Post on 29-Feb-2016
description
nieuwetijdmagazine voor openbare diensten
maandblad van ACV Openbare Diensten – Maart 2012v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel
Sociale verkiezingen, 7 – 20 mei
De arbeidswet in de openbare zorgsector
In dit nummer
2
COLOFON
13
14
15
16
17
19
03
04
08
09
10
11
1206
161306
bijzondere korpsenfederale overheid
ACV-Openbare Diensten Hoven en Rechtbanken dient klacht inbij WASO!
Bijzondere korpsenBrandweer: actie van 10 januari 2012. Het relaas tot op heden
Informele vergadering met de CHOD en de DG’s van 6 maart 2012
Copernicusprocedure
Hot items – schrijf je in op de nieuwsbrieven?
Drukke syndicale tijden in het mooie Meetjesland…
De arbeidswet in de openbare zorgsector
Vlaamse overheidGevolgen eerste begrotingscontrole bij de Vlaamse overheid
Federale overheidACV‐Openbare Diensten voert actie bij de RVP
De federale ambtenaren zijn het beu!
Eisenprogramma voor sectoraal akkoord 2011-2012
EditoEconomische groei is beste wat ons kan overkomen
Focus
Learning Mentor? Even polsen.
Water is een vitale grondstofdie we met zorg moeten behandelen
Sociale verkiezingen
Lokale & regionale besturenSociale onrust in de gemeente Brasschaat
Het gemeente en OCMW-bestuur van Zoersel trekt het laagste niveau een niveau hoger!
redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelisseneindredactie Amélie Janssens vormgeving Gevaert Graphics druk Corelio Printing | www.corelio.be
focus
edito 323
24
20
21
22
20
vervoer
Economische groei is beste wat ons kan overkomen
VervoerDe autobus-autocar arbeidsmarkt staat voor grote uitdagingen
Besparingsplan zet mes in het aanbod! En het personeel?
Ingevolge de overschrijding van de spilindex worden de lonen
verhoogd.
PensioenenDe referentiewedde
Red je bus!
Ook de komende jaren zullen we dus nog veel te maken hebben
met besparingen.
De regering heeft haar begrotingscontrole opgesteld. Tegen de verwachtingen in, zijn we er met weinig kleerscheuren uit gekomen. Jazeker, een aantal werkingsmid-delen van federale overheidsdiensten worden beperkt. Maar het allemaal veel erger
gekund. Het beste dat ons nu kan overkomen, is dat er meer economische groei komt. De regering hoopt daar stilletjes op. Feit is dat als de economie zou her-nemen dit erg gunstige gevolgen heeft voor de overheidsbegroting.
Toch mogen we ons geen illusies maken. De over-heidstekorten moeten tegen 2015 volledig worden weggewerkt. Ook de komende jaren zullen we dus nog veel te maken hebben met besparingen. Om de drie maanden zal men nagaan of de begroting op het goede spoor zit. Het ergert ons dat de discussie over de index blijft aanhouden. De komende weken zal ze nu alleen een nieuwe naam krijgen. Men zal nu spreken over ‘de concurrentiekracht van onze economie’. Voor werknemers kan hierbij veel afhangen van het succes dat de blokkering van de energieprijzen heeft. Minister Vande Lanotte heeft op dit punt schikkingen genomen. Als die voor gevolg hebben dat de prijsstijgingen en de inflatie worden ingeperkt, dan kan dit alleen maar gunstig zijn.
Op dit ogenblik werkt de politiek op de erg korte termijn. We zouden moeten kunnen komen tot een situatie dat een aantal problemen inhoudelijk en goed overwogen wor-den aangepakt. Lasten op arbeid zou men moeten kunnen verminderen. Fiscaliteit moet rechtvaardiger worden. Maatschappelijke problemen moeten worden aangepakt… In de overheidssector zou men moeten komen tot een win-win tussen beleid en personeel. Dat is maar mogelijk met veel overleg en als er vertrouwen is tussen de betrokken partners over de te volgen aanpak. Het zou goed zijn mochten we de komende weken daar kunnen aan bouwen.
Luc Hamelinck, Voorzitter
focus
4
rinkelt er een belletje?Dit geheel kadert in de principes van levens-
lang leren. Te weten dat Europa in de 2020 al-
vast enige doelstellingen formuleerde in het
wapenen van mensen met kennis en vaardig-
heden om te komen tot een verlaagde werk-
loosheid binnen Europa
Een element dat ook terugkeert in onze ei-
genste krachtlijnen. Zo tekenden we voor de
komende congresperiode niet alleen via de
Vlaamse dagen in op levenslang leren en de
nodige ondersteuning hiervoor, maar we te-
kende zelf het volgende pad uit in krachtlijn
24:
Vorming en opleiding vormen in de toe-
komst cruciale hefbomen voor een goed
personeelsbeleid. In alle sectoren moet
men daarom minstens
• 1.9% van de loonmassa besteden aan
vorming en opleiding ( = Europese doel-
stelling)
• In ieder niveau minstens één op twee
werknemers jaarlijks moeten genieten
van een vorming of opleiding ( = Euro-
pese doelstelling)
ACV Openbare Diensten vreest dat per-
soneelsleden zonder permanente oplei-
ding en vorming op termijn niet of onvol-
doende meer mee zullen kunnen met de
evoluties. Vorming moet gegarandeerd
worden aan alle personeelsleden van
alle niveaus; het moet gaan om kwalita-
tieve vorming die nuttig is voor het werk
of voor de loopbaan. Ze moet gedecen-
traliseerd worden aangeboden zodat er
een goede toegankelijkheid is. Het op-
leidingstraject van werknemers zou voor
iedereen moeten worden uitgeklaard.
Om aan permanente vorming een struc-
turele verankering te geven, stelt ACV
Openbare Diensten voor om de mogelijk-
heid in te voeren dat werknemers na drie
jaar een vormingskrediet van een maand
opbouwen. Op die manier zou men dit
vormingskrediet kunnen gebruiken om,
met loonbehoud, externe opleidingen of
vormingen te volgen die kunnen bijdra-
gen tot de versterking van de bekwaam-
heden van het personeel, in het alge-
meen.
Naast een gestructureerd kader zou een vor-
mingsmentor een pertinente rol kunnen spe-
len in de concrete uitvoering hiervan.
Mee aan boord of trein gemist?Ondertussen kreeg dit project al enige vorm
en konden we bij toeval op de valreep nog
mee proeven van de slotconferentie die
plaats had in het pittoreske Bad Orb in Duits-
land op 12 en 13 september jongstleden.
In deze slotconferentie konden we kennis
maken met het opgestelde profiel van een
learning mentor, maar vooral ook van enkele
getuigenissen van praktijkervaring genieten.
Zo mochten we het succesverhaal horen van
een werkneemster in het Ierse bedrijf Ander-
learning Mentor, Wa’s da? De landen die hierin drijvende kracht zijn ge-
weest zijn Duitsland, België, Letland, Portugal
en Zwitserland, maar vooral ook Ierland, waar
al wat praktijkervaring bestaat.
Het hoofddoel van dit Europees gesubsidieerd
project is het ontwikkelen van een competen-
tieprofiel, ondersteunende instrumenten en
een opleiding voor de vormingsmentor
Deze vormingsmentor is in een onderneming
een werknemer, met inbegrip van en ons
inziens liefst bij uitstek vakbondsafgevaar-
digden-vormingsmentors, die hun collega’s
sensibiliseren om deel te nemen aan loop-
baanbegeleiding en hen aanmoedigen om
levenslang te leren. Het zijn dus mensen die
hun eigen collega’s een duwtje in de rug ge-
ven en ondersteuning geven om de stap tot
opleiding te zetten. Dit laatste blijkt immers
voor een pak mensen alles behalve evident.
De vormingsmentor is hierbij de tussenper-
soon in de onderneming voor vragen in ver-
band met opleiding en beroepsopleiding. Hij/
zij heeft dan ook best kennis van de arbeids-
voorwaarden en omstandigheden, net wat een
vakbondsafgevaardigde als bagage mee heeft.
Het project op zich ontwikkelde hiervoor een
profiel van de learning mentor en de nodige
kennis/methodieken en tools om dit te leren
in de vorm van een opleiding. Voor deze op-
leiding wil men uiteraard ook streven naar
erkenning.
Ilse Heylenhet project “professionalisering en erkenning van opleiding en loopbaan-advies”, kortweg “learning Mentor”, is ontwikkeld door vakbonden en op-leidingsinstituten van vijf europese lidstaten. het project ontwikkelt en evalueert een concept voor een vormingsmentor die opleiding en training promoot, gebaseerd op het voorbeeld van de “union learning representa-tive” in ierland. dit concept van de vormingsmentor zal worden toegepast in verschillende europese landen.
Learning Mentor?Even polsen.
5focus
sen Ireland Limited, een onderneming die
deel uitmaakt van de Pierre Lang Group en
kwaliteitsjuwelen vervaardigd.
Zij wist ons te boeien met de weg die zij heeft
afgelegd in haar onderneming als learning
mentor, van kennisname van het project via
haar vakbond tot het concreet uitbouwen
van vormingsmogelijkheden en informatie
op vlak van informatica voor werknemers in
haar eigen onderneming, waarbij vooral op-
viel hoe ze de nadruk legde op de positieve
resultaten op het zelfvertrouwen en de moti-
vatie van de werknemers en de dankbaarheid
die ze voor haar werk terugkreeg.
Maar ook andere voorbeelden kwamen ten
berde, zo leerden we hoe in het Portugese
bedrijf van Philip Morris gewerkt werd aan
Het kan een nieuwe uitdaging zijn in het takenpakket
van de militant
• Het kan immers een nieuwe uitdaging
zijn in het takenpakket van de militant
• Het heeft het voordeel van toegankelijk-
heid en begrip voor de werknemer omdat
de militant een van de werknemers is
• Het is een eerste zeer concrete stap in
een antwoord op het maatpak in het
kader van levenslang leren met een van-
zelfsprekende proactieve rol voor de vak-
bond
Wat denk je, beginnen we er aan?
Met dank aan diegenen die het ons mogelijk
maakten om van dit project te kunnen proe-
ven
Meer weten: www.learningmentor.eu
taalopleidingen maar merkten we eveneens
de moeilijkheden in Letland om dit te concre-
tiseren op de werkvloer
Een boeiende uitdaging dus, die echter in de
slotconferentie ook afgetoetst werd aan de
mogelijke problemen bij het implementeren,
zoals wie financiert, hoe matchen we behoef-
ten van onderneming met deze van werkne-
mer of zoeken we een gezond evenwicht, of
hoe lang duurt het dat de onderneming dit
zal integreren in zijn HR beleid en is dat wel
goed?
Tal van vraagstukken dus nog, die met de
evolutie van het project hun antwoord zul-
len vinden. Maar tevens nog gelegenheid bij
uitstek om er ons eigen verhaal van te maken
als vakbond
focus
6
Water is een vitale grondstofdie we met zorg moeten behandelen Peter De Paepe – Toespraak Mevrouw Ida Auken voor EP watergroupTijdens de samenkomst van de european parliament Watergroup gaf me-vrouw ida auken, minister van milieu uit denemarken, ter gelegenheid van het deense voorzitterschap van de europese unie, de visie vanuit denemar-ken over het toenemend belang van water naast olie en andere natuurlijke grondstoffen.
den en dat deze bijgevolg ook samen moeten
aangepakt worden.
‘er is geen oplossing voor de economische crisis zonder een vernieuwde economische groei en job creaties. Geen economische groei en job creaties in europa zonder ver-beterde competitiviteit en geen verbeter-de competitiviteit zonder een substantiële verbetering in grondstoffenefficiëntie.’
Een verbetering van grondstoffenbeheer zou
niet alleen de competitiviteit en winst van
de Europese markt vergroten, maar ook een
duurzaam management van onze natuur-
lijke grondstoffen inhouden. Hierbij heeft
ze het niet alleen over energiegrondstoffen,
maar over grondstoffen in een brede zin van
dat woord: energie, ruwe materialen, grond,
lucht, biodiversiteit en natuurlijk water.
