Post on 10-Apr-2018
Energie en veiligheid
© Atlantische Commissie 2007
~ Toen hij de Iraanse president Ahmadinejad hoorde verklaren dat de Holocaust een
verzinsel was, dacht de Amerikaanse journalist Thomas Friedman: zou Ahmadinejad dat
ook durven zeggen als de olieprijs 20 dollar per vat was, in plaats van 60 dollar? En dat
zelfde dacht hij toen hij president Chavez van Venezuela tegen George Bush en Tony Blair
hoorde zeggen dat ze naar de hel konden lopen ~
I. Inleiding
Het websheet ‘Energie en veiligheid’ is opgesteld vanuit de gedachte scholieren uit de
Tweede Fase van het voortgezet onderwijs bekend te maken met de energieproblematiek
en de veiligheidsaspecten die hierbij komen kijken.
Het websheet is opgebouwd uit één basistekst, bestaande uit drie hoofdstukken die het
energieveiligheidsvraagstuk behandelen vanuit verschillende niveaus (de wereld, Europa en
Rusland, en Nederland). Daarnaast zijn er nog diverse verdiepingen die extra informatie
verschaffen over bepaalde onderwerpen. De verdiepingen zijn ook los van de basistekst te
gebruiken, vandaar dat deze als losse documenten zijn opgesteld.
Er is veel aandacht besteed aan vragen en (meningsvormende) opdrachten waardoor
leerlingen in het voortgezet onderwijs zelfstandig met het onderwerp aan de slag kunnen.
Het websheet bevat daarnaast ook suggesties voor groepsopdrachten en simulatiespelen.
De Atlantische Commissie heeft getracht zoveel mogelijk gebruik te maken van
Nederlandse teksten en afbeeldingen, maar helaas was dit niet altijd mogelijk. Vandaar dat
er ook enkele Engelstalige bronnen in dit websheet zijn opgenomen.
2
II. Energie: een wereldspel
Het dagelijkse gebruik van energie is niet meer weg te denken uit onze moderne
samenleving. Het is een basisbehoefte
geworden. De auto’s op de weg en de vliegtuigen
in de lucht komen nergens zonder het gebruik
van een energiebron. Gas is essentieel voor
bijvoorbeeld koken. Energie is dus een vereiste
voor het functioneren van een maatschappij.
Diezelfde energiebronnen zijn vandaag de dag
ook aanleiding tot veel conflicten, juist doordat
energie zo belangrijk is.
De link tussen energie en wereldpolitiek willen we graag in dit eerste hoofdstuk uitleggen.
Een historische introductie mag daar bij niet ontbreken
De wereld na 1989: eigenbelang voorop?
Na de Tweede Wereldoorlog in 1945 was de wereld verdeeld in twee ideologische kampen.
Er was sprake van een “bipolaire wereld”. Aan de ene kant had je het democratische
Westen (de VS en Europese bondgenoten) en aan de andere kant het communistische
Oostblok (de Sovjet-Unie en Oost-Europese bondgenoten). Er ontstond een strijd tussen
ideologieën, die uiteindelijk leidde tot de Koude Oorlog.
Deze “oorlog” werd zo genoemd, omdat het nooit tot
een directe confrontatie kwam tussen de Sovjet-Unie
en de Verenigde Staten. Wel was er altijd de dreiging
dat het tot een oorlog zou kunnen komen. Er was
sprake van een machtsevenwicht. De Sovjet-Unie
en de Verenigde Staten zorgden er steeds voor dat ze
in militair opzicht “even sterk” waren. Het
machtsevenwicht zorgde tegelijkertijd voor rust én
voor angst. Enerzijds was het duidelijk wie de tegenstander was en waar die te vinden was,
anderzijds was er altijd het gevaar dat het machtsevenwicht verstoord zou worden en
plaats zou maken voor oorlog.
3
Tijdens de Koude Oorlog was er
vrijwel geen handel tussen de Sovjet-
Unie en West-Europa. Dit was ook
bijna niet mogelijk. Een goed
voorbeeld hiervan is het conflict om
een Russische gaspijpleiding uit 1983.
West-Duitsland wilde graag gas vanuit
Rusland importeren. De Verenigde
Staten wilden hier echter niets van
weten en zetten West-Duitsland onder druk om geen gas uit de Sovjet-Unie te importeren.
De argumenten hiervoor waren vooral van strategische aard. West-Duitsland zou te
afhankelijk worden van de Sovjet-Unie. Uiteindelijk zwichtte West-Duitsland en ging het
gas uit Noorwegen importeren
Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in de
jaren daarna veranderden de verhoudingen in de wereld. De bipolaire wereld maakte
langzaam plaats voor een heel andere wereldorde. De verwachting was, dat nu de Koude
Oorlog ten einde was, de wereld zou integreren tot één markt en de democratie zich zou
verspreiden over de hele wereld.
Gedeeltelijk gebeurde dit ook. Veel Oost-Europese staten werden democratisch en er vond
meer samenwerking en handel plaats met Rusland. Terwijl het vroeger vrijwel onmogelijk
was om met Rusland handel te drijven, zijn tegenwoordig steeds meer Europese landen
afhankelijk van olie en gas uit Rusland.
4
Maar tegelijkertijd werd de cohesie (samenhang) binnen de westerse wereld minder.
Tijdens de Koude Oorlog was het duidelijk en vanzelfsprekend met wie je als land wel of
niet samenwerkte. Ná de Koude Oorlog was dit veel minder duidelijk. Nu wisselen staten
veel vaker van coalitie om hun nationale belangen veilig te stellen.
Daarnaast kwamen er een aantal nieuwe grote
mogendheden bij, zoals India en China. ‘Deze landen’, aldus
energiedeskundige Coby van der Linde van instituut
Clingendael, ‘stellen hun eigenbelang voorop en de macht
van de Verenigde Staten als bepaler van de internationale
betrekkingen brokkelt af’.
Vragen en opdrachten:
1. Beschrijf het ontstaan van de Koude Oorlog? Dus, wie waren betrokken? Wat wordt
verstaan onder de Koude Oorlog? Wanneer ontstