Post on 30-Sep-2020
. r'' .: -...
: '.,. -'r,l_.
'',.
Id'ërtiteit in..arch itectuar d oo r
éÈ*.
iffiffi:
,:'ffi:
ornament en"reliëÍ
Schuimporseleinonder glas belicht
.ffis4ffi**ee*.-..,
IPolar Materials ;''I
S intertemperatu u r-ve'riagè,nde, add' r" -ve n '
:..i
Ín de gíófkèràmiek ,_,
ffiffi
ffiffiffi:
UITNODIGING
ldentiteit in architectuurDoor ornament en relief
IDENTITEIT IN ARCHTTECTUUR
,óo* o**oMENT EN RELIEF
íI*J*t var een gebouw wordt mede bepaald'
;;" ;t"ssie van de ceveMakk3*,*"!:^:5ï;;; ;;;*"n dagelijks waardoor het ber'urste zren
afuIakt. Als een beeld samenvalt met alles wat je aI
ïË;ilI*:u""T jï"".:ff"1ïJH"*"ï:i,il"tuur boeiend bliiven en rr
U.ï ,t *t"''iUóom vereist' Wij wilten beeldrijkdom
ilIà". u""t nieuwe keramische oppewlaktes met
"rrontoo.fi;t" effecten te ontwikkelen'
ö*"-"",* en reliëfs voor de P'evelhuid met aan-
dacht voor textuu'r' patroon "n
i'1"* onder invloed
ï*it"" en schaduw' Een serie keramische element-
"IUt. ,"*, op het platte vlak als ruimtelijk ziln toe
te passen. Daarbii een serie bakstenen die het geworle
;il;;;t,;"; doorbreken en de. geverhuli::ï .
;;;;t een weefsel' veel van de gebouwen om ons
i*, n*"" gtafische gevelvlakken' zonder textuu'"',
-"n* *"ï o"'" '"Iíëf' ontstaat een verrassend
,o"ïïL"rr"nt en schaduw en oogt de gevel steeds
Àd,ers en karaktewol'
Christine Jetten en Joris Molenaar
IDINTITÉIT IN ÀRCI'{ITECTUt-}R'í"oon
onNaueNr EN REt-lËr
EindPresefitetiethristine Jetten en Joris iMoíenocr
Conrbined Residence EKWC
ui*uooiï' öiile$e, I r-?o uur' sr*drd
ARCHITECTURAL IDENTITY THROUGH
ORNAMENT AND RELIEF
;ffi;r; character is defined'bv its fasade' In'
dailv use of our buildhgs we are hardly aware of
Ïïrï";;;i.dcs' pJicularlv ot their exteriors' '
When an image becomes too familiar' we overlook it'
In order to be fascinating and to provide a sense of
ilil J" fuqud" requires a special richness' ' ,
We wanr to once again surprise tn" f"'Uttt f1l]"jloping new' adventurous ceramic surÍaces: omamenl
Ïl'i"i,"lt"t the skin of facades characterized by
ï;;;,;;*"* and colour and influenced bv chang-
* ;;i; "*ï l:;;ï:ï1:Ë"H1if,iseries of terra cotta elemt
;; ;J "
series oÍ shaped bricks' th:*.1",? u *:.1"n
ffiil;t;; assembled' Marv oÍthebuildings. we
.I"-rrrr"t*U"d with are designed from u Tlphi"
-,iarnmoitlt.ltrithouttexhrr"o'ttt"potentialformlil
ffiï"ail;' it; relief created bv our exploration
.i'"' " ri"rtlness o{ tight and 'n"a"1-filllil'"',O"ïr" *U
"O*s varied experiences when vier'r'tng
the faqade'
Christine Jetten en Joris Molenaar
8 | Jaargang 29 20OB I nummer 2
reliëf
loris Molenaor [1956) studeerde aan de Technische
Hogeschool te De1ft bij onder anderen Rem Koolhaas
en Genit Oorthuys, Vincent Ligtelijn en Rein Saariste,
Leen van Duin en Gerrit Smienk. Hij studeerde af in1984 bii AIdo van Eijck.
