 EUR 76.241.189 EUR 71.613.565 EUR 30.829.016 EUR 4.551.912 EUR 75.712 EUR 2.327.244 EUR
2016 101.540.201 EUR 72.883.965 EUR 67.952.129 EUR 38.795.807 EUR 4.835.344 EUR 96.492 EUR 3.388.090 EUR
2017 99.776.520 EUR 74.906.039 EUR 69.410.223 EUR 34.766.872 EUR 5.395.024 EUR 100.792 EUR 2.063.622 EUR
2018 95.439.288 EUR 78.243.044 EUR 69.093.912 EUR 37.734.932 EUR 9.015.343 EUR 133.789 EUR 2.693.660 EUR
2019 96.757.265 EUR 82.760.355 EUR 70.587.562 EUR 34.263.231 EUR 12.036.823 EUR 135.969 EUR 4.606.383 EUR
Evol. 2007-2019 + 25,9% + 60,6% + 40,8% + 321,2% + 784,5% + 224,5% + 169,2%
Bedragen
VII.5.5 Terugvorderingen door de werkloosheidsbureaus (2)
156JV Vol 1
Deel 2.3.4
Door de debiteuren zelf 35.391.019 EUR
Via inhoudingen op uitkeringen of vergoedingen (art. 1410, § 4, GW) 11.029.429 EUR
Via de ziekenfondsen 18.846.896 EUR
Via de Federale Pensioendienst 3.900.464 EUR
Door ex-w erkgevers 1.247.554 EUR
Door w erkgevers 30.015 EUR
Door erkende dienstencheque-ondernemingen 142.186 EUR
Totaal 70.587.562 EUR
Ontvangsten op het niveau van de WB's in 2019
55,9%
44,1%
Saldo WB's
Geblokkeerd
Niet geblokkeerd
31.12.2019
50,1%
15,6%
26,7%
5,5%1,8%
0,0%0,2%
Ontvangsten op het niveau van de WB'sDoor de debiteuren zelf
Via inhoudingen op uitkeringen ofvergoedingen(art. 1410, § 4, GW)Via de ziekenfondsen
Via de Federale Pensioendienst
Door ex-werkgevers
Door werkgevers
Door erkende dienstencheque-ondernemingen
2019
43,8%
29,7%
15,5%
4,4%0,5%
6,1%
Geblokkeerde dossiers in de WB's Collectieve schuldenregeling -faillissement
Gerechtelijk beroep
Verdwenen debiteur - opzoekingadres
Overleden debiteur
Onderzoek - briefwisseling
Varia (schorsing van de invorderinggedurende een periode van sanctie,lopende aanvraag om ontheffing, enz)
31.12.2019
VII.5.6 Gerechtelijke geschillen
157JV Vol 1
Deel 2.3.5
% betwiste
beslissingenVonnissen
% gunstig voor
de RVAArresten
% gunstig voor
de RVA
2008 2,4% 3.193 77,0% 400 80,0%
2009 2,2% 3.582 79,0% 440 84,0%
2010 2,7% 4.045 77,0% 530 77,0%
2011 2,4% 4.114 80,0% 550 81,0%
2012 2,3% 4.335 80,0% 469 83,0%
2013 2,1% 4.335 77,0% 496 83,0%
2014 1,9% 4.113 78,9% 473 83,0%
2015 2,1% 3.941 78,0% 452 80,0%
2016 2,6% 3.731 78,0% 530 79,0%
2017 2,4% 3.023 77,0% 506 79,0%
2018 2,3% 2.676 78,0% 380 74,0%
2019 2,7% 2.642 74,0% 391 71,0%
VIII. Activiteiten van het FSO
159
158
VIII.1. Kerncijfers FSO
159
• In 2019 gingen er 10.973 ondernemingen failliet (+6,8% t.o.v. 2018) waarvan er 3.586 personeel tewerkstelden (-0,1% t.o.v. 2018).• Het banenverlies stijgt in 2019 naar 24.449 verloren jobs (+13,53% tov 2018). Het zwaartepunt ligt in Vlaanderen (12.301 verloren jobs) en treft voornamelijk de sectoren handel, banken en
verzekeringen, de bouwsector en de dienstensector. Zowel het aantal werknemers (17.228) dat een vergoeding heeft ontvangen in het kader van een sluiting als het aantal betaalde vergoedingen (21.314) dalen in 2019 t.o.v. 2018 en dit respectievelijk met -8,5% en -9,6%
• Het bedrag dat werd uitgekeerd in 2019 daalt met 18% t.o.v. 2018 naar ongeveer 172 miljoen euro.
JV Vol 1
Deel 3.2
VIII.2. Evolutie van faillissementen en nieuw gecreëerde ondernemingen
160
• Sinds 2007 is het aantal faillissementen gestegen tot 2013, vervolgens kenmerkte een dalende tendens de daaropvolgende jaren.• Het aantal faillisementen stijgt in 2019 met 6,8% t.o.v. 2018 maar het aantal faillissementen waarbij personeel is betrokken daalt met 0,1%.
