Post on 17-Sep-2018
1
az groeninge Kortrijk
Versie januari 2018
Campus KENNEDYLAAN
VPE 6
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en
studenten
2
Welkom
Het team van de verpleegeenheid 6 heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen zodat jij je
zo snel mogelijk thuis voelt in de groep.
Deze brochure bied je een eerste kennismaking met onze eenheid. Op de volgende pagina’ s vind je
een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlugge en aangename
manier kan inwerken op onze afdeling.
Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen of meer informatie wenst, kan je
altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren
tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid.
We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes.
Inhoudstafel
1. Voorstelling van de eenheid
1.1 Opbouw van de eenheid
1.2 Doelstellingen
1.3 Bezoekuren
1.4 Werken op pneumologie
1.4.1 Werkuren
1.4.2 Verantwoordelijke zorgmanager
en verpleegkundigen
1.5 De artsen en de meest voorkomende
pathologieën
1.5.1 Artsen
1.5.2 Pathologieën
Voornaamste stelregel:
Als je twijfelt, vraag dan hulp !
Doe dit beter te vroeg
dan te laat !
3
2. Een dag op de afdeling
3. Specifieke informatie
3.1 Algemene afspraken omtrent het toeren 3.2 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling 3.3 Centrum voor slaap en waak
4. Procedures
4.1 De meest voorkomende onderzoeken 4.2 De meest voorkomende ingrepen 4.3 De meest voorkomende materialen 4.4 De meest voorkomende technieken
5. Patiëntenvoorlichting
6. Communicatie
6.1 Telefonie 6.2 Informatica 6.3 Interne communicatie 7. Personeelsinformatie
7.1 Dienstrooster 7.2 Overuren 7.3 Verlof 7.4 Ruilen van shift of verlofdagen 7.5 Ziekte 7.6 Vorming 7.7 Evaluatiegesprek
8. Aandachtspunten
8.1 Opvang van patiënt en familie 8.2 Correct invullen van het patiëntendossier 8.3 Controle van de apotheek 8.4 Identificatie van de patiënt
9. Studenten
4
1. Voorstelling van de verpleegeenheid 6
1.1 Opbouw van de afdeling
Verpleegeenheid 6 pneumologie bevindt zich op de eerste verdieping in campus KL,
blok D.
VPE 6 bestaat uit volgende onderdelen: het slaaplabo met acht bedden, de longstay
pneumo met 50 hospitalisatiebedden (in de winter) + 4 ambulante bedden. De
longstay wordt opgesplitst in 5 zones: A, B, C, D, E, elk met twaalf bedden.
Iedere kamer is voorzien van een aansluiting voor O2, perslucht, vacuüm, een beloproepsysteem, adequate verlichting, radio en TV en een sanitaire ruimte met lavabo en toilet.
5
We beschikken tevens over een uitgebreide spoedkast die zich in de apotheek ruimte bevindt, geïntegreerd in de verpleegpost. Alle klein verpleegmateriaal wordt ook in dit lokaal ondergebracht.
1.2 Doelstellingen van de eenheid Een kwaliteitsvolle zorg toedienen is het motto van iedere verpleegeenheid.
Hierbij wacht je als verpleegkundige een belangrijke taak. Wees steeds bedacht dat we op onze afdeling de patiënt (en zijn familie) centraal stellen. Je werkt binnen een multidisciplinair team om de patiënt een optimale fysische, psychische, sociale en morele zorg te bieden.
1.3 Bezoekuren Er zijn twee bezoekmomenten voorzien namelijk van 10.00 uur tot 12.00 uur, van 14.00 uur tot 20.00 uur.
Als verpleegkundige ben je tijdens het bezoekuur bereikbaar om een aanspreekpunt te zijn voor de familie. Juwelen worden zo snel mogelijk afgedaan en meegegeven met de familie, ook de SIS-kaart en identiteitskaart zijn hier na inschrijving niet nodig. Het is wel belangrijk te noteren in het verpleegdossier wat en met wie je iets hebt meegegeven.
