FB Ackermans 1.1

Post on 02-Jul-2015

365 views 0 download

description

De eerste drie dagen bij de familie Ackermans. Hoe gaat Sven deze legacy overleven?

Transcript of FB Ackermans 1.1

We gaan nu verder met de tweede familie, de familie Ackermans.

Sven heeft een kenniswens, en wilt de top halen in de carrière ‘Criminaliteit’. Laten we hopen dat het hem gaat lukken, en dat hij ook een familie opbouwt.

Eenzaam staat Sven voor zijn huisje. Niemand die hij kent, en geen weg terug naar de oude wereld van hem. De enige open deur is voor hem, en daar zal hij moed voor moeten hebben.

“Waarom heb ik hier, in Godsnaam, voor gekozen?” kreunt Sven, “Ik had het allemaal, en toch koos ik hiervoor.”

Verbitterd gaat Sven naar binnen en neemt de woonkamer in zich op.

Met een knorrende maag opent Sven de koelkast en kijkt erin. “Niet veel keus,” mompelt hij.

Dan pakt hij toch maar een stuk vruchtengebak en zet het in de oven.

Terwijl Sven wacht op zijn eten, ruikt hij opeens een onaangename lucht. “Het ruikt alsof iets aan het aanbranden is,” zegt hij, en dan ziet hij zwarte lucht uit de oven komen. “O, nee,” roept hij uit, en hij opent de oven. Zwarte lucht komt eruit gecombineerd met een stanklucht.

“Bah,” zegt Sven, “Mijn eerste ontbijt hier, en dan wordt het zo verpest. Ik kan al heel goed op mijn eigen wonen.” Teleurgesteld gaat hij aan de tafel zitten.

Sven gaat aan tafel zitten, en neemt een hap. Alsof het karton is, kauwt hij moeilijk. “Voortaan kook ik nadat ik het kan.”

Hij neemt nog een hap, maar slaat zijn hand voor zijn mond. Sven kan net voorkomen dat hij moet kotsen. “De rest laat ik maar staan,” zegt hij ontevreden, en snel gooit hij het weg.

Daarna gaat Sven de krant halen, om te kijken voor een baantje. Voor hij naar binnen loopt, kijkt hij om zich heen. “Wat een lege vlakte! Bijna geen mens te bekennen.”

Sven slaat de krant open, en laat zijn blik glijden over de pagina`s. Na een paar pagina`s vindt hij de vacaturepagina. Omdat Sven de top wilt halen in de Criminaliteit, kijkt hij ook uit naar een baantje in de Criminaliteit, maar niets. “Dan maar commercie,” zegt hij. “Voor eventjes.”

Nadat hij de krant heeft neergelegd, gaat de bel. Drie bezoekers komen Sven welkom heten in de buurt. Hartelijk begroet hij hen terug, en Mariëtte knoopt een gesprek aan met Sven.

De anderen stellen zich voor als Ben en Julie. ‘Hm, Julie ziet er best wel leuk uit,’ denkt Sven voordat Benjamin en Julie wegrennen voor een waterballonnen gevecht. Sven blijft gezellig praten met Mariëtte, maar Mariëtte moet al snel weg. “Fijn je ontmoet te hebben,” zegt ze voor ze gaat.

Omdat Sven zich anders verveelt, besluit hij mee te gaan doen in het gevecht. Enthousiast gooit hij met ballonnen, en flink wat ervan zijn raak.

Ze hebben de grootste plezier, en voordat ze het doorhebben, is de middag al bijna om. Benjamin schrikt op, en kijkt op zijn horloge. “Oei, ik moet gaan, anders haal ik thuis niet voor het donker,” lacht hij.

En voordat Sven iets kan zeggen, is Benjamin alweer verdwenen. Dan gaat hij naar Julie toe. “Heb je het naar je zin?” vraagt hij. “Ja, heel erg,” lacht ze.

Ze praten gezellig nog eventjes met elkaar, maar dan merkt Julie op dat ze moet gaan. “Ik moet gaan, maar bel me snel. Dan gaan we iets leuks doen,” stelt ze voor en Sven beaamt dat.

Als Julie weg is, gaat Sven onder de douche staan. “Mm, daar was ik even aan toe,” zegt hij en hij lacht.

Als hij er uit komt, besluit hij om alvast aan zijn vaardigheden te beginnen.

Peinzend gaat hij voor de spiegel staan, en oefent zijn charisma. Als hij ten slotte promotie wilt, zal hij toch wel goed moeten kunnen praten.

Druk is Sven dan ook bezig, en als de duisternis bijna valt, schrikt hij op. “Zo laat al? Man, wat gaat de tijd toch snel vandaag!” zegt Sven en hij loopt naar de keuken.

Hij pakt ingrediënten voor een simpel boterhammetje uit de koelkast en gaat aan de slag. “Zo makkelijker dan vruchtengebak,” mompelt hij.