JV Vol 1
Deel 3.2
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019Evol. 2007-
2019
Evol. 2018-
2019
Faillissementen 7.393 8.227 9.134 9.524 10.083 10.516 11.663 10.793 10.120 9.558 10.330 10.278 10.973 + 48,4% + 6,8%
Faillissementen met personeel 2.870 3.136 3.600 3.616 3.739 3.941 4.304 3.943 3.741 3.248 3.470 3.589 3.586 + 24,9% - 0,1%
Nieuw opgerichte ondernemingen 27.729 28.274 25.887 29.431 31.079 24.743 24.528 25.861 27.960 31.104 30.716 33.700 39.381 + 42,0% + 16,9%
VIII.3. Faillissementen met personeel
161
• Bijna de helft van de faillissementen situeert zich in Vlaanderen (43,9%), gevolgd door Wallonië (33,00%) en Brussel (23,1%) • De sectoren die het sterkst werden getroffen zijn de sector van de handel, banken en verzekeringen (1.828 faillissementen), de bouwsector (610 faillissementen), de dienstensector (577
faillissementen) en de sector van de verwerkende nijverheid (221 faillissementen). De sector van de handel, banken en verzekeringen vertegenwoordigt iets meer dan de helft (51%) van de faillissementen in 2019.
JV Vol 1
Deel 3.2
VIII.4. Banenverlies
162
• Sinds 2013 kent het banenverlies een dalende tendens. In 2019 echter stijgt het aantal voor de eerste keer weer tot 24.449 (+13,2% t.o.v. 2018).• Bijna de helft van het banenverlies situeert zich in Vlaanderen (50,3%), gevolgd door Wallonië (31,9%) en Brussel (17,8%)• De sectoren die het sterkst werden getroffen zijn de sector van de handel, banken en verzekeringen (9.732 verloren banen), de bouwsector (3.232 verloren banen), de dienstensector (5.414
verloren banen) en de sector van de verwerkende nijverheid (3.318 verloren banen). JV Vol 1
Deel 3.2
VIII.5. Evolutie van het aantal vergoede werknemers
163
• Het aantal werknemers (17.228) dat een uitkering ontving na een sluiting en het aantal betaalde uitkeringen (21.314) zijn in 2019 gedaald ten opzichte van 2018, met respectievelijk -8,5% en -9,7%. Het in 2019 uitgekeerde bedrag is met 17,8% gedaald en bedraagt 172,4 miljoen euro.
• Het aantal begunstigden en het bedrag van de uitgaven evolueren niet op dezelfde manier als de evolutie van de faillissementen. Er is een vertraging tussen een faillissement en de interventie van het FSO, die wordt verklaard door de tijd die nodig is om een dossier te verwerken. (In 2019 heeft het FSO nog steeds te maken met faillissementen vanaf 2018).
JV Vol 1
Deel 3.2
Werknemers
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Sluitingsvergoedingen + collectief ontslag 3.989 4.854 6.529 5.224 7.668 7.783 7.789 8.218 8.063 7.273 5.582 5.366 5.416
Contractuele vergoedingen 12.532 13.540 14.408 15.059 16.967 16.670 19.590 20.696 20.102 17.352 15.822 15.699 13.776
Overbruggingsvergoedingen 586 634 520 671 693 439 656 969 888 517 440 483 440
Bedrijfstoeslagen (vroeger AVB) 3.678 3.267 3.083 2.777 2.528 2.686 2.732 2.632 2.438 2.499 2.306 2.045 1.681
Extra - statutaire uitgaven 465 405 306 251 238 218 108 11 4 5 3 1 1
Sabena 327 237 139 132 248 118 103 95 85 51 4 0 0
Totaal aantal betaalde uitkeringsgerechtigden 21.577 22.937 24.985 24.114 28.342 27.914 30.978 32.621 31.580 27.697 24.157 23.594 21.314
Evol. 2018-2019 - 9,7%
Verschillende personen 16.863 17.663 19.351 18.669 21.965 22.267 24.456 25.562 24.697 21.851 19.557 18.834 17.228
Evol. 2018-2019 - 8,5%
Bedragen (in duizend EUR)
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Sluitingsvergoedingen + collectief ontslag 5.369,0 5.128,1 8.308,0 6.396,9 9.771,0 11.194,0 10.233,8 11.392,3 11.201,9 12.340,5 9.152,6 9.417,2 9.198,5
Contractuele vergoedingen 90.976,9 102.091,5 132.543,9 142.492,7 161.670,4 156.718,1 202.180,6 197.146,8 218.210,1 219.472,3 184.006,2 192.500,7 157.756,5
Overbruggingsvergoedingen 1.624,6 2.397,4 1.922,5 2.030,7 1.956,2 1.332,8 2.194,9 3.237,9 3.563,8 1.725,0 1.602,5 1.620,7 1.218,8
Bedrijfstoeslagen (vroeger AVB) 14.218,2 12.614,2 11.454,3 9.836,2 7.274,8 7.435,4 7.811,5 7.378,9 6.681,3 7.161,3 6.920,3 6.227,3 4.265,1
Extra - statutaire uitgaven 2.106,3 1.785,4 1.443,5 1.166,0 1.044,2 807,0 281,8 15,7 12,4 13,1 8,5 5,9 5,9
Sabena 833,5 695,1 566,3 1.935,9 665,0 471,8 407,4 371,6 299,8 109,0 6,3 0,0 0,0
Totaal 115.128,6 124.711,7 156.238,4 163.858,5 182.381,5 177.959,0 223.110,0 219.543,3 239.969,4 240.821,3 201.696,3 209.771,8 172.444,7
Evol. 2018-2019 - 17,8%
VIII.6. Evolutie van het aantal vergoede werknemers
164
• Zowel het aantal werknemers dat een vergoeding heeft ontvangen in het kader van een sluiting als het aantal betaalde vergoedingen zetten in 2019 de dalende tendens sinds 2014 verder. Het bedrag dat werd uitgekeerd in 2019 daalt naar 172,444 miljoen EUR (-17,8 t.o.v. 2018).