1.4 Werken op verpleegeenheid 6
1.4.1 Werkuren
De verschillende shiften zijn: Vroegdienst (V) 8 uur 06:30 uur – 15:00 uur
Vroegdienst (V6) 6 uur 06:30 uur – 13:00 uur
Dagdienst (D) 8 uur 08:00 uur – 16:30 uur
Avonddienst (A) 8 uur 12:45 uur – 21:00 uur
Avonddienst (A6) 6 uur 14:45 uur – 21:00 uur
Nachtdienst (N) 10 uur 20:45 uur – 06:45 uur
Minimale bezetting per shift (weekdagen)
afhankelijk winterpiek - zomer 54 bedden: 9V – 5A
6
Nachtdienst: 2 verpleegkundigen
Dagdienst bureau : 2 verpleegkundigen Zorgondersteuning: 2 medewerkers (07:00 uur – 15:30 uur en 10:30 uur – 19:00 uur)
Die zorgt voornamelijk voor ondersteuning (het aanvullen van materiaal, linnen verzorgen, hulp bij transport, op- en afdienen maaltijden, …). Dit ontslaat de verpleegkundige niet om waar mogelijke ook logistieke ondersteuning te bieden.
Er wordt gewerkt volgens het model van geïntegreerde verpleegkunde, dus met patiëntentoewijzing. Deze is elke morgen te vinden op het toewijzingsbord.
1.4.2 Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen
Zorgmanager zorggroep: Frederika Van Der Heyde Hoofdverpleegkundige: Dewitte Benny Adjunct-hoofdverpleegkundigen: Francis Bekaert en Fabienne Van Meerhaeghe Stagementoren: Anne Clarysse, Tina CLarysse, Anja Forrez en Koen Seynhaeve
1.5. De artsen en meest voorkomende pathologieën
1.5.1 Artsen
dr. M. Haerens, diensthoofd pneumologie
7
Dr. M.Leys dr. S.Derijcke dr. B.Gheysens dr. S.Maddens dr. R. Deman dr. T. Moerman
(augustus ‘18)
1.5.2 Pathologieën
Infecties van de lagere luchtwegen - ook luchtweginfecties genoemd - komen vaak voor. Het lichaam
kan ze meestal goed bestrijden als men een paar dagen het bed houdt, maar sommige kunnen
ernstiger of chronisch worden.
- Allergische Reactie: reactie van het immuunsysteem op lichaamsvreemde stoffen zoals stuifmeelkorrels, voedsel, medicatie, e.a….
- Asbestose: stoflong door asbeststof= interstitieel longlijden met gekende oorzaak
- Astma: benauwdheid, belemmering in de doorgankelijkheid van de kleinere luchtwegen
- Bronchitis: een ontsteking van de grote vertakkingen of bronchi.
- COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Diseases
Verzamelnaam voor chronische, irreversibele, diffuse vernauwingen van de luchtwegen
- Emfyseem: de wanden van de longblaasjes (alveolen) worden geleidelijk vernietigd, waardoor het lichaam moeilijk zuurstof kan opnemen. Emfyseem is soms erfelijk, maar de meest voorkomende oorzaak is roken!
- Longcarcinoom: longkanker, synoniem van carcinoma bronchiale.
Kwaadaardig gezwel in de long. Dit gezwel ontstaat uit het longweefsel zelf of door uitzaaiing vanuit een elders in het lichaam gelegen gezwel. De primaire tumors vinden hun oorsprong in het slijmvlies van de luchtpijptakken.
- Longembolie: afsluiting in een longslagadertak door een prop die met het bloed is meegevoerd.
- Longinfarct: afsterven van een gedeelte van de long als dit geen bloed meer ontvangt.