De huidige economische crisis dient volgens
haar niet apart aangepakt te worden, maar wel
als onderdeel gezien te worden van een uitda-
ging waar ook de klimaat- en grondstofcrisis
evenwaardig deel van uitmaken. Zij ziet geen
verbeterde economische competitiviteit zon-
der een substantiële verbetering in grondstof-
fenefficiëntie waaronder dus ook watereffici-
entie. Kort samengevat komt het hierop neer:
Mevrouw Auken wees vooral op de gezamen-
lijke inspanning die dient geleverd te worden.
Coöperatie op alle niveaus draagt zij hoog
in het vaandel. Ze beseft dat sommige doel-
stellingen ambitieus zijn, zeker in deze tijden
van economische crisis. Oplossingen ziet zij
echter niet in een gebruikelijk businesssce-
nario, want dat zou de simultane klimaats- en
grondstoffencrisis schromelijk negeren. Zij
wijst erop dat deze crisissen elkaar beïnvloe-
Als we de financiën op het goede spoor wil-
len krijgen is een transformatie naar groene
economie noodzakelijk. Hiervoor hebben we
een beleidskader nodig.
Onder het Deense voorzitterschap is het een
prioriteit om van het klimaatbeleid een cen-
trale speler te maken in de overgang naar een
Europese groene economie.
hierin heeft waterbeleid een sleutelrol aangezien het een eerste vereiste is voor het leven zelf.
Als we verder zouden gaan met het gebruike-
lijke businessscenario, zou de vraag naar pro-
per water de beschikbare hoeveelheid met
niet minder dan 40% overstijgen tegen 2030.
Dit is bijzonder alarmerend.
Droogte en watertekort is nog steeds een
hoofdreden voor hongersnoden in Afrika. Wa-
tertekort was één van de hoofdredenen voor
de voedselcrisis in 2008 en is nog steeds één
van de hoofdbarrières voor de productie van
biomassa.
Men verwacht dat tegen 2030 50% van de
wereldbevolking in regio’s zal leven met wa-
tertekort.
Grote investeringen in waterinfrastructuur en
waterbesparingsprojecten zijn noodzakelijk.
De globale investeringen in de watersector
kent een groei van 190 miljard euro in 2006
naar vermoedelijk 480 miljard in 2020, een
groei van 6% per jaar.
Een watertekort wordt gezien als één van de
Als we de financiën op het goede spoor willen
krijgen is een transformatie naar groene economie
noodzakelijk.
focus 77focus
Noch Denemarken noch de EU kan op zijn een-
tje de wereld watervoorraad beschermen. Het
is noodzakelijk om meer bondgenoten te ver-
zamelen om waterpollutie te verminderen en
schoon drinkwater voor iedereen te vrijwaren.
De schaarste en toegang tot proper water is
slechts één voorbeeld dat de aandacht vraagt
van de internationale gemeenschap. Globale
actie wat waterbeleid betreft is erg afhanke-
lijk van de EU-input.
De schaarste en de toegang tot schoon water
is een voorbeeld van een aandachtsgebied
voor de internationale samenleving.
Samen met de Europese collega’s zal Me-
vrouw Auken haar best doen om de EU’s po-
sitie verder te verbeteren en versterken voor
de conferentie. Het Deense voorzitterschap
neemt zich voor om de conclusies van de Mi-
lieuraad voor te bereid in maart.
Groene overwegingen zouden sterk moeten
ingebouwd worden in de Europese kader-
richtlijnen, zogenaamde ‘mainstreaming’.
Het is nodig om nieuwe samenwerkingsver-
banden binnen de EU te ontwikkelen en sa-
men te werken met landen buiten Europa.
Eén van Mevrouw Auken’s topprioriteiten is
bilaterale samenwerking. Het is cruciaal om
knowhow en technologie uit te wisselen en
dit vooral met de ontwikkelingslanden. Bin-
nen de Europese Unie bestaat er een lange
traditie van bilaterale samenwerking in de
watersector. Maar de nood naar sterkere re-
laties blijft bestaan, dit vooral met het oog
op het putten van voordelen uit onze kennis
betreffende duurzaam waterbeheer. En het is
noodzakelijk om nieuwe relaties aan te gaan
met landen buiten de EU.
De ontwikkeling van nieuwe technologieën
zal ons in staat stellen om sommige water-
problemen aan te pakken die we vandaag
in alle landen aantreffen. Een voorbeeld om
dit punt te illustreren: een groep van Deense
bedrijven heeft recent een intelligent wa-
terlozingsysteem gelanceerd, gebaseerd op
radartechnologie. Deze nieuwe technologie
zal het voor de operatoren van het waterlo-
zingsysteem mogelijk maken om te anticipe-
hoofdobstakels voor een toekomstige groei
in China. Daarom is water een topprioriteit
geworden in China’s nieuwe vijf jaren ontwik-
kelingsplan.
De Europese Unie is op wereldvlak leider in
watertechnologie. Grote technologiebedrij-
ven zoals Suez bevinden zich in Europa. Veel
openbare waterbedrijven bezitten een kennis
en know how die onvoorstelbaar is.
Zoals het er nu voor staat wordt ongeveer
20 tot 40 procent van het verbruikte water
verspild in de EU. Volgens de Roadmap to a
Resource Efficient Europe zou de wateref-
ficiëntie met niet minder dan 40% kunnen
verbeterd worden door technologische ver-
beteringen alleen al. De cijfers spreken voor
zichzelf.
Een verbeterde aanpak voor een duurzaam
management van de grondstof “water” vergt
een nauwe coördinatie om de schaarste van
de watervoorraden te verminderen.
Tijdens het Deense voorzitterschap zal Me-
vrouw Auken dan ook elke kans benutten om
deze agenda naar voren te schuiven.
Mevrouw Auken kijkt er vooral naar uit om
met haar collega’s in de Milieuraad te discussi-
eren over het verhogen van de efficiëntie van
water als grondstof. Dit zal een hoofdthema
zijn in het Wereld Water Forum in Marseille in
Maart en in Rio in juni.
Mevrouw Auken zegt er ook erg naar uit te
kijken om te discussiëren over de blauwdruk
voor de bescherming van Europa’s water-
bronnen waarvan de presentatie eind 2012
verwacht wordt. Van deze blauwdruk heeft ze
zeer hoge verwachtingen. Het rapport over
de toestand van het klimaat van het Europese
Milieuagentschap stelt dat de lidstaten van
de EU nog steeds de algemene waterbeleids-
doelen niet hebben bereikt. Hier moet nu in-
gegrepen worden.
Dit indachtig verwacht Mevrouw Auken dat
de blauwdruk de noodzakelijke beleidsacties
in een concrete vorm zal presenteren.
ren en effectief te reageren op onvoorspelde
hoeveelheden regen en zo schadelijke riool-
overstromingen te vermijden. Dit zou wel
eens één van de vele nieuwe technologieën
kunnen zijn om de uitdagingen in relatie tot
klimaatsveranderingen te lijf te gaan.
conclusieZoals Mevrouw Auken in het begin al zei:
water is een vitale grondstof en we moeten
het met zorg behandelen. We kunnen niet
negeren dat Europa uitgedaagd wordt door
een financiële crisis. Maar Europa -net zoals
de rest van de wereld- wordt ook gecon-
fronteerd met een stijgende schaarste van
natuurlijke grondstoffen. Water is hier één
van. Die twee crisissen zijn nauw verbonden.
Natuurlijke grondstoffen vormen het funda-
ment van onze economie en ons welzijn. De
toekomstige beschikbaarheid van natuurlijke
grondstoffen zal de kwaliteit van ons toekom-
stige leven bepalen.
Daarom moeten we krachten bundelen. Sa-
menwerken om oplossingen te vinden voor
waterbevoorrading, behandeling van afval-
water en aanpassingen aan klimaatsverande-
ringen. Laten we samen een vernieuwde blik
werpen op proper en drinkbaar water voor
iedereen.
Het zoeken naar deze oplossingen en het sa-
menwerken is geen opdracht voor de private
sector, maar een taak voor elke openbare
watermaatschappij. De krachten bundelen,
samen oplossingen zoeken met wederzijds
respect is een taak die 3 grote vlaamse wa-
termaatschappijen zichzelf als taak hebben
opgelegd in een project genaamd Aquaduct.
Met dit project beoogt men het gebruik van
grondwater tot een minimum te beperken,
indien mogelijk zelf volledig te bannen.
Via een aangelegde lusverbinding wordt
water getransporteerd van oost naar west
en van noord naar zuid binnen het Vlaamse
landschap. Dit project wordt gesteund door
de Vlaamse overheid en duid dat er grote in-
vesteringswerken mogelijk zijn, ook binnen
een publieke context.
focus
8
steven vanderheydenChauffeur-lijnverantwoordelijke De Lijn 1. je bent kandidaat voor de sociale ver-kiezingen. Waarom? en waarom koos je voor acv?Dat ik kandidaat ben voor ACV is eigenlijk
heel normaal gekomen: mijn ouders waren
alletwee lid bij ACV, en ik volgde hun voor-
beeld. Ik ben nu kandidaat voor de sociale
verkiezingen omdat ik graag anderen wil hel-
pen, en ik iets wil terugdoen voor de hulp die
ik vroeger heb gekregen van ACV. Op mijn
vorig werk had ik een probleem dat tot de
arbeidsrechtbank ging. De mensen van ACV
hebben me toen heel goed geholpen, en dat
wil ik nu ook kunnen betekenen voor andere
mensen.
2. Wat wil je graag realiseren in de komen-de 4 jaar, als je verkozen zou worden?Ik zou de mensen graag doen inzien hoe
moeilijk onze job wel is. En ik streef ook naar
een goede samenwerking met de directie,
want daar begint alles mee.
3. heb je nog een boodschap voor de kie-zers?Gebruik je gezond verstand. Kijk hoe we de
laatste 4 jaar gewerkt hebben, en bij wie je
terecht kon.
annemie schuers Administratief bediende De Lijn, afdeling marketing-klanten en verkoop 1. je bent kandidaat voor de sociale ver-kiezingen. Waarom? en waarom koos je voor acv?Dit zijn nu al mijn derde sociale verkiezingen
voor ACV. Ik ben er toen voor gevraagd. Ik was
al wel lid van ACV en ik kende de syndicale
werking. Ik vond dat ik wel iets kon beteke-
nen, want collega’s kwamen al vaker dingen
aan mij vragen, ook toen ik nog geen afge-
vaardigde was.
2. Wat wil je graag realiseren in de komen-de 4 jaar, als je verkozen zou worden?Ik zou graag zien dat de vragen en problemen
van de bedienden bij De Lijn serieus geno-
men worden. Dat ze niet meer op de lange
baan geschoven worden, maar effectief kun-
nen besproken en afgehandeld worden.
3. heb je nog een boodschap voor de kie-zers?In wie heb je vertrouwen? Denk daaraan als je
gaat stemmen. En blijf vooral niet zitten met
vragen of problemen. Wij zijn er om oplossin-
gen te zoeken.
linda de cleir Housekeeping, ZNA site Elisabeth 1. je bent kandidaat voor de sociale ver-kiezingen. Waarom? en waarom koos je voor acv?Ik wil me graag inzetten voor mijn collega’s,
en dan vooral voor de collega’s bij housekee-
ping. Ik ben bij ACV terechtgekomen, nadat
ik teleurgesteld ben geweest door de andere
vakbonden: ik werd er niet echt geholpen, of
ze maakten me valse beloftes. ACV helpt de
mensen echt!
2. Wat wil je graag realiseren in de komen-de 4 jaar, als je verkozen zou worden?Eerst en vooral: opnieuw meer volk op de
vloer. Er is de laatste jaren een voortdurende
afbouw van het personeelsbestand. Maar in-
tussen moeten hetzelfde werk blijven doen.