Door een studentassistentschap bij prof.dr. Stanislaus
rron N4oos ziin architectuurgeschiedenis en -kritiek
onlosmakelijk zijn vakultoeÍbnlng r,erbonden.
In 1985 dchtte hij sanen met Wilfried r.an \ffinclen
het bueau Molenaar & Van Winden architecten op
te Delft. Dit bureau is radicaal eclectisch en daarom
kaleidoscopisch van stij1. Naast nieuwbouw - veelal
in historische context - is restauratie van jonge monu-
menten een specialiteit. Zo werd Huis Sonlerreld
[1933) gerestaureerd, het kantoor van Van Ne]le
herbestemd en wordt de restauratie en aanpassing
r.an museuln Boiimans Van Beuningen te Rotterdam
voorbereid.
Christine fetten (tgss) studeerde aan de Academie
voor Beeldencle Vorming in Tilburg en deed haar
master opleiding aan de Gerrit Rietr.eld Acadenie.
In 1996 volgde zij de Basiscursus Kei'amiek aalr de
Fontrrs Hogeschool te Eindhoven. Sinds 1990 expo-
seert zij in galerieën, musea en beeldentuinen.
Christine Jetten specialiseerde zich in kelamiek
en glazuren. Sinds 1997 is zij betrokken ger,r,eest
bij belangrljke restaulatieproiecten r,vaaronder het
Seavier,r, Hospital op Staten Island, Ne',v York, de
binnentuin r.an De Koninklijke Porcelerne Fles -
Ro-val Delft en de i'ontein valr het Vredespaleis.
Sinds 2000 maakt Christine Jetten ook deel uit van
ontr,rrerpteams voor r,1iesgevels. Het accent ligt daarbij
op oppen laktebehandeling en glazutuontr'rrikkeling.
Zij l,rrerkt aall grote internationale projecten en heeft
onder meer projecten gedaan in Londen, Ner,r, York
en Beijing.
Auteur:
Wim Pastoors
ln het project'ldentiteit in architectuur door ornament en reliëf ' hebben architect
Joris Molenaar van Molenaar & van Winden Architecten en beeldend kunstenaar Christine
Jetten nieuwe bakstenen ontworpen in het Europees KeramischWerkcentrum (EKWC,
's Hertogenbosch). Daarvan zijn er ook op beperkte schaal door Wienerberger geproduceerd
onder begeleidingvan Cees Groot (acquisiteur) en André Bleumer (verkoop binnendienst
Wienerberger Bemmel).
Wat de laatste jaren in hedendaagse architectuur
speelt, is de autonome expressie van de huid van
een gebouw, ontstaan doordat gebouwen niet meer
een uiterlijk hebben van dragende massa maar van
bekleding, Ios van de achteriiggende structuur. Ditheeft de klassieke opvatting dat draagstructuur en
functie de aanzet vormen tot expressie van een
gebouw, op losse schroeven gezet. Orthodox
moderne architectuur toont meer de samenstel-
lende programmadelen van een gebouw. Echt van
deze tijd is om de bekleding als autonoom
expressiemiddel te zien. Door sommigen wordthieruit de consequentie getrokken dat gevels
daardoor geheel vrij te decoreren zijn, zoals door
Herzog en de Meuron in hun studies over gevel-
vlies en alsook door Neutelings en Riedijk.
Toch wordt er nog weinig expliciet voor vrijheidvan decoreren van het gevelvlak gepleit. In de 19e
eeuw werd het werken in metselverbanden, dat
een constructieve oorsprong heeft, tot versierkunst
9 | Jaargang29 2008 | nummer 2
Het cttttononte gevelvlies - een spannende
architectonische opgat e. HooJ'd kantoor \|'NF,
Zeist. orchítect: Rau & Partners. Antsterdant(F oto : Kttsters F oto grafie )
gemaakt, trret een grote r,aliatie aan siermetsel-
rvelken Iallernaal nog in dragende r'r,anden
uitger,oeldl).