JV Vol 1
Deel 3.2
VIII.7. FSO in 2019
165
• Het FSO heeft samen met de sociale partners, curatoren en technische experten een technisch concept gevalideerd in 2019 om de aangifte van de elektronische schuldvordering door werknemers in de geïnformatiseerde gegevensbank van faillissementsdossiers en de tussenkomst van het FSO te uniformiseren tot één proces.
• In 2019 werd naast de fiscale fiche ook de ontvangstbevestiging van de vergoedingsaanvraag F1 in de e-box van de burger geplaatst.• Daarnaast gelden voor sluitingen na 01.04.2019 nieuwe termijnen voor overname. Door de wettelijke termijn voor overname van 6 maanden naar 2 maanden te herleiden wordt de periode tussen
faling en betaling aan de werknemer ingekort.• Sinds augustus 2019 past het FSO de principes van NWOW toe en dit in een vernieuwde omgeving. Ongeveer 74,66% van de personeelsleden doet aan structureel telewerk en de medewerkers
hebben de kans om 2 dagen thuis te werken. • Tot slot is er een positieve erkenning door klanten: 100% van de dossierbeheerders van de werknemersorganisaties en 91,18% van de burgers is tevreden tot zeer tevreden over de dienstverlening
van het FSO.
JV Vol 1
Deel 3.3
Innovaties
• Inkorten van betalingstermijn sinds 01.04.2019: overnametermijn van 6 maanden naar 2 maanden
• eBox: ontvangstbevestiging van de aanvraag en fiscale fiches voor FSO betalingen
• Akkoord met curatoren, FOD Justitie en werknemersorganisaties over de uniformisering van de elektronische schuldvordering (Regsol) en de tussenkomst van het FSO
Personeel
• NWOW: gedeelde werkplek, clean-desk, open ruimtes, concentratie-werkplek, overlegruimtes
• 74,66% doet aan structureel telewerk
• mogelijkheid tot 2 telewerkdagen per week
Externe erkenning
• 100% van de dossierbeheerders bij de werknemersorganisaties is tevreden tot zeer tevreden over de dienstverlening van het FSO
• 91,18% van de burgers is tevreden tot zeer tevreden over de dienstverlening van het FSO
IX. Het beheer van de RVABevoegdheidsoverdracht 167
Budgettaire besparingen en een nieuwe context 174
Reorganisatie van de RVA 181
Evolutie van het arbeidsvolume 188
Contactnames RVA 195
Kwaliteit van de dienstverlening 201
Modernisering 208
Ondersteuning van het personeel 215
Engagementen van de RVA 222
166
IX.1. Bevoegdheidsoverdracht
Tijdslijn overdracht van bevoegdheden
Kalender van de operationele overname van de bevoegdheden
Bijkomende werklast voor de RVA
Kalender van de personeelsoverdracht
Overgedragen budget
De bevoegdheden die bij de RVA blijven
167
IX.1.1 Tijdslijn overdracht van bevoegdheden
168JV Vol 1
Deel 2.6
IX.1.2 Kalender van de operationele overname van de bevoegdheden
169
• TB: te bepalen
JV Vol 1
Deel 2.6
Activiteit Vlaanderen Wallonië Brussel Duitstalige Gemeenschap
Activering zoekgedrag
(actieve beschikbaarheid) 01/2016 01/2016 01/2017 01/2016
Werkweigering
(passieve beschikbaarheid) 01/2016 01/2016 01/2017 01/2016
Vrijstelling beschikbaarheid
omwille van studies 01/2017 01/2016 03/2016 01/2016
07/2016
01/2017
01/2016
07/2017
01/2016
07/2016
10/2017
PTP 10/2016
SINE: TB SINE: TB SINE/DSP: 01/2021 Activa/SINE: 01/2019
Outplacement 09/2019 01/2016 01/2016 TB
Stage- en startbonus 09/2015
01/201601/2016 01/2016 01/2016
07/2017
01/2017
10/2017
01/2018
07/2019
07/2016
TB TB TB
Dienstencheques
(controle)
05/2015
01/201601/2016 01/2016
Dienstencheques
(reglementering) 01/2016 01/2016 01/2016
PWA
(organisatie) 01/2017 01/2016 01/2016 01/2016
PWA
(PWA cheques) 01/2018 01/2018 01/2018 01/2018
Loopbaanonderbreking
(lokale en regionale
administraties en onderw ijs)
09/2016 TB TB TB
Activeringsuitkeringen
Premies
05/2016
09/2016
01/2018
03/2018
09/2018
170
IX.1.3 Gedetailleerde kalender van de operationele overname van de bevoegdheden
Aanpassing Uitdoving Aanpassing Uitdoving Aanpassing Uitdoving Aanpassing Uitdoving
S_01.01.2017 31.12.2018 MRP_01.07.2017 30.06.2020 MRP_01.10.2017 31.12.2018 S_01.01.2019 1.01.2022
