Post on 21-Feb-2021
Reageren
Dia@Haarlem.nl
Vragen
023-511 5115
Meer informatie
www.haarlem.nl
Gemeente Haarlem, Data, Informatie & Analyse
Staat van Haarlem
Staat van Haarlem
Samenvatting
Sterke positie vergeleken met andere gemeenten
De ontwikkelingen in deze Staat hebben zich voltrokken tegen de achtergrond van
een tamelijk hoge positie van Haarlem in beide indexen van de Atlas voor
gemeenten. De Atlas is een jaarlijkse benchmark waarin de 50 grootste gemeenten
worden vergeleken. Op de woonaantrekkelijkheidsindex bevindt Haarlem zich in de
jongste publicatie (voorjaar 2016), net als in 2014, op de vierde plaats. En op de
sociaal-economische index bezet Haarlem, net als in 2015, de twaalfde plek.
Vergeleken met de jaren 2012 tot en met 2014 is dat wel een daling: toen stond
Haarlem nog op plaats negen.
Groei/toename
Mede door een positief migratiesaldo neemt het aantal inwoners van Haarlem toe.
De bevolkingsgroei is echter minder groot dan in de meeste vergelijkbare steden.
In Haarlem wordt meer verhuisd, vestigen zich meer Amsterdammers, wisselen
meer koopwoningen van eigenaar en stijgen de huizenprijzen, tot een prijs per m²
die boven die van Utrecht ligt. De leeftijd van thuiswonende kinderen is
toegenomen. Het aandeel allochtonen groeit.
Het klantenpotentieel neemt toe, evenals het aantal bedrijfsvestigingen. Het aantal
binnenlandse bezoekers groeit. Musea-, podia- en bioscoopbezoek nemen toe, zo
ook het hotelbezoek en de Atlas-positie qua cultuuraanbod. In de Atlas voor
gemeenten 2016 bezet Haarlem met het cultuuraanbod de derde plaats, drie
posities hoger dan in 2015.
We zien een toename van het aantal leerlingen in het primair en middelbaar
onderwijs. De leefsituatie van de Haarlemse jeugd is gunstig ten opzichte van die
van jongeren in andere steden.
Haarlemmers voelen zich ‘s avonds veiliger. Steeds meer Haarlemmers doen aan
vrijwilligerswerk en mantelzorg. De sportdeelname zit in de lift. Ook schakelen
steeds meer inwoners over op het gebruik van zonne-energie.
De waardering van Haarlemmers voor de bereikbaarheid van hun stad neemt toe,
evenals de waardering voor de bereikbaarheid van het Centrum, de
parkeergelegenheid in de binnenstad, de autobereikbaarheid en de
verkeersdoorstroming. Ook beoordelen Haarlemmers het openbaar vervoer
gunstiger, vooral op de factoren tijd en doorstroming.
De werkloosheid groeit, maar het niveau is nog steeds laag in vergelijking met andere
steden. Hetzelfde geldt voor de groei van het aantal bijstandsuitkeringen. Het aandeel
huishoudens met een lager inkomen neemt toe, maar minder snel dan gemiddeld in
Nederland.
Krimp/afname
De leegstand in de kantorensector neemt verder af. De jaarlijkse CO2 uitstoot van
bedrijven en verkeer daalt.
Het aantal aangiften van misdrijven loopt terug. Haarlem presteert beter op de
Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad.
Het aantal arbeidsongeschikten daalt. Bij een vergelijking tussen steden blijkt dat de
Haarlemse beroepsbevolking een iets meer dan gemiddeld aandeel
arbeidsongeschikten telt (28ste
plek tussen 50 steden).
Haarlem verliest banen en bovendien sneller dan gemiddeld voor vergelijkbare steden.
Daar staat dan wel tegenover dat de bereikbaarheid van banen voor Haarlemmers
relatief groot is door de nabijheid van onder andere Amsterdam en Schiphol.
Het aantal leerlingen dat in Haarlem hoger beroepsonderwijs volgt, loopt terug.
Zelfredzaamheid Haarlemmers
De meeste Haarlemmers (87%) zien zichzelf als volledig zelfredzaam. Desgevraagd
geven inwoners die zich niet (helemaal) zelfredzaam voelen aan dat dit vooral te maken
heeft met financiën (22%), gezondheid (18%) en onveiligheid op straat (10%). Drie van
de tien Haarlemmers geeft aan meer sociale contacten te willen hebben.
Groeipotentie
De Haarlemse bevolking en woningvoorraad zijn in de afgelopen jaren gegroeid en ook
in de toekomst is er nog groeipotentie. Dat laatste blijkt uit de bevolkingsprognose die
de gemeente Haarlem in 2016 heeft gemaakt op basis van de demografische trends
(sterfte, geboorte en migratie) en de woningbouwprogrammering. De uitkomst wijst in de
richting van verdere groei, tot 168.200 in 2025 en mogelijk tot boven de 180.000
inwoners in 2040.
Burger en BestuurGemeente Haarlem, afdeling Data, Informatie & Analyse
Inhoudsopgave VolgendeVorige
Leefbaarheid en veiligheid
Politiek en bestuur
Bevolking
De Haarlemse bevolking is in het afgelopen decennium gegroeid en ook in de toekomst is er nog een duidelijke groeipotentie. De meest recente bevolkingsprognose van de gemeente Haarlem (2016) voorspelt 168.200 inwoners in 2025 en 180.600 inwoners in 2040.
De verwachte bevolkingsgroei van 2016 tot en met 2040 (+22.500) zal vooral plaatsvinden bij de 65-plussers (+12.500). Ook is er sprake van vergroening: 4.200 meer 0 tot 19 jarigen in 2040 ten opzichte van 2016.
Staat van Haarlem
Bevolking
Naar meer informatie over de bevolking
Huishoudens:
De prognose van het aantal huishoudens tot en met 2040 laat vooral een groei van de alleenstaanden zien. GRAFIEK en meer.
Bevolkingsgroei vergelijkbare steden:
De Haarlemse bevolking is in 2016 6,5% toegenomen ten opzichte
van 2000.
GRAFIEK en meer.
Natuurlijke aanwas:
In 2015 stierven ruim 1.500 mensen, 100 meer dan gemiddeld
(1.400) in de periode 2004-2015.
GRAFIEK en meer.
Migratie:
Na 2008 hebben zich meer personen gevestigd in Haarlem dan dat
er vertrokken.
GRAFIEK en meer.
Migratie naar gebied:
Het zijn de ex-Amsterdammers die zorgen voor een positief
migratiesaldo, na 2012 groeit de omvang van deze groep.
GRAFIEK en meer.
Allochtonen:
Het aandeel allochtonen is gegroeid in het afgelopen decennium. GRAFIEK en meer.
Thuiswonende kinderen:
We zien het aandeel thuiswonende kinderen oplopen in de tijd: van 24,7% in 2009 naar 25,8% in 2015.
GRAFIEK en meer.
Ontwikkeling Haarlemse bevolking (+ prognose)
Bron : BRP/DIA
146.7
90
149.5
76
156.6
35
158.1
23
163.9
00
168.2
00
172.4
00
176.4
00
180.6
00
120.000
130.000
140.000
150.000
160.000
170.000
180.000
190.000
2005 2010 2015 2016 2020 2025 2030 2035 2040
Haarlemse bevolking naar leeftijd, 2005-2040
Bron : BRP/DIA
31.8
42
32.5
02
34.3
17
34.6
89
36.3
00
37.3
00
37.8
00
38.1
00
38.9
00
22.3
11
22.8
49
25.9
72
26.4
21
28.1
00
30.8
00
33.6
00
36.4
00
38.9
00
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
2005 2010 2015 2016 2020 2025 2030 2035 2040
jongeren (0-19 jr.) ouderen (65-plus)
Huishoudens:
De prognose van het aantal huishoudens tot en met 2040 laat
vooral een groei van de alleenstaanden zien.
Huishoudens in Haarlem (+ prognose), 2004-2040
Bron : BRP/DIA
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
2004 2009 2014 2015 2020 2025 2030 2035 2040
alleenstaand paar zonder kinderenpaar met kinderen éénoudergezin
Huishoudens in Haarlem (+ prognose), 2004-2035
alleen- paar zonder paar met eenouder-
jaren staanden kinderen kinderen gezinnen
2004 31.090 18.505 16.430 4.520
2009 32.247 18.300 16.306 4.954
2014 33.207 18.476 17.627 5.496
2015 33.550 18.516 17.853 5.542
2020 35.700 19.200 18.000 5.700
2025 37.800 19.400 18.200 5.800
2030 40.000 19.500 18.200 6.000
2035 42.200 19.500 18.300 6.100
2040 44.400 19.500 18.300 6.300
Bron: CBS/BRP/DIA
Bevolkingsgroei vergelijkbare steden:
De Haarlemse bevolking is in 2016 6,5% toegenomen ten opzichte
van 2000. In het rijtje van 12 vergelijkbare steden neemt Haarlem
daarmee de achtste plek in. Vooral Amersfoort (+22%), Zwolle
(+18%), Den Bosch (+18%) en Groningen (+16%) zijn sterk gegroeid
na 2000.
Groei in % van inwoners vergelijkbare steden, 2000-2016
Bron : CBS
21,818,0
17,516,1
13,113,1
11,36,5
5,94,6
0,4-0,9
-5 0 5 10 15 20 25
AmersfoortZwolle
Den BoschGroningen
BredaNijmegen
ArnhemHAARLEMEnschede
LeidenMaastrichtDordrecht
Bevolkingsgroei in Haarlem en vergelijkbare steden, 2000-2016
steden 2000 2016 groei % groei
Amersfoort 126.143 153.602 27.459 21,8
Zwolle 105.801 124.896 19.095 18,0
Den Bosch 129.034 151.608 22.574 17,5
Groningen 173.139 200.952 27.813 16,1
Breda 160.615 181.611 20.996 13,1
Nijmegen 152.200 172.064 19.864 13,1
Arnhem 138.154 153.818 15.664 11,3
HAARLEM 148.484 158.140 9.656 6,5
Enschede 149.505 158.351 8.846 5,9
Leiden 117.191 122.561 5.370 4,6
Maastricht 122.070 122.533 463 0,4
Dordrecht 119.821 118.801 -1.020 -0,9
Bron: CBS
a a n t a l i n w o n e r s
Natuurlijke aanwas:
Na 2010 schommelt het aantal geboorten rond de 1.900.
In 2015 stierven ruim 1.500 mensen, 100 meer dan gemiddeld (1.400)
in de periode 2004-2015.
Natuurlijke aanwas in Haarlem, 2004-2015
Bron : BRP Haarlem
1.000
1.200
1.400
1.600
1.800
2.000
2.200
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
geboren overleden
Natuurlijke aanwas in Haarlem, 2004-2015
geboren overleden geboorte-
jaren overschot
2004 1.864 1.542 322
2005 1.866 1.449 417
2006 1.815 1.352 463
2007 1.811 1.363 448
2008 1.764 1.378 386
2009 1.990 1.300 690
2010 2.012 1.336 676
2011 1.868 1.388 480
2012 1.911 1.438 473
2013 1.861 1.401 460
2014 1.936 1.344 592
2015 1.893 1.513 380
Bron : BRP Haarlem
Migratie:
Na 2008 hebben zich meer personen gevestigd in Haarlem dan dat er
vertrokken. De bevolkingsgroei van Haarlem is in de afgelopen jaren
dus mede tot stand gekomen door een positief migratiesaldo.
In 2015 zien we, tegen de achtergrond van een herstelde
woningmarkt, een niveauverhoging van zowel vestiging als vertrek.
Migratie (vertrek en vestiging) in Haarlem, 2004-2015
Bron : BRP Haarlem
6.000
7.000
8.000
9.000
10.000
11.000
2004 2006 2008 2010 2012 2014
gevestigd vertrokken
Migratie in Haarlem, 2004-2015
gevestigd vertrokken vestigings-
jaren overschot
2004 7.597 8.320 -723
2005 7.702 7.569 133
2006 7.728 8.223 -495
2007 8.141 7.830 311
2008 8.062 7.965 97
2009 8.001 7.205 796
2010 7.821 7.323 498
2011 8.086 7.353 733
2012 8.124 7.137 987
2013 8.681 7.039 1.642
2014 9.369 8.264 1.105
2015 10.016 8.724 1.292
Bron : BRP Haarlem
Migratie naar gebied:
Het zijn de ex-Amsterdammers die zorgen voor een positief
migratiesaldo, na 2012 groeit de omvang van deze groep.
Migratie (vertrek en vestiging) in Haarlem, 2004-2015
Bron : BRP Haarlem
-900
-600
-300
0
300
600
900
1.200
2004 2006 2008 2010 2012 2014
Amsterdam Haarlemmermeer VelsenBloemendaal Heemstede
Migratiesaldo in Haarlem, 2004-2015
Amster- Bloemen- Haarlem- Heem- Velsen
jaren dam daal mermeer stede
2004 496 -204 -477 -95 -257
2005 499 -80 -428 -35 -510
2006 592 -142 -435 -121 -382
2007 594 -74 -351 -77 -344
2008 576 -156 -225 -220 -280
2009 531 -129 -48 -204 -135
2010 474 -72 49 -223 -183
2011 527 -121 66 -34 -131
2012 440 -131 129 -78 -95
2013 554 -58 198 -75 -80
2014 769 -96 213 -135 -161
2015 999 -70 -23 -126 -336
Bron : BRP Haarlem
Allochtonen:
Het aandeel allochtonen is gegroeid in het afgelopen decennium.
Groei in % van allochtonen, 2004-2015
Bron : BRP Haarlem
9
10
11
12
13
14
15
2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016
westerse allochtonen niet-westerse all.
Groei van allochtonen in Haarlem, 2004-2016
westers niet-westers % westers % niet-westers
jaren
2004 15.341 18.075 10,4 12,3
2005 15.271 18.350 10,4 12,5
2006 15.526 18.755 10,6 12,8
2007 15.571 19.032 10,6 13,0
2008 16.014 19.450 10,8 13,2
2009 16.494 19.955 11,1 13,5
2010 16.941 20.419 11,3 13,7
2011 17.349 20.716 11,5 13,7
2012 17.660 21.398 11,6 14,1
2013 18.156 21.887 11,9 14,3
2014 18.779 22.309 12,1 14,4
2015 19.064 22.920 12,2 14,6
2016 19.851 23.410 12,4 14,8
Bron : BRP Haarlem
allochtonen allochtonen
Thuiswonende kinderen:
We zien het aandeel thuiswonende kinderen oplopen in de tijd: van
24,7% in 2009 naar 25,8% in 2015. Die ontwikkeling wordt wel in verband gebracht met de recessie (toegenomen moeite om zelfstandig te kunnen wonen) en recent met de oplopende huizenprijzen in combinatie met meer bankgaranties voor hypotheken: de groeiende moeite die dat kost om voor het eerst op de woningmarkt te kunnen starten.
Aandeel thuiswonende kinderen, 2004-2015
Bron : CBS
24,7
24,7
24,8
24,8
24,7
24,7
24,8 25,1 25,3
25,5
25,6
25,8
22
23
24
25
26
27
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Haarlem presteert met een 54e plaats aanzienlijk beter op de jaarlijkse Misdaadmeter van het
Algemeen Dagblad dan in 2014 - toen 38e plaats van alle Nederlandse gemeenten (de 1e plaats is
voor de onveiligste gemeente). Van elf vergelijkbare gemeenten doen alleen Zwolle, Leiden en
Amersfoort het beter dan Haarlem.
Acht van de tien Haarlemmers vinden hun buurt (zeer) veilig. De score blijft al vier jaar op hetzelfde
niveau. Bewoners van Zuid-West ervaren hun buurt als veiliger dan bewoners van de andere
stadsdelen. Schalkwijkers voelen zich in hun buurt minder goed op hun gemak dan stadgenoten uit
Centrum, Zuid-West en Noord. In Oost blijft het gevoel van veiligheid achter bij dat in Zuid-West en
Noord.
Staat van Haarlem
Leefbaarheid en veiligheid
Naar meer informatie over leefbaarheid en veiligheid
% Inwoners dat ’s avonds liever thuis blijft:
11% van de Haarlemmers blijft vanwege een onveilig gevoel 's avonds liever thuis. GRAFIEK en meer.
Ontwikkeling aangiften misdrijven:
Het aantal aangiften van misdrijven loopt in 2015 opnieuw terug. GRAFIEK en meer.
Rapportcijfer woning, buurt en gemeente:
Haarlemmers waarderen hun huis, woonomgeving en stad al jaren
met een ruime voldoende.
GRAFIEK en meer.
Tevredenheid hoeveelheid en onderhoud groen:
Over de hoeveelheid groen in hun wijk zijn Centrumbewoners
minder tevreden dan de bewoners van alle andere stadsdelen.
GRAFIEK en meer.
Aandeel tevreden met openbare ruimte:
Bijna zes van de tien Haarlemmers tonen zich tevreden met de
inrichting van de openbare ruimte in hun wijk.
GRAFIEK en meer.
Aandeel dat zich actief inzet voor de buurt:
Drie van de tien Haarlemmers spanden zich het afgelopen jaar in om
hun eigen buurt te verbeteren.
GRAFIEK en meer.
Rangorde AD-misdaadmeter 2015 (1 meest onveilig)
Bron: Algemeen Dagblad
2
7
13
18
19
20
42
53
54
60
67
69
0 10 20 30 40 50 60 70
Maastricht
Arnhem
Breda
Groningen
Den Bosch
Nijmegen
Dordrecht
Enschede
HAARLEM
Zwolle
Leiden
Amersfoort
Beoordeling veiligheid in de eigen buurt in %, 2015
Bron: Omnibus Haarlem
60
86
70
94
80
28
11
23
4
14
12
3
8
2
5
0 20 40 60 80 100
Schalkwijk
Noord
Oost
Zuid-West
Centrum
(zeer) veilig niet veilig/ niet onveilig (zeer) onveilig
Inwoners dat ’s avonds liever thuis blijft:
Zo’n 11% van de Haarlemmers blijft 's avonds liever thuis omdat ze het
buiten onveilig vinden. Niettemin ervaren inwoners hun leefomgeving
’s avonds duidelijk veiliger dan in het recente verleden. In de periode
2011-2014 schommelde het aandeel dat zich ’s avonds niet veilig voelt
zo rond 13% à 14% en in het tijdvak 2005-2009 zo tussen 16% en
17%. Daarvoor overschreed het aandeel nog de 20%.
Schalkwijkers voelen zich net als in eerdere jaren ’s avonds duidelijk
minder goed op hun gemak dan bewoners van andere stadsdelen:
23% vs. 7% tot 14%. Kanttekening hierbij is dat Schalkwijk relatief veel
oudere bewoners telt en juist senioren zich bovengemiddeld vaak niet
veilig voelen- 2 op de 10.
Aandeel (%) inwoners dat 's avonds liever thuis blijft
Bron: Omnibus Haarlem
0
5
10
15
20
25
30
35
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Centrum Zuid-West OostNoord Schalkwijk
Aandeel (%) inwoners dat 's avonds liever thuis blijft, 2003-2015
Centrum Zuid-West Oost Noord Schalk-
jaren wijk
2003 13 17 32 20 29
2004 9 14 23 18 26
2005 9 14 22 13 24
2006 9 11 23 12 24
2007 11 12 23 13 25
2008 7 10 20 16 24
2009
2010 12 12 24 13 25
2011 8 10 17 10 26
2012 7 5 22 12 20
2013 10 8 18 12 25
2014 7 7 20 7 27
2015 8 6 14 8 23
Bron: Omnibus Haarlem
Ontwikkeling aangiften misdrijven:
Het aantal aangiften van misdrijven in Haarlem loopt nog steeds terug.
Vonden in 2010 13.061 aangiften plaats, vijf jaar later stopte de teller
bij 9.973; 25% minder aangiften dan in 2010 en bijna 7% minder dan
in 2014.
Ontwikkeling aangiften misdrijven, 2010-2015
Bron: Politie Noord-Holland
9.152 8.9457.761 8.240 7.322 6.823
2.606 2.7512.371 2.321
2.301 2.237
1.303 1.208
1.175 9051.061
913
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
2010 2011 2012 2013 2014 2015
veiligheid leefbaarheid maatsch.integriteit
Rapportcijfer woning, buurt en gemeente:
Haarlemmers waarderen hun huis, woonomgeving en stad al jaren
met een ruime voldoende. De woning krijgt met een 7,9 het hoogste
rapportcijfer van de drie.
Bewoners van Centrum, Zuid-West en Noord beoordelen hun woning
en woonomgeving gunstiger dan stadgenoten uit Oost en Schalkwijk.
Zo geven bewoners van Oost en Schalkwijk hun woonomgeving een
6,7 en 6,8, terwijl het cijfer in de andere stadsdelen waarden van 7,5
tot 7,8 aanneemt.
Rapportcijfers woning/buurt/gemeente, 2007-2015
Bron: Omnibus Haarlem
7,7 7,8
7,8 7,9
7,8 7,9
7,9
7,9
7,1 7,2 7,3 7,4
7,4
7,4
7,4
7,3
6,8 7,1 7,2
7,2
7,2 7,3
7,3 7,4
0
2
4
6
8
10
2007 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
woning woonomgeving gemeente
Tevreden met hoeveelheid, kwaliteit en onderhoud groen:
Zes van de tien Haarlemmers zijn tevreden over de hoeveelheid groen
in hun wijk. Een minder groot deel toont zich tevreden over de kwaliteit
van het groen en het onderhoud daaraan.
Over de hoeveelheid groen in hun wijk zijn Centrumbewoners minder
tevreden dan de bevolking van alle andere stadsdelen. Het
omgekeerde geldt voor Schalkwijk, waar de tevredenheid hoger
uitkomt dan in de andere delen van Haarlem.
De waardering voor de kwaliteit van het groen blijft in het Centrum en
Oost achter bij de andere stadsdelen. Ook toont men zich in Oost
minder content over het groenonderhoud dan in Zuid-West en Noord.
Aandeel tevreden met onderdelen groenvoorziening, 2015
Bron: Omnibus Haarlem
39
5753
63
71
60
4354
38
54 54 51
4552
42
5145
49
0
20
40
60
80
Centrum Zuid-West Oost Noord Schalkwijk Haarlem
hoeveelheid groen kwaliteit groen onderhoud groen
Aandeel tevreden met openbare ruimte:
Bijna zes van de tien Haarlemmers tonen zich tevreden over de
inrichting van de openbare ruimte in hun wijk. In Zuid-West en Noord
spreekt een groter aandeel zich positief uit dan in Oost en Schalkwijk.
Minder dan de helft van de inwoners is content met het onderhoud aan
de openbare ruimte in hun wijk. Ontevreden is drie op de tien. In Oost
en Schalkwijk blijft de waardering duidelijk achter bij het Centrum,
Zuid-West en Noord.
Aandeel tevreden met onderdelen openbare ruimte
Bron: Omnibus Haarlem
57 58
48
61
5157
49 46
36
47
35
44
0
20
40
60
80
Centrum Zuid-West Oost Noord Schalkwijk Haarlem
inrichting openbare ruimte onderhoud openbare ruimte
Aandeel dat zich actief inzet voor de buurt:
Drie van de tien Haarlemmers hebben zich het afgelopen jaar
ingespannen om hun eigen buurt te verbeteren.
In het Centrum was het aandeel dat zich heeft ingezet groter dan in
Noord.
Lager dan gemiddeld was de inzet voor de buurt door Haarlemmers
van 18-24 jaar (11% van hen) en 25-34 jarigen (21%).
Percentage dat zich actief heeft ingezet voor buurt, 2015
Bron: Omnibus Haarlem
31
26
32
31
38
29
0 5 10 15 20 25 30 35 40
Schalkwijk
Noord
Oost
Zuid-West
Centrum
Haarlem
In Nederland vond op 6 april 2016 een raadgevend referendum plaats over de Associatieovereen-
komst tussen de Europese Unie en Oekraïne. Meer dan de helft van de Haarlemmers (53,4%)
keerde zich tegen goedkeuring door Nederland van deze overeenkomst. Nationaal gold dat voor
61,1% van de kiezers. Tussen 12 vergelijkbare gemeenter neemt Haarlem een middenpositie in.
.
Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 2015 kwam D66 in Haarlem als grootste partij uit de
bus. D66, PvdA, GroenLinks en Partij voor de Dieren presteerden in Haarlem beter dan landelijk.
Omgekeerd was het bij VVD, CDA en PVV.
Staat van Haarlem
Politiek en bestuur
Naar meer informatie over politiek en bestuur
Opkomstpercentage Provinciale Statenverkiezing 2015:
48,6% van de Haarlemse kiesgerechtigden bracht bij de Statenverkiezingen zijn stem uit. GRAFIEK en meer.
Opkomstpercentage Referendum Oekraïne 2016:
33% van de Haarlemse kiesgerechtigden bracht bij het referendum over de Oekraïne zijn stem uit.
GRAFIEK en meer.
Algemene uitkering gemeentefonds:
Haarlem krijgt in 2016 per inwoner €1.095 als algemene uitkering uit
het Gemeentefonds van de Rijksoverheid.
GRAFIEK en meer.
Haarlem: na bijna 30 jaar weer een confessionele burgemeester:
Haarlem heeft per 1 september een nieuwe burgmeester. En voor
het eerst sinds bijna 40 jaar geen PVDA-er, maar een CDA-er: Jos
Wienen.
GRAFIEK en meer.
Haarlemse ambtenaren naar leeftijd:
Het ambtenarenbestand van de gemeente Haarlem veroudert.
GRAFIEK en meer.
Aantal Haarlemse ambtenaren naar geslacht:
Het aantal ambtenaren van de gemeente Haarlem halveerde tussen
2005 en 2016 bijna van 2.166 tot 1.178.
GRAFIEK en meer.