8
- Longoedeem: uittreden van vocht uit de longcapillairen in de longblaasjes en de kleine luchtpijptakken, meestal als gevolg van hartzwakte. Symptomen zijn: ernstige kortademigheid en ophoesten van roze, schuimend vocht.
- Pneumonie: Ontwikkelt zich wanneer een bacteriële of virale infectie een overproductie van
slijm veroorzaakt (slijm houdt de luchtwegen vochtig). Teveel slijm maakt dat de patiënt moet hoesten, terwijl door een ontsteking de luchtwegen zich vernauwen en de patiënt zich buiten adem voelt. Mensen met een longontsteking verliezen meestal hun eetlust en voelen zich ziek en koortsig. Patiënten lijden ook aan slijmhoest, ademnood en een beklemd gevoel op de borst.
- Pleuritis: de infectie heeft zich verspreid naar de borstvliezen. Ontsteking van de pleura =
het weivlies dat de binnenzijde van de borstkas en de buitenkant van de longen bekleedt.
- Pneumothorax: ingeklapte long. De aanwezigheid van lucht in een pleuraholte of in beide holten, waardoor een long invalt. Een spontane pneumothorax ontstaat doordat er enkele zwakkere plekken in het longopp. aanwezig zijn, waardoor lucht vanuit de longblaasjes in de pleuraholte komt. Een symptomatische pneumothorax is het gevolg van een ernstige longkwaal. Daarbij treedt plotselinge pijn in de zijde, kortademigheid en soms droge hoest op.
- Silicose: steenlong, een longaandoening veroorzaakt door het inademen van fijnverdeeld
siliciumdioxide= interstitieel longlijden met gekende oorzaak - Slaapapneu syndroom: een slaapstoornis waarbij tijdens de slaap perioden voorkomen van
ademstilstand. Dit kan een obstructieve (OSAS) of een centrale (CSAS) oorzaak hebben. - TBC: tuberculose veroorzaakt door de tuberkelbacil.
De ziekte is genoemd naar de bij patiënten op diverse plaatsen gevonden knobbeltjes : de tuberkels. De meeste infecties vinden plaats via de lucht.
2. Een dag op de verpleegeenheid 6 pneumo
Vroegdienst: 06u45 – 15u00
9
06u30 – 07u00 De patiëntentoewijzing bekijken op het toewijzingsbord, deze bepaalt
welke verpleegkundige verantwoordelijk is voor welke patiënt.
Overdracht nachtdienst naar de individuele vroegdiensten.
De vroegdienst controleert de medicatie P.O., IM, SC en IV van 8 en 10u.
07u00 – 07u30 Ronddelen van medicatie per kant
De nodige aërosols en puffs geven (ook navragen aan patiënt)
Nakijken wie nuchter voor onderzoeken.
Start verzorging
07u00 – 08u00 zorgondersteuner brengt eetkar mee
Iedereen helpt patiënten rechtzetten en eten geven.
Het ontbijt van patiënten die nuchter moeten blijven (onderzoek) wordt in
de keuken geplaatst.
08u00 – 08u20 Overdracht door vroegdienst naar verantwoordelijken
Afdienen starten door zorgondersteuning
08u20 – 11u00 Ontbijt verder afdienen
Ochtendverzorging en invullen elektronisch patiëntendossier.
Na de verzorging staat iedereen in voor het aanvullen van zijn
verzorgingskar
De zorgondersteuning of verpleegkundige haalt de soep
Orders artsen uitvoeren
Patiënten klaarzetten om naar een onderzoek te gaan
11u00 – 11u30 Aërosol toediening per kant
Ronddelen medicatie per os van 12u, aërosol stoppen,
Glycemie-controle voor eten
zorgondersteuning, dag- of vroegdienst haalt de maaltijdkar
11u30 – 12u00 Opdienen van de maaltijd(gebeurt gezamenlijk)
Eten geven van patiënten
Min. 4 vpk gaan eten, vooraf belangrijke info doorgeven
12u00 – 12u45 Afdienen + medicatie zij-infusen 12u stoppen
De zorgondersteuning of verpleegkundige brengt de maaltijdkar naar de
keuken
VPKn geven patiënten goed houding voor middagrust, (gezamenlijk) en
toediening medicatie IV/SC.