S_01.07.2019 1.07.2019 S_01.07.2017 1.01.2018 S_01.01.2018 1.01.2018 S_01.01.2018 1.01.2018
S_01.01.2017 1.07.2017 MRP_01.07.2017 1.01.2018 S_01.10.2017 1.04.2018 S_01.01.2019 1.07.2019
MRP_01.07.2017
MRP_01.10.2017
S_01.01.2017 1.01.2017 S_01.07.2017 1.09.2022 S_01.01.2021 1.01.2021 S_01.10.2016 1.10.2016
S_01.01.2021 1.01.2021 S_01.01.2019 1.01.2041
S_01.01.2017 1.01.2017 S_01.07.2017 1.07.2017 S_01.10.2017 1.10.2017 S_01.01.2019 1.01.2019
MRT_18.09.2019 18.09.2019 RT_01.01.2016 1.01.2016 RT_01.01.2016 1.01.2016
S_01.01.2019 1.01.2019 RT_01.01.2016 1.01.2016 RT_01.01.2016 1.01.2016
S_01.01.2019 1.01.2019 RT_01.01.2016 1.01.2016 RT_01.01.2016 1.01.2016
S_01.09.2018 1.09.2019 S_01.07.2017 1.07.2018
S_01.09.2018 1.03.2019 S_01.07.2017 1.01.2018 S_01.01.2017 1.07.2017
S_01.01.2018 1.01.2018 S_01.07.2017 1.07.2017 S_01.01.2018 1.01.2018 S_01.07.2016 1.07.2016
S_15.03.2018 31.03.2029 S_01.07.2017 30.06.2020 S_01.10.2017 1.10.2028
S_15.03.2018 31.03.2029 S_01.07.2017 30.06.2020 S_01.10.2017 1.10.2028
S_15.03.2018 1.03.2019 S_01.07.2017 1.07.2018 S_01.10.2017 1.10.2018
S_01.05.2016 1.05.2016 S_01.07.2017 1.07.2019 S_01.10.2017 1.10.2017 S_01.07.2016 1.07.2016
S_01.05.2016 1.05.2016 S_01.07.2017 1.07.2017 S_01.10.2017 1.10.2017 S_01.07.2016 1.07.2016
S_01.01.2018 1.01.2019 S_01.07.2019 1.07.2020 S_01.07.2016 1.07.2017
S_01.01.2018 1.01.2019 S_01.07.2017 1.07.2018 S_01.10.2017 1.10.2017 S_01.07.2016 1.07.2017
S_01.09.2016 1.09.2016 S_01.07.2017 1.07.2020 S_01.10.2017 1.10.2020 S_01.07.2016 1.07.2019
RP_01.01.2016 RP_01.01.2016 RP_01.01.2017 RP_01.01.2016
RP_01.01.2016 RP_01.01.2016 RP_01.01.2017 RP_01.01.2016
MRP_01.01.2017 RP_01.01.2016 RP_01.03.2016 RP_01.01.2016
MRP_01.01.2017 RP_01.01.2016 RP_01.03.2016 RP_01.01.2016
MRP_01.01.2017 RP_01.01.2016 RP_01.03.2016 RP_01.01.2016
MRP_01.01.2017 RP_01.01.2016 RP_01.03.2016 RP_01.01.2016
RT_01.09.2015 1.09.2015 RT_01.01.2016 1.01.2016 RT_01.01.2016 1.01.2016 RT_01.01.2016 1.01.2016
Beschikbaarheid
Vri jstel l ingen
Diversen
Start- en stagebonus
Passieve beschikbaarheid
Actieve beschikbaarheid
Beroepsopleiding
Middenstandsopleiding
Studies volledig leerplan
Andere opleidingen
Premie BO
Mobiliteitstoeslag
Kinderopvangtoeslag
PWA-opleidingstoeslag
Overstappremie
Stage-uitkering
Vestigingsuitkering
Werkhervattingstoeslag loontrekkende
Werkhervattingstoeslag zelfstandige
Werkhervattingstoeslag ACCO
Herstructurering terugbetaling coll. OP
Individueel OP sanctie WG
Individueel OP cheque
Premies
Opleidingsuitkering
Impulsion
Activa Brussels
DSP
SINE
Herstructurering kaart RSZ WG
Naam
Activering - Doelgroepen -
Outplacement
ACTIVA
ACTIVA PVP
ACTIVA START
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels H. Gewest Duitst. Gemeenschap
Ongewijzigd
W Gewijzigd zonder overname
WGO Gewijzigd en gedeeltdelijke operationele overname
WVO Gewijzigd en volledige operationele overname
GO Gedeeltelijke operationele overname
VO Volledige operationele overname
S Geschrapt
Regelgeving federaal - uitvoering regionaal + federaal
Regelgeving regionaal - uitvoering regionaal + federaal
Regelgeving regionaal - uitvoering regionaal
Uitgedoofd
Nog niet uitgedoofd - RVA blijft voorlopig nog / verder operator
Legende
JV Vol 1
Deel 2.6
IX.1.4 Kalender van de personeelsoverdracht
Per gewestVlaanderen Wallonië
Brussel
464 473
83
Per type overdracht
PWA632
62%
Facili-
tatoren
227
22%
Vrij-
willig161
16%
Personeelsoverdracht (f.e.)
1 020
2015
116
0 70 46
0 0 0
0 0 0
2016
576
0 0 23
272 130 68
37 27 19
2017
328
323 0 2
0 0 3
0 0 0
171JV Vol 1
Deel 2.6.1
IX.1.5 Overgedragen budget
172
• Sinds 01.01.2015 werden de budgettaire middelen voor een aantal bevoegdheden overgeheveld naar de gefedereerde entiteiten.• In uitvoering van het protocol van 04.06.2014 blijft de RVA nog een aantal bevoegdheden uitvoeren voor rekening van de gefedereerde entiteiten.