Dan is het moeilijk om dezelfde kwaliteit
te blijven leveren. Men moet ook aandacht
krijgen voor de manier waarop we ons werk
kunnen doen. De mensen worden een dagje
ouder, maar er wordt steeds meer van hen ge-
vraagd. Resultaat: meer en meer zieken. Daar-
naast zou ik ook graag zien dat er wat nieuw
materiaal komt.
3. heb je nog een boodschap voor de kie-zers?Stem op mij! Ik ben er elke dag voor jullie,
goedgezind en klaar om jullie te helpen!
Tussen 7 en 20 mei trekken honderdduizenden werknemers naar de stem-bus om hun afgevaardigden te kiezen. de sociale verkiezingen zorgen er-voor dat werknemers een stem krijgen in hun onderneming. Wij praatten met enkele kandidaten en vroegen hen waarom ze kandidaat zijn en wat ze willen realiseren.
Sociale verkiezingen
9lokale & regionale besturen
Sociale onrust in de gemeente Brasschaat: dreigende saneringen op het personeel voorlopig onder controle!
Kirsten Casteleyn
enige alternatief? besparen op het personeel! Er werd een zwarte lijst opgemaakt met na-
men van personeelsleden die ontslagen zou-
den worden. Wij namen dit als ACV-Openbare
Diensten bloedernstig en hebben onmiddel-
lijk de nodige stappen gezet om dit ongedaan
te maken. Er volgden 2 crisisberaden met de
bestuur en daartussen planden we een suc-
cesvolle ledenvergadering en een actie voor
de start van de gemeenteraad.
het resultaat?
We konden met het gemeentebestuur over-
eenkomen dat de besparingen louter en al-
leen gingen gebeuren door het niet vervan-
gen van personeel in loopbaanonderbreking
of een ander verlofstelsel. Bijkomend werd er
een wervingstop overeengekomen. We gin-
gen als vakbond ook het engagement aan om
het personeel aan te sporen alert te zijn voor
andere besparingsmogelijkheden. De soci-
ale vrede is immers voorlopig teruggekeerd,
maar we mogen ons aan een tweede bespa-
ringsgolf verwachten tegen volgend jaar.
Einde vorig jaar kregen we het onheilspellen-
de nieuws vanuit het gemeentebestuur Bras-
schaat dat ze met een financiële krater zaten
bij het opmaken van de begroting. Op alles
was al bespaard: logistieke ondersteunende
middelen, via groepsaankopen, selectie in
het aannemen van nieuwe projecten,… Ook
de inkomsten werden beter gecontroleerd,
zo deed men een controle op de inkomsten
van de gemeentebelastingen en paste men
enkele prijzen in hun dienstverlening aan aan
de reële kostprijs.
Dan nog was er een financiële begrotingsput
van 1,3 miljoen euro.
We konden met het gemeentebestuur overeenkomen
dat de besparingen louter en alleen gingen gebeuren door het niet
vervangen van personeel in loopbaanonderbreking of een
ander verlofstelsel.
het gemeente en ocMW-bestuur van zoersel trekt het laagste niveau een niveau hoger!
Kirsten Casteleyn
Vorig jaar beloofde het gemeente- en OCMW-
bestuur van Zoersel ons op het syndicaal
comité om alle functies van E-niveau op te
waarderen naar het D-niveau. De afgelopen
maanden hebben alle, ongeveer 50, perso-
neelsleden op het E-niveau deelgenomen
aan een bevorderingsexamen. We spreken
hier over alle polyvalente functies (arbeiders,
poetsvrouwen, bode,…), maar ook over de
poetsvrouwen uit de thuiszorg. Op enkelen
na waren ze allemaal geslaagd. Vanaf april
2012 worden de lonen aangepast aan het D-
niveau.
lokale & regionale besturen
10
OCMW Sint-Laureins heeft ook een WoonZorgCentrum, reeds
in februari 2011 werden we door het personeel gealarmeerd
over de problematiek van het verlof. Voor het bestaande per-
soneel was het belangrijk om ‘overgangsbepalingen’ te onder-
handelen. Echter stellen we vast dat na diverse vergaderingen,
massale aanwezigheid op de OCMW-raad, het OCMW bestuur
niet ingaat op onze vraag om voor het bestaande personeel
de verworven rechten op te nemen in de overgangsbepalin-
gen (wat in tal van andere OCMW-besturen wel is gebeurd).
Het OCMW bestuur hield zich niet in om op het overleg, de
OCMW-raad, onze terechte vragen af te schilderen als zijnde
‘de vakbond die verhaaltjes aan het vertellen is’. Het OCMW
bestuur werd tijdens onderhandelingen ondersteund door
een externe firma die samen met het bestuur stelde dat de
vakbond ‘onwettelijke vragen stelde’. De beeldspraak ‘wiens
brood met eet, wiens woord men spreekt’ is hier heel toepas-
selijk. In december 2011 werd dan beslist om de gouverneur
aan te schrijven, om zo een standpunt van de toezicht houden-
de overheid te bekomen en dan op basis van het antwoord van
de gouverneur verder te onderhandelen. Op 2 februari 2012
kregen we antwoord van de gouverneur dat de mogelijkheid
wettelijk voorzien is, om onze vragen inzake verlof voor de
bestaande personeelsleden (in dienst op 31 december 2010)
deze op te nemen in de overgangsbepalingen. Dus we heb-
ben als vakbond geen ‘verhaaltjes’ verteld en onze voorstellen
zijn volledig wettelijk. De gouverneur gaf mee dat het aan het
OCMW bestuur is om te beslissen wat ze er mee gaan doen.
Dus de bal ligt in het kamp van het OCMW bestuur… we zijn
benieuwd welk verhaaltje het OCMW bestuur nu gaat vertel-
len… wordt vervolgd!
Onze volgende halte is Maldegem, hier werden er problemen
gesignaleerd met de uurroosters binnen de gemeentelijke kin-
deropvang. De burgemeester kwam onmiddellijk tussen en zo
werden de problemen opgelost. Uiteraard zijn wij steeds be-
reid om in overleg zaken te bespreken.
Na onze rit in het Meetjesland komen we in Gent terecht, waar
bij de Stad Gent ons eerste deel van de voorbereidingscursus
(schriftelijk en psychotechnisch) op de statutaire examens
voor de 70 gesco’s (administratief medewerker) voorbij is en
we op 5 momenten 179 administratief medewerkers hebben
kunnen voorbereiden op het examen. Op het moment dat u
dit artikel leest zijn we aan deel 2 bezig (begin maart reeds
meer dan 100 inschrijvingen), waar we de geslaagden voor-
bereiden op het mondeling examen.
Verder zetten we in op diverse voorbereidingscursussen, zoals
examen tuinier, examen chauffeur rijbewijs C bij IVAGO,…
Over het Gentse ‘Kerntaken- en efficiëntiedebat’ is het toch
wel muisstil, maar goed als ACV blijven wij bij ons standpunt
en zullen wij niet mee werken aan een verdoken privatise-
ringsronde.
Ondertussen is in Gent de tweede pensioenpijler een feit en
ligt bij OCMW Gent alsook de statutariseringsoefening op de
onderhandelingstafel…
Verder heeft Stad Deinze vanaf 1 maart 2012 de werkge-
versbijdrage van de maaltijdcheque met 1 euro verhoogd, wat
uiteraard positief nieuws is.
De infonamiddag van de intersectoriele werking gepen-
sioneerden over ‘erfenisrecht’ was een succes te noemen en
momenteel lopen de 8 infoavonden over ‘Loopbaanonderbre-
king’ en ‘(vervroegd) Pensioen…’
Kortom ook binnen het Gewest Gent-Eeklo heel veel syndicale
activiteit, wil u op de hoogte blijven surf naar www.acv-lrb-
gent.be
We starten onze rit in Kaprijke, november 2011 werden we
gealarmeerd over een aantal problemen, om deze onder de
loep te nemen hebben we een personeelsvergadering geor-
ganiseerd. We zijn vertrokken met een leeg blad en op het
einde van de vergadering hadden we een volledige blad met
vragen. Zaken zoals uitbetaling van het loon, aflevering van
maaltijdcheques, inschaling in de juiste functionele loopbaan,
problemen in de kinderopvang en diverse andere gemeente-
lijke diensten, enz… Kortom in een gemeente waar er 60 per-
soneelsleden tewerkgesteld zijn, zo een lijst met problemen is
toch wel gigantisch. Inzake de correcte inschaling (functionele
loopbaan) en de regularisaties van het loon (zelfs tot 2009)
hadden we een duidelijke en haalbare timing vooropgesteld.
Tijdens het overleg van januari 2012 deed het bestuur be-
loftes dat men de regularisaties vroeger zouden regelen dan
door ons gevraagd… echter tijdens het overleg van begin
februari 2012 kwam het bestuur terug op eerdere beloftes,
want het budget was ineens onvoldoende… er diende een
budgetwijziging te gebeuren. Maar men bleef beloven dat het
zo snel mogelijk zou geregeld worden... we zijn benieuwd of
het bestuur uiteindelijk zijn beloftes nakomt. Dit is uiteraard
maar één aspect van de gestelde problemen. We hopen dat de
rust in Kaprijke terugkeert, het bestuur kan dit voornamelijk
doen door afspraken na te komen en wat meer vertrouwen en
respect te hebben voor het personeel.
Onze tweede halte is OCMW Sint-Laureins, binnen het
OCMW werden we geconfronteerd met de gewijzigde rechts-
positieregeling, waarover we op Vlaams niveau een protocol
van niet-akkoord hebben getekend. Uiteraard proberen we
binnen het wettelijke om alsnog een aantal zaken te onder-
handelen met het bestuur. En daar knelt in OCMW Sint-Lau-
reins het schoentje. In het verleden verliepen de onderhande-
lingen met het gemeentebestuur steeds in een constructieve
sfeer en met wederzijds respect. Echter na maanden en na
verschillende malen aandringen werden de vergaderingen
over de rechtspositieregeling van het OCMW opgestart op 22
november 2011 (1 jaar na de publicatie van het besluit in het
Staatsblad). Een geluk dat de verslaggeving van de BOC’s op
een heel correcte en duidelijke manier verloopt.
Peter Wiemehet Meetjesland is binnen het Gewest Gent-eeklo een heel mooie en rustige streek, maar syndicaal is er toch heel wat te beleven… en hopelijk keert de rust snel terug!
Drukke syndicale tijden in het mooie Meetjesland…
… als ACV blijven wij bij ons standpunt en zullen wij niet mee werken aan
een verdoken privatiseringsronde.
11lokale & regionale besturen
Joris Lermyttezorginstellingen in de openbare sector vallen onder de toepassing van de arbeidswet. ze is van toepassing op alle personeel uitgezonderd de artsen. acv-openbare diensten organiseerde een vorming over de materie. We vat-ten alles voor u beknopt samen.
De arbeidswet in de openbare zorgsector
neer de gemiddelde arbeidsduur wordt be-
reikt per vier weken en voor wie geen nacht-
arbeid verricht. Er worden uitzonderingen
gemaakt voor een onvoorziene noodzaak en
voor continuarbeid in de diensten spoedge-
vallen of de intensieve zorgen. In het eerste
geval moeten de aaneensluitende prestaties
beperkt worden tot elf uur per dag. In het
tweede geval zijn aaneensluitende prestaties
van twaalf uur toegelaten en mag tot vijftig
uur per week gewerkt worden.
recuperatieDe gemiddelde arbeidsduur bedraagt in de
meeste openbare zorginstellingen tussen
de 36 en de 38 uur per week. De arbeidswet
voorziet de naleving van de gemiddelde ar-
beidsduur per kwartaal. Om dat te bereiken
moet de overschrijding van de gemiddelde
arbeidsduur gerecupereerd worden binnen
het kwartaal. Uiteraard tellen daarbij feestda-
gen en verloven als gewerkte dagen en niet
als recuperatie. Het aantal uren dat men per
kwartaal mag recupereren is beperkt tot vijf-
enzestig.
50% overloonOverloon is normaal verschuldigd wanneer
er meer dan negen uur per dag of veertig
uur per week gewerkt wordt. In de zorg-
sector wijkt men daar van af. Overloon is er
enkel verschuldigd in twee gevallen. Ten
eerste wanneer men afwijkt van de normale
arbeidsduurgrenzen: dat zijn meestal de dag-
grens van elf uur of de weekgrens van vijftig
uur. Hier tellen feestdagen en verloven niet
mee als gewerkte dagen. Ten tweede wan-
neer men afwijkt van het voorziene werkroos-
ter. Het overloon is een toeslag van 50% die
moet betaald worden bovenop de som van
het normale loon en de premies. Op zon- en
feestdagen loopt de toeslag op tot 100%. Bij
overschrijdingen van zowel de dag- als de
weekgrens moet het gunstigste bedrag toe-
gekend worden. Bij deeltijdse arbeid geldt
een aangepaste regeling.
pauzes en rustOp dagbasis moet men van en pauze kunnen
genieten na zes uur werken. Daarnaast moet
er elf uur liggen tussen twee prestaties. Per
week dient er een werkonderbreking te zijn
van ten minste 35 uren.
arbeidsduur
De arbeidstijdwet regelt de arbeidstijd in de
openbare sector. Ondermeer instellingen in
de openbare zorgsector vallen niet onder
de wet. Ze vallen onder de arbeidswet. Cen-
traal staat telkens het begrip arbeidsduur. Ar-
beidsduur is de tijd die men ter beschikking
is van de werkgever. Pauzes, waarin men vrij
is, vallen hier dus niet onder. Wachtdiensten
op het werk zijn dan weer wel arbeidstijd,
maar wachtdiensten thuis niet. De normale
arbeidsduurgrenzen bedragen negen uur per
dag en veertig uur per week. In de zorgsector
wordt hiervan afgeweken en is de normale
daggrens elf uur en de weekgrens vijftig uur.
Per kwartaal moet dan wel de gemiddelde
arbeidsduur bereikt worden. Eventueel kan
de vijftig uur nog overschreden worden wan-
Op dagbasis moet men van een pauze kunnen genieten na
zes uur werken.
vlaamse overheid
12
Gevolgen eerste begrotingscontrole bij de Vlaamse overheid
De Vlaamse regering wilde daarmee inspelen
op de snel wijzigende economische omstan-
digheden en haar voornemen om ook in 2012
een begroting in evenwicht af te sluiten, extra
kracht bijzetten.
Deze bijkomende inspanning moet 543,9 mil-
joen euro opleveren.
Deze eerste begrotingscontrole houdt geen
rekening met de eventuele gevolgen die fe-
derale beslissingen rond de overheidspen-
sioenen of de fantoombevoegdheden op
Vlaanderen kunnen hebben.
Naast de vele andere maatregelen zoals het
uitstellen met één jaar van bepaalde uitgaven,
de verhoging van de kostendekkingsgraad
van De Lijn, de verkorting van de indienings-
termijn voor aangiften van nalatenschap en
de modernisering van de registratierechten,
wordt deze bijkomende besparing deels ook
geleverd door de reeds gedane inspanningen
om het overheidsapparaat slanker te maken
nog iets te versterken.
bevriezen van niet-loonkredietenDe Vlaamse regering besliste om de niet-
loonkredieten voor dit jaar te bevriezen op
het niveau van 2011. Deze kredieten worden
dus niet geïndexeerd.
Dit betekent dat deze niet-indexering niet
geldt voor de loonkredieten. Deze laatste
worden dus wel degelijk geïndexeerd.
bijkomende besparing op werkingsmiddelenOp de werkingsmiddelen voor de administra-
tie wordt verder structureel bespaard, waarbij
de nadruk wordt gelegd op het verminderen
Chris Herremanbegin maart kondigde de vlaamse regering aan welke bijkomende maatregelen zij genomen had n.a.v. de ver-vroegde begrotingscontrole 2012.
van de overheadkosten binnen de adminis-
tratie. De vraag die zich hierbij stelt is in welke
mate de dienstverlening hierdoor in het ge-
drang zal komen.
Ook de communicatie-uitgaven worden ver-
minderd en er zullen minder studies worden
uitbesteed.
De leden van de Vlaamse regering willen zelf
ook het goede voorbeeld geven door 2% te
besparen op hun eigen wedde door deze niet
aan te passen aan de index.
Maatregelen voor het personeel De Vlaamse regering besliste om het aantal
Vlaamse ambtenaren tegen het einde van de
regeerperiode met 5% te verminderen, te ver-
scherpen naar 6% en de beoogde besparings-
doelstelling van 50 miljoen euro te verhogen
naar 60 miljoen.
Het college van ambtenarengeneraal krijgt
de opdracht om deze bijgestelde doelstelling
te operationaliseren.
Deze bijkomende besparingen hebben geen
gevolgen op de in de CAO van 2010-2012 ge-
maakte afspraken.
Bij de implementatie van beslissingen m.b.t.
de verhoging van de efficiëntie van de Vlaam-
se overheid, dienen de leidend ambtenaren
van de verschillende entiteiten hun proces-
en personeelsplannen in overeenstemming
brengen met de recurrent beschikbare mid-
delen d.m.v. aanpassingen van het perso-
neelsplan via overleg op entiteitsniveau.
Bij voornoemde beslissingen mogen de lei-
dend ambtenaren geen naakte ontslagen
doorvoeren louter omwille van besparingen.
Volgens de Vlaamse regering zullen de aan-
vullende besparingen op de personeelskre-
dieten geen effect hebben op de tewerkstel-
ling van langdurig contractuelen.
intussen op de werkvloer?In een aantal entiteiten heeft dit reeds tot
gevolg dat de eventueel geplande wervin-
gen voor onbepaalde tijd worden uitgesteld
en dat geplande bevorderingen niet worden
opgestart.
In veel gevallen zal dit leiden tot een bijko-
mende verhoging van de werkdruk en een
mindere motivatie bij gebrek aan loopbaan-
mogelijkheden op korte termijn.
De vraag die hierbij onvermijdelijk aan bod
zal komen bij alle entiteiten is of de huidige
dienstverlening, zowel kwantitatief als kwa-
litatief, kan worden gegarandeerd. Wij zullen
in de verschillende overlegorganen de stand
van zaken opvragen en desgevallend tijdig
aan de noodrem trekken bij de leden van de
Vlaamse regering.
federale overheid 13
ACV‐Openbare Diensten voert actie bij de RVPACV‐Openbare Diensten heeft actie gevoerd
bij de Rijksdienst voor Pensioenen. De reden
van deze actie is de te hoge werkdruk in de
gewestelijke kantoren.
Deze hoge werkdruk is het gevolg van:
• De vele vragen van de sociaal verzeker-
den in de gewestelijke kantoren tenge-
volge de zeer slechte communicatie van
de Minister van Pensioenen;
• De stijging van het aantal pensioendos-
siers door:
- de ingezette pensioneringsgolf van
de babyboomgeneratie,
- de golf van werknemers die nu ver-
vroegd hun pensioen aanvragen uit
onzekerheid van de pensioenhervor-
mingen;
- de automatische onderzoeken naar
inkomensgaranties;
• De toewijzing van de provisionele pensi-
oenuitkeringen aan de gewestelijke kan-
toren zonder enige overdracht van perso-
neel.
Ook moet benadrukt worden dat de RVP zelf
voorziet dat het aantal pensioendossiers
verder zal stijgen van 2.434.374 dossiers in
2010 tot 2.572.642 dossiers in 2015, en dit
terwijl de regering, en de Minister van Pensi-
oenen in zijn functie van Vice‐Premier in het
bijzonder, pleit voor een verdere verminde-
ring van het aantal ambtenaren.
Omdat deze situatie verder onhoudbaar is,
hebben wij besloten om een week lang
de gewestelijke kantoren van de RVP te slui-
ten voor het publiek. Hierdoor konden de
ambtenaren de pensioendossiers, in het be-
lang van de sociaal verzekerden, verder af-
werken.
pen door een beleid waarbij contractuele
personeelsleden worden ontslagen en
statutairen niet worden vervangen;
• de vierdagenweek en de vervroegde half-
tijdse uittreding, geschrapt sinds 1 janu-
ari 2012, niet worden verlengd;
• de loopbaan van de ambtenaren op de
helling komt te staan door de schrapping
van de kredieten die bestemd waren voor
de organisatie van de gecertificeerde op-
leidingen;
• overwogen wordt die loopbanen funda-
menteel te wijzigen door hun ontwikke-
ling enkel maar te laten afhangen van de
evaluatie van de prestaties;
• de huidige opvatting over de evaluatie-
regeling doeltreffendheid mist en dat ze
alleen maar zou moeten dienen om per-
soneel te ontslaan.
Enkele honderden militanten van de 3 repre-
sentatieve vakbonden ACV‐Openbare Dien-
sten, ACOD en VSOA kwamen op 14 februari
2012 bijeen aan de Congreskolom in Brussel.
In de vroege namiddag trokken ze naar het
kabinet van de Staatssecretaris van het Open-
baar Ambt.
Met die actie wilden het ACV‐Openbare Dien-
sten, de ACOD en het VSOA nog eens aan-
dringen op het feit dat het federaal openbaar
ambt niet ten offer mag vallen aan de budget-
taire besparingen. De vakbonden verwachten
van de Staatssecretaris dat hij een beleid voert
dat erop gericht is de federale overheidsdien-
sten en hun personeel te verdedigen.
Zij kunnen niet aanvaarden dat:
• de personeeluitgaven worden ingekrom-
Al die maatregelen komen bovenop andere
regeringsbeslissingen die de personeelsle-
den zullen verplichten langer te werken voor
een lager pensioen. De vakbonden proteste-
ren tegen het feit dat er geen echte sociale
dialoog op gang komt. De werkvergaderin-
gen met de Staatssecretaris monden op geen
enkele concrete beslissing uit en meestal
moeten de vakbonden via de pers vernemen
wat het antwoord van de Staatssecretaris op
hun vragen is.
De vakbonden hebben ook een eisenpro-
gramma ingediend bij de Staatssecretaris om
onderhandelingen te starten voor een sec-
toraal akkoord 2011 – 2012. In het volgende
artikel leest u meer over dit eisenprogramma.
De federale ambtenaren zijn het beu!
federale overheid
14
2 de uitvoering van het sectoraal akkoord 2009 – 2010Het overleg in de werkgroepen waarin het sectoraal akkoord 2009 – 2010 voorzag, is niet eens begonnen. ACV‐Openbare Diensten eist dat de overheid initiatieven neemt om het on-derhandelingsproces over alle onderwerpen die in het sec-toraal akkoord 2009 – 2010 werden aangestipt, van start te laten gaan. Er moet een timing worden vastgelegd om tot tastbare resultaten te komen in volgende domeinen:• De modaliteiten voor de overgang naar niveau A, aange-
past aan de logica van de ontwikkeling en de evaluatie van de competenties (fiche 2)
• De kennis van een andere taal (fiche 6)• De duurzame ontwikkeling en de steun aan initiatieven
en plannen (fiche 8)• De vereenvoudiging van het statuut door het opstellen
van geïntegreerde teksten voor het federaal openbaar ambt (fiche 9)
• De analyse van alle sociale voordelen, van de beheers-vormen van de sociale diensten en debedrijfsrestaurants om in heel het federaal openbaar ambt een uniform be-heer te kunnen voeren (fiche 10)
• De analyse van alle mogelijke bijdragen in het aanbod van de hospitalisatieverzekering (fiche 11) – dit punt hebben we al aangekaart in punt 1
• De uitbreiding van het telewerk zonder beperking tot de huidige vormen (zelfs uitgebreid totoccasioneel tele-werk) maar aangemoedigd door nieuwe organisatievor-men (zoals satellietkantoren)(fiche 12)
• De invoering van de functieweging in alle niveaus (fiche 13)
• De situatie van de contractuelen, met de bedoeling de voorstellen te verwezenlijken uit het “Syndicaal manifest voor een statutair openbaar ambt”, dat op 18 februari 2009 aan mijnheer Steven VANACKERE, de toenmalige minister van het federaal openbaar ambt, werd over-handigd (fiche 15)
• De nieuwe loopbanen (fiche 16)• De steun aan de ontwikkeling van een doeltreffend en ge-
integreerd beleid op het vlak van het welzijn en de opwaar-dering van de functie van preventieadviseur (fiche 18).