Dagdiensten en verantwoordelijke gaan eten
Indien tijd over, de infusen klaar maken voor 14u
Verpleegdossiers afwerken
Avonddienst: 12u45 – 21u00
10
12u45 – 13u30 - Overdracht van vroegdienst/verantwoordelijke naar avonddienst
- Toewijzen patiënten volgens hetzelfde principe
- Verantwoordelijke geeft verdere aanvullingen
- Klaarmaken infusen
13u30 – 14u15 - zorgondersteuner of vrijwilliger haalt koffiekar en bedienen de
patiënten (vanaf 14u00)
- medicatie wegbergen (apotheek)
- Avonddienst vervangen perfusies van 14u
14u15 – 16u00 - Namiddagverzorging (conform noden patiënt met minimale frictie)
- Verpleegdossiers schrijven
- IV medicatie van 14 en 16 uur
16u00 – 17u30 - Aërosoltoedienng
- Ronddelen medicatie en aërosols stoppen
- Glycemie controles
- Eventueel zware patiënten reeds in bed leggen voor de maaltijd
17u30 – 18u15 - Opdienen avondmaal (dit gebeurt gezamenlijk)
- Eten avonddiensten
18u15 – 19u00 - Afdienen van de maaltijd
19u00 – 21u00 - Avondtoer , med. Toedienen, aërosols
- Zonodig rond 20 u bedlegerige patiënten gezamenlijk nog eens
positioneren en/of verversen.
- Verpleegdossiers aanvullen en paraferen
- Overdracht dagdienst naar nachtdienst
Nachtdienst: 20u45 – 06u45
20u45 – 21u00 - Overdracht van avonddienst naar nachtdienst
21u15 – 06u15 - 1ste toer; controle patiënten, goede houding geven en evt
verversen, nachtlampjes aansteken, rust creëren
- Glycemie-controle 22u
- IV medicatie voor 24 - 4 – 6 u klaarleggen
- Medicatie voor volgende 24u klaarzetten + aanrekenen
Op zondag-,dinsdag- en donderdagavond alle medicatiebladen
uithalen en nieuwe terug plaatsen voorzien van ID-klevers. Op
donderdag bestellen voor gans het weekend.
24u - 2de toer; medicatie toediening, controle infusen, verder klaarzetten
11
3.Specifieke informatie
3.1 Algemene afspraken omtrent het toeren
o Controle van vitale en fysische parameters: Op onze afdeling wordt gewerkt volgens het
EWS, of het Early Warning System. Dit houdt in dat de parameters op vaste tijdstippen in de
dag worden genomen, om zo een globaal beeld van de patiënt en zijn toestand te verkrijgen,
en eventueel vroegtijdig actie te kunnen ondernemen bij problemen.
Volgende parameters worden genoteerd voor EWS:
Bloeddruk
medicatie
2u - Vervangen infusen, 1ste deel nachtverslagen schrijven
4u - 3de toer
5u45 – 06u30 - Medicatie toediening,
- Urinedebieten volgblaadjes vervangen, zo ook fixatie
- glycemie-controle, opschik linnenkar en verzorgingskar,
nachtverslagen afwerken, aërosols klaarzetten en vervangen na 1
week, PC verpleegpost uitzetten
6u30 – 06u45 - Overdracht van nachtdienst naar vroegdienst
Patiëntenzorg primeert op alles,
patiëntenadministratie primeert op
algemene neventaken.
12
Pols
Temperatuur
Ademhalingsfrequentie
Verder volgen we ook volgende parameters op:
Zuurstofsaturatie en zuurstoftoediening
Gewicht bij opname of eerste dag en elke week
Urinedebiet
Stoelgang
Pijn
o Controle en toedienen van medicatie en infusen
Infusen
infuussnelheid (ml/uur) bij elke ronde
Packed cells of andere bloedderivaten volgen via cybertrack
Medicatie via zij-infuus wordt nagekeken
Medicatie + posologie correct noteren
vb. Emconcor mitis 5 mg co 1 x 1 /dag PO
o Controle bloedafname’s
Dagprofiel via POCTtoestel
nuchter: voor ontbijt
12u00: voor middagmaal
18u00: voor avondmaal
22u00
o Controle van verbanden: oa katheters, thoraxdrain,…
o Contactname met patiënten
o Controle drukpunten en wisselhouding
o Controle incontinentie
o Observatie en rapportage na elke shift in KWS
3.2 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling
13
Enkel officiële afkortingen worden gebruikt binnen het ziekenhuis. Hiervoor verwijzen we naar de onderstaande link:
wikinet>linken>procedureboek/kwaliteitshandboek>lijst afkortingen
Je kan ook steeds afkortingen checken via het “rode boekje”, oftewel het zakwoordenboek
der geneeskunde van Coëlho, te vinden op de homepage van wikinet.
3.3. Centrum voor slaap en waak
De eenheid slaap en waak bevindt zich in het E blok. Hier komen patiënten voor een
slaapstudie. De monitors van de slaaplabo’s bevinden zich in de verpleegpost op E151.
De verpleegkundigen die werkzaam zijn op slaap en waak, zijn tevens ingeschakeld op de
longstay pneumo.
4. Procedures
Hieronder vind je een opsomming van de meest voorkomende relevante items van toepassing
op onze afdeling. Voor de volledige inhoud van de procedures hieromtrent verwijzen we naar
intranet – procedureboek.
4.1 De meest voorkomende onderzoeken
Allergietesten
Bronchoscopie/fibroscopie
Coloscopie
CT – diversen
CT – thorax
Cyclo-ergospirometrie
Duplex onderste ledematen
ECG
Echocardiografie
EEG
Gastroscopie
Longfunctietesten
NMR
Petscan
Pleurapunctie
RX – diversen
14
RX – thorax
Sputumculturen
Urineculturen
VQ scan
4.2 De meest voorkomende ingrepen
Aangezien VPE 6 een inwendige afdeling is, komen er niet veel chirurgische ingrepen
voor. Wel gebeuren er soms voorbereidingen voor bepaalde operaties, zoals:
Lobectomie
Pneumectomie
Thoracoscopie
Mediastinoscopie
4.3 De meest voorkomende materialen
Infuus- en spuitpompen
Spuitpomp Braun perfusor compact
Spuitpomp Graseby 3500 (anesthesie pomp)
Infusomat Braun (vol. pomp)
ECG toestel
Saturatiemeters
Manometers (O2, perslucht, vacuüm)
Voedingspomp Flocare infinity
Tillift (actief en passief)
aspiratietoestel…
4.4 De meest voorkomende technieken
Afnemen van ECG
Afnemen van sputumcultuur, faecescultuur en urinecultuur
Aspireren
Bereiden en vervangen van infusen (+ medicatie)
Bijhouden van vochtbalans
Bloedafname
Inhalatie- en zuurstoftherapie
Klaarmaken van medicatie IV, IM en SC
15
Volledige en
begrijpbare
informatie schept
vertrouwen bij de
patiënt.
Monitoring : zuurstofsaturatie
Nachtelijke oxymetrie
Plaatsen van een perifere katheter
Wondverzorging
Zorgen aan centrale katheter/poortkatheter
Zorgen aan een perifeer katheter
Zorgen aan blaassonde, suprapubische- , maag- en
pegsonde
Zorgen aan patiënt met tracheacanule/tracheastomie
Zorgen bij thoraxdrainage
5 Patiëntenvoorlichting
De afdeling pneumologie vindt het belangrijk dat patiënten en familie goed zijn ingelicht.
Hiervoor zijn verschillende patiëntenfolders beschikbaar. Let wel, een folder vervangt nooit de
mondelinge uitleg van de arts of verpleegkundige.
6 Communicatie
6.1 Telefonie
Pneumologie
Artsen
dr. R. Deman 056/63 3350
dr. S. Derijcke 056/63 3351
dr. B. Gheysens 056/63 3352
dr. M. Haerens 056/63 3353
dr. S. Maddens 056/63 3354
dr. M. Leys 056/63 3355
dr. T. Moerman 056/63 33 56 (aug ’18)
consultatie pneumologie 056/63 3340
pneumologie VPE6 056/63 1300
slaapcentrum 056/63 1560
16
Rookstopbegeleiding 056/63 6908
Afdelingsgerelateerde afdelingen
Spoedopname 056/63 6112
Medische beeldvorming 056/63 4000
NMR 056/63 4544
CT scan 056/63 4070
Laboratorium 056/63 4200
IZ 3 056/63 1740
SP Cardio pulmonaire 056/63 2860
Noodnummers
Brand 9977
Interne MUG 9999
Security 9966
6.2 Informatica (IT)
Binnen az Groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over
vaste PC’ s en laptop’s op trolley’s. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele
doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord
+ login).
Volgende IT toepassingen zijn in gebruik:
Cyberlab (elektronisch labovoorschrift)
Cybertrack (voor toediening bloedproducten)
Intranet
KWS (klinisch werkstation met geïntegreerd medisch dossier, het
elektronisch patiëntendossier)
6.3 Interne communicatie
Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op een eenheid. Zo
kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden.
Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar:
Verslagen dienstnota’ s
Verslagen teamoverleg
Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen
Boek verlofaanvragen
17
Verschillende procedures op intranet
Lijst met contactgegevens personeel
Twee infoborden: algemene informatie ziekenhuisgerelateerd +
variabord
Patiëntenoverdracht via de ISBAR methode:
Bij aanvang van iedere shift
Bij ontslag naar andere afdeling: mondelinge overdracht
+ dossier volgt de patiënt
Bij ontslag naar ander ziekenhuis: transferblad
Bij ontslag naar huis: ontslagformulier
Intranet: ziekenhuisbreed
7 Personeelsinformatie
7.1 Dienstrooster
Op onze afdeling werken we met een 16-wekensysteem (=
roulement) dat telkens terugkomt. Bij de opmaak werd
rekening gehouden met het “gezond verroosteren”. Voor de
verlofperiode (juli-augustus) kan hiervan afgeweken worden in
overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n).
Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere
maand.
7.2 Overuren
De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten
of uren, reden, handtekening collega). Dit wordt ook opgenomen in de PEP-
registratie.
De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de
hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling
aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
7.3 Verlof
Overuren dienen
verantwoord te zijn !
Wees eerlijk en
collegiaal.
18
Je kan jouw verlofdagen aanvragen door deze te noteren in het wensenboek en dit
tegen de 10e dag van de maand voor de maand erop (bvb. tegen 10 mei voor de
maand juni). Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt
aangevraagd.
In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden.
Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkundige dit vooraf met jou bespreken.
Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen.
7.4 Ruilen van shift of verlofdagen
Er mag steeds geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je dient wel de
wijziging te noteren op het uurrooster en de hoofdverpleegkundige wordt ook op de
hoogte gebracht.
Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om
de continuïteit op de afdeling te verzekeren (bvb. bij ziekte van een collega).
Indien er ‘gezondigd’ wordt tegen het gezond roosteren moet een daartoe opgemaakt
document ingevuld en ondertekend worden.
7.5 Ziekte
Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de adjunct of hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) verwittigen.
Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat.
Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de afdeling). Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten.
Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) verwittigen, voor het einde van de eerste periode.
Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
19
7.6 Vorming
Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers.
Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen.
Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. (Wie houder is van een bijzondere beroepstitel oncologie dient 15 uur per kalenderjaar te volgen.)
De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden. De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. Alle aanvragen voor interne en externe bijscholingen verlopen via de groeipool. Je kunt er ook terecht voor inlichtingen betreffende de diverse opleidingen.
De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding. Hij stimuleert de medewerkers om het aangeleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofd- verpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk - meerwaarde – geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling.
Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt.
7.7 Evaluatiegesprek
Een evaluatiegesprek is een jaarlijks terugkerend gesprek tussen jou en je afdelingshoofd waarin je prestaties worden beoordeeld.
Het afdelingshoofd plant het gesprek en bezorgt je vooraf het evaluatieformulier en jouw functiebeschrijving. Zowel jij als het afdelingshoofd bereiden het gesprek voor en noteren een eigen score (met enige toelichting). Dit dient als voorbereiding van het gesprek. Scores: onvoldoende, minder goed, goed en zeer goed
Tijdens het gesprek lichten jullie allebei de scores toe en bespreken de verschillen. Het afdelingshoofd kan indien hij/zij dit wenst, de score nog aanpassen.
Je krijgt ook de kans om jouw verdere toekomst, groei en ontwikkeling toe te lichten.
20
Aan de hand van het resultaat van het gesprek wordt afgesproken welke acties kunnen opgezet worden. Jouw afdelingshoofd vult de actiepunten in en duidt aan wie verantwoordelijk is voor de opvolging en uitvoering.
Het formulier wordt door jullie allebei ondertekend en jullie bewaren hiervan een kopie. Het afdelingshoofd rapporteert zijn/haar leidinggevende over de inhoud en tijdstip van het gesprek.
Indien je niet akkoord gaat met het resultaat van het gesprek kan je het hierover hebben met je afdelingshoofd en/of zorgmanager.
8 Aandachtspunten
8.1 Opvang van patiënt en familie
Een opname op de eenheid gaat gepaard met emoties en gevoelens: angst, onzekerheid, onrust, verdriet, opstandigheid, kwaad zijn, … Verpleegkundigen dienen veel aandacht te besteden aan dit aspect van de zorgverlening en moeten op een professionele manier kunnen omgang met deze gevoelens. Denken we maar aan het slechtnieuwsgesprek die oncologische patiënten krijgen of patiënten opgenomen met een terminale COPD. Samen met de artsen proberen we de patiënt en familie zo goed mogelijk te ondersteunen. Op dit vlak wordt er samengewerkt met het supportteam. We kunnen ook beroep doen op de ondersteuning van een multidisciplinair team zoals psychologen, sociaal verpleegkundigen, dienst zingeving en spiritualiteit, … Natuurlijk is het heel belangrijk dat je in moeilijke situaties ook kunt terugvallen op de steun van je collega’ s.
8.2 Correct invullen van het patiëntendossier
Een correct ingevuld verpleegdossier is niet alleen van belang naar informatie-
overdracht. Op basis van het verpleegdossier wordt de MVG score bepaald. Correct
ingevuld dossier = correcte weergave van de zorgzwaarte = correcte MVG = tools om
de dienst optimaal te organiseren. Hieronder vindt U enkele items die bij het invullen
van het verpleegdossier dagelijks de aandacht verdienen.
- Elke zorg valideren
21
- Bij speciale mondzorgen: bijvoorbeeld wisselhouding, mondzorg, gefixeerde patiënt, slechtnieuwsgesprek, wondzorgen, … altijd de bijhorende items inladen in KWS.
- transport: vermelden hoe (met bed) - Stg/mictie valideren: bij patiënten die accidenteel incontinent zijn en daarvoor
inco-materiaal gebruiken, zeker noteren. - Medicatie voluit schrijven: vb actrapid ipv Actr - Medicatie aftekenen; ook wanneer je infusen vervangt. - Verband, ook al bleef het dicht, valideren op toezicht verband - Toediening zuurstof: aftekenen masker, neusbril, …
8.3 Controle van de apotheek
- controle of de geleverde medicatie klopt met de apotheeklijst
- controle verdoving (maandelijks worden de medicatie-bladen naar de
apotheek gestuurd)
- controle temperatuur (iedere maand nieuw formulier starten + opsturen naar apotheek formulier vorige maand)
- om een goede controle mogelijk te maken noteren de nachtdiensten (bij het klaarzetten van de medicatie) alle medicatie op het blad die dezelfde ochtend naar de apotheek gestuurd wordt. Afspraak: altijd directe registratie in apotheekmap indien medicatie uit de
dienststock genomen wordt.
8.4 Identificatie van de patiënt
- De patiënt draagt steeds een identificatiebandje. Er kan altijd via het onthaal van spoed of de receptie een nieuw bandje aangevraagd worden.
- het medicatiepotje op kamer wordt zo goed mogelijk geïdentificeerd
22
9 Studenten
Voorwoord:
Graag willen we jullie van harte welkom heten voor een stage op onze dienst.
Op de afdeling Pneumologie komen uiteindelijk ook andere ziekteaandoeningen voor en dit
vraagt een ruime kennis en kunde van verpleegkundigen.
We willen je graag laten kennismaken met deze verscheidenheid. Je vervolgens de ruimte
geven te groeien in kennis en kunde. Je laten proeven van de verantwoordelijkheid die je, als
afgestudeerd verpleegkundige, zult dragen.’t Is een boeiend en leerrijk pad. Ontdek het!
.
Doelstellingen:
Voor alles is de basishouding: “de patiënt staat centraal” hier echt geldend. Elke
verpleegkundige krijgt per shift de verantwoordelijkheid over een bepaald aantal patiënten.
Dat houdt in: de eigenlijke patiëntenzorgen, de administratie en enkele algemene taken. Het
spreekt voor zich dat het de patiënt zelf is, die onze allereerste prioriteit verdient.
Die hele stageperiode kun je rekenen op de hulp en steun van de mentor, wordt gecheckt of
je ten volle weet waar je mee bezig bent.
Met andere woorden: ’t is belangrijk, bij elke handeling, dat je weet waarom je iets doet.
Wij zijn vooral gemotiveerd om jullie te laten groeien tot verpleegkundigen met een hart voor
de patiënt, met gevoel voor verantwoordelijkheid en met een praktisch organisatietalent. Op
de werkvloer zijn die dingen namelijk onontbeerlijk.
Verwachtingen naar jullie toe:
Uiteraard zou het handig zijn, mocht je de opgedane theoretische kennis op gebied van
pneumologie heropgefrist hebben alvorens je op stage komt.
Het zal je helpen om vlotter met de praktijk om te gaan, en je kunt op die manier meer uit je
stage halen: datgene te weten komen wat je werkelijk wilt weten en leren.
Wees ook eerlijk met ons: een open communicatie is heel belangrijk.
Alle bedenkingen, vragen of problemen zijn welkom.
23
Je kunt terecht bij de stagementoren of andere leden van het team.
Je bent zelf verantwoordelijk voor de nodige feedback, mondeling en schriftelijk. Ook je eigen
administratie (het stageboek) behoort tot jouw verantwoordelijkheden.
We vragen je de dienst te bellen bij afwezigheid: 056/63.1300, en wij willen graag jullie
telefoonnummer zodat wij jullie kunnen bellen.
Je kan de dienst te contacteren omtrent de te werken uren.
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen , zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden.
Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten
doorlopen.
Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’ s wordt dit zeker
een boeiende uitdaging.
We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe,
verfrissende ideeën kenbaar te maken.