JV Vol 1
Deel 2.6.2
Uitgaven 2015 (Beheer) Overgangsfase (Gefedereerde Entiteiten)
287.413.000 EUR 48.220.000 EUR
8.766.086.000 EUR
2.107.166.000 EUR
Uitgaven 2015 (Opdrachten)10 873 252 000 EUR
Federaal
Gefedereerde
entiteiten
OPDRACHTEN
BEHEER
77,94%
14,89%
6,19%
0,98%
Overgangsfase (Gefedereerde entiteiten)2 107 162 000 EUR
Diensten-
cheques
Activering en
premies
Loopbaan-
onderbreking
Andere
IX.1.6 De bevoegdheden die bij de RVA blijven
De RVA behoudt zijn core business :
Werkloosheid (volledige, tijdelijke, met bedrijfstoeslag, …)
Tijdskrediet, loopbaanonderbreking (behalve voor het personeel van de gewestelijke overheden) en thematische verloven
Andere uitkeringen: ontslagcompensatievergoeding, jeugdvakantie, onthaalouders,…
Toekenning van uitkeringen aan 1.400.956 werknemers in 2019
Budget van ca. 7,3 miljard EUR
173JV Vol 1
Deel 2.6.2
IX.2. Budgetaire besparingen en de context na de bevoegdheidsoverdracht
Daling van de financiële middelen
Daling van het personeelsbestand
Evolutie van de uitkeringsgerechtigden
Positie van de RVA tegenover de federale administraties
174
IX.2.1 Budgettaire besparingen
175JV Vol 1
Deel 2.6.2
IX.2.2 Evolutie van het personeelsbestand (1)
176JV Vol 1
Deel 2.6.1
Aantal fysieke
eenheden % evolutie
Evolutie van het
personeel mbt de
overdracht
% evolutie van het
personeel mbt de
overdracht
Evolutie van het
personeel buiten de
overdracht
% evolutie van het
personeel buiten de
overdracht
12/2008 5.198
12/2009 5.362 + 3,2% 164 + 3,2%
12/2010 5.224 - 2,6% - 138 - 2,6%
12/2011 5.053 - 3,3% - 171 - 3,3%
12/2012 4.993 - 1,2% - 60 - 1,2%
12/2013 4.922 - 1,4% - 71 - 1,4%
12/2014 4.853 - 1,4% - 69 - 1,4%
12/2015 4.478 - 7,7% - 116 - 2,4% - 259 - 5,3%
12/2016 3.648 - 18,5% - 576 - 12,9% - 254 - 5,7%
12/2017 3.184 - 12,7% - 328 - 9,0% - 136 - 3,7%
12/2018 3.193 + 0,3% 9 + 0,3%
12/2019 3.206 + 0,4% 13 + 0,4%
Evol. 12/2008-12/2019 - 1.992 - 38,3% - 1.020 - 19,6% - 972 - 18,7%
Evol. 12/2018-12/2019 + 13 + 0,4% + 13 + 0,4%
IX.2.3 Evolutie van het personeelsbestand (2)
177JV Vol 1
Deel 2.6.1
Profiel nieuwe medewerkers : De voorbije twee jaar was 63,6% van de nieuwe medewerkers niveau B en 84,8% jonger dan 30
IX.2.4 Aantal en profiel van de uitkeringsgerechtigden (maandelijks, zonder FSO)
178
• In 2019 werden in de verschillende uitkeringsstelsels van de RVA in totaal gemiddeld per maand 880.186 betalingen geteld. • Het aandeel werklozen (44,4%) is lager dan dat van de werknemers (55,6%).
JV Vol 2
Deel 7.1
IX.2.5 Aantal verschillende uitkeringstrekkers (zonder FSO)
179
• Fysieke eenheden = gemiddeld aantal betalingen per maand• Verschillende personen = verschillende personen betaald in de loop van het jaar, toegewezen aan het uitkeringsstelsel van de laatst betaalde refertemaand• Verschillende personen per uitkeringsgroep = voor elk van de bovenstaande uitkeringsgroepen op het kleinste geschetste detailniveau het totale aantal verschillende personenJV Vol 2
Deel 7.1; 7.4
IX.2.6 De RVA vergeleken met andere federale administraties
180JV Vol 1
Deel 2.6.1
Ranking Administraties F.e. 06/2019
1 FOD Financiën (excl. fedorest) 21.104
2 FOD Justitie HB + Penitentiaire instellingen 10.840
3 FOD Binnenlandse Zaken 5.385
4 Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening 3 206 (12/2019)
5 Federale Pensioendienst 2.163
6 FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie 1.786
7
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontw ikkelingssamenw erking 1.738
8 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid 1.597
9 Ministerie van Defensie 1.436
10 Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen 1.301
…
54
IX.3. Reorganisatie van de RVA
181JV Vol 1
Deel 1.4-1.6
IX.3.1 Reorganisatie van de RVA: hoe?