“En het smaakt ook veel beter,” zegt hij, als hij de eerste hap neemt.

“Simpeler kan toch niet, en dan toch beter smaken dan iets ingewikkelder?”

Nadat Svens eten op is, ruimt hij alles op.

Daarna pakt hij een boek uit de pasgekochte boekenkast. “Een goed boek is wat ik nodig heb.”

Maar al snel leert hij veel begrippen en feitjes uit het boek. “Aha,” roept Sven opeens uit. Een ‘Eureka’ volgt nog net niet.

Als het al na elven is, legt Sven het boek weg. “Op naar bed, jongens,” zegt hij.

Hij trekt zijn pyjama broek aan, en kruipt in bed. Al snel vallen zijn ogen dicht, en vertrekt hij richting dromenland.

De volgende ochtend wordt Sven al vroeg wakker. Verward wrijft hij in zijn oog. “Over een paar uurtjes al weer werken?” vraagt hij ongelovig.

Snel douchet hij en gaat hij naar de WC.

En nog voor de zon opkomt, is Sven al klaar met zijn ochtendrituelen. “Goh, hopelijk gaat het elke morgen zo.”

Omdat Sven de verleiding niet kan weerstaan in een lekker boek te kruipen, loopt hij naar de boekenkast. Hij trekt een boek eruit en gaat rustig op de bank zitten.

Voor hij het weet, is de zon al opgekomen. Verbaasd kijkt Sven op uit zijn boek. “Is het nu al licht? Hoe laat zal het dan wel niet zijn?” vraagt hij ongelovig.

Sven zet zijn boek terug, als hij een auto hoort. “Hmm, dus dat zal mijn carpool zijn.”

Bij het zien van zijn carpool, schrikt Sven toch wel. “Hmpf, hadden ze niet wat beters kunnen regelen?” mompelt hij. “Sorry, jongen, zo gaat dat,” bromt de chauffeuse.

Zo rond drie uur in de middag, komt de carpool van Sven weer de straat in rijden.

Meteen pakt Sven de krant en gaat op de bank zitten. Hopelijk zit er vandaag een baan in de Criminaliteit erbij. Maar Sven wordt teleurgesteld.

“Dan nog maar een dag in de commercie werken.”

Omdat Sven toch het liefste geld wil binnenhalen, gaat hij verder werken aan zijn vaardigheden. “Dan kan ik nog een promotie binnenhalen,” terwijl hij tegen zichzelf praat in de spiegel.

Daarna gaat hij zijn avondeten bereiden. Hij pakt spaghetti uit de koelkast en hakt de tomaten fijn.

Na moeite te hebben gehad met mixen, en koken, haalt Sven de spaghetti van het fornuis. Een aangename geur verspreidt zich door de keuken. “Een stuk beter,” zegt hij.

Hij heeft zijn bord bijna leeg, als de telefoon gaat. Snel propt hij de rest naar binnen en rent op de telefoon af. “Hallo? Met Sven,” roept hij in de hoorn. “Hoi, Sven, met Julie.”

“Hee, Julie,” zegt Sven, “Wat is er?” “Niets, ik wou gewoon even vragen of je zin had om te gaan eten in de stad.” “Maar natuurlijk heb ik zin,” zegt Sven, “Laten we afspreken in de stad, over een half uurtje.” “Is goed, Sven, tot zo.”

En een paar minuten later rijdt de taxi de straat in. Sven stapt in, en doet de deur dicht. “Bram’s Botanische Eethuis,” zegt Sven en de taxi rijdt de straat uit.

Even later stopt de taxi bij het restaurant. Sven en Julie stappen uit, en Sven geeft de chauffeuse een flinke fooi.

Voor ze naar binnen gaan, neemt Sven Julie’s hand in de zijne. “Ik ben blij dat je gebeld hebt. Ik was het al weer vergeten, maar jij niet,” zegt Sven, terwijl hij Julie aan kijkt.

“Graag gedaan, maar ik had het gister echt naar mijn zin, en dat wou ik weer hebben.”

Sven neemt Julie mee naar binnen, en vraagt een tafeltje aan de gastheer. “Goedenavond, meneer,” zegt de gastheer, “Kan ik U naar Uw tafeltje begeleiden?” Sven knikt en hij en Julie volgen de gastheer.

Als ze hun bestellingen hebben doorgegeven, heerst er een ongemakkelijke stilte. En aangezien beide geen gespreksonderwerp weten, wachten ze op hun eten.

Maar tijdens het eten, laat Sven zich gaan. “Je bent mooi,” fluistert hij tegen haar, en Julie begint te blozen. “Bedankt,” mompelt ze verlegen.

Maar daar laat hij het niet bij. Hij geeft haar al snel een zoen tegen haar slaap, en Julie begint heviger te blozen. “Zullen we bellen gaan blazen?” vraagt Julie met een ondeugende twinkeling in haar ogen, terwijl ze met haar hoofd naar achter wijst.

