Post on 20-Jan-2017
Ik ben gekomen
om op aarde een vuur
te ontstekenLc 12,49
Alles begon met God,het water en het lichten de mens en het vuur en de liefde.Het begon met God.
En de mens met zijn ogenom de zon te zienen te wand'len in het licht,in dat licht de and're mens te ziendie met hem gaat.
En de mens met zijn ogen om de zon te
zien en te wand'len in het licht, in dat licht de
and're mens te zien die met hem gaat.
Alles begon met God,het water en het lichten de mens en het vuur en de liefde.Het begon met God.
En de mens met zijn ogenom de zon te zienen te wand'len in het licht,in dat licht de and're mens te ziendie met hem gaat.
En de vlam en het vuur dat ons verlicht en
en warmt en het vuur dat brandt en het kruid dat
in de as opschiet, be - gon met God.
Alles begon met God,het water en het lichten de mens en het vuur en de liefde.Het begon met God.
(Boo
ne A
. en
Duca
tteeu
w M
ia /
Duca
tteeu
w M
ia)
Dan nog, dan nog klamp ik mijklamp ik mij vast aan jou,of je wil of niet,op ongenade of genade,Ik zal red mij, red mij roepenof zoiets als heb mij lief.
(Oosterhuis Huub / Huijbers Bernard)
232
Taiz
é)
Het vuur dat Hij op aarde bracht, zijn licht verschenen in de nacht,is door zijn dood niet uitgedoofd, zijn geest heeft Hij aan ons beloofd!
Hij overleeft zijn moordenaars.Zijn liefde tart geweldenaars.Verliezen maakt Hij tot gewin.en leidt ons zo het leven in.
De liefde licht ons uit het graf, en waait de doodsangst van ons af.Zij brengt ons nog zo ver als Hem, tot in het nieuw Jeruzalem.
Het vuur dat Hij op aarde bracht, zijn licht verschenen in de nacht,is door zijn dood niet uitgedoofd, zijn geest heeft Hij aan ons beloofd!
Hij overleeft zijn moordenaars.Zijn liefde tart geweldenaars.Verliezen maakt Hij tot gewin.en leidt ons zo het leven in.
De liefde licht ons uit het graf, en waait de doodsangst van ons af.Zij brengt ons nog zo ver als Hem, tot in het nieuw Jeruzalem.
Ik ben gekomen
om op aarde een vuur
te ontstekenLc 12,49
[Vg]Ik geloof in God
die weet wat met mensen gebeurt,die hun klagen hoort, die hun tranen ziet
en die neerdaalt om een mantel te zijn rond hun
kwetsbaarheid.[Al]
Ik geloof in God die weet, hoort en ziet en zich ons lot aantrekt.
[Vg]Ik geloof in God die zijn zoon Jezus van
Nazarethheeft gezonden om met ons mens te
worden,tochtgenoot, bondgenoot, lotgenoot.
Brood van leven, wijn van vriendschap.
[Al]Ik geloof in God die roept en zendt, ook elk van ons, om mens te zijn,
om naaste te zijn, tegen beter weten in.
[Vg]Ik geloof in God, Zijn Zoon, Zijn Geest,
die woont bij mensen die zorg dragen en licht zijn,
die zegen zijn voor mekaar en voor de kleinsten.
[Al]Ik geloof in God
die niet zal rusten zolang één mens op de dool is.
[Vg]Ik geloof in god,
als Vader, Moeder; als lichtbron van alle vuur.
[Al]Raak ons daarom aan met Jouw liefde,
Vaderzodat wij hoopvol kunnen leven
vanuit dit geloof.
(Peter Biesbrouck))
We bidden dat we licht voor elkaar mogen zijnen Jij God, olie in de lamp
1Uit vuur en ijzer, zuur en zout,zo wijd als licht, zo eeuwen oud,uit alles wordt een mens gebouwden steeds opnieuw geboren.Om ijzer in vuur te zijn,om zout en zoet en zuur te zijn,om mens voor een mens te zijnwordt alleman geboren.2Om water voor de zee te zijn,om anderman een woord te zijn,om niemand weet hoe groot en klein,(- gezocht, gekend, verloren -)om avond en morgenland,om hier te zijn en overkant,om hand in een andre hand,om niet te zijn verloren.3Om oud en wijs als licht te zijn,om lippen, water, dorst te zijn,om alles en om niets te zijn,gaat iemand tot een ander.Naar verte die niemand weet,door vuur dat mensen samensmeedt,om leven in lief en leedgaan mensen tot elkander.
(Huu
b O
oste
rhui
s / J
oods
-Poo
lse
mel
odie
)
[Vg]Wees aanwezig in ons midden,
God,en vervul ons hart met Jouw
Geest.In Jouw naam zijn wij hier
samen.Wij noemen Je, tastend en
twijfelend:God en Vader, Waakvlam,
Roepstem, Grond van Leven.
Rond de tafel
[Al] Niemand heeft Jou ooit gezien,maar elke dag opnieuw is het
duidelijkhoe Je aanwezig bent
daar waar mensen elkaar vindenen van elkaar houden,
waar mensen de handen in elkaar slaan
en kleine stappen zettenom deze wereld
om te bouwen tot Jouw wereld.
[Vg]
Wij zien Jou aan het werkin de ontluikende liefde tussen
mensen,aanstekelijk in de groeiende
solidariteiten in blijvende verbondenheid
tussen mensen,aanstekelijk
in de kleine en de grote inzet voor vrede en gerechtigheid.
[Al] Wij zien Jou aan het werk
in Jezus, Je Zoon:de woorden die Hij sprak,
waren Jouw woorden,en worden nu ook de onze.
Zijn keuze voor de kleine mensen was Jouw keuze,
en wordt nu ook de onze.- RECHTSTAAN -
[Vg] In Hem hebt Jij Jouw lot aan ons verbonden,
Jouw droom in ons gelegd: dat er voor elke mens leven mogelijk
is, leven in overvloed.
Hem willen wij hier bij name noemen
als oproep om te blijven doen wat Hij heeft gedaan.
Zoals op die avond voor zijn lijden...[consecratie]
Zo willen wij wegen blijven vinden naar de nieuwe toekomst
die Jij ons in handen gegeven hebt.
[Al] Opdat wij hen niet vergeten,die op ons blijven rekenen:
hen, van wie wij houdenen hen, van wie wij nog niet genoeg
houden.Dat wij hen niet vergeten,
die naast ons staan,ons voorgaan en bemoedigen,
en hen, met wie wij samen op weg zijn
naar menselijker samenleven.
[Pr]
Dat wij hen evenmin vergeten,die van ons zijn heengegaan
dat zij tot ons blijven spreken,ons verder oproepen en inspireren,
ook nu zij gestorven zijn.
[Al.] Beziel ons met Jouw Geest
en met geen andere.Dat wij elkaar bewaren en verdragen,
dat wij niet wijken voor macht of eigenbaat.
Dat wij waakzaam zijn om de tekens van hoop te zien
temidden van een wereld die soms zo verloren lijkt.
Dat wij zelf zo’n hoopvol teken mogen worden.
Vader die in de hemel zijt, verhaast in ons uw koninkrijk,dat recht en vrede komen.Maak ons vandaag nog bondgenoottot vriend van hen die zijn in nood,wie alles is ontnomen.Verlos ons heden van het kwaad,van waanzin die voor brood doorgaat,dat wij ons voor U schamen,en nieuwe wegen leren gaandie leiden tot een nieuw bestaanvan recht en vrede. Amen.
(Jan van Opbergen / Peter Biesbrouck)
Hevenu shalom aleichem,hevenu shalom aleichem,hevenu shalom aleichem,hevenu shalom, shalomshalom aleichem.
1. Laat zuster vuur ontbrandenzij gaat ons lichtend voorZij spreekt van Gods verlangenen trekt haar vonkend spoorom allen te verlichtendie mee op uittocht gaanvoor beter land en vrede,racisme van de baan.2. Zij heeft van den beginneons mensen aangevuurd,dat wij de wereld winnendie onrecht niet verduurt.De namen van de minstenbrengt zij ons aan het lichtzij geeft aan de geringstende glans van Gods gezicht.3. Dat wij toch niet blinderendit licht in ons bestaan,maar ons naar buiten keren,tot wie er met ons gaan.Zodat wij niet verdwalen,onvindbaar voor elkaar.Dat wij om beurten stralen, -licht op de kandelaar.
(Jan
van
Opb
erge
n /
/ Stra
tegi
er H
erm
an (1
912-
1988
))
Ik ben gekomen
om op aarde een vuur
te ontstekenLc 12,49