3 de gecertificeerde opleidingenDe gecertificeerde opleidingen zijn de pijler van de loopbaan-ontwikkeling voor de federale ambtenaren aangezien ze recht
geven op een toelage voor competentieontwikkeling en op een verhoging in weddenschaal en zelfs op een bevordering.
Het is niet zo dat alle personeelsleden die dat wensen zomaar een opleiding kunnen volgen voor de verdere ontwikkeling van hun competenties, ze moeten er zich ook persoonlijk voor inzetten. Er loopt echter heel wat mis, waardoor de deelname aan de opleiding en het afleggen van de test steeds maar worden uitgesteld. En ook de betaling van de toelage voor competentieontwikkeling loopt daardoor onaanvaardbaar veel vertraging op, wat vele ambtenaren schade berokkent.
ACV‐Openbare Diensten zal niet aanvaarden dat de gecertifi-ceerde opleidingen simpelweg worden afgeschaft. Het pleit voor een gedecentraliseerde organisatie van die opleidingen door homogenere organisaties of groepen van organisaties (vb. OISZ), onder toezicht van OFO.Met een energiek beleid en de nodige middelen, moet het mogelijk zijn de organisatorische achterstand binnen een te bepalen termijn in te halen.
Voor de personeelsleden die door het niet organiseren van de gecertificeerde opleidingen worden benadeeld, eist ACV‐Openbare Diensten een vergoeding en een compensatie die kan gaan tot de betaling van de toelage voor competentie-ontwikkeling.Voor de personeelsleden die op het einde van de periode ko-men waarin een toelage voor competentieontwikkeling wordt betaald, eist ACV‐Openbare Diensten de onmiddellijke toepas-sing van de garantie uit de huidige regelgeving, namelijk het recht op de helft van de toelage voor competentieontwikke-ling gedurende maximum 3 jaar.
Bepaalde groepen ambtenaren, die nu niet onder de toepassing van de gecertificeerde opleidingen vallen, moeten indien ze dit wensen ook in het systeem kunnen stappen (vb. Defensie).
4 de vergoedingen en toelagenEen dossier met betrekking tot de toelagen en vergoedin-gen toegekend aan de ambtenaren werd opgesteld. Voor ACV‐Openbare Diensten volstaat het nu om beslissingen te nemen met betrekking tot de vereenvoudiging, harmonisatie en aanpassing van de bedragen, zodat de ambtenaren die in dezelfde omstandigheden werken over van dezelfde toelagen en vergoedingen kunnen genieten.
Door de onmogelijkheid om onderhandeling aan te vatten met een werkgever in “lopende zaken” heeft ACV-Openbare Diensten besloten het eisenprogramma later in te dienen.
We menen dat het nu hoog tijd is dat we in comité B begin-nen onderhandelen zodat we een federaal sectoraal akkoord kunnen sluiten voor de periode 2011 – 2012 en dit voor 30 juni 2012. In de private sector heeft de regering een aantal beslissingen genomen waarbij o.a. de toegestane marge werd bepaald voor de loonsverhogingen.
1 de koopkrachtACV‐Openbare Diensten eist een koopkrachtverhoging voor het personeel van het federaal openbaar ambt. Het geeft de voorkeur aan een hogere eindejaarstoelage, door de inhaal-beweging die gestart was bij de vorige sectorale akkoorden verder te zetten, een stap in de richting van een volwaardige dertiende maand voor alle categorieën ambtenaren.
Om dit te doen eist ACV‐Openbare Diensten dat één derde van het verschil tussen het huidig bedrag en een volwaardige der-tiende maand zou betaald worden in december 2012 om dan zo te komen tot de resterende 2/3 in 2013 en 2014.
De verlenging van de duur van de loopbaan die voor ve-len hun vertrek op pensioen zal uitstellen zal het noodzakelijk maken om bepaalde maatregelen te nemen om de motivatie van oudere werknemers te ondersteunen. ACV‐Openbare Diensten eist dat er financiële incentives komen voor de amb-tenaren die hun laatste deel van hun professionele loopbaan aanvatten.
Het wil ook dat de werkgever meer zou bijdragen in de premie voor de hospitalisatieverzekering totdat hij ze integraal op zich neemt. Het dringt er ook op aan dat wordt onderzocht hoe de werkgever kan bijdragen in de premie die de gepensioneerde personeelsleden moeten betalen.
Het eist een tussenkomst in de bijdragen van de hospitalisa-tieverzekering voor alle personeelsleden die voor een indivi-duele hospitalisatieverzekering hebben gekozen.
ACV‐Openbare Diensten, dat sociale rechtvaardigheid hoog in het vaandel heeft staan, eist dat de federale ambtenaren maaltijdcheques zouden krijgen.
Dit principe mag er niet toe leiden dat de bestaande bedrijfs-restaurants ter discussie komen te staan. Die moeten behouden blijven. In dit opzicht wil ACV‐Openbare Diensten haar eis her-halen voor de oprichting van een Staatsdienst met afzon-derlijk beheer voor restauratie‐ en schoonmaakactiviteiten.
Marc Saenenacv‐openbare diensten vindt dat de onderhandelingen tussen de over-heid‐werkgever en de representatieve vakbonden moeten doorgaan, ook al beleven we een socio‐economische crisis en wordt er een bezuinigingsbe-leid gevoerd.
Eisenprogramma voor sectoraal akkoord 2011‐2012
15federale overheid
ACV‐Openbare Diensten zal niet aanvaarden dat
de gecertificeerde opleidingen simpelweg
worden afgeschaft.
De kilometervergoeding moet twee keer per jaar worden aan-gepast (i.p.v. één keer) om sneller te kunnen inspelen op de stijgende brandstofprijzen
5 de inrichting van de arbeidstijdACV‐Openbare Diensten eist dat de vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uitstap van het federaal openbaar ambt een definitief karakter krijgen, zodat men uitvoering kan geven aan een intersectoraal akkoord dat in Comité A werd gesloten.
De vergrijzing van de actieve bevolking, ten gevolge van de verlenging van de loopbanen, maakt het voor ACV‐Openbare Diensten noodzakelijk om maatregelen te nemen om de werktijden anders in te delen of het loopbaaneinde aan te passen. Zo kan men omstandigheden creëren die motiverend zijn voor de ervaren personeelsleden. Hiervoor zijn maatrege-len in het Human Resources‐beleid nodig die rekening houden met de leeftijd van die categorie personeelsleden.
6 de institutionele hervormingenHet institutioneel akkoord voor de zesde staatshervorming van 11 oktober 2011 voorziet in de overheveling van federale bevoegdheden naar de Gemeenschappen en de Gewesten. Wat het aantal en de oorsprong van de overgehevelde amb-tenaren ook zij, voor ACV‐Openbare Diensten is het belangrijk te anticiperen op die herstructurering door een echte sociale dialoog te voeren samen met de werkgevers van alle gefede-reerde entiteiten. Daarom vraagt ACV‐Openbare Diensten dat binnen de bestaande onderhandelingsinstanties (Comité B), een debat‐, dialoog‐ en onderhandelingsinstantie wordt op-gericht om de overheveling van de personeelsleden optimaal te laten verlopen, zowel in het departement van oorsprong als in de ontvangende diensten.
De contractuele personeelsleden hebben geen werkzekerheid zoals de statutaire ambtenaren. Het ACV‐Openbare Diensten is dan ook van mening dat de nieuwe werkgever gedwongen moet worden alle verplichtingen van de federale overheid over te nemen voor die categorie werknemers.
vallen? Zijn twee dodelijke slachtoffers ten
gevolge van een schietaccident er al geen
twee teveel?
Wij beseffen heel goed dat er morgen geen
nieuw gerechtsgebouw zal staan maar wij
verwachten een opstart van eerste, drin-
gende, noodzakelijke maatregelen zoals bijv.
een evacuatieplan, duidelijke signalisatie,
detectiemateriaal dat werkt en onderhouden
wordt. En bovenal, een zeer duidelijke com-
municatie naar het gerechtspersoneel. Het
is schrijnend dat het gerechtspersoneel niet
weet hoe te reageren in noodsituaties, dat er
van enige evacuatieplanning en evacuatieoe-
feningen geen sprake is, dat zij vandaag wor-
den verondersteld goed te werken in deze
onveilige omgeving.
Want, het gaat hier niet alleen om de veilig-
heid op vlak van infrastructuur, het gaat hier
ook om de veiligheid in de brede zin van het
woord, om het welzijn, het welbehagen van
het gerechtspersoneel!
Werknemers/gerechtspersoneel moeten be-
schermd worden, moeten zich beschermd
voelen door de werkgever. Dat is de plicht van
de werkgever. De wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de werknemers
bij de uitvoering van hun werk, is de basiswet
op het gebied van veiligheid en gezondheid
op het werk en is hierin zeer duidelijk. Dit
vraagt een visie, een beleid, een wettelijk ver-
plichte inzet van de werkgever in overleg met
zijn personeel.
Mensen kunnen maar op een behoorlijke
manier werken wanneer hen een werkomge-
ving wordt aangeboden waar het aangenaam
en veilig is om te werken, waar mensen zich
goed kunnen voelen.
Welzijn primeert en moet ingebed zijn in een
algemeen beleid dat tot in al zijn geledingen
doordrongen is. Het is onze taak als vakorga-
nisatie de overheid hierop attent te maken,
telkens opnieuw, tot welzijn ingebakken is,
ook bij Rechterlijke Orde.
Marijke Koningsop 2 maart 2012 diende het acv-openbare diensten hoven en recht-banken een klacht in bij de fod werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg ( Waso) om de onveiligheid aan te kaarten van het gerechtsge-bouw te brussel, poelaertplein 1.
Sinds 1998 wordt de veiligheid van dit ge-
rechtsgebouw aangekaart en besproken
op het BOC Brussel. Analyses, oplijsting van
problemen, voorstellen tot verbetering,
werkgroepen, preventieadviseurs die aan de
alarmbel hangen, enz. brachten geen resulta-
ten. Er veranderde niets uitgezonderd het feit
dat alle actoren in en rond justitie akkoord
gaan dat er iets moet gebeuren. Deze con-
sensus heeft er niet toe geleid dat er enig ini-
tiatief werd genomen door de werkgever om
aan deze schrijnende toestand iets te veran-
deren! Ondertussen veroudert het gebouw.
Op sommige plaatsen zijn er zelfs verzakkin-
gen, instabiliteitsproblemen, steenval…
Op 3 januari 2012 brak een brand uit gevolgd
door een vernietigend verslag van de brand-
weer: er werkte geen alarm, niemand van het
aanwezige personeel kon helpen omdat nie-
mand op de hoogte is van een mogelijke eva-
cuatieplanning, deuren waren in open toe-
stand geblokkeerd, natte stijgleidingen van
de blusapparaten waren verouderd en niet
bruikbaar, niettegenstaande een rookverbod
zijn er sigarettenpeuken en aanstekers ge-
vonden in evacuatiewegen….
Op vraag van de vakorganisaties werd een
BOC bij hoogdringendheid bijeengeroepen.
Weer werd een verslag opgemaakt, weer
werd er verwezen naar brandweerverslagen,
rapporten, enz.
Vandaag, twee maanden later, stellen wij
vast dat er nog altijd niets is veranderd. Waar
wachten zij op, zij die verantwoordelijk zijn
voor de veiligheid van het gerechtsperso-
neel? Moeten er eerst opnieuw slachtoffers
ACV‐Openbare Diensten Hoven en Rechtbanken dient klacht in bij WASO!
bijzondere korpsen
16
Brandweer: actie van 10 januari 2012
Het relaas tot op hedenIlse Heylende drie vakbonden hebben donderdag 9 februari jongstleden de brand-weerlui hals over kop opgeroepen tot actie in de Wetstraat omdat we via di-verse kanalen ondervonden dat het er niet goed uitzag voor de brandweer voor wat betreft hun pensioensregelingen.
Gezien het korte tijdsbestek waarin we gewerkt hebben, me-
nen we dat we mogen spreken van een succes.
Zeker de vertegenwoordiging van verschillende korpsen van
over gans het land heeft de actie waarde gegeven. Ook van
diegenen die in de onmogelijkheid waren om nog mee op te
trekken weten we dat ze in gedachten bij ons waren.
De actie van 10 februari heeft geleid tot een contact met de
minister van pensioenen en de minister van binnenlandse za-
ken die een voorstel hadden uitgewerkt. Een voorstel dat nog
niet werd voorgelegd aan de kern.
Dit voorstel omvat kort volgende elementen:
• De mogelijkheid om op 60 jarige leeftijd op pensioen
te gaan, wel te verstaan met een progressieve verho-
ging van loopbaanvoorwaarden naar 37.5 jaar in 2019
en mogelijks na evaluatie een verdere verhoging tot 40
jaar in 2022. In deze loopbaanvoorwaarden zouden alle
actieve jaren tellen , ook bijvoorbeeld de jaren vooraf
gepresteerd in de privé.
• Het engagement om met de gemeenten structurele
afspraken te maken opdat brandweerlui op 56 kunnen
verzoeken in een minder zware functie te werken
• De verlof voorafgaand aan het pensioen behouden,
zonder afloop (thans 2013) maar met progressie van de
leeftijd naar 58 jaar in 2016 met dezelfde voorwaarden
(onder meer het aantal jaren dienst) en met dezelfde
beslissingsmodaliteiten ( de gemeente beslist of ze dit
willen voorzien)
Er blijven echter toch nog grote bezorgdheden hangen, zo is
er onder meer:
• geen zicht op het realistisch toepassen van een struc-
tureel systeem van het herplaatsen op vraag in minder
zware functies. Bovendien moeten we hier ook nog
afwachten op welke manier dergelijk engagement
daadwerkelijk kan worden waargemaakt. We weten in
ieder geval dat dit vandaag niet haalbaar is in de meeste
korpsen
• het voorstel rond het verlof voorafgaand aan het pen-
sioen dat mager blijft als dit niet structureel wordt
ingekaderd, omdat de gemeenten hierin nog finaal de
beslissing nemen.
We hebben onze argumenten nogmaals op tafel gelegd en
gesteld dat het niet fair is dat we met een eindpunt moeten
starten waarbij geen enkel perspectief is op een aantrekkelijk
statuut. We stelden voor om het behoud van de huidige rege-
lingen in afwachting van de discussies over het statuut, met
een duidelijk signaal naar de brandweer dat er daadwerkelijk
gewerkt wordt aan een goed statuut, dit zou bijvoorbeeld
kunnen via een structurele uitstapregeling.
De ministers hebben onze grieven meegenomen en zouden
dit terug voorleggen aan de kern. Eerstdaags zouden ze met
een nieuw voorstel komen.
Van onze kant houden wij aan onze eigen afspraak onder de
drie vakbonden, zijnde dat we maandag terug bij elkaar ko-
men om desgevallend voorstellen te evalueren en in functie
daarvan verdere acties voor te bereiden.
Maandag 13 februari in de voormiddag heeft de minister van
Binnenlandse in een contact ons laten weten na nog een toe-
lichting van de voorstellen.
De minister heeft ons schriftelijk haar voorstellen gecom-
municeerd. Maar op 20 februari hebben de vakbonden in
gemeenschappelijk front een brief aan de Minister gestuurd
met 4 belangrijke vragen:
• meer duidelijkheid
• een overlegkalender
• een gemandatteerde bij het overleg
• prioriteit geven aan eindeloopbaanregelingen
De vakbonden vroegen een reactie ten laatste 15 maart. Bij
het ter perse gaan, was nog geen reactie gekend. We houden
u dus verder op de hoogte in een volgend nummer.
Brandweer was immers mee slachtoffer van de maatregelen
die leiden tot onder meer de verhoging van de mogelijkheid
om op pensioen te gaan van 60 naar 62.
Nochtans is het voor ons duidelijk: brandweer is wel degelijk
een beroep met zware fysieke en mentale belasting die onmo-
gelijk uit te voeren is tot de leeftijd van 62 jaar.
Dit en het feit dat er weinig mogelijkheden zijn om deze
ambtenaren te belasten met administratieve opdrachten ,is
trouwens ook de basis van de motivatie waarom brandweerlui
konden genieten van een verlof voorafgaand aan het pensi-
oen. Een stelsel in voege sinds 1999 en sindsdien reeds twee-
maal verlengd.
We hebben donderdag 9 februari dan ook getracht vanaf acht
uur in de avond zo goed als mogelijk te mobiliseren. Hierbij
zijn we begonnen bij de korpsen dicht bij Brussel, gezien de
afstand voor de verplaatsing op dergelijke kort tijd.
bijzondere korpsen 17
met de CHOD en de DG’s van 6 maart 2012Informele vergadering
Walter Van den Broeckacv-openbare diensten tracht hieronder in grote lijnen een objectieve weergave van deze ontmoeting weer te geven.door de financiële crisis verminderde het budget van defensie en werd in 2011 het transformatieplan doorgevoerd. Men heeft getracht de sociale im-pact voor het personeel te beperken. ondanks de serieuze inspanning die het departement defensie heeft geleverd blijven er ernstige financiële pro-blemen bestaan om de dringende investeringen uit te voeren. het uitblijven van deze investeringen is nefast voor de uitrustingsgraad van het personeel en brengen ernstige veiligheidsrisico’s met zich mee tijdens buitenlandse operaties.
de eerstelijnsgeneeskunde grotendeels als een succesverhaal.
Meer dan 2000 burgerartsen werken voor defensie. Dit is
ongeveer 1 op de 5 bestaande artsen. De groep kinesithera-
peuten is al gegroeid tot meer dan 2200 deelnemers. Enkel
voor de tandheelkunde blijft er een probleem bestaan. Slechts
een 300 tal tandartsen hebben zich aangesloten. De overheid
heeft zich dan ook geëngageerd om deze problematiek te her-
bekijken en naar een oplossing te zoeken. Tevens is de over-
heid van zin om de administratieve last voor de aangenomen
hulpverstrekker te beperken.
Vervolgens lichtte de overheid de problematiek toe rond de
laattijdige terugbetaling door BFA-M. De huidige problema-
tiek is te wijten aan het nieuw systeem van betaling. Deze
betaling worden uitgevoerd door Fedcom en DG Budfin zal
trachten om in de komende weken de situatie te regularise-
ren. In de toekomst wil men streven dat een dossier binnen de
maand verwerkt wordt.
De richtlijnen rond ongevallen tijdens de dienst en door het
feit van de dienst zal worden bijgestuurd. Voor een zwaar on-
geval, men spreekt dan van een ongeval waar een restletsel
blijft bestaan van meer dan 10%, ontvangt het slachtoffer een
vergoedingspensioen. Voor de andere ongevallen zijn er geen
tussenkomsten voorzien. Daarenboven is de overheid er zich van
bewust dat het slachtoffer sommige kosten niet vergoed krijgt en
wil men een oplossing zoeken om deze toestand te regulariseren.
De overheid benadrukte dat de outsoursing van de eerste lijns-
geneeskunde er niet is gekomen om kosten te besparen, doch
wel om de rechten te vrijwaren. Reeds verschillende jaren
personeelsverminderingHet huidige regeerakkoord voorziet opnieuw in een afslanking
van 2000 militairen. Verder moeten we afwachten wat de
begrotingscontrole die momenteel plaatsheeft zal opleveren
voor defensie. Het personeel moet er in elk geval rekening
mee houden dat in een periode van inkrimping van het over-
heidspersoneel, overtallen in bepaalde eenheden nog moei-
lijk te verantwoorden zijn.
eerstelijnsgeneeskunde – gratis medische verzorgingACV-Openbare diensten vroeg om de huidige situatie te ken-
nen van de eerstelijnsgeneeskunde, welke bijsturingen reeds
werden ondernomen en kaartte tevens de problematiek aan
van de terugbetaling medische kosten.
De overheid deelde ons mede dat zij de reglementaire be-
palingen aan het uitwerken zijn, rekening houdende met de
diversiteit in de geneeskunde. Zo zijn er totaal verschillende
aanpassingen nodig voor wat betreft de curatieve zorgvers-
trekking dan wel voor de arbeidsgeneeskunde. De doelstelling
van de hervorming blijft wel bestaan. De curatieve militaire
geneesheer zal hem specialiseren in de domeinen die speci-
fiek verbonden zijn met het beroep van militair. Daarenboven
blijft men in de scholen voor de leerlingen de volledige waaier
van de curatieve geneeskunde aanbieden.
De militaire overheid beschouwt de partiële outsoursing van
brochures waar bij het kiezen van foto’s veel aandacht wordt
besteed aan het aspect diversiteit en anderzijds op de indirecte
communicatie via artikels in tijdschriften en kranten en deel-
name aan projecten rond het thema diversiteit.
bewaking en beveiliging kwartierenVervolgens werd de problematiek rond de bewaking en de be-
veiliging van de kwartieren op het nationaal grondgebied be-
sproken. Al lange tijd geleden werd aan de vakorganisaties een
ontwerp van wachtdoctrine voorgelegd. Deze doctrine werd nog
niet gepubliceerd. De overheid is van plan om op zo’n kort mo-
gelijke termijn deze doctrine te publiceren en tevens een over-
leg met de syndicale organisaties op te starten rond de nodige
aanpassingen in het Reg A12/1 en het Reg “inwendige dienst”.
nieuw statuut bepaalde duurHet volgende thema handelde over het beheer van het perso-
neel en de projecten van HR. De beleidsnota van de minister
van Landsverdediging kondigt een nieuw statuut met een
bepaalde duur aan. DGHR zal hiervoor een actieplan opstellen
en afspraken maken met het kabinet van de minister om dit
nieuwe statuut volledig gerealiseerd te krijgen tijdens de hui-
dige korte legislatuur. Hiervoor zal een strikte timing worden
opgemaakt. Het huidige statuut van het beroepspersoneel zal
blijven bestaan naast een nieuw statuut waarbij personeel zal
aangeworven worden voor een bepaalde duur. Dit nieuwe
statuut stapt af van het idee van levenslange tewerkstelling.
Maar in elk geval blijven beide statuten naast elkaar bestaan.
Om dit nieuwe statuut aantrekkelijk te maken zal men aan-
dacht besteden aan het opbouwen van competenties die nut-
tig zijn om deel te nemen aan een externe mobiliteit. Daaren-
boven zal binnen dit nieuw statuut ook de overgang naar het
beroepsstatuut mogelijk gemaakt worden. Evenzo wordt de
kans geboden om binnen dit statuut over te gaan van niveau
(vb van Niv D naar Niv C). Om dit te verwezenlijken zal een
Task Force samengesteld worden die bestaat uit conceptuele
denkers en uit specialisten van de administratie.
Met dit creëren van dit nieuwe statuut is het ook de bedoeling
alle andere nevenstatuten zoals hulpkader, korte termijnka-
der,… op te heffen.
operationaliteitOm de operationaliteit te garanderen zijn al enkele acties
ondernomen en worden nog bijkomende maatregelen over-
wogen. Enerzijds heeft men het programma “MENUFIT” opge-
start om de fysieke conditie van bepaalde militairen (na reva-
lidatie of andere reden) terug op peil te brengen. Anderzijds
is ACOS Ops & Trg een nieuwe politiek “sport” en “sporttesten”
aan het uitwerken. Verder denkt men eraan de beoordeling
van de militair aan te passen en deze over vier luiken te sprei-
den: fysiek, professioneel, medisch en gedrag. Concreet moet
dit echter nog uitgewerkt worden.
sociale promotieDe laatste jaren heeft defensie systematisch meer plaatsen
opengesteld voor de interne werving. (Sociale Promotie?).
Het grote voordeel van deze interne werving is de lage attri-
tiegraad die men bekomt. Defensie wil nog meer kandidaten
via deze vacature aansporen om over te gaan naar een hogere
categorie. Om de slaagkansen van onze militairen te verhogen
worden al cursussen ingericht ter voorbereiding van de taal-
examens en denkt men aan een bijsturing van de psychoso-
ciale testen.
Eveneens onderzoekt men ook de mogelijkheid om de militai-
ren rechtstreeks te laten overgaan naar het beroepskader en
niet meer naar het aanvullingskader.
attritieproblematiekHet attritieprobleem bij de werving van militairen is nog niet
onder controle. Om dit probleem aan te pakken werd de exit-
cel opgericht die metingen moet uitvoeren naar de reden van
attritie. Wat betreft de vrijwilligers stelt defensie vast dat de
huidige psychische testen misschien dienen vervangen te
worden door een psychometrisch model. Dit om de meest
geschikte kandidaat te selecteren. Voor de kandidaat onderof-
ficieren stelt men vast dat een deel van de attritie te wijten is
aan het oriëntatieproces waarbij de kandidaat na het eerste
jaar een keuze moet maken uit de verschillende wapens op
basis van zijn behaalde klassement. Het maken van de wa-
penkeuze onmiddellijk tijdens de selectie zou deze attritie
kunnen verhelpen. Maar eveneens moet er meer aandacht
besteed worden aan de aanpassing van de kandidaat aan het
militaire leven.
heeft defensie een probleem om dokters, tandartsen,… aan
te werven. Veel heeft te maken met de door defensie aange-
boden loopbaanvoorwaarden. En we spreken dan niet enkel
over de financiële verloning maar evenzeer over de jobssa-
tisfaction. Om een attractieve loopbaan aan te bieden en het
personeel met de juiste competenties aan te trekken heeft de-
fensie al sinds 2005 een voorstel uitgewerkt dat tevens werd
overlegd met de syndicale organisaties. Dit dossier, “Statuut
medisch technisch korps” werd voor de eerste keer ingediend
bij de vorige minister van landsverdediging en is tot op heden
nog niet van toepassing. Om de continuïteit op zowel het ge-
bied van de curatieve geneeskunde, als op het gebied van de
arbeidsgeneeskunde te verzekeren moet dit dossier dringend
worden afgerond.
aanpassen voertuig “pandur”DGMR heeft de intentie om aanpassingen te laten uitvoeren aan
de Pandur. Enerzijds wil men de levensduur verlengen tot 25 jaar
en daarom dienen bepaalde onderdelen die versleten zijn wor-
den vervangen. Anderzijds wil men de inzetbaarheid verhogen.
TevredenheidsenquêteDGHR deelde mee dat ze op regelmatige basis verschillende
tevredenheidsenquêtes uitvoeren. Deze metingen gebeuren
procesmatig wat inhoud dat men gaat meten, de gemeten
resultaten gaat analyseren, acties voorstelt om te verbeteren
en uiteindelijk opnieuw gaat meten. Zo heeft men in 2011 een
bevraging uitgevoerd, die georganiseerd werd door de cel Exit,
bij het personeel dat in VOP vertrok. De resultaten gaven aan
dat 90% van dit personeel tevreden was dat ze voor defensie
hadden gewerkt. Opvallend was wel dat slechts 50% van dit-
zelfde personeel aan jongeren de raad zou geven om voor de-
fensie te gaan werken. Deze enquêtes worden uitgevoerd met
eigen middelen en in samenwerking met het departement
gedragswetenschappen van de KMS. Gezien de schaarse mid-
delen waarover het departement beschikt is DGHR beperkt in
het uitvoeren van dergelijke enquêtes.
diversiteitOp 14 november 2011 werd het handvest van de diversiteit
ondertekend door de CHOD en alle DG en ACOS. Dit kaderde in
de uitvoering van het diversiteitsbeleid van defensie. Sindsdien
voert defensie zowel intern als extern communicatie ronde dit
diversiteitscharter. Intern wordt het personeel geïnformeerd en
gesensibiliseerd. Op de intranetsite vindt men de wetgeving,
het handvest,… . In november 2011 verspreidde defensie
een online nieuwsbrief rond diversiteit. De doelstelling is deze
nieuwsbrief trimestrieel te verspreiden. In 2012 zullen ook nog
campagnes gevoerd worden rond pesten, cyberhate,… . Onze
externe communicatie spitst zich toe op enerzijds de wervings-
18
bijzondere korpsen
Maar in elk geval blijven beide statuten naast elkaar bestaan.
19bijzondere korpsen
Stad Gent heeft alsdan de mogelijkheid, wan-
neer de Copernicuspremie wordt toegekend,
om te vragen dat de kostprijs (geheel of ge-
deeltelijk) ten laste zou worden gelegd van de
Belgische Staat. Ingevolge het feit dat er thans
een nieuwe procespartij is tussengekomen,
zijn er nieuwe conclusietermijnen vastgesteld
en een nieuwe behandelingsdatum, zijnde
20.06.2012. De leden hebben hiervan recen-
telijk een convocatie ontvangen van de griffie
van de rechtbank van eerste aanleg te Gent.
Wij doen hiervoor uiteraard verder het nodige
en de leden dienen niets te ondernemen.
De zitting te Brussel voor de Federale Politie is
geagendeerd op 03/05/’12. Voor de PZ Gent is
de datum vastgelegd op 20/06/’12.
Op het ogenblik van de redactie van dit arti-
kel zijn de eerste vonnissen geveld te Tonge-
ren en Mechelen, doch het verdict is ons nog
niet bekend.
Zo werden er reeds pleidooien gehouden in
Brugge, Antwerpen, Leuven, Mechelen, Ton-
geren, Turnhout, Dendermonde, Veurne, Ou-
denaarde en Gent (met uitzondering voor PZ
Gent).
In de procedure die ingesteld werd voor de
rechtbank van eerste aanleg te Gent lastens
de Stad Gent, heeft de Stad Gent als verwe-
rende partij beslist om de Belgische Staat te
dagvaarden in gedwongen tussenkomst. De
CopernicusprocedureJan Adamde procedures die het acv heeft aangespannen voor zijn leden tot het beko-men van de copernicuspremie zijn volop aan de gang.
hoT iTeMs schrijf je in op de nieuwsbrieven?
Wat betreft de actualiteit bij de politie worden de hot-tems telkens zo snel als mogelijk gepubliceerd op onze website www.acvpolitie.be .Je kan op de contact-pagina tevens inschrijven op onze nieuwsbrief Politie.
Daarenboven kan je de nieuwsbrief van ACV Openbare Diensten ver-krijgen door je mailadres te bezorgen aan martine.ocula@acv-csc.be .
vervoer
20
ondernemingen en voertuigen• Er zijn 499 Belgische bedrijven actief in de
sector autobus-autocar, deze zijn samen
goed voor 6.605 voertuigen;
• 65% ondernemingen liggen in Vlaande-
ren (goed voor 70% van de bussen), 27%
in Wallonië en 8% in Brussel;
• Ongeveer 30% van de voertuigen in de
Belgische privé ondernemingen worden
ingezet in het geregeld vervoer, hetzelfde
aandeel in het bijzonder geregeld ver-
voer, en 40% in het ongeregeld vervoer.
TewerkstellingBij onderstaande cijfers wordt geen onder-
scheid gemaakt tussen chauffeurs werkzaam
in het geregeld, bijzonder geregeld en het
ongeregeld vervoer.
• In 2010 werkten er 9.567 werknemers in
de sector. Dat is een stijging van meer
dan 1500 personen sinds 2003. In voltijds
equivalenten gaat het hier om ongeveer
8000 VTE;
• 72% van deze personen werkt in Vlaan-
deren, 24% in Wallonië en 4% in Brussel.
Bedienden tellen slechts voor 8,7% van
het totaal;
• De afgelopen tien jaar is er een duidelijke
trend van veroudering van de tewerkge-
stelde arbeiders. In 2001 was de helft van
de arbeiders jonger dan 45 jaar. In 2011 ligt
deze leeftijdsmediaan al op 50 jaar (met
andere woorden de helft van de chauf-
feurs is vandaag de dag ouder dan 50 jaar).
• Slechts 2% van de werknemers is jonger
dan 25 jaar, en de gemiddelde leeftijd bij
indiensttreding steeg van 31 jaar in 2000,
naar 36 jaar nu. De gemiddelde anciënni-
teit nam jaren af (deels verklaard door de
toename van werkgelegenheid), om de
laatste twee jaar opnieuw te stijgen tot
het niveau van het jaar 2000 (gemiddeld
9 jaar anciënniteit);
• Het aandeel vrouwen in de totale tewerk-
stelling bedraagt slechts 12%. Dit is een
zeer lichte stijging ten opzichte van 2000
(10%).
syndicale uitdagingenDeze cijfers en evoluties ondersteunen de
nood aan intensieve vakbondsopvolging
van deze groeiende sector. Autobus-autocar
vormt ongetwijfeld een segment in de markt
van het personenvervoer waar veel uitdagin-
gen en kansen liggen. De geografische en
juridische versnippering maakt het tegelijk
moeilijk om er vaste greep op te krijgen.
Een degelijk en coherent personeelsbeleid is
en blijft ons voornaamste streefdoel. Wat be-
treft de kwaliteit van de arbeid van de werk-
nemers benadrukken wij steeds opnieuw
dat als de sector voldoende gemotiveerde
chauffeurs wil blijven aantrekken en behou-
den, er grotere inspanningen nodig zijn in
álle ondernemingen. Niet enkel betere loon-
en arbeidsvoorwaarden kunnen hierbij een
hefboom betekenen. Ook de nog al te vaak
twijfelachtige arbeidsomstandigheden en ar-
beidsverhoudingen moeten aangepast wor-
den aan de noden van deze tijd. Vrouwen en
jongeren aantrekken, zal dan vanzelf een stuk
makkelijker gaan. Werknemers gemotiveerd
houden om in dienst te blijven evenzeer.
Er worden door de sociale partners steeds
meer inspanningen geleverd op het vlak van
rekrutering en opleiding, op het vlak van extra-
legale voordelen, veiligheid en werkzekerheid.
Toch bewijst de zware impact van de huidige
economische crisis (gekoppeld aan de bespa-
ringen in het geregeld vervoer), dat elk van de
500 autobus-autocarbedrijven en hun werkne-
mers, extra vakbondsaandacht verdienen.
Thomas Vaelhet instituut voor de autocar en de autobus vzw (icb) publiceerde in begin dit jaar een overzicht van de toestand van deze versnipperde maar zeer be-langrijke sector. hieronder de voor ons meest in het oog springende onderne-mings- en werkgelegenheidscijfers, gevolgd door enkele syndicale reflecties.
grote uitdagingenDe autobus‐autocar arbeidsmarkt staat voor
Een degelijk en coherent
personeelsbeleid is en blijft ons voornaamste
streefdoel
vervoer 21
een stand van zakenHet staat nu buiten kijf. Ondanks veel overleg
en discussie blijft het besparingsplan van De
Lijn overeind. Er moet dus 60 miljoen euro
(op jaarbasis) worden bespaard. Een deel er-
van moet door de privé-exploitanten worden
opgehoest.
De Vlaamse regering heeft dit eind febru-
ari nogmaals bevestigd. De Vlaamse regering
besliste ook dat geen bijkomende besparin-
gen worden opgelegd die nog maar eens
negatieve gevolgen zouden hebben gehad
op het vervoersaanbod. Wel wordt nogmaals
bevestigd dat de werkingskosten (buiten
exploitatie) verder moeten blijven dalen. In
dat verband wordt de ambitie om het per-
soneelsbestand (met uitzondering van het
rijdend personeel en de controleurs) tegen
eind legislatuur (2014) verder te laten dalen
verscherpt (6% in plaats van 5%). Het is van-
daag nog niet duidelijk welke gevolgen dit
heeft voor het administratief en technisch
kader. Wel is duidelijk dat de vervanging van
een personeelslid of de aanwerving van een
nieuw personeelslid slechts druppelsgewijze
zal gebeuren. De werkdruk zal dus ook in
deze diensten toenemen.