182JV Vol 1
Deel 1.4-1.6
183
IX.3.2 Reorganisatie van de RVA: nieuwe entiteiten
30 kantoren - 16 entiteiten
Frontoffice/ Backoffice
Deel 1.5
JV Vol 1
Brugge
Gent
AntwerpenTurnhout
Hasselt
Luik
Verviers
Aarlen
Namen
Charleroi
Nijvel
Leuven
Brussel
LaLouvière
Bergen
Kortrijk
Oostende
Ieper
Moeskroen Moeskroen
Doornik
Oudenaarde
Aalst
Dendermonde
Sint-Niklaas
Boom
Mechelen
Vilvoorde
Tongeren
Tongeren
Hoei
Roeselare
184
IX.3.3 Reorganisatie van de RVA:Procesbeheer
Toepassen van de principes van Procesmanagement en Lean Management om de efficiëntie en uniformiteit te verhogen en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren
Acties/resultaten:
Strategisch project 2015
Directie Interne Controle en Procesbeheer
Definitie van procesinhoud en beschrijvingen
Netwerk met procescoördinatoren & procesbeheerders per proces
Optimalisatievoorstellen: ↑ lean, efficiëntie, uniformiteit
Verplichte actie ‘kloofanalyse tussen as is en to be’ + locale verbeteracties
Opleidingen,…
Deel 1.6
JV Vol 1
IX.3.4 Reorganisatie van de RVA: vroeger
185JV Vol 1
Deel 1.6
IX.3.5 Reorganisatie van de RVA: nu
Organogram van een entiteit
Directeur
ProcesSUPPORT
Adjunct en/of adviseur(s)
Proces TOELAATBAARHEID
ProcesLO / TK
Proces VERGOEDBAARHEID
ProcesVERIFICATIE
ProcesCONTROLE
Front Office xx Front Office yy Front Office zz
186JV Vol 1
Deel 1.6
IX.3.6 Reorganisatie van de RVA: cel interne audit
Operationeel sinds 2015;
Functioneert volgens internationale normen;
Audit van de belangrijkste interne processen met het oog op het beheer van strategische en operationele risico’s;
Aanbevelingen -> actieplannen in de entiteiten/directies;
Opvolging van de uitvoering door de directie Interne controle en Procesbeheer.
187JV Vol 1
Deel 1.6
IX.4. Evolutie van het arbeidsvolume
Werkloosheid
Loopbaanonderbreking, tijdskrediet, thematische verloven
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: detectie en behandeling van anomalieën
Complexe dossiers
FSO
188
IX.4.1 Evolutie van het arbeidsvolume:werkloosheid
189JV Vol 1
Deel 2.1.2
IX.4.2 Evolutie van het arbeidsvolume:werkloosheid – preventieve controle van de gezinssituatie door de RVA
Voor elk dossier dat een formulier voor de aangifte van de gezinstoestand bevat
190JV Vol 1
Deel 2.4.9
IX.4.3 Evolutie van het arbeidsvolume:Loopbaanonderbreking, tijdskrediet, thematische verloven
191
IX.4.4 Evolutie van het arbeidsvolume -Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: detectie en behandeling van anomalieën
192JV Vol 1
Deel 2.5
IX.4.5 Evolutie van het arbeidsvolume:Complexe dossiers
193JV Vol 2
Deel 7.4
Deeltijds loon
Activerings-uitkering
IGU LO/ TK
Uitkering
UVW
Anciënniteits-toeslag
TW
Slu
itin
gJV
Senio
r-vakantie
1
statuut
2
statuten
3
statuten
4
statuten
5
statuten
> 5
statuten
Tijdens het jaar betaalde
personen*
1.174.015 184.001 23.379 2.189 142 2 1.383.728
84,8% 13,3% 1,7% 0,2% 0,01% 0,0001% 100%
* Aantal verschillende personen betaald in de loop van 2019, toegewezen aan de groep van de tijdens 2019
laatst betaalde refertemaand.
IX.4.6 Evolutie van het arbeidsvolume: FSO
194JV Vol 1
Deel 3.2
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Aantal betaalde vergoedingen (profit + socialprofit) 24.985 24.114 28.342 27.914 30.978 32.621 31.580 27.697 24.157 23.594 21.314
Aantal vergoede personen 19.351 18.669 21.965 22.267 24.456 25.562 24.697 21.851 19.557 18.834 17.228
Bedrag van de tussenkomsten (in miljoen EUR) 156,2 163,9 182,4 178,0 223,1 219,5 240,0 240,8 201,7 209,8 172,4
IX.5 Contactnames RVA (maandgemiddelden)
195
IX.5.1 Nieuwe werking Telefonie
1 Centraal nummer voor burgers en werkgevers
Oproepen behandeld door specialisten backoffice met specifieke frontoffice-opleiding
Decentraal contact center met call takers in onze 30 kantoren
Centrale opvolging door de centrale coördinatie
196
IX.5.2 Nieuwe Werking telefonie RVA: goede resultaten
02 515 44 44
57.282
(NL: 29.762; FR 27.520)
Loopbaanonderbreking
28.750
(NL: 18.086; FR: 10.664)
Werkloosheid
25.295
(NL: 10.053; FR: 15.243)
SWT (Brugpensioen)
390
(NL: 285; FR: 105)
Vergoedbaarheid
2.604
(NL: 1.392; FR 1.212)
Toelaatbaarheid
2.433
(NL: 1.185; FR: 1.248)
Tijdelijke Werkloosheid
3.237
(NL: 1.624; FR 1.613)
Gemiddeld +/- 57.000 oproepen per maand
91,22% van de oproepen 1e
lijn behandeld
88,3% (zeer) tevreden
197
IX.5.3 Bezoekers in de RVA-kantoren
Aantal bezoekers is stabiel sinds 2017
Elke maand tussen de 20.000 en de 25.000 bezoekers
Meeste vragen ivmLoopbaanonderbreking
198
IX.5.4 Mails verstuurd via het webformulier
199