Percentage stemmen per partij, Prov. Statenverk. 2015
Bron : Kiesraad
18,2
14,5
14,1
11,4
9,6
8,7
7,2
6,4
2,8
2,4
4,8
0 5 10 15 20
D66
VVD
PvdA
SP
GroenLinks
PVV
CDA
PvdD
50Plus
CU/SGP
Overige
Percentage tegen-stemmers Referendum Oekraïne
Bron : NOS
66,161,261,160,7
58,356,3
54,753,453,1
50,045,345,145,0
0 10 20 30 40 50 60 70
DordrechtMaastrichtNederlandEnschede
Den BoschBreda
ArnhemHAARLEM
AmersfoortZwolle
GroningenNijmegen
Leiden
Opkomstpercentage Provinciale Statenverkiezing 2015:
48,6% van de Haarlemse kiesgerechtigden bracht bij de
Statenverkiezingen zijn stem uit. De opkomst was wat hoger dan
nationaal (47,8%). Op de ranglijst van twaalf vergelijkbare
gemeenten bezet Haarlem de vijfde plaats.
Opkomstpercentage Prov.Statenverkiezingen 2015
Bron : Kiesraad
52,7
52,0
51,7
51,7
48,6
48,0
45,0
42,7
42,5
42,2
41,8
40,9
0 10 20 30 40 50 60
Leiden
Groningen
Zwolle
Amersfoort
HAARLEM
Nijmegen
Den Bosch
Dordrecht
Maastricht
Breda
Arnhem
Enschede
Opkomstpercentage bij Referendum Oekraïne:
1 op de 3 Haarlemmers bracht op op 6 april 2016 zijn stem uit
tijdens het raadgevend referendum over het
Associatieovereenkomst tussen Nederland en de Europese
Unie. De animo was groter dan in de meeste van 11
vergelijkbare steden; alleen Leidenaren en Amersfoorters liepen
wat meer warm voor de raadpleging.
Opkomstpercentage bij het Referendum Oekraïne
Bron : NOS
35,433,9
33,032,9
32,232,031,6
30,930,630,3
28,928,7
27,6
0 5 10 15 20 25 30 35 40
LeidenAmersfoortHAARLEM
ZwolleNederlandGroningenMaastrichtNijmegenDordrecht
Den BoschBreda
EnschedeArnhem
Algemene uitkering uit Gemeentefonds
Haarlem krijgt in 2016 per inwoner €1.095 als algemene uitkering uit
het Gemeentefonds van de Rijksoverheid.
Tegenover 11 vergelijkbare gemeenten neemt Haarlem een
middenpositie in. Groningen haalde met €1.359 het hoogste bedrag
binnen, terwijl met Amersfoort met €985,- de rij sluit.
Hoeveel geld een individuele gemeente uit het gemeentefonds krijgt,
hangt af van de kenmerken en de belastingcapaciteit van de
gemeente. De belastingcapaciteit geeft aan hoeveel belasting een
gemeente jaarlijks kan innen.
De Rijksoverheid kijkt bij de verdeling van het gemeentefonds over de
gemeenten naar 60 kenmerken, de maatstaven. Maatstaven zijn
onder meer het aantal inwoners, het aantal jongeren, het aantal
uitkeringsgerechtigden en de oppervlakte van de gemeente.
Algemene uitkering Gemeentefonds 2016 (in € per inwoner)
Bron : CBS- Begroting gemeenten, via KING
1.359
1.216
1.214
1.197
1.163
1.157
1.140
1.095
1.063
1.051
1.008
992
985
0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400
Groningen
Arnhem
Leiden
Enschede
Maastricht
Nijmegen
Dordrecht
HAARLEM
Zwolle
Nederland
Breda
Den Bosch
Amersfoort
Politieke kleur burgmeesters in Haarlem en 11 vergelijkbare gemeenten, 1945-2016 (juli)
1 Amersfoort
2 Arnhem
3 Breda
4 Den Bosch
5 Dordrecht
6 Enschede
7 Groningen
8 Haarlem
9 Leiden
10 Maastricht
11 Nijmegen
12 Zwolle
Bronnen: wik ipedia, Delpher.nl (digitaal k rantenarchief Konink lijke Bibliotheek)
CDA (tot 1980 KVP, CHU, AR)
PvdA
VVD
D66
Partijloos
Onbekend
1945 2016
Haarlem: na bijna 30 jaar weer een confessionele burgemeester
Haarlem heeft per 1 september een nieuwe burgmeester. En voor het
eerst sinds bijna 40 jaar geen PVDA-er, maar een CDA-er: Jos
Wienen. De periode daarvoor oogde eveneens vrij uniform. Bijna 30
jaar achtereen zat een KVP-er het college van B&W voor: van 1948 tot
en met 1969 burgemeester Cremers en vervolgens tot 1977 De Gou.
De KVP is een van de drie partijen die in 1980 opgingen in het CDA.
De grafiek laat zien dat de inkleuring van de burgemeesterspost in
sommige vergelijkbare gemeenten nog uniformer gebeurde dan in
Haarlem. Zo had Den Bosch vanaf 1945 bijna continu een CDA-er (en
KVP-er) als eerste burger, terwijl in Groningen en Enschede vrijwel
steeds een PvdA-er deze functie vervulde.
Als eerste van de twaalf gemeenten kreeg Haarlem in 1985 een
vrouwelijke burgemeester: Elizabeth Schmitz. Nadien volgden ook
Nijmegen, Amersfoort, Arnhem en Maastricht.
Haarlemse ambtenaren naar leeftijd:
Het ambtenarenbestand veroudert. In 2005 was 52% 45 jaar of ouder,
in 2016 is dat opgelopen tot bijna 70%. Iets meer dan 4% is jonger
dan 30 jaar. Van de Haarlemse bevolking van 18-64 jaar is 23%
jonger dan 30 jaar.
De gemiddelde leeftijd van de Haarlemse ambtenaar is 48,9 jaar
Ambtenaren naar leeftijd (in %) in Haarlem, 2005-2016
Bron : Gemeente Haarlem
0
20
40
60
80
100
2005 2006 2007 2008 2013 2014 2015 2016
tot 29 jr. 30-44 jr 45-54 jr 55 jr eo
Percentage ambtenaren naar leeftijd, 2005-2016
tot 29 jr. 30-44 jr. 45-54 jaar 55 jr. e.o.
2005 8,0 40,4 35,5 16,0
2006 6,6 39,2 37,2 17,1
2007 5,3 36,7 37,5 20,5
2008 4,3 35,3 36,5 23,9
2013 2,4 33,1 35,7 28,8
2014 2,8 30,2 36,3 30,6
2015 2,6 28,7 36,9 31,9
2016 4,2 26,7 36,2 32,9
Bron : Gemeente Haarlem
Aantal Haarlemse ambtenaren naar geslacht:
Het aantal ambtenaren van de gemeente Haarlem halveerde tussen
2005 en 2016 bijna van 2.166 in 2005 tot 1.178 in 2016. Dat kwam
onder meer door het afstoten van taken en het verzelfstandigen van
onderdelen. Het percentage vrouwelijke ambtenaren steeg van 43%
naar 54%.
.
Ambtenaren gemeente Haarlem naar geslacht, 2005-2016
Bron : Gemeente Haarlem
1231
1105
1048
1004
619
601
565
550
544
935
900
859
830
679
653
607
614
634
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
2005 2006 2007 2008 2012 2013 2014 2015 2016
man vrouw
FysiekGemeente Haarlem, afdeling Data, Informatie & Analyse
Inhoudsopgave VolgendeVorige
Economie
Mobiliteit
Cultuur, vrije tijd en toerisme
Wonen
Milieu en duurzaamheid
Het aantal woningen in Haarlem steeg het afgelopen decennium van 68.500 in 2005 naar 73.600 in 2016.
Op basis van de bij de gemeente bekende plannen kan de voorraad verder groeien tot 75.500 woningen in
2020.
Staat van Haarlem
Wonen
Naar meer informatie over wonen
Woningen naar eigendomssituatie:
In het afgelopen decennium is in Haarlem vooral de particuliere huursector gegroeid.
GRAFIEK en meer.
Woningen naar type:
Ten opzichte van 10 jaar geleden zijn er zowel meer flats als eengezinswoningen bijgekomen. GRAFIEK en meer.
Gemiddelde verkoopprijs:
Na een vrijwel aanhoudende daling van de verkoopprijs vanaf 2008
zien we recent, in 2014 en opnieuw in 2015, weer een groei van het
prijsniveau (van 234.300 euro in 2013 naar 268.200 euro in 2016).
GRAFIEK en meer.
Verkochte woningen:
In 2014 en in 2015 is er sprake van een toename van het aantal
verkochte woningen tot het niveau van 2007.
GRAFIEK en meer.
Taxatiewaarde naar eigendom:
De taxatiewaarde van woningen voor de Wet waardering onroerende
zaken (WOZ) zit na 2010 in een dalende lijn die tot en met 2016
aanhoudt (niet in de koopsector: in deze sector zien we een
toename in 2016 ten opzichte van 2015).
GRAFIEK en meer.
Taxatiewaarde naar stadsdeel:
Stadsdelen verschillen qua niveau van de taxatiewaarde. De
hoogste gemiddelde waarde vinden we in Zuid-West (300.400 euro)
en de laagste in Schalkwijk (160.300 euro).
GRAFIEK en meer.
Gemiddelde huizenprijs per m2:
Binnen de groep vergelijkbare steden neemt Haarlem een hoge
positie in.
GRAFIEK en meer.
Positie woonaantrekkelijkheidsindex Haarlem, 2005-2016
Bron: Atlas voor Gemeenten
474576773655
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
1
50
Ontwikkeling aantal woningen (+prognose), 2005-2040
Bron: Cocensus/DIA
68.5
21
70.5
06
72.9
98
73.5
96
75.5
00
77.8
00
80.2
00
82.5
00
84.9
00
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
2005 2010 2015 2016 2020 2025 2030 2035 2040
Op de woonaantrekkelijkheidsindex stijgt Haarlem in 2016 weer naar de vierde plek (vanaf de zevende plaats) en keert hiermee terug op het niveau van 2014. Haarlem staat al jarenlang in de top 10 van de
woonaantrekkelijkheidsindex van de Atlas voor gemeenten (vergelijking van de 50 grootste gemeenten).Hoogtepunt was een derde plaats in 2007.
Woningen naar eigendomssituatie:
In het afgelopen decennium is in Haarlem vooral de particuliere
huursector gegroeid.
Ook is de voorraad koopwoningen toegenomen.
Woningen naar eigendomssituatie, 2005-2016
Bron: Cocensus
0
20.000
40.000
60.000
80.000
2005 2007 2009 2011 2013 2015 2016
koop sociale huur part. huur
Woningen naar eigendomssituatie, 2005-2016
koop sociale particuliere
jaren huur huur
2005 36.144 23.192 9.137
2007 36.782 23.084 9.290
2009 37.697 22.581 9.562
2011 36.608 23.517 11.126
2013 37.949 23.124 10.842
2015 37.014 23.225 12.759
2016 37.713 23.043 12.840
Bron: Cocensus
Woningen naar type:
Ten opzichte van 10 jaar geleden zijn er zowel meer flats als
eengezinswoningen bijgekomen.
De groei bij de flats was nog iets groter dan die bij de
eengezinswoningen.
Woningen naar type in Haarlem, 2005-2016
Bron: Cocensus
0
20.000
40.000
60.000
80.000
2005 2007 2009 2011 2013 2015 2016
eengezins flats boven-beneden overig
Woningen naar type woning, 2005-2016
éénge- flats boven- overig
jaren zinswon. beneden
2005 36.044 19.590 9.051 3.836
2007 36.227 20.159 8.909 3.942
2009 36.486 20.388 8.915 4.051
2011 36.826 21.258 8.935 4.232
2013 36.974 21.726 8.792 4.483
2015 37.125 22.255 8.550 5.066
2016 37.136 22.395 8.557 5.508
Bron: Cocensus
Gemiddelde verkoopprijs woningen:
Na een vrijwel aanhoudende daling van de verkoopprijs vanaf 2008
zien we recent, in 2014 en opnieuw in 2015, weer een groei van het
prijsniveau (van 234.300 euro in 2013 naar 268.200 euro in 2015).
Gemiddelde verkoopprijs woningen, 2004-2015
Bron: NVM
213.8
00
228.0
00
243.6
00
261.0
00
270.7
00
266.9
00
267.4
00
265.9
00
252.1
00
234.3
00
245.4
00
268.2
00
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Verkochte woningen:
In 2014 en in 2015 is er sprake van een toename van het aantal
verkochte woningen tot het niveau van 2007. In 2013
veranderden 1.300 woningen van eigenaar, een aantal dat in
2015 is gegroeid tot bijna 2.400. Deze omvang is vergelijkbaar
met 2007, kort voor de recessie.
Aantal verkochte woningen in Haarlem, 2004-2015
Bron: NVM
2.2
34
2.5
63
2.4
36
2.4
22
2.1
12
1.5
38
1.4
44
1.4
25
1.3
05
1.3
00
1.9
88 2.3
87
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Taxatiewaarde naar eigendom:
De taxatiewaarde van woningen voor de Wet waardering onroerende
zaken (WOZ) zit na 2010 in een dalende lijn die tot en met 2016
aanhoudt (niet in de koopsector: in deze sector zien we een toename
in 2016 ten opzichte van 2015). De totale gemiddelde waarde voor
2016 is nagenoeg gelijk aan die van 2015.