Met betrekking tot de kostendekking is
nu eindelijk ook de kogel door de kerk. De
Vlaamse regering heeft collegiaal beslist om
de stijging van de kostendekking (0,5% per
jaar) te realiseren via een verhoging van de
inkomsten. Wanneer men aan de inkomsten
denkt, denkt men natuurlijk in de eerste
plaats aan een verhoging van de tarieven.
Enerzijds kunnen de tarieven worden aange-
past rekening houdend met de gemiddelde
stijging van de inflatie (van de laatste jaren).
Anderzijds moeten ook tariefaanpassingen
(bovenop de inflatie) mogelijk worden. Uiter-
aard moet ook worden bekeken of andere
inkomsten (derde betalers, zwartrijden, com-
merciële,…) kunnen stijgen. Minister Crevits
zal voor de zomer een voorstel doen.
de uitvoering van het planOndertussen zijn de entiteiten begonnen
met het informeren en consulteren van de
steden en gemeenten. De reacties zijn niet
zondermeer positief! Onze campagne ‘redje-
bus’ (www.redjebus.be) toont duidelijk aan
dat het de reiziger hoog zit (zie verder in de
Nieuwe Tijd).
Ook de vakbonden en hun vertegenwoordi-
gers hebben ondertussen kennis kunnen ne-
men van de plannen.
Wij – vakbonden – blijven ons verzetten te-
gen deze plannen. Het is slecht voor de rei-
ziger (minder aanbod en verslechtering van
de kwaliteit van het aanbod) en het is slecht
voor de chauffeur en bij uitbreiding de werk-
nemers van de sector.
het sociaal planDe uitvoering van het besparingsplan 2010
ging gepaard met het afsluiten van een ak-
koord tussen de vakbonden en de directie
van De Lijn (akkoord van 26.02.2010) over
garanties voor het personeel. De werkzeker-
heid werd nogmaals bevestigd. Ook werden
de verworven rechten gegarandeerd, met in-
begrip van de garantie van het inkomen op
basis van het leveren van prestaties.
De Lijn gaat er van uit dat het protocol ‘2010’
voldoende garanties geeft. De sociale gevol-
gen zullen naar onze mening zwaarder zijn
dan in 2010. Zowel op het vlak van de verwor-
ven rechten, het inkomen, de arbeidsvoor-
waarden en mobiliteit stelt het personeel zich
vragen. Wij wensen sluitende garanties!
Bij de privé-exploitanten werd eveneens een
protocol afgesloten (akkoord van 10 mei
2010). Het sociaal begeleidingsplan voorzag
in een aantal afspraken rond maximaal job-
behoud ( geen absolute werkzekerheid dus),
maatregelen in geval van ontslag…
Het idee van het poolsysteem (zie ook las-
tenboek ‘privé-exploitanten) werd verder uit-
gewerkt. Zo engageerde De Lijn zich ook om
onder bepaalde voorwaarden en in laatste
instantie chauffeurs vanuit de pool in dienst
te nemen (wedertewerkstelling).
Uiteindelijk is dit poolsysteem in 2010 niet
‘geactiveerd’ moeten worden. Het sociaal
begeleidingsplan heeft afdankingen kunnen
vermijden. Vandaag is de vraag of dit nu ook
het geval zal zijn. Wij hopen dat er geen ont-
slagen zullen vallen maar vrezen dat dit niet
te vermijden is. Wij wensen dus betere garan-
ties voor het personeel! Met andere woorden,
rekening houdende met de ernst van de in-
grepen, moeten wij er naar streven dat zo wei-
nig mogelijk werknemers in de pool moeten
terecht komen. Indien zij dan toch in de pool
terecht komen, moeten wij er voor zorgen
dat zij binnen de kortste keren terug aan de
slag kunnen in de sector. Onderwijl moeten
deze chauffeurs ook over een gewaarborgd
inkomen (werkloosheid en toeslag vanuit de
sector) kunnen beschikken.
Bij het ter perse gaan waren de besprekingen
over deze ‘sociale akkoorden’ volop bezig.
Wordt dus vervolgd.
Besparingsplan zet mes in het aanbod!
Openbaar vervoer
En het personeel?
Wij blijven ons verzetten tegen deze
plannen
vervoer
22
Ingevolge de overschrijding van de spilindex worden de lonen op 01/03/12 met 2% verhoogd. Hieronder vindt u de nieuwe uurlonen:
Door de overschrijding van de spilindex worden de lonen van het personeel van de speciale autobusdiensten vanaf 1 maart 2012 verhoogd met 2%.
De spilindex is 120,09.
Vlaamse openbare autobusdiensten
Bijzonder geregelde autubusdiensten
Anciënniteit O.M.CZondagwerk
(= basisloon + 100 % toeslag)Nachtwerk
+ € 1,41/u (20u - 6u)
0 13,8802 27,7604 15,2902
0,5 13,9655 27,9310 15,3755
1 14,0850 28,1700 15,4950
2 14,2246 28,4492 15,6346
3 14,3447 28,6894 15,7547
4 14,4846 28,9692 15,8946
5 14,5738 29,1476 15,9838
6 14,7800 29,5600 16,1900
8 14,9856 29,9712 16,3956
10 15,1992 30,3984 16,6092
12 15,3169 30,6338 16,7269
14 15,4341 30,8682 16,8441
16 15,6846 31,3692 17,0946
18 15,8054 31,6108 17,2154
20 16,0179 32,0358 17,4279
22 16,1394 32,2788 17,5494
24 16,2598 32,5196 17,6698
25 16,3501 32,7002 17,7601
26 16,4711 32,9422 17,8811
28 16,5917 33,1834 18,0017
29 16,7126 33,4252 18,1226
Anciënniteit Uurlonen €Zondagwerk
(= basisloon + 100 % toeslag)Nachtwerk+ € 0,50/u
0 - 2 11,5005 23,0010 12,0005
3 - 5 11,5654 23,1308 12,0654
6 - 10 11,6282 23,2564 12,1282
11 - 15 11,7566 23,5132 12,2566
16 - 20 11,9448 23,8896 12,4448
21 jaar en meer 12,0108 24,0216 12,5108
De maandelijkse toelage wordt € 136,58 per maand.
De vergoeding voor de eerste onderbreking van de dag die langer duurt dan 1 uur, wordt € 2,77.
pensioenen 23
De referentieweddeJoris Lermytteeen overheidspensioen wordt berekend op de referentiewedde. de pensi-oenhervorming voert het principe in dat de referentiewedde gelijk is aan de gemiddelde wedde van de laatste tien jaar van de loopbaan. voor wie ouder was dan vijftig jaar op 1 januari is de referentiewedde meestal de gemid-delde van de wedde van de laatste vijf jaar van de loopbaan. We zetten alles op alles om voor meer groepen uitzonderingen te bekomen.
wedden verbonden aan de functie waarin
men benoemd is. Enerzijds leveren deeltijdse
prestaties of wachtgeld bij disponibiliteit dus
geen lagere referentiewedde op. Anderzijds
zorgt het waarnemen van een hogere functie
evenmin voor een hogere referentiewedde.
Naast de gewone wedde wordt ook rekening
gehouden met de een beperkt aantal wed-
dentoeslagen en premies die bovenop de
wedde worden betaald. De lijst van wedden-
toeslagen en premies die in aanmerking ko-
men is terug te vinden in artikel 8 van de pen-
sioenwet van 21 juli 1844. Op deze algemene
regels bestaan een aantal uitzonderingen.
Bij een aantal groepen overheidspersoneel
bestaan er kortere referentieperiodes. Daar-
naast is bij een loopbaan die korter is dan de
referentieperiode, de referentiewedde gelijk
aan de gemiddelde wedde van de hele loop-
baan. Tot slot behoudt men bij de overstap
naar een functie met een lagere wedde een
hogere referentiewedde mits een verminde-
ring van de loopbaanduur die overeenstemt
met de lagere wedde.
uitgesteld loonHet algemene overheidspensioen wordt in
principe berekend op basis van de gemid-
delde wedde van de laatste jaren van de
loopbaan. Op die manier sluit het pensioen
aan bij het loon. Het gebruik van de referen-
tiewedde is de ruggengraat van het principe
van het uitgesteld loon. Immers, wanneer het
pensioen niet langer zou berekend worden
op de laatste wedden, dan kan niet langer
sprake zijn van een doorbetaling van de wed-
de. Veeleer zou dan overgegaan worden naar
een verzekeringslogica waarbij de bijdragen
gedurende de hele loopbaan centraal staan.
Daarmee zou uiteraard de eigenheid van het
overheidsstelsel verdwijnen. Zoiets is een eer-
ste stap naar het laten opgaan van het over-
heidspensioen in het werknemersstelsel. Ook
de verruiming van de referentieperiode gaat
in die richting en komt daarenboven neer op
een botte vermindering van de pensioenen.
Wie nog loonsverhogingen bekomt tijdens
de laatste tien jaar van de loopbaan kan het
pensioen met gemakkelijk vijf procent zien
dalen door de nieuwe berekeningswijze.
berekening pensioenDe berekening van het rustpensioen in het
overheidsstelsel gebeurt op basis van de for-
mule: rustpensioen = aanneembare dienstja-
ren x referentiewedde x tantième. In het al-
gemene overheidsstelsel bedraagt een volle
loopbaan 45 jaar. Het pensioen wordt er bere-
kend op basis van de tantième of breuk 1/60e.
Het pensioen is dan gelijk aan 45/60e of 75%
van de referentiewedde. Dat is tevens het re-
latieve maximumpensioen. Wie na het berei-
ken van een volledige loopbaan de loopbaan
nog verder zet te maken krijgen met een be-
perking van het pensioen tot die 75%.
berekening referentieweddeDe referentiewedde in het algemene over-
heidsstelsel is gelijk aan de gemiddelde
wedde van de laatste tien of vijf loopbaanja-
ren. Telkens wordt uitgegaan van de voltijdse
de pensioenhervormingDe pensioenhervorming voorziet dat over-
heidspensioenen voortaan berekend worden
op het weddengemiddelde van de laatste
tien loopbaanjaren. Wie op 1 januari 2012 ou-
der was dan 50 jaar behoudt evenwel de oude
berekeningswijze. Daarenboven hebben we
bekomen dat bij een lagere referentiewedde
evenmin een verhoging naar tien jaar zou
gebeuren. Die zou immers resulteren in een
daling van pensioenen die reeds laag zijn.
Een grensbedrag waaronder de referentie-
wedde als laag wordt beschouwd werd nog
niet bepaald. Verder hebben we bekomen dat
voor wie de referentiewedde werd berekend
op minder dan vijf jaar de referentieperiode
verschuift naar vier jaar. Tot slot zou ook een
uitzondering voorzien worden voor het mi-
nimumpensioen bij lichamelijke ongeschikt-
heid: ook daar zou de vijf jaar behouden blij-
ven. Gezien er momenteel evenwel nog geen
definitieve correcties aan de pensioenhervor-
ming werden aangebracht blijven we alles in
een voorwaardelijke vorm formuleren.
al meer dan 2000 mensen uitten op onze site www.redjebus.be hun ongenoegen over de besparingsplannen van de lijn. het is duidelijk dat iedereen wordt getroffen: werknemers, studenten en scholieren, gepensioneerden,... en dit in alle regio’s van vlaanderen.acv-openbare diensten wil druk blijven uitoefenen op de lijn en de bevoegde ministers.
Wij blijven dus reacties verzamelen op www.redjebus.be, om duidelijk te maken dat elke bus belangrijk is !bedankt!
Red je bus
De openbare diensten verzetten tonnen werk. En da’s heel graag gedaan.
ElkE dag mensen op weg helpen ?
24