Forse stijging van het aantal webmails op jaarbasis (+35,44 %)
Webformulier op homepage
Voor bepaalde vragen: vanuit call center doorverwezen naar webformulier
IX.5.5 RVA.be – Aantal bezoekers per dag (2018-2019)
Stijging van het aantal bezoekers op jaarbasis (+8,39%)
Website makkelijker toegankelijk op mobiele toestellen (sinds januari)
200
IX.6. Kwaliteit van de dienstverlening:Naleving van de bestuursovereenkomst
201JV Vol 1
Deel 1.4.2
Bestuursovereenkomsten 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Aantal specifieke RVA-verbintenissen 80 97 97 97 147 147 147 127 127 127 115
Aantal niet nageleefde verbintenissen 1 2 1 1 2 0 0 0 0 0 0
IX.6.1 Kwaliteit van de dienstverlening:Gemiddelde afwerkingstermijn binnen de … dagen
202JV Vol 1
Deel 2.1.2
11,6
10,2 10,2 10,511,1
7,6 7,3 7,36,6
6,15,2
0,0
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
12,0
14,0
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
IX.6.2 Kwaliteit van de dienstverlening:95% van de beslissingen binnen de … dagen
203JV Vol 1
Deel 2.1.2
IX.6.3 Kwaliteit van de dienstverlening:Naleven van de termijn
204JV Vol 1
Deel 2.1.2
IX.6.4 Kwaliteit van de dienstverlening:Correctheid van de beslissingen
205JV Vol 1
Deel 2.1.2
IX.6.5 Kwaliteit van de dienstverlening:LO & TK: termijn en correctheid
206JV Vol 1
Deel 2.5.3-2.5.4
IX.6.6 Tevredenheid van onze klanten
207JV Vol 1
Deel 3.3.2
Enquête over het onthaal van de bezoekers
- steekproef: 2.659 respondenten
- algemene tevredenheid: 98,6%
- wachttijden minder dan 10 minuten: 78,9%
Enquête over het telefonisch onthaal (contact center)
- steekproef: 1.459 respondenten
- algemene tevredenheid: 88,3%
- antwoord gekregen op hun vraag: 89,6%
IX.7. Modernisering – online diensten
Werknemers
Werkgevers
208
IX.7.1 Online diensten: werknemers (1)
Elektronische controlekaarten C3:
2015: 325.913 kaarten van 51.611 verschillende werknemers
2016: 451.559 kaarten van 63.515 verschillende werknemers
2017: 509.725 kaarten van 73.052 verschillende werknemers
2018: 592.466 kaarten van 88.577 verschillende werknemers
2019: 723.931 kaarten van 76.593 verschillende werknemers
209JV Vol 1
Deel 2.6.9
IX.7.2 Online diensten: werknemers (2)
Online aanvragen loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematische verloven:
2014: 12.212
2015: 25.148
2016: 37.116
2017: 49.998
2018: 58.861
2019: 96.589
210JV Vol 1
Deel 2.6.9
211
IX.7.3 Online diensten: werknemers (3)
De RVA gebruikt de eBox(elektronische brievenbus van de OISZ):
Eind 2019: 628.674 geactiveerde eBoxen (530.832 in 2018)
22% van de documenten geconsulteerd in de eBox zijn RVA-documenten
IX.7.4 Online diensten: werkgevers (1)
Wanneer een sociaal risico voorvalt, moeten werkgevers of hun vertegenwoordigers (sociale secretariaten) behoudens uitzonderingen het papieren formulier vervangen door een elektronische aangifte met dezelfde juridische waarde (ASR).
212JV Vol 1
Deel 2.6.9
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Aangiftes 520.148 639.118 772.310 867.313 1.569.149 2.534.614 3.705.828 4.245.381 4.675.911 6.563.746 6.509.528 6.838.872 7.232.120
Evolutie +22,9% +20,8% +12,3% +80,9% +61,5% +46,2% +14,6% +10,1% +40,4% -0,8% +5,1% + 5,8%
Aangiftes sociaal risico :
IX.7.5 Online diensten: werkgevers (2)
Aangiftes Tijdelijke werkloosheidElektronisch Papier Totaal
2018 972.364 15.479 987.843
2019 963.372 13.761 977.133
213JV Vol 1
Deel 2.6.9
In 2019 gebeurt 98,6% van de aangiftes tijdelijke werkloosheid elektronisch (51,3% in 2010)
IX.7.6 Online diensten: werknemers en werkgevers –digitalisering van de dienstverlening in het domein LO/TK
214
• Cijfers per maand tenzij anders vermeld
IX.8. Ondersteuning van het personeel
Telewerk
Permanente opleiding
Kennismanagement: elektronische bibliotheken
Kennisdeling en –overdracht
Tevredenheidsenquête
Communicatie
215
IX.8.1 Ondersteuning van het personeel: telewerk
216JV Vol 1
Deel 2.6.1
217
IX.8.2 Ondersteuning van het personeel:permanente opleiding
18.123 opleidingsdagen op het hoofdbestuur (2018: 13.515 en 2017: 10.446)
6.108 geregistreerde uren voor lokale opleidingen
260 interne lesgevers
3.846 uren e-learning voor 4.721 deelnemers
Opleiding vanop afstand via videoconferentie
Serious game (bv. tool respect ‘diversity-award’)
Bedrijfstheater
FED20 vergelijkt opleidingsinspanningen federale overheidsinstellingen
RVA behaalt hoogste score (aantal dagen opleiding per voltijdse equivalent = 6)
Deel 2.6.4
JV Vol 1
IX.8.3 Ondersteuning van het personeel -kennismanagement: elektronische bibliotheken
RioDocMeer dan 8.200 documenten beschikbaar voor de medewerkers van de RVA in de elektronische documentenbibliotheek
RioLex218 wetteksten met betrekking tot de opdrachten van de RVA
Ongeveer 5.000 artikels en beschikbare commentaren (5.329)
RVATech.be Technische website van de RVA
Meer dan 900 nieuwe gebruikers
Ongeveer 95.000 bezoeken in 2019
RioDoc & RioLex toegankelijk via dit kanaal
218JV Vol 1
Deel 2.6.5
IX.8.4 Ondersteuning van het personeel - Kennisdeling en -overdracht
Jaarlijkse oefening van opsporen van kritieke activiteiten
Ontwikkeling van tools voor kennisdeling en –overdracht
Survival kits
• 16 voor gemeenschappelijke functies• 18 voor unieke functies
Syllabi
• Reglementering en procedures• Samenwerking tussen auteurs van de entiteiten
Sensibilisering om autonoom te zoeken in de infobronnen bij de RVA
Opleidingen
Ambassadeurs
Netwerk van correspondenten en procesbeheerders
Ondersteund door e-communities (uitwisselingsplatformen)
219JV Vol 1
Deel 2.6.5
220
IX.8.5 Ondersteuning van het personeel -Tevredenheidsenquête (TESSA)
Meet de tevredenheid van het personeel
Gerealiseerd door de FOD P&O
Deelnamegraad:
2014: 57%
2016: 61%
2018: 49%
Nationale tevredenheidsgraad(«In het algemeen ben ik tevreden over mijn werk»)
2014: 86,1%
2016: 82,4%
2018: 80%
➔ Operationeel plan in de kantoren/directies (verbeteringsacties)
221
IX.8.6 CommunicatieInterne communicatie
Interne krant (Kiosk) als onthaalpagina op het intranet
• 496 gepubliceerde artikels in 2019Intern magazine (Dixit)
• Driemaandelijks op papier en elektronisch voor het voltallige personeel
Elektronische nieuwsbrief (Dixit Kader)
• Maandelijks voor het kaderpersoneel
Externe communicatie917 artikels over de RVA in de media na o.m. contact met het netwerk van woordvoerders
Gemiddeld zo’n 12.000 bezoeken aan de website van de RVA per dag
Gemiddeld worden er 59.000 pagina’s van de website per dag geraadpleegd
Aanwezigheid van de RVA op Facebook en Twitter
• Verspreiden van gepubliceerde nieuwsberichten op de website;
• Persmededelingen.
IX.9. Engagementen van de RVA
Duurzame ontwikkeling
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Externe erkenning
Standaardtabellen op de RVA-site
Integrale versie van het jaarverslag
Kerncijfers en interactieve statistieken
222
IX.9.1 Duurzame ontwikkeling
223
• Inrichten van een milieubeheersysteem sinds 2012• Creatie van de cel ECO: 1) Optimaal beheer van de gebouwen en het materiaal; 2) Duurzame aankopen in de mate van het mogelijke; 3) Het nauwgezet sorteren van afval.• EMAS-certificaat voor hoofdbestuur en 11 kantoren (2013- 2018)JV Vol 1
Deel 1.4.4
Jaarlijks verbruik
RVA Benchmark
Aardgas/stookolie 79 kWh/m² 104 kWh/m²
Elektriciteit 1.442 kWh/VTE 2.152 kWh/VTE
Drinkwater 5,1 m³/VTE 9,0 m³/VTE
Papier 28 kg/VTE 22 kg/VTE
224
IX.9.2 Maatschappelijke verantwoordelijkheid
De RVA biedt kansen:
267 stagiairs ontvangen in 2019
212 aanwervingen in 2019 via een Startbaanovereenkomst
Acties ter verbetering van de service voor klanten:
Verhoogde toegankelijkheid van informatie
Herontwerp van ethische gedragscodes
De ontwikkeling van een diversiteitscode
Acties in het kader van de strijd tegen armoede
• Sensibilisering: 741 deelnemers aan bedrijfstheater
De creatie van een “testteam” in de directie ICT waar medewerkers via de organisatie Passwerk aan de slag zijn (hulp voor autistische personen)
Deel 1.4.4
JV Vol 1
225
IX.9.3 Externe erkenning
Het label "Investors in People": Dit internationaal erkend label inzake het beheer van menselijk kapitaal is een officiële erkenning van de Rijksdienst als aantrekkelijke werkgever. (4.2019)
Zes goede praktijken van RVA die op het Europees forum van de sociale zekerheid zijn uitgereikt. (5.2019)
Certificaat EFQM "Recognised forExcellence - 5 stars": De RVA is de eerste publieke organisatie die vijf sterren krijgt. Die onderscheiding is het resultaat van het dagelijks werk van het volledige personeel. (11.2019)
IX.9.4 Standaardtabellen op de RVA-website
226
• Verbeterde structuur en grotere transparantie (de statistische indelingen volgen zoveel mogelijk deze van de reglementering)• Meer dan 450 tabellen onmiddellijk beschikbaar in EXCEL • Maandelijkse update
IX.9.5 Integrale versie van het jaarverslag
227
www.rva.be
228
IX.9.6 Kerncijfers & interactieve statistieken
• De interactieve statistieken:• Vervolledigen de standaardtabellen;• Laten de (interactieve) kruising toe van variabelen en de aanmaak van reeksen.
• Kerncijfers:• Voor het land• Per gewest• Per werkloosheidsbureau
• Enkel online beschikbaar: www.rva.be
Vragen?
229