In de 21e eeur,r, is het autonome gevelr,lies een
DESIGNI orslcN . ,' IFIIESIGN . ":'
door
ffiq*.-
ffi O"ryr. Buurthuis Tonthol De Hofstee.
Molenaar & van Winden Architecten(foto Frank van Dam)
spannende architectonische opgave geworden, een
middel met ongekende vrijheid tot expressie.
Het keramische gevelvlies wordt op verschillende
wijzen geassembleerd.
Uit baksteen, door het traditioneel stapelen met
mortel of lijm op de bouwplaats, het plaatsen van
geprefabriceerde elementen, eventueel in combi-
natie met beton, met nieuwe droge assem-
blagetechnieken, zoals bijvoorbeeld Renzo Piano
heeft gedaan.
Uit gevelelementen, door bijvoorbeeld keramische
tegels te lilmen op een achterconstructie of door
het ophangen van (ook niet-keramische) elemen-
ten voor een geïsoleerde constructie.
Diabolo-vormsteen
foris Molenaar en Wilfried van Winden hebben
altijd een fascinatie voor textuur en reliëf in de
architectuur gehad. Veel van hun opdrachten
betreffen woningbouw of buurthuizen; projecten
zonder een grootbudget. Om de kosten laag te
n;}!*ëï::$ffi::t-;i:'".
houden, is in samenspraak met Wienerberger het
proces in gang gezet om een vormsteen te
ontwikkelen die in bulk kan worden geprodu-
ceerd.
Het wel of niet haalbaar zijn van een steen in een
bakproces heeft alles met de handeling van de
stenen in de fabriek te maken. De ene vorm is goed
te handelen, de andere helemaal niet. Hoe dat kan,
weten de mensen in de fabriek het best. Molenaar
is met een groot aantal ideeën voor stenen naar de
fabriek gegaan om de mogelijkheden te onder-
zoeken. Vervolgens is hij gaan kijken met welke
patronen mooie vormen en repetities te maken
zíjr:..
Het resultaat is de Diabolo-vormsteen: dankzij
twee afgeschuinde vlakken kunnen talloze
gevelcomposities met reliëf worden gemaakt.
De naam is aÍkomstig van de vorm die ontstaat
wanneer twee stenen gespiegeld tegen elkaar
worden geplaatst.
Detail van gevelstructuur - Buurthuis Tanthof
De Hofstee, Delft (foto Frank van Dam)
lO I Jaargang29 2008 I nummer 2
De Diabolosteen (foto Tom Croes)
lutonoont
In het buurthuis Tanthof in Delft zijn de stenen
verlijmd met een zeer dunne voeg van circa 5 mm,
die als schaduwvoeg de textuur van de baksteen
accentueert. Voor een woningbouwproject zijn de
Diabolo-vormsteen ook toegepast in een vermet-
selprocédé. Het blijkt mogelijk om allerhande
patronen te maken met de steen, maar het
voegwerk is vaak het grote probleem. Voegen ineen oppervlak met verschillende patronen en
verspringingen is erg moeilijk. Om de patronen
goed op elkaar te laten aansluiten, zijn ook vlakke
stenen toegepast.
Kledinglijn voor gebouwen?
Door de bouwkeramiek van Christine Jetten lopen
dezelfde rode draden a1s door haar autonome
keramische beelden. Haar werk weerspiegelt een
samenspel van buiten- en binnenruimtes, van lichten schaduw, van vorm en leegte.
Chrisline Jettens filosofie is:
Dankzijde 'leegte van ruimte' en
het'spel van licht en schaduw'
ín, rónd en trissen
keramiek, glazuur, glas en metaal,
krijgt de vorm pas écht bestaansrecht.