Gemiddelde taxatiewaarde naar eigendom, 2005-2016
Bron: Cocensus
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
koop sociale huur particuliere huur totaal
Gemiddelde taxatiewaarde naar eigendom, 2005-2016
koop sociale partic. Totaal
huur huur
2005 246.603 144.567 186.126 203.800
2006 244.471 144.638 182.021 202.613
2007 269.675 154.247 198.718 221.529
2008 291.791 163.990 213.579 238.692
2009 310.625 173.337 225.175 254.382
2010 312.710 178.444 243.149 258.268
2011 308.334 176.594 241.155 254.379
2012 304.060 175.768 234.973 252.492
2013 294.776 172.063 226.571 245.054
2014 279.572 162.775 217.778 231.698
2015 272.999 159.123 216.503 226.900
2016 273.496 158.549 204.103 225.450
Bron: Cocensus
Taxatiewaarde naar stadsdeel:
Stadsdelen verschillen qua niveau van de taxatiewaarde.
De hoogste gemiddelde waarde vinden we in Zuid-West (300.400) en
de laagste in Schalkwijk (160.300 euro).
Gemiddelde taxatiewaarde naar stadsdeel, 2005-2016
Bron: Cocensus
230.3
27
273.8
25
159.4
87
199.2
57
158.6
20
203.8
00
274.7
61 354
.301
200
.146
264.2
67
185
.663
258.2
68
242
.184
301.9
24
185.1
08
233.8
04
161.1
62
226.9
00
240.3
01
300.3
75
183
.989
232
.575
160.3
06
225
.450
0
100.000
200.000
300.000
400.000
Centrum Zuid-West Oost Noord Schalkw.HAARLEM
2005 2010 2015 2016
Gemiddelde huizenprijs per m2:
Binnen de groep vergelijkbare steden en de “top 4” van de meest
aantrekkelijkste woongemeenten volgens de Atlas van Nederlandse
gemeenten (Amsterdam, Utrecht, Amstelveen en Haarlem) neemt
Haarlem een hoge positie in waar het gaat om de gemiddelde
huizenprijs per vierkante meter: 2.632 euro. Dat is een hoger bedrag
dan in Utrecht (2.439 euro), de stad die tweede staat op de lijst van
meest aantrekkelijke grootste gemeenten na Amsterdam.
Gemiddelde huizenprijs per m2 per stad, 2015
Bron : Atlas voor gemeenten
3.5902.911
2.6322.439
2.3212.116
2.0642.034
1.9341.929
1.8701.7761.6701.644
1.489
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000
AmsterdamAmstelveen
HAARLEMUtrechtLeiden
Den BoschAmersfoort
BredaZwolle
NijmegenMaastrichtGroningen
ArnhemDordrechtEnschede
Sociaal economisch heeft Haarlem in de lift gezeten in de periode 2008-2014, vanaf de 17e
positie in
2008 tot de 9e plaats in 2014. In 2015 is er sprake van een terugval tot de 12
e plaats, een positie
die ook in 2011 werd ingenomen. Recent, in 2016, heeft Haarlem de 12e plaats kunnen vasthouden.
Het klantenpotentieel, het aantal klanten dat Haarlem aantrekt binnen een straal van 20 km en 60 km, is
aanhoudend toegenomen.
Staat van Haarlem
Economie
Naar meer informatie over de economie
Banen naar bedrijfstak:
Na 2009 heeft in Haarlem een daling van het aantal banen plaatsgevonden. GRAFIEK en meer.
Ontwikkeling aantal bedrijfsvestigingen:
Het aantal bedrijfsvestigingen in Haarlem neemt toe na 2007. GRAFIEK en meer.
Netto arbeidsparticipatie:
Na een daling van de netto arbeidsparticipatie, van 69,7% in 2008
tot 67,3% in 2014, is er sprake van groei in 2015 naar 68,7%.
GRAFIEK en meer.
Niet-werkende werkzoekenden:
De werkloosheid (niet-werkende werkzoekenden) in Haarlem neemt
de laatste jaren sterk toe.
GRAFIEK en meer.
Leegstand oppervlakte kantoren:
De leegstand van kantoorruimte daalde in 2016 voor het derde
achtereenvolgende jaar.
GRAFIEK en meer.
Binnenlandse bezoeken:
Na een afname van het aantal binnenlandse bezoeken vanaf 2009 is
het dieptepunt bereikt..
GRAFIEK en meer.
Sociaal-economische index, positie Haarlem, 2005-2016
Bron: Atlas voor Gemeenten
1212999
12131617
141317
201620152014201320122011201020092008200720062005
1
50
Lokaal en regionaal klantenpotentieel, 2007-2015
Bron: CBS
167.7
20
168.3
80
168.7
20
170.2
80
171.5
10
172.8
30
174.3
90
176.4
30
178.2
30
192.9
80
193.9
00
194.9
70
196.5
60
196.7
60
197.9
30
199.3
50
201.5
10
201.6
40
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
lokaal (20 km) regionaal (60 km)
Banen naar bedrijfstak:
Na 2009 heeft in Haarlem een daling van het aantal banen
plaatsgevonden. Deze teruggang voltrok zich naar verhouding sneller dan gemiddeld binnen een groep vergelijkbare Nederlandse steden.
De kans op werk blijft hoog voor Haarlemmers vanwege de vele
banen die op korte afstand van Haarlem bereikbaar zijn.
Ontwikkeling aantal banen naar bedrijfstak, 2004-2015
Bron: LISA
0
15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
2004 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 2015industrie/bouw handel/horeca zakel.dienstover.dienstverl. overig
Ontwikkeling aantal banen naar bedrijfstak, 2004-2015
industrie/ handel/ zakelijke overige overig
bouw horeca dienstverl. dienstverl.
2004 10.220 14.270 11.828 25.756 4.255
2005 10.363 14.867 12.377 23.892 4.321
2006 11.069 12.869 11.152 25.634 4.212
2007 9.865 15.542 12.608 24.343 3.861
2008 10.203 16.020 13.027 24.512 3.803
2009 9.218 16.151 14.456 25.043 2.654
2010 8.173 15.241 14.571 25.792 2.792
2011 7.974 14.882 13.735 25.796 3.231
2012 7.890 15.397 14.068 25.227 3.201
2013 7.576 14.145 14.381 24.918 3.829
2014 7.284 14.556 13.851 24.879 3.626
2015 7.371 14.882 13.369 25.058 3.495
Bron: LISA
Ontwikkeling aantal bedrijfsvestigingen:
Het aantal bedrijfsvestigingen in Haarlem neemt toe na 2007. De
stijging komt voornamelijk voor rekening van kleine bedrijven (meest
zzp-ers).
Ontwikkeling aantal bedrijfsvestigingen, 2004-2015
Bron: LISA
10.9
39
10.0
00
9.9
96
9.9
55
10.3
31
10.8
46
11.0
41
11.2
95
11.6
85
11.9
50
12.1
98
12.8
21
8.000
9.000
10.000
11.000
12.000
13.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Netto arbeidsparticipatie:
Na een daling van de netto arbeidsparticipatie, van 69,7% in 2008 tot
67,3% in 2014, is er sprake van groei in 2015 naar 68,7%.
De netto arbeidsparticipatie geeft aan hoeveel procent van de
beroepsbevolking ook daadwerkelijk een betaalde baan heeft.
Netto arbeidsparticipatie in Haarlem, 2004-2015
Bron: CBS
66,1
65,4
66,2
69,4
69,7
69,4
68,6
68,3
68,1
67,9
67,3 68,7
50
55
60
65
70
75
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden:
De werkloosheid (niet-werkende werkzoekenden) in Haarlem
neemt de laatste jaren sterk toe. In vergelijking tot andere steden
blijft het werkloosheidsniveau echter relatief laag.
Niet-werkende werkzoekenden, 2004-2015
Bron: UWV
5.3
65
5.5
59
5.5
37
4.5
05
3.6
87
3.6
61
3.6
47
3.8
24
3.6
31
4.5
13 6
.023
7.7
55
0
2.000
4.000
6.000
8.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Ontwikkeling leegstand kantoren:
De leegstand van kantoorruimte daalde in 2016 voor het derde
achtereenvolgende jaar.
Leegstand kantoren in m2, 2006-2016
Bron: Kantorenmarkt BV
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016leegstand, onverhuurd leegstand, verhuurd
Leegstand kantoren in m2, 2006-2016
onverhuurd verhuurd totaal
2006 78.800 5.900 84.700
2007 64.500 6.400 70.900
2008 62.500 19.200 81.700
2009 55.600 12.200 67.800
2010 78.100 6.600 84.700
2011 84.700 28.400 113.100
2012 95.600 32.600 128.200
2013 115.200 29.600 144.800
2014 122.200 15.800 138.000
2015 110.300 1.300 111.600
2016 980.000 3.800 983.800
Bron: Kantorenmarkt BV
leegstand
Ontwikkeling binnenlandse bezoeken:
Na een afname van het aantal binnenlandse bezoeken vanaf 2009 is
het dieptepunt bereikt. 2015 is een jaar van enig herstel. Gemiddeld
genomen is dit keerpunt van 2015 niet zichtbaar.
Ontwikkeling aantal binnenl. bezoeken (index 2008=100)
Bron: NBTC-NIPO
50
70
90
110
130
150
170
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015gemiddeld steden HaarlemDordrecht (sterkste stijger) Breda (sterkste daler)
Ontwikkeling aantal binnenlandse bezoeken, 2008-2015
HAARLEM Dordrecht Breda gemiddeld
(sterkste stijger) (sterkste daler) steden
2008 2.652.000 1.515.000 4.399.000 100
2009 2.825.000 1.783.000 4.292.000 95,5
2010 2.849.000 2.039.000 4.062.000 95,5
2011 2.791.000 2.372.000 3.749.000 94,0
2012 2.593.000 2.298.000 3.276.000 82,6
2013 2.331.000 1.558.000 2.859.000 73,7
2014 2.227.000 1.505.000 2.722.000 69,2
2015 2.373.000 1.414.000 2.214.000 63,5
Bron: NBTC-NIPO
Bezoek aan musea en podia in Haarlem, 2008-2015
Bron: Culturele instellingen
429.9
73
449.1
16
424.6
08
493.9
87
527.2
46
538.5
36
508.6
68
536.7
18
350.7
88
403.4
47
380.1
26
408.3
13
406.7
93
401.0
88
446.8
91
447.1
22
0
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
600.000
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
8 grootste musea+grote kerk 4 grote podia+filmschuur
In de Atlas voor Gemeenten 2016 bezet Haarlem met zijn cultuuraanbod de 3e plaats tussen de
vijftig grootste gemeenten, drie plaatsen hoger dan in 2015. Ook de Haarlemmers zelf tonen zich
ingenomen met het cultuuraanbod in hun stad. Gemiddeld geven ze een 8,0 als rapportcijfer. Ook in
alle andere jaren sinds 2007 kwam het cijfer boven de 7,0 uit.
.
De Haarlemse musea ontvingen voor het 4e jaar op rij meer dan 500.000 mensen. Met bijna 450.000
bezoekers beleefden ook de podia een topjaar. Philharmonie, Stadsschouwburg en Toneel-/
Filmschuur ontvingen alle meer bezoekers dan in 2014. Teylers Museum en de Grote Kerk stonden
eveneens flink op winst.
De cijfers over museumbezoek bevatten in 2015 voor het eerst gegevens van Nieuwe Vide en 37PK,
instellingen die samen 12.000 belangstellenden trokken.
Staat van Haarlem
Cultuur, vrije tijd en toerisme
Naar meer informatie over toerisme, vrije tijd en toerisme
Top-10 culturele evenementen en instellingen:
Met 647.000 bezoekers vormde de Pathé Bioscoop ook in 2015 de grootste culturele trekpleister van Haarlem. GRAFIEK en meer.
Binnenlandse toeristen naar reden bezoek:
Haarlem verwelkomde in 2015 bijna 1,2 miljoen binnenlandse toeristen die 2,4 miljoen bezoeken aflegden. GRAFIEK en meer.
Overnachtingen in hotels/pensions:
Haarlemse hotels en pensions boekten in 2015 voor het eerst meer
dan 300.000 overnachtingen.
GRAFIEK en meer.
Topevenementen:
Haarlemmers kiezen Bevrijdingspop ook in 2015 als het
topevenement in hun stad.
GRAFIEK en meer.
Regelmatige sporters naar leeftijd:
De sportdeelname in Haarlem zit al jaren in de lift.
GRAFIEK en meer.
Waardering van het sportaanbod:
Haarlemmers waarderen het sportaanbod in hun stad met een ruime
voldoende.
GRAFIEK en meer.
Rapportcijfer cultureel aanbod in Haarlem, 2007-2015
Bron: Omnibus Haarlem
7,4 7,4 7,4 7,17,6 7,5 7,6 7,3
8,0
0
2
4
6
8
10
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Top-10 culturele evenementen en instellingen:
De Pathé Bioscoop vormde ook in 2015 de grootste culturele
trekpleister van Haarlem met maar liefst 647.000 bezoekers. Op de
tweede plaats staat de Toneel-/ Filmschuur met ruim 165.000
bezoekers; 115.000 van de Filmschuur en 50.000 van de
Toneelschuur.