Sven kan niets anders dan grijnzen, en al snel zitten de twee volwassenen bij de bellenblaasmachine. Sven blaast, en gele bellen vliegen de lucht. Julie lacht. “Je bent hier goed in,” lacht ze.

“Jij bent ook goed, hierin,” complimenteert Sven, en Julie blaast van verlegenheid harder.

En dat heeft grappige gevolgen voor haar.

Ze zweeft de lucht in, en kan niet ophouden met lachen.

“Hoe doe je dat?” vraagt Sven verbaasd. “Ik weet het niet, maar het is wel leuk,” giechelt Julie.

Ze hebben veel plezier, en na een tijdje zweeft Sven ook in de lucht. “Ooh, nee, voor mij hoeft het niet,” kreunt Sven, en hij ploft neer.

“Mietje,” giechelt Julie.

Na een tijdje houden ze het voor gezien. Ook besluit Sven om naar huis te gaan. Het is al na elven, en de volgende dag moet hij gewoon weer werken.

Maar voor hij gaat, zoent hij Julie op haar lippen.

“Dit doen we snel over,” zegt Sven, en hij knijpt in haar hand. “Bel me,” zegt Julie terwijl ze glimlacht. “Doe ik,” zegt Sven en dan loopt hij naar buiten.

Als Sven naar buiten loopt om een taxi te bellen, merkt hij dat het dondert. “Oeps, snel naar huis dan,” en hij tikt het nummer van de taxicentrale in.

En een paar minuten later zit Sven veilig en droog in een taxi naar zijn huis. Maar hij heeft wel het gevoel dat hij iets mist.

Het is al bijna middernacht als Sven thuis komt. Moe stapt hij uit de taxi, en loopt naar binnen. Hoewel zijn avond geslaagd is, is hij ook gesloopt.

Als Sven binnen is, loopt hij gelijk naar zijn slaapkamer, en trekt zijn kleren uit. Dan schiet hij in zijn pyjama en stapt in bed. Hij trekt de deken over hem heen, en denkt nog even aan Julie voordat zijn ogen dicht vallen.

De volgende ochtend wordt Sven nog op tijd wakker, anders had hij zich moeten haasten. Rustig loopt hij naar de badkamer en stapt onder de douche.

Op zijn gemak douchet hij, maar als hij eronder uit komt, is het allang licht, en zijn carpool kan er ieder moment zijn. “Oh nee!” roept hij uit.

*Ik had een scheldwoord willen schrijven, maar ik hield me in 8D*

Voor de carpool komt, kan Sven nog even het huis opruimen, gedeeltelijk althans. Als hij de krant van dinsdag weggooit, valt hem iets op. Bij zijn deur staat een cadeautje.

Glimlachend zet Sven de bloem binnen, en trekt zijn pak aan voor het werk. Voor hij de carpool instapt, trekt hij nog even alles recht.

En in de namiddag, rond 4 uur, rijdt de carpool van Sven de straat weer in.

Sven is heel blij, maar het zou nog beter zijn als hij een promotie kreeg in de Criminaliteit, maar nog steeds heeft geen baantje daar gevonden. Vandaag heeft hij weer hoop, en neemt de krant mee naar binnen.

Hoopvol laat Sven zijn blik over de pagina`s glijden, maar alweer niets. “Hoe lang zal dit nog doorgaan?” vraagt Sven teleurgesteld.

Hij legt de krant weg, en gaat zijn avond eten bereiden.

Deze keer kiest Sven voor macaroni. En na een paar minuten stijgt een heerlijke geur op uit de pan.

Onder het eten, kan Sven het niet laten te kijken naar zijn cadeautje van Julie. Wat heeft hij het toch getroffen. De promoties stroomden binnen, hij had een leuke date gehad met een mooie vrouw, maar zijn levenwens behalen bleek moeilijk te zijn.

Daarna gaat Sven douchen, want het pak dragen wordt hem teveel. Na zijn behoefte te hebben gedaan, gaat hij met een boek op de bank zitten.

Sven verdiept zich al snel in zijn boek, en schrikt letterlijk op als de telefoon gaat. Zuchtend zet Sven zijn boek terug en neemt de telefoon op.

Het is Mariëtte die even gezellig belt, maar Sven kan zijn gedachten er niet bij houden. Hij had eventjes gehoopt dat het Julie zou zijn. Maar helaas…

Sven probeert geboeid te blijven, maar dat mislukt enorm. “Hallo? Sven, ben je er nog?” “Sorry, Mariëtte, ik ben een beetje moe.” “Ik begrijp het, ik spreek je nog.” “Doei, Mariëtte.” Sven hangt op

Niet vlak daarna kruipt Sven ook echt zijn bed in, hij was dus toch moe.