'Kijkend naar de materialen moet de ruimte(mee)beleefd worden'
Toegepast op de architectuur zegt Christine dat
onze zintuigen te kort worden gedaan door de
gemiddelde woonwijken van de jaren 60 en 70 en
recenter de Vinexwijken. Die leken altijd nog
wonderwel te passen bij de Nederlandse mental-
iteit, die woningen en gebouwen in de eerste
plaats ziet als gebruiksobjecten - om in te wonen
en te werken. Maar ze zouden 'meer beleefd'
kunnen (en moeten) worden. Licht- en schaduw-
ll I Jaargang 29 2OO8 | nummer 2
werking - onderhevig aan een dynamisch spel van
de seizoenen en de uren van de dag met reliëf en
ornamenten van nieuwe baksteenbekledingen -
kunnen de beleving van gebouwen in hun
omgeving een extra accent geven.
De term baksteenbekleding nodigt trouwens
gemakkelijk uit om een vergelijking te maken met
de mode. Kleding wordt al lang niet meer
beschouwd als iets Iouter functioneels.(Be)kleding geeft een extra dimensie aan de
persoonlijkheid, de beleving; waarom zou dat voor
gevels (nog) niet gelden?
Het was geen toeval dat de paden van ]orisMolenaar en Christine Jetten elkaar kruisten; ieder
op zoek naar het doorbreken van het traditionelegebruik van metselbakstenen in profielloze muren
met het kenmerkende vaste gridpatroon van
mortelvoegen. Beiden zagen het a1s een logische
stap voor designers en architecten nieuwe
expressiemogelijkheden te gaan ontginnen, te
beginnen met de metselbaksteen zelf.
Traditioneel hebben vooral producenten en
technische commissies bepaald welke vorm en
afmetingen straat- en metselbakstenen moesten
hebben. Daarbij stond altijd voorop dat bakstenen
'te maken' moesten ziin en dat ze moesten
'passen'. Metselbakstenen hebben in alle ianden
dezelfde rechthoekige vorm met afmetingen die
sterk kunnen variëren. Ieder land kent zo zijneigen voorkeuren. In Nederland is bijvoorbeeld het
waalformaat (210 x 100 x 50) erg populair. Ais
compensatie voor deze maat- en vormbeperkingen
hebben de producenten zich de laatste tientallen
iaren wel al erg ingespannen om een grotere
variéteit aan te bieden in de visuele eigenschap-
pen van metselbakstenen, zowel qua kleurschake-
ring als oppervlaktestructuur.
Molenaar en letten wilden samen verder kijken
dan deze 'oppervlakkige' structuren en zij
concentreerden zich op nieuwe mogelijkheden
voor de kleibaksteen die door de plastische
vervormbaarheid van de grondstof toch schier
onuitputtelijke expressiemogelijkheden in zichheeft. Zouden bijvoorbeeld weefstructuren zoals
we die van de textiel kennen in baksteenbekledin-
gen realiseerbaar zijn?
Nieuwe bouwstenen moeten echter we1 behalve
technisch ook relatief goedkoop geproduceerd en
verwerkt kunnen worden. Artistieke innovatie
moet daarom hand in hand gaan met technische
innovatie. Een derde - technische - partij 1ag voor
de hand. Wienerberger, tevens hoofdsponsor van
het Europees Keramisch Werkcentrum, was al bij
werk van Christine lettenE
eerdcre projccten van loris Molenaar (Diabolobak-
steen) en Chrlstine Jetten (Brick project) betrokken
en r,r.ilde graag een heipende hand bieden.