Teylers beleefde zijn beste jaar na 2005 en 2012, jaren waarin het
museum internationale toptentoonstellingen in huis had (Michelangelo
en Rafaël).
Kanttekening is dat Frans Hals Museum en De Hallen tot 1 organisatie
behoren en samen 144.000 belangstellenden trokken. Ook
Stadsschouwburg en Philharmonie behoren tot dezelfde organisatie en
kregen samen bijna 170.000 cultuurliefhebbers binnen.
Top-10 2015 Culturele evenementen en instellingen
aantal bezoekers
1 Pathé Bioscoop 647.000
2 Toneel/ Filmschuur 165.273
3 Teylers Museum 136.189
4 Bevrijdingspop 125.000
4 Haarlem Jazz & More 125.000
6 Patronaat 115.127
7 Grote of St Bavo kerk 104.687
8 Frans Hals Museum (excl. De Hallen) 103.874
9 Stadsschouwburg 90.408
10 Philharmonie 76.314
Bron: evenementenmanager gemeente, de culturele instellingen
Binnenlandse toeristen naar reden bezoek:
Haarlem verwelkomde in 2015 1,2 miljoen binnenlandse toeristen die
bijna 2,4 miljoen bezoeken aan de stad aflegden.
Shoppen en restaurantbezoek vormden traditiegetrouw de populairste
ingrediënten van een dagje Haarlem.
In niet meer dan 4 van 29 grote gemeenten gaat een groter deel van
de bezoekers naar een museum dan in Haarlem.
Binnenlandse toeristen naar reden bezoek, 2015
Bron : NBTC-NIPO
52
39
19
17
14
5
4
4
21
50
35
21
14
13
8
4
6
24
0 10 20 30 40 50 60
winkelen voor plezier
bezoek restaurant
op terrasje zitten
bezoek musea
stadswandeling
bezoek evenement
nachtleven/uitgaan
bezoek theater/concert
overig
Haarlem totaal steden
Overnachtingen in hotels/pensions:
Het aantal verblijftsoeristen ging in 2015 voor het tweede jaar op rij
omhoog. Dit na een terugval in 2013, onder meer veroorzaakt door de
renovatie van Hotel Haarlem-Zuid.
De Haarlemse hotels en pensions boekten in 2015 voor het eerst
meer dan 300.000 overnachtingen. Mede debet aan de toename is de
stijging van het aantal verhuringen via websites als Airbnb.
Overnachtingen in Haarlemse hotels/pensions, 2004-2015
Bron : Cocensus
184.1
25
180.3
97
208.3
69
244.4
50
243.2
80
230.0
89
243.4
12
242.8
99
248.8
99
209.9
79 284.2
20
302.0
03
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
200420052006200720082009201020112012201320142015
Topevenementen:
Bevrijdingspop was volgens de leden van het Digipanel hét
topevenement van 2015. Een kwart van de panelleden die een
topevenement noemden, zette het jaarlijkse festival in de
Haarlemmerhout op nummer 1. Met ruime achterstand completeren
Haarlem Jazz & More en het Bloemencorso de top-3.
Bevrijdingspop finishte voor het derde jaar op rij bovenaan.
Panelleden beschouwen het bovendien als het meest Haarlemse
evenement, met Bloemencorso en Luilakmarkt op de plaatsen twee en
drie.
Iets meer dan de helft van de deelnemers aan het panel noemde een
topevenement.
Topevenementen in Haarlem (in % panel, n= 892), 2015
Bron: Digipanel Haarlem
23
3
3
3
4
5
5
5
11
13
26
0 5 10 15 20 25 30
Anders
Haarlem Cultuur fest.
Parksessies
Monumentendagen
Houtfestival
Proefparken Haarlem
Koningsdag
Haarlem culinair
Bloemencorso
Haarlem Jazz & More
Bevrijdingspop
Aandeel (%) dat regelmatig sport naar leeftijd, 2005-2015
2005 2011 2012 2013 2014 2015
15-24 jaar 62 65 70 68 81 65
25-34 jaar 61 68 73 71 71 69
35-44 jaar 61 59 65 73 69 68
45-54 jaar 53 67 65 72 68 68
55-64 jaar 43 62 56 57 60 58
65 jaar en ouder 34 50 43 53 51 58
Totaal 55 62 63 65 68 64
Bron: Omnibus Haarlem
Regelmatige sporters naar leeftijd:
Twee van de drie Haarlemmers van 18 jaar en ouder doen regelmatig
aan sport. De sportdeelname in Haarlem zit al jaren in de lift. Tussen
2005 en 2015 steeg het percentage regelmatige sporters van 52%
naar 64%.
Anno 2015 doet in alle leeftijdsgroepen meer dan de helft van de
leden aan sport. Dat was in 2005 nog anders: van de 65+-ers was een
derde actief tegen en van de 55-64 jarigen zo’n vier op de tien. Kijken
we nog verder terug, dan zien we dat in 1993 niet meer dan 18% van
de senioren sportte.
Een regelmatige sporter is iemand die minstens 1 keer per 2 weken
een sport beoefent
Aandeel (%) dat regelmatig sport naar leeftijd, 2005-2015
Bron: Omnibus Haarlem
30
40
50
60
70
80
90
2005 2011 2012 2013 2014 2015
15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar45-54 jaar 55-64 jaar 65+
Waardering van het sportaanbod:
Haarlemmers waarderen het sportaanbod in hun stad met een ruime
voldoende: een 7,5. In de periode 2007-2015 schommelde het cijfer
tussen 7,0 en 7,3. Zo’n 5% van de Haarlemmers deelt een ‘5’ of lager
uit en daarmee een onvoldoende.
Waardering van het sportaanbod in Haarlem, 2007-2015
Bron: Omnibus Haarlem
7,3 7,2 7,1 7,1 7,1 7,0 7,2 7,17,5
0
2
4
6
8
10
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
In Haarlem wordt veel gefietst. Helaas leidt dat soms tot ongelukken met nare gevolgen.
Vergeleken met andere steden komt dit in Haarlem niet opvallend meer of minder voor.
De waardering voor de parkeergelegenheid in de binnenstad zat enkele jaren in de lift.
Voor het tweede jaar op rij scoort Haarlem nu een voldoende: 6,0.
Staat van Haarlem
Mobiliteit
Naar meer informatie over mobiliteit
Rapportcijfer bereikbaarheid en doorstroming:
Inwoners waarderen de bereikbaarheid van Haarlem al sinds 2007 met een (ruime) voldoende. GRAFIEK en meer.
Oordeel reizigers openbaar vervoer:
Tussen 2013 en 2014 nam de waardering voor ‘tijd en doorstroming’ toe. GRAFIEK en meer.
Vervoermiddel naar werk:
Auto (werk buiten Haarlem) en fiets (werk in Haarlem) blijven
onveranderd populair.
GRAFIEK en meer.
Bereikbaarheid banen:
Haarlem heeft relatief veel banen binnen acceptabele reistijd.
GRAFIEK en meer.
Woon-werkverkeer uitgaand Haarlem:
Haarlemmers werken relatief veel in een andere gemeente binnen
de Metropoolregio Amsterdam (MRA).
GRAFIEK en meer.
Woon-werkverkeer inkomend Haarlem:
Van de werkzame personen in de regio Haarlem komt bijna de helft
uit naburige gemeenten.
GRAFIEK en meer.
Rapportcijfer parkeergelegenheid binnenstad, 2007-2015
Bron : Omnibus Haarlem
5,15,4
5,15,4
5,7 5,8 5,9 6,0 6,0
0
1
2
3
4
5
6
7
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Verkeersslachtoffers met fiets per 10.000 inw., 2014
Bron : VeiligheidNL
4,5
4,5
3,1
2,3
2,0
1,5
1,4
1,4
1,0
0,9
0,7
0,5
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0
Groningen
Zwolle
Leiden
Enschede
HAARLEM
Dordrecht
Maastricht
Nijmegen
Breda
Amersfoort
Den Bosch
Arnhem
Rapportcijfer bereikbaarheid en doorstroming:
Inwoners waarderen de bereikbaarheid van Haarlem al sinds 2007 met
een (ruime) voldoende. Kritischer tonen zij zich over de verkeers-
doorstroming en de bereikbaarheid van het centrum en de
autobereikbaarheid. De twee laatstgenoemde aspecten scoren de
laatste jaren rond een krappe voldoende.
Rapportcijfers bereikbaarheid en doorstroming, 2007-2015
Bron : OV Klantenbarometer
4
5
6
7
8
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
bereikbaarh. stad bereikbaarh.Centrumautobereikbaarheid verkeersdoorstroming
Rapportcijfers bereikbaarheid en doorstroming, 2007-2015
autobereik- verkeers-
jaren stad Centrum baarheid doorstroming
2007 6,5 5,4 5,3 5,1
2008 6,9 5,8 5,6 5,5
2009 6,6 5,4 5,3 5,1
2010 6,6 5,5 5,3 5,2
2011 6,6 5,4 5,3 5,2
2012 7,0 5,7 5,6 5,4
2013 7,0 5,9 5,7 5,6
2014 7,3 6,2 6,1 5,8
2015 7,2 6,0 5,9
Bron : OV Klantenbarometer
bereikbaarheid
Oordeel reizigers openbaar vervoer:
De OV Klantenbarometer meet de waardering voor het openbaar
vervoer van reizigers. Het algemene oordeel over het OV oogst in de
regio Haarlem/IJmond al jaren enkel (ruime) voldoendes.
Op alle aspecten scoort Haarlem/IJmond in 2015 minimaal een 7.
Enige uitzondering is de waardering voor de ‘prijs’. Laatstgenoemde
aspect scoort echter ook een ruime voldoende en is beter beoordeeld
dan een jaar eerder.
De ontwikkeling van de waardering van het OV is over langere termijn
voor alle aspecten tamelijk stabiel. De rapportcijfers bevinden zich
steevast binnen een geringe bandbreedte tussen ‘6’ en ‘8’. In de
periode 2007-2015 is vooral winst geboekt wat betreft ‘tijd en
doorstroming’.
Oordeel reizigers openb. vervoer Haarlem/IJmond, 2007-2015
Bron : OV Klantenbarometer
6
6,5
7
7,5
8
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015alg. oordeel info. en veiligheidrijcomfort tijd en doorstrom.prijs
Oordeel reizigers openbaar vervoer Haarlem/IJmond, 2007-2015
algemeen info. en rijcomfort tijd en door- prijs
jaren oordeel veiligheid stroming
2007 7,2 7,6 7,5 6,2 6,6
2008 7,5 7,7 7,6 6,4 6,8
2009 7,4 7,8 7,6 6,2 6,6
2010 7,7 7,8 7,9 6,7 6,6
2011 7,5 7,7 7,7 6,4 6,1
2012 7,6 7,8 7,7 6,9 6,5
2013 7,6 7,8 7,8 6,9 6,6
2014 7,7 7,9 7,8 7,1 6,5
2015 7,7 7,9 7,8 7,1 6,7
Bron : OV Klantenbarometer
Vervoermiddel naar het werk:
In het Omnibusonderzoek wordt al jaren aan Haarlemmers gevraagd
hoe zij van/naar hun werk reizen. Daarbij gaat het om het
vervoermiddel waarmee men de langste afstand aflegt.
Dit levert weliswaar geen volledig beeld op van het gebruik van alle
vervoersmodaliteiten voor verschillende doelen (‘modal split’). Het
geeft wel een beeld van de ontwikkeling van het gebruik van
verschillende vervoersmiddelen.
De auto en fiets zijn het meest populair. Bijna één op de vier
Haarlemmers legt de grootste afstand van/naar het werk af per auto.
Een derde van de Haarlemmers pakt hiervoor de fiets.
Het spreekt voor zich dat met name Haarlemmers die in hun eigen
stad of net daarbuiten werken, veel vaker de fiets of benenwagen
nemen. Onder degenen die in Haarlem wonen en werken is de fiets
verreweg het meest populair (65%).
Over de langere termijn is de verhouding tussen vervoersmiddelen
stabiel. In het woon-werkverkeer op relatief korte afstand heeft de fiets
in Haarlem een stevige positie. Als het gaat om langere afstanden,
dan zijn auto en trein onveranderd de meest gebruikte
vervoersmiddelen.
Vervoermiddel Haarlemmers naar werk, 2008-2015
Bron : Omnibus Haarlem
0%
20%
40%
60%
80%
100%
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
te voet fiets bromfiets/motor auto bus trein anders
Vervoermiddel Haarlemmers naar werk in %, 2008-2015
te voet fiets bromfiets auto bus trein anders
jaren + motor
2008 3 30 4 37 6 14 6
2009 3 32 3 39 5 17 0
2010 4 29 2 43 7 12 2
2011 4 30 2 42 6 14 1
2012 6 28 2 40 7 15 2
2013 4 28 2 42 5 17 2
2014 2 28 3 38 7 19 2
2015 2 29 3 39 6 19 2
Bron : Omnibus Haarlem
Bereikbaarheid banen:
De Atlas voor Gemeenten laat voor de 50 grootste gemeenten zien
hoeveel banen binnen acceptabele reistijd met het openbaar vervoer
kunnen worden bereikt.
Dit gegeven zegt iets over de mobiliteit/bereikbaarheid, maar ook over
de werkgelegenheid. Een combinatie van relatief veel banen en
relatief goed bereikbaarheid (in reistijd) is het meest gunstig (positie 1
op deze ranglijst)
Haarlem neemt in 2015 op deze ranglijst de 11de plek in. Vooral de
ligging van Haarlem, in een regio met relatief veel banen, draagt bij
aan deze gunstige klassering.
Rangorde banen binnen acceptabele tijd te bereiken
Bron : Atlas voor gemeenten
1111109
18
1312
20
1410
7
17
201520142013201220112010200920082007200620052004
1
50
Woon-werkverkeer uitgaand Haarlem:
Haarlem maakt onderdeel uit van de Metropoolregio Amsterdam
(MRA). In 2014 is opnieuw onderzocht hoe arbeid zich verdeeld over
de gemeenten. Dit komt onder andere tot uiting in de uitgaande
pendel. Waar werken Haarlemmers vooral?
Haarlemmers werken relatief veel in een andere gemeente van de
Metropoolregio Amsterdam (MRA), vooral in Amsterdam en
Haarlemmermeer (Schiphol). Minder dan de helft van de Haarlemmers
werkt in Haarlem of de naburige gemeente (‘eigen regio’).
Woon-werkverkeer uitgaand Haarlem, 2014
Bron : MRA
eigen regio46.000
IJmond4.000
Haarlemmermeer
16.000
Amsterdam17.000
overige MRA4.000
buiten MRA12.000
eigen regio46.000
IJmond4.000
Haarlemmermeer
16.000
Amsterdam17.000
overige MRA4.000
buiten MRA12.000
Woon-werkverkeer inkomend Haarlem:
Haarlem maakt onderdeel uit van de Metropoolregio Amsterdam
(MRA). In 2014 is opnieuw onderzocht hoe arbeid zich verdeeld
over de gemeenten. Dit komt onder andere tot uiting in de
inkomende pendel. Waar komen mensen die in de regio Haarlem
werken vooral vandaan?
Van de werkzame personen in de regio Haarlem komt bijna de
helft uit de eigen regio. Ruim een kwart van de forensen die in
Haarlem werken, komt van buiten de MRA. Verhoudingsgewijs
vinden veel mensen uit de IJmond emplooi in Haarlem. Hun
aandeel is bijvoorbeeld groter dan dat van inkomende forensen
uit Amsterdam en Haarlemmermeer.
Woon-werkverkeer inkomend Haarlem, 2014
Bron : MRA
eigen regio46.000
IJmond11.000
Haarlemmermeer
5.000
Amsterdam4.000
overige MRA5.000
buiten MRA31.000
Gemiddeld verbruikt een Haarlems huishouden in een particuliere woning 2.600 kWh elektriciteit per
jaar en 1.150 m3 gas. Het elektriciteits- en gasverbruik is over de jaren redelijk stabiel.
Haarlemmers produceerden in 2014 gemiddeld 446 kilo afval. Dat ligt onder de hoeveelheid die de
gemiddelde Nederlander produceert. De afvalproductie daalt al sinds 2007.
Staat van Haarlem
Milieu en duurzaamheid
Naar meer informatie over milieu en duurzaamheid
CO2-uitstoot naar verbruiker:
De totale CO2 uitstoot van bedrijven, particulieren en verkeer ligt in 2015 voor het eerst sinds 2008 onder de 800.000 g CO2. GRAFIEK en meer.
Opwekking energie door zonnepanelen:
Het gebruik van zonnepanelen om energie op te wekken zit ook in Haarlem duidelijk in de lift
GRAFIEK en meer.
Glasafval en papier/karton:
In Haarlem wordt steeds minder papier en karton aangeboden als
afval. De ‘productie’ van glas(afval) blijft stabiel.
GRAFIEK en meer.
Bedrijfs- en personenauto’s op aardgas en elektriciteit:
Ook in Haarlem staan steeds meer auto’s geregistreerd die op
gas/elektriciteit rijden.
GRAFIEK en meer.
Elektr. laadpunten en tankpunten biobrandstoffen/(groen) gas:
Haarlem beschikt per 10,000 inwoners over 6 plekken waar je met
een auto op elektriciteit of biobrandstof kunt opladen/tanken.
GRAFIEK en meer.
De voorraad lucht o.b.v. uitstoot diverse stoffen:
Haarlem neemt een middelpositie in als het gaat om de ‘voorraad
lucht…”
GRAFIEK en meer.
Gemiddeld energieverbruik per part. woning, 2004-2014
Bron: CBS
1.7
00
1.6
00
1.5
50
1.5
00
1.7
50
1.4
00
1.4
50
1.5
50
1.1
50
2.7
00
2.7
50
2.7
00
2.8
50
2.7
50
2.7
50
2.7
50
2.7
00
2.6
00
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
2004 2006 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
gasverbruik in m3 elektriciteitsverbruik in kWh
Gemiddeld huishoudelijk afval per inw., 2003-2014
Bron: CBS
497
522
519
524
513
506
495
490
469
447
446
549
561
562
561
569
561
549
535
535
517
495
498
0
100
200
300
400
500
600
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Haarlem Nederland
CO2-uitstoot naar verbruiker:
Bedrijven zijn doorgaans verantwoordelijk voor de meeste CO2 uitstoot
in Haarlem, gevolgd door particuliere huishoudens en verkeer.
In 2015 ligt de totale uitstoot van deze drie groepen voor het eerst
sinds 2008 onder de 800.000 g CO2. De totale uitstoot neemt sinds
2011 af.
In vergelijking tot 2014 is de uitstoot van bedrijven en verkeer in 2015
(verder) afgenomen. Voor particuliere huishoudens geldt dat de
uitstoot (licht) toeneemt.
CO2-uitstoot naar verbruiker, 2008-2015
Bron: Liander
0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
particulieren bedrijven verkeer
CO2-uitstoot naar verbruiker, 2008-2015
particu- bedrijven verkeer totaal
lieren
2008 227.785 388.113 209.398 825.296
2009 274.767 366.719 207.135 848.684
2010 256.640 387.060 206.321 850.021
2011 224.308 429.170 208.004 861.482
2012 219.085 423.870 209.160 852.115
2013 230.254 397.779 205.653 833.686
2014 220.411 392.483 195.590 808.484
2015 220.718 384.851 192.770 798.339
Bron: Liander
Opwekking energie door zonnepanelen:
Steeds vaker wordt ook in Haarlem energie opgewekt door
zonnepanelen
In 2015 leverde deze Haarlemse zonnepanelen gezamenlijk voor
3.382.646 kWh aan energie.
Het gebruik van zonnepanelen om energie op te wekken zit duidelijk in
de lift. Daar waar in 2008 nog geen 50.000 kWh werd opgewekt, is
sindsdien elk jaar sprake voor forse groei.
Opwekking door zonnepanelen in kWh, 2008-2015
Bron : Liander
46.6
74
94.2
74
203.5
84
271.4
39
537.8
55
1.5
93.9
98
2.4
45.1
63 3.3
82.6
46
0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
2.500.000
3.000.000
3.500.000
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Glasafval en papier/karton:
Haarlem streeft naar een circulaire economie, waarbij steeds meer
(afval)stoffen kunnen worden hergebruikt. Deze stoffen
vertegenwoordigen zodoende een belangrijke economische waarde.
Het is daarbij belangrijk dat stoffen waar mogelijk gescheiden worden
verzameld. Glas en papier/karton zijn stoffen die al jaren apart worden
ingezameld.
De afgelopen jaren neemt de omvang van afval in de vorm van papier
duidelijk af. Hierbij speelt digitalisering ongetwijfeld een belangrijke rol.
In Haarlem werd in 2015 bijna 3200 ton glas aangeboden. De
‘productie’ van glasafval is de afgelopen jaren stabiel. In een circulaire
economie, zal het steeds meer/beter opnieuw worden gebruikt of voor
andere doeleinden.
Glasafval en papier/karton in tonnen, 2004-2015
Bron: CBS
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
glasafval papier/karton
Glasafval en papier/karton in tonnen, 2004-2015
papier/
jaren glasafval karton
2004 3.146 6.373
2005 3.178 6.790
2006 3.436 7.193
2007 3.445 7.493
2008 3.567 7.225
2009 3.678 6.859
2010 3.604 6.850
2011 3.696 6.660
2012 3.770 5.939
2013 3.260 5.636
2014 3.290 5.550
2015 3.210 5.465
Bron: CBS
Bedrijfs- en personenauto’s op aardgas en elektriciteit:
Steeds meer auto’s rijden op aardgas en elektriciteit.
Uit gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RWD) blijkt dat
in Haarlem in 2015 per 10,000 inwoners een kleine 30 auto’s waren
geregistreerd die hierop rijden.
In 2014 waren in Haarlem nog 6 per 10,000 van dergelijk auto’s
geregistreerd en in 2015 ging het al om 17 per 10,000 inwoners. Het
aantal auto’s die op deze brandstof rijden neemt de afgelopen jaren
dus flink toe.
Uit vergelijking met andere steden blijkt dat vooral in Breda en
Amersfoort een veelvoud van dergelijke auto’s staat geregistreerd.
Auto's op aardgas en elektriciteit per 10.000 inw., 2015
Bron : RDW
141
128
45
45
39
39
28
24
18
17
15
11
0,0 30,0 60,0 90,0 120,0 150,0
Breda
Amersfoort
Den Bosch
Arnhem
Groningen
Dordrecht
HAARLEM
Zwolle
Enschede
Nijmegen
Leiden
Maastricht
Elektrische laadpunten en tankpunten biobrandstoffen en
(groen)gas:
Om auto op elektriciteit of biobrandstoffen te laten rijden is het
belangrijk dat er voldoende laadpunten zijn.
In Haarlem waren in 2015 per 10,000 inwoners 6 van dergelijke
laadpunten aanwezig.
Daarmee wijkt Haarlem niet wezenlijk af van veel andere gemeenten.
In Arnhem en Groningen zijn evenwel meer van dergelijke punten te
vinden
Elektr. laadpunten + tankp. biobrandst. per 10.000 inw., 2015
Bron : RDW
14
12
7
7
6
6
6
5
4
4
3
3
0 3 6 9 12 15
Arnhem
Den Bosch
Amersfoort
Breda
Zwolle
HAARLEM
Dordrecht
Groningen
Maastricht
Nijmegen
Enschede
Leiden
De voorraad lucht o.b.v. uitstoot diverse stoffen:
Telos maakt als universitair kenniscentrum duurzame ontwikkeling
maatschappelijk hanteerbaar. Zij hanteren een maat voor de voorraad
lucht in een gemeente op basis van de uitstoot van CO2,
stikstofoxiden, fijnstof en vluchtige organische stoffen.
Dit kan worden uitgedrukt in een score van 0 (zeer laag) tot 100 (zeer
hoog). Haarlem bevindt zich daar vrijwel tussenin.
Ook uit de vergelijking met andere gemeenten blijkt dat Haarlem een
middenpositie inneemt.
De voorraad lucht o.b.v. uitstoot diverse stoffen, 2015
Bron : TELOS
66
62
60
59
56
52
51
51
48
48
45
45
0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0
Groningen
Zwolle
Maastricht
Nijmegen
HAARLEM
Enschede
Dordrecht
Leiden
Amersfoort
Den Bosch
Breda
Arnhem
SociaalGemeente Haarlem, afdeling Data, Informatie & Analyse
Inhoudsopgave VolgendeVorige
Sociale infrastructuur
Onderwijs en jeugd
Inkomen en uitkeringen
Afgezet tegenover Nederland (index 100) blijkt dat het gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen (GBI) in Haarlem in het meest recente peiljaar (2013) nagenoeg gelijk is aan het gemiddelde van Nederland. In het afgelopen decennium is Haarlem steeds meer naar het gemiddelde van Nederland toegegroeid.
Recent, na 2012, is het aantal bijstandsuitkeringen toegenomen.
Staat van Haarlem
Inkomen en uitkeringen
Naar meer informatie over Inkomen en uitkeringen
Percentage huishoudens met laag inkomen:
Het aandeel huishoudens in Haarlem met een laag inkomen of een inkomen tot iets boven het sociaal minimum (120%) neemt in 2010, 2011, 2012 en ook in 2013 toe. GRAFIEK en meer.
Huishoudelijk inkomen per wijk:
In twee van de negen Haarlemse wijken ligt het besteedbaar inkomen per huishouden het meest boven het stedelijk gemiddelde.
GRAFIEK en meer.
Inkomen personen naar actief en niet-actief:
Het gemiddeld besteedbaar inkomen van personen met een jaar
lang inkomen groeide tussen 2009 en 2013.
GRAFIEK en meer.
Bijstandsuitkeringen vergelijkbare steden:
Het aandeel bijstandsuitkeringen is in Haarlem relatief laag in het
rijtje van vergelijkbare steden.
GRAFIEK en meer.