PresentatieOp dinsdag 1 april presenteerden Christine Jetten
en Joris Molenaar in het EKWC de resultaten van
de eerste fase van hun onderzoek. Zii hebben in de
eerste drie maanden van hun onderzoek twee
sporen uitgezet: gevelornamenten en prototypen
van bakstenen
Op het eerste spoor zijn de vele variaties onderzo-
cht die één type ornamentaal element mogelijk
maakt. Daarmee kan aan gebouwen, of ook aan de
verschiilende onderdelen daarvan - bijvoorbeeld
appartementsgebouwen - een eigen gevelvlak c'q.
een eigen identiteit gegeven worden. Van de
ontworpen ornamenten waren twee vormen
uitgewerkt en van elk type was een compositie aan
de wand gehangen als ware het een gevelvlak.
Deze eerste fase zetten zil voort met onderzoek
naar de praktische mogeliikheden en naar de
uitvoerbaarheid van ook ruimtelijke constructies.
De ontwerpen van hun bakstenen, het tweede
spoor, waren uitgestald op de vloer. De bezoekers
moesten zich voorstellen hoe dat zou tonen in een
staande wand. De nieuwe ontwerpen werden
voorgesteld als de Z-steen en de Komma-steen.
De Z-steen is inderdaad een Z-vormige steen. Deze
is ontworpen in één vlakke variant (dikte 65 mm)
en zes varianten met reliëfuitvoering. De verschil-
Lende Z-stenen, die onderling uitwisselbaar zijn,
zijn dan ook in wisselende combinaties toe te
passen.
Hiervan zijn er drie door Wienerberger gemaakt
12 | Jaargang2g 2OO8 | nummer 2
om cle produceerbaarheid en de haalbaarheid te
testen.
De Komma-steen kent ook een aarltal varianten. De
vlakke variant net diktes van 50 en 65 mm en een
r,ariant nr.et eclr conisch gervelfd opperrrlak. Door
cle identieke binnen- en buitencurr,e kunnen deze
stencn op rrerschlllende manieren gestapelcl en
geschakeld rt,otden.
De vlakke Z-steen (bovenste) en twee Z-stenen met
verschillende profielen (foto' s Ruud Peijnenburg)
.,:;l;,,i.i.:tl::jr/iiiÏ
i'..:,::;iï:ffi.' .ilti r:ir:'t:*í4. .'. |r,:Í,riffi:..:r,i::;.+=§tír
.. --q.;*
r.--THr:#:1:i*ffi.Ëffi
Enkele mogelijkheden ntet de Konttnasteen:
dichte en open structtu'en, t\vee- en dile-dimensionaol (foto's Ruud Pei jnenburg,)
Tijdens het informele gecleelte nar de presentatle
gar,en (Jees (lroot en Àndré Bleuiler van \\Iiener-
belger toelichting over dc prorluceer'baarheicl.
De r,lakke Z-steen kan r,rij gemakkeliik lndustrieel
worden geproduceerd via extrusie: er is eigenlijkalleen een speciaal mondstuk voor nodig.
De Z-steen met eenvoudig profiel (middelste op de
foto's) kan in principe met de vormbak gemaakt
worden, door passtukken in de vormbakken te
monteren.
Voor alle steenontwerpen worden nog welproductiehoofdbrekens verwacht, in het bijzonder
met betrekking tot het transport en de handeling
tussen het droog- en het bakproces, alsook bij het
ontladen na de oven. Deze proefstenen waren
echter allemaal handmatig gemaakt.
De werkperiode in het EKWC is voor Christine
Jetlen en ]oris Molenaar een concentratiemoment
geweest. De vruchtbare samenwerking zet aan totverder experimenteren en uitwerken van opge-
komen ideeën: ornamentaal bespelen van het
gevelvlak in reliëfs en baksteenpatronen en
ornamentaal omtekenen van de ruimte in koepel-
en andere ruimtelijke structuren. Binnen een jaar
kunnen de eerste resultaten al zichtbaar zijn! I
wttv.w. c hri stinej ett e n. nlw.ww. m o I e n aarv anwi n d e n. nl
13 | Jaargang 29 2OO8 I nummer 2