Ontwikkeling arbeidsongeschiktheid:
In 2015 daalt het aantal arbeidsongeschikten ten opzichte van 2014
(-260), na een stabilisatie in de periode 2012-2014.
GRAFIEK en meer.
Ontwikkeling uitkering WW:
In 2015 is er sprake van een stabilisatie van het gebruik van een
WW-uitkering ten opzichte van 2014.
GRAFIEK en meer.
Gemiddeld inkomen huishoudens t.o.v. landelijk, 2003-2013
Bron : CBS
96,6 96,9 97,096,5
96,1
96,8
98,3 98,3
99,199,4 99,4
95
96
97
98
99
100
101
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Haarlem Nederland
Ontwikkeling bijstandsuitkeringen in Haarlem, 2004-2016
Bron : Gemeente Haarlem
3.4
45
3.6
34
3.4
81
3.1
02
2.8
28
2.4
34
2.4
63
2.4
70
2.5
08
2.8
06
3.0
75
3.2
55
3.3
74
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016
(N)ABW WWB
Percentage huishoudens met laag inkomen:
Het aandeel huishoudens in Haarlem met een laag inkomen of een
inkomen tot iets boven het sociaal minimum (120%) neemt in 2010, 2011, 2012 en ook in 2013 toe.
Het aandeel lage inkomens is in 2013 lager dan in heel Nederland.
Percentage huishoudens met laag inkomen, 2006-2013
Bron : CBS
9,5
15,0
8,8
14,1
8,4
13,5
8,3
13,8
8,6
13,9
9,2
14,5
9,5
14,8
10,0
15,3
10,1
15,7
0
5
10
15
20
laagink=105% tot 120%
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Nederl.2013
Huishoudelijk inkomen per wijk:
In drie van de negen Haarlemse wijken ligt het besteedbaar inkomen
per huishouden het meest boven het stedelijk gemiddelde in de
periode 2009-2013: Haarlemmerhout-kwartier, Duinwijk en Te Kleef en
te Zaanen. Het meest onder dit gemiddelde zitten Haarlem-Oost en
Schalkwijk.
Huishoudelijk inkomen per wijk t.o.v. de stad, 2009-2013
Bron : CBS
80
90
100
110
120
130
140
150
Oude S
tad
Spoorb
aan
Leid
en
Haarle
mO
ost
Haarle
mm
er-
houtk
wartie
r
West
oever
NB
Spaarn
e
Ter
Kle
ef en
te Z
aanen
Oud S
chot
en
en S
paarn
dam
Duin
wijk
Sch
alk
wijk
2009
2012
2013
Huishoudelijk inkomen per wijk t.o.v. de stad, 2009-2013
wijken 2009 2012 2013
Oude Stad 97,0 98,5 97,1
Spoorbaan Leiden 106,5 106,4 107,5
Haarlem-Oost 84,6 85,7 85,5
Haarlemmerhoutkw. 133,2 133,2 133,8
Westoever NBSpaarne 94,7 93,0 93,6
Ter Kleef en te Zaanen 119,3 119,0 120,2
Oud Schoten en Spaarndam 96,1 95,6 96,0
Duinwijk 132,3 129,4 129,8
Schalkwijk 85,5 84,5 84,7
heel Haarlem 33.700 34.300 34.600
Bron: CBS
Inkomen personen naar actief en niet-actief:
Het gemiddeld besteedbaar inkomen van personen met een jaar lang
inkomen groeide tussen 2009 en 2013, in absolute zin het sterkst bij
de werkende bevolking (er is niet gecorrigeerd voor inflatie).
Inkomen personen naar actief/niet-actief, 2009-2013
Bron : CBS
38.700
19.600
17.000
21.400
21.900
40.900
20.300
17.600
21.700
22.900
41.700
20.600
18.800
22.200
23.300
0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000
actieven
niet-actieven
waaronder:
bijstand/werkloos
arbeids-ongeschikt
gepensioneerden
2009 2012 2013
Bijstandsuitkeringen vergelijkbare steden:
Het aandeel bijstandsuitkeringen is in Haarlem relatief laag in het rijtje
van vergelijkbare steden.
Bijstandsuitkeringen per 100 15 t/m 64 jarigen, 2010-2015
Bron : CBS
6,5
6,2
6,0
5,1
4,7
4,1
3,6
3,5
3,5
3,5
3,0
2,9
5,6
5,0
4,8
4,4
4,1
3,5
3,1
2,9
2,9
3,0
2,6
2,4
0 1 2 3 4 5 6 7 8
Groningen
Arnhem
Enschede
Nijmegen
Dordrecht
Maastricht
Zwolle
Leiden
Breda
Den Bosch
HAARLEM
Amersfoort
jan.2015 jan.2011
Ontwikkeling arbeidsongeschiktheid:
In 2015 daalt het aantal arbeidsongeschikten ten opzichte van 2014 (-
260), na een stabilisatie in de periode 2012-2014. Het aantal
arbeidsongeschikten vertoonde na 2004 tot en met 2012 een dalende
tendens.
Uit de Atlas voor gemeenten 2016 blijkt dat Haarlem ongeveer een
gemiddelde positie heeft qua aantal arbeidsongeschikten als
percentage van de beroepsbevolking (28ste
plek tussen 50 steden).
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen naar soort, 2004-2015
Bron : UWV
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
WAO WAZ Wajong IVA/WGA
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen naar soort, 2004-2015
jaren WAO WAZ Wajong IVA/WGA
2004 9.160 350 1.120
2005 8.390 350 1.120
2006 7.570 310 1.170 170
2007 7.010 270 1.260 3.350
2008 6.560 230 1.380 540
2009 6.170 210 1.490 780
2010 5.690 190 1.590 1.030
2011 5.160 150 1.670 1.320
2012 4.730 130 1.750 1.570
2013 4.350 110 1.910 1.820
2014 3.990 100 2.040 2.040
2015 3.640 90 2.020 2.160
Bron: UWV
Ontwikkeling uitkering WerkloosheidsWet:
In 2015 is er sprake van een stabilisatie van het gebruik van een WW-
uitkering ten opzichte van 2014. In de periode 2008 tot en met 2014
maakten Haarlemmers steeds meer gebruik van een WW-uitkering.
Uit de Atlas voor Gemeenten 2016 blijkt dat de werkloosheid in
Haarlem, binnen de groep 50 grootste gemeenten, relatief laag is
(plek 10).
Uitkeringen WerkloosheidsWet, 2004-2015
Bron : UWV
2.5
70
2.5
30 2.0
00 1.4
80
1.2
90
2.2
90
2.3
00
2.4
10
3.0
20
3.6
10
3.7
60
3.7
40
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Vrijwillige inzet vormt een belangrijk onderdeel van de sociale infrastructuur van een stad.
Bijna de helft van de Haarlemmers verricht wel eens vrijwilligerswerk.
Voor Haarlemmers die dat nodig hebben zijn er voorzieningen vanuit de Wmo.
Circa 12.000 Haarlemmers konden in 2015 rekenen op hulp vanuit de 5 meest voorkomende Wmo
voorzieningen in Haarlem.
Staat van Haarlem
Sociale infrastructuur
Naar meer informatie over sociale infrastructuur
Aandeel inwoners dat mantelzorg geeft:
Een op de vijf Haarlemmers geeft in 2015 aan mantelzorger te zijn. GRAFIEK en meer.
Onvoldoende of meer contact gewenst:
Bijna een derde van de Haarlemmers gaf in 2015 aan onvoldoende contacten te hebben of meer contacten te willen.
GRAFIEK en meer.
Mate van zelfredzaamheid naar stadsdeel:
De meeste Haarlemmers zien zichzelf als volledig zelfredzaam.
Sommigen hebben echter hulp nodig in het dagelijks leven.
GRAFIEK en meer.
Reden beperkte zelfredzaamheid:
Financiën blijken voor Haarlemmers vaker een reden voor beperkte
zelfredzaamheid te zijn dan beperking vanwege gezondheidsreden
en ervaren onveiligheid op straat.
GRAFIEK en meer.
Lopende reïntegratievoorzieningen:
Uit vergelijking met andere steden blijkt dat Haarlemmers minder
vaak een beroep (hoeven) doen op hulp bij de terugkeer naar werk.
GRAFIEK en meer.
Kwaliteit zorg/ondersteuning en wat het oplevert:
De meeste Haarlemse cliënten zijn positief over de (effecten van)
ondersteuning vanuit de Wmo.
GRAFIEK en meer.
Percentage vrijwilligers in Haarlem, 2005-2015
Bron: Omnibus Haarlem
31 31 34 35 38 41 40 3947
0
10
20
30
40
50
2005 2007 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Aantal WMO-cliënten naar soort hulp, 2015
Bron : WZW monitor Zuid-Kennemerland
3.137
830
805
5.564
1.166
358
0 2.000 4.000 6.000
hulp bij huishouden
begeleiding individueel
begeleiding groep
vervoersvoorzieningen
rolstoelen
beschermd wonen
Aandeel inwoners dat mantelzorg geeft:
‘Samen voor elkaar’ is het motto waaronder de gemeente Haarlem
haar sociaal beleid vorm geeft. Naast vrijwillige inzet is mantelzorg
hierbij essentieel. In 2015 gaf één op de vijf Haarlemmers in het
Omnibusonderzoek aan mantelzorg te verlenen.
Over langere termijn geven steeds meer Haarlemmers aan mantelzorg
te verlenen. Niet iedereen laat zich echter als mantelzorger
registreren. Voor hen kan in geval van dreigende overbelasting
ondersteuning plaatvinden.
Aandeel (%) dat mantelzorg geeft in Haarlem, 2009-2015
Bron: Omnibus Haarlem
15 15 1618 18 18
20
0
5
10
15
20
25
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Onvoldoende of meer contact gewenst:
Vooral voor kwetsbare mensen zijn sociale contacten vaak erg
belangrijk. Bijna een derde van de Haarlemmers gaf in 2015 in
het Omnibusonderzoek 2015 aan, dat zij -buiten werk en school-
onvoldoende contacten te hebben of meer contacten zou willen
hebben.
De afgelopen jaren blijkt de omvang van de groep Haarlemmers
die dit aangeeft niet wezenlijk toe- of af te nemen.
Onvoldoende of meer contact gewenst in %, 2009-2015
Bron: Omnibus Haarlem
26 27 25
31 30 29 29
0
5
10
15
20
25
30
35
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Mate van zelfredzaamheid naar stadsdeel:
Zelfredzaamheid is een belangrijk begrip in de sociale infrastructuur.
Het gaat er in de kern om in hoeverre mensen zichzelf redden in het
dagelijks leven; zonder of met beperkte hulp van anderen.
In 2015 is aan deelnemers aan het Omnibusonderzoek gevraagd hoe
zelfredzaam men zichzelf vindt. De meeste van deze Haarlemmers
(87%) zien zichzelf als volledig zelfredzaam. Dat wil zeggen dat men
geen enkele hulp van anderen nodig heeft in het dagelijks leven. 12%
acht zichtzelf beperkt zelfredzaam (soms hulp nodig). Een kleine
groep geeft aan in het dagelijks leven niet zonder hulp te kunnen.
Inwoners van Schalwijk en Haarlem Oost geven vaker aan hulp nodig
te hebben in het dagelijks leven. De zelfredzaamheid ligt in deze
stadsdelen respectievelijk 4% en 3% onder het gemiddelde voor
Haarlem.
Mate van zelfredzaamheid naar stadsdeel, 2015
Bron: Omnibus Haarlem
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Centrum ZuidWest Oost Noord Schalkwijk Haarlem
volledig zelfredzaam beperkt zelfredzaam niet zelfredzaam
Mate van zelfredzaamheid naar stadsdeel, 2015
volledig beperkt niet
stadsdeel
Centrum 90% 9% 1%
Zuid-West 89% 10% 1%
Oost 84% 13% 3%
Noord 88% 11% 1%
Schalkwijk 83% 14% 3%
Haarlem 87% 12% 1%
Bron: Omnibus Haarlem
zelfredzaam
Reden beperkte zelfredzaamheid:
Mensen kunnen op verschillende manieren hulp nodig hebben in het
dagelijks leven.
In het Omnibusonderzoek 2015 is gevraagd naar drie mogelijke
vormen van beperking in zelfredzaamheid. Bijna een kwart van de
Haarlemmers voelt zich in het dagelijks leven ernstig tot enigszins
beperkt vanwege financiën. Bijna een op de vijf wijst hierbij op
gezondheidsredenen. Een op de tien Haarlemmers geeft aan zich
beperkt te voelen vanwege onveiligheid op straat.
In alle stadsdelen van Haarlem is financiën de voornaamste reden
voor beperking in zelfredzaamheid, gevolgd door gezondheidsredenen
en ervaren onveiligheid op straat.
Reden beperkte zelfredzaamheid, stadsdeel, 2015
Bron: Omnibus Haarlem
2118
25
20
29
22
6 7
13
6
19
10
17 1619
16
23
18
0
10
20
30
40
Centrum ZuidWest Oost Noord Schalkwijk Haarlem
eigen fin. situatie onveilligheid op straat gezondheidsreden
Lopende reïntegratievoorzieningen:
Tot de sociale infrastructuur van een gemeente behoort ook
ondersteuning op sociaaleconomisch gebied. Hieronder vallen
bijvoorbeeld inkomensondersteuning of minimaregelingen voor hen
die dat tijdelijk nodig hebben, of hulp bij het vinden van werk.
Gemeenten bieden ook voorzieningen op het gebied van re-integratie;
ofwel het terugkeren naar werk vanuit een situatie zonder werk en/of
inkomen.
Vergeleken met enkele andere gemeenten blijkt dat Haarlemmers
minder vaak een beroep (hoeven) doen op dergelijke voorzieningen.
Reïntegratievoorzieningen per 10.000 inw. 15-64 jr., 2015
Bron : CBS - ParticipatieWet
451,3
354,9
272,0
271,3
257,5
236,0
201,9
196,9
160,8
152,1
118,3
100,1
0,0 100,0 200,0 300,0 400,0 500,0
Amersfoort
Enschede
Den Bosch
Breda
Maastricht
Zwolle
Arnhem
Groningen
Leiden
Dordrecht
Nijmegen
HAARLEM
Kwaliteit zorg/ondersteuning en wat het oplevert:
Voor een goed beeld van de werking en effecten van de Wmo, is het
belangrijk om te weten hoe cliënten deze ondersteuning ervaren.
Daarom laat de gemeente Haarlem jaarlijks een zogenaamd
‘cliëntervaringsonderzoek’ uitvoeren.
Uit dit onderzoek over 2015 komt naar voren dat 68% van de cliënten
de kwaliteit van de geboden zorg goed vindt en een vergelijkbare
groep van mening is dat de geboden zorg aansluit bij de hulpvraag.
Enkele vragen uit dit onderzoek over 2015 gaan ook in op effecten van
ondersteuning: 71% van de Haarlemse cliënten geeft aan dat de
ondersteuning vanuit de WMO voor hen heeft opgeleverd dat men
zich beter kan redden. Voor 62% geldt dat men door de ondersteuning
beter kan doen wat men wil.
Kwaliteit zorg/ondersteuning en wat het oplevert, 2015
Bron : Cliëntervaringsonderzoek Wmo
68
62
71
65
67
55 60 65 70 75
kwaliteit zorg goed
kan ik beter doen wat ikwil
kan ik mij beter redden
betere kwaliteit van leven
zorg past bij hulpvraag
% (helemaal) mee eens
Het aantal leerlingen dat in Haarlem middelbaar beroepsonderwijs volgt, steeg in het schooljaar
2014/2015 met ruim 400 vergeleken met 2013/2014. In het hoger beroepsonderwijs ging het
leerlingental met 400 omlaag.
Jongeren met jeugdhulp (in % inw. tot 18 jaar), 2015
Bron : KING
8,18,88,98,9
9,59,610,0
10,510,8
11,712,3
13,214,1
0 3 6 9 12 15
HaarlemArnhem
BredaEnschede
AmersfoortDen BoschNederlandNijmegen
ZwolleDordrechtGroningen
LeidenMaastricht
In Haarlem is het beroep op jeugdhulp relatief laag. Voor 8,1% van de jongeren tot 18 jaar was er
vraag naar deze vorm van ondersteuning. Haarlem zit daarmee lager dan elf vergelijkbare
gemeenten en ook onder het nationaal gemiddelde.
Staat van Haarlem
Onderwijs en jeugd
Naar meer informatie over onderwijs en jeugd
Leerlingen op het basisonderwijs:
In het Haarlemse primair onderwijs nam het aantal leerlingen de afgelopen jaren toe. GRAFIEK en meer.
Afstand tot voortgezet onderwijs:
Haarlemse leerlingen in het voortgezet onderwijs reizen gemiddeld 1,1 kilometer om op school te komen. GRAFIEK en meer.
Tevreden over jeugdvoorzieningen:
Haarlemmers beoordelen de speelmogelijkheden voor kinderen
beduidend gunstiger dan de voorzieningen voor de oudere jeugd.
GRAFIEK en meer.
Overlast van jongeren:
Bijna 1 op de 5 Haarlemmers zegt dat in zijn buurt vaak overlast
door jongeren voorkomt.
GRAFIEK en meer.
Jongeren met jeugdbescherming:
In de meeste vergelijkbare gemeenten krijgen jongeren vaker een
jeugdbeschermingsmaatregel dan in Haarlem.
GRAFIEK en meer.
Het aantal jeugdige verdachten:
Haarlem heeft relatief weinig last van jeugdcriminaliteit.
GRAFIEK en meer.
Leerlingen op het beroepsonderwijs in Haarlem, 2004-2015
Bron : NovaCollege en InHolland
6.0
71
5.6
85
5.5
50
5.6
55
5.8
10
5.9
56
6.0
52
5.6
96
4.6
40
4.7
19
5.1
50
5.0
42
5.1
78 6.2
49
6.0
08
5.8
03
5.7
15
6.1
87
6.6
29
5.9
07
5.6
89
5.9
16
5.4
96
4.9
86
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
mbo hbo
Leerlingen op het basisonderwijs:
In het Haarlemse primair onderwijs nam het aantal leerlingen de
afgelopen jaren toe: van 13.174 in het schooljaar 2003/2004 naar
14.236 in het schooljaar 2014/2015. De groei kwam goeddeels voor
rekening van het reguliere basisonderwijs. Het aantal leerlingen in het
speciaal basisonderwijs daalde van ruim 1.700 naar 1.335
Leerlingen op het basisonderwijs in Haarlem, 2003-2015
Bron : CBS
0
3.000
6.000
9.000
12.000
15.000
2003-2004
2004-2005
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
basisonderwijs speciaal basisonderwijs speciale scholen
Aantal leerlingen op het basisonderwijs, 2003-2015
basis- speciaal speciale totaal
jaren onderwijs basisond. scholen
2003-2004 11.433 834 907 13.174
2004-2005 11.428 819 891 13.138
2005-2006 11.504 779 940 13.223
2006-2007 11.665 732 1.024 13.421
2007-2008 11.835 709 961 13.505
2008-2009 11.880 693 1.034 13.607
2009-2010 12.045 646 987 13.678
2010-2011 12.009 622 981 13.612
2011-2012 12.216 554 999 13.769
2012-2013 12.339 493 1.023 13.855
2013-2014 12.615 459 906 13.980
2014-2015 12.901 422 913 14.236
Bron : CBS
Afstand tot voortgezet onderwijs:
Haarlemse leerlingen in het voortgezet onderwijs reizen gemiddeld 1,1
kilometer om op school te komen. Een kortere afstand dan in tien
vergelijkbare gemeenten.
Afstand tot voortgezet onderwijs in km., 2014
Bron : CBS
1,1
1,2
1,2
1,2
1,3
1,4
1,5
1,5
1,5
1,6
1,6
2,0
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0
Leiden
HAARLEM
Nijmegen
Groningen
Amersfoort
Breda
Maastricht
Enschede
Zwolle
Dordrecht
Arnhem
Den Bosch
Tevreden over jeugdvoorzieningen:
Zes van de tien Haarlemmers zijn (zeer) tevreden over de
speelmogelijkheden voor kinderen in hun buurt. Centrumbewoners
tonen zich minder vaak content dan stadgenoten uit Oost, Zuid-West
en Noord. Ook in Schalkwijk is de waardering kleiner dan in de twee
laatstgenoemde stadsdelen.
Haarlemmers beoordelen de voorzieningen voor de oudere jeugd
duidelijk minder gunstig dan de speelmogelijkheden voor kinderen.
Schalkwijkers tonen zich kritischer dan bewoners van Centrum, Zuid-
West en Noord.
Tevredenheid (in%) over jeugdvoorzieningen, 2015
Bron : Omnibus Haarlem
59
51
64
58
66
45
24
14
27
21
26
33
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Haarlem
Schalkwijk
Noord
Oost
Zuid-West
Centrum
voorzieningen jongeren speelmogelijkheden
Overlast van jongeren:
18% van de Haarlemmers zegt dat in zijn buurt vaak overlast door
jongeren optreedt. In het Centrum en Schalkwijk komt het aandeel dat
hinder ervaart duidelijk hoger uit dan in Noord, Zuid-West en Oost.
Overlast van jongeren komt vaak voor in de buurt (%), 2015
Bron : Omnibus Haarlem
11
13
18
19
30
33
0 10 20 30 40
Noord
Zuid-West
Haarlem
Oost
Schalkwijk
Centrum
Jongeren met jeugdbescherming:
Een jeugdbeschermingsmaatregel is een vorm van jeugdhulp. Ook dit
komt in Haarlem verhoudingsgewijs weinig voor: bij 1,1% van de
jongeren tot 18 jaar.
In niet meer dan 2 van 11 vergelijkbare gemeenten pakt dit
percentage lager uit.
Aandeel jongeren (tot 18 jr.) met jeugdbescherming, 2015
Bron : KING
1,01,0
1,11,1
1,21,3
1,41,4
1,51,61,6
2,02,2
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0
AmersfoortLeiden
HAARLEMBreda
NederlandDen Bosch
ZwolleArnhem
GroningenNijmegenDordrechtMaastrichtEnschede
Het aantal jeugdige verdachten:
Haarlem heeft relatief weinig last van jeugdcriminaliteit. Het aantal
jeugdige verdachten (12-24 jaar) per 1.000 inwoners van 12-24 jaar
ligt onder het nationaal gemiddelde en is daarnaast lager dan in 10
van 11 vergelijkbare gemeenten.
In de leeftijdscategorie 12-17 jaar presteert alleen Breda beter dan
Haarlem en in de categorie 18-24 jaar geldt dat tevens voor Groningen
en Maastricht.
Aantal jeugdige verdachten per 1000 inw. van 12-24 jr, 2014
Bron : KING
9,39,9
12,313,3
15,417,717,718,118,4
19,525,1
28,430,5
0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0
BredaHAARLEMGroningenMaastrichtNijmegen
LeidenNederland
ZwolleEnschede
AmersfoortDen BoschDordrecht
Arnhem
Staat van Haarlem
Achtergrond
De gemeente Haarlem heeft veel bruikbare informatie in huis over de stad en de stadsdelen. Via www.haarlem.nl/feiten-en-cijfers is deze informatie toegankelijk. De aanwezigheid van verschillende bronnen op deze plek roept automatisch de vraag op naar overzicht en duiding voor onder andere raadsleden, bestuurders, programma-managers en beleidsmakers. Daarom heeft de gemeentelijke afdeling Data, Informatie en Analyse (DIA) voor 11 thema’s de belangrijkste kerngegevens benoemd en in kaart gebracht. Daarmee ontstaat in één beeld waar de gemeente staat: de Staat van Haarlem. Deze Staat van Haarlem is de derde in lijn. De gekozen kerngegevens sluiten net als in de vorige publicatie zo goed mogelijk
aan bij wat van belang is binnen de verschillende beleidsvelden (in deze derde
versie is weer gekozen om aan te sluiten bij de clusters Burger en Bestuur, Fysiek
en Sociaal uit de Haarlemse Programmabegroting). De gegevens zijn meestal
weergegeven voor alle jaren in de periode 2004-2016. Waar mogelijk en zinvol is
de situatie van Haarlem afgezet tegen het gemiddelde van Nederland of
vergelijkbare steden.
Naast de informatie in deze “Staat van Haarlem” is nog veel meer
informatie over Haarlem digitaal beschikbaar:
Open data:
Haarlem Open Data Portaal
Gebiedsgericht:
De buurtmonitor biedt belangstellenden de mogelijkheid om op maat allerlei
cijfers op te zoeken over de Haarlemse buurten, wijken, wijkraadsgebieden en
stadsdelen en natuurlijk over de stad Haarlem.
Wijkprofielen (kies in de linkerbovenhoek de gewenste wijk/buurt).
Monitoren
Via monitoren volgt de gemeente de ontwikkelingen op vier beleidsterreinen.
Deze monitoren bevatten actuele statistische informatie en gegevens uit
onderzoek en zijn online beschikbaar. Ze bestrijken de volgende gebieden:
Economie
Wonen
Cultuur
Binnenstad
WoonZorgWelzijn-monitor
Haarlemse Digipanels
De gemeentelijke afdeling Data, Informatie en Analyse (DIA) beheert twee
digipanels, een voor burgers en een voor ondernemers. Deelnemers aan deze
panels doen regelmatig mee aan korte digitale enquêtes van de gemeente.
Voor meer informatie zie feiten en cijfers
Hier zijn ook rapportages te vinden van de meest recente panelonderzoeken,
bijvoorbeeld over evenementen, duurzaam en circulair leven en
bezuinigingen.
Staat van Haarlem
Meer informatie
Algemene informatie externen
Metropoolregio Amsterdam
Provincie
Rijk
CBS
Waar staat je gemeente
CPB
SCP
Colofon:
Gemeente Haarlem
Data, Informatie en Analyse (DIA)
Onderzoek en Statistiek
Postbus 511, 2003 PB HAARLEM
Telefoon: 023-5113018
E-mail: dia@haarlem.nl
Twitter: twitter@OnSHaarlem
Internet: www.haarlem/feiten-en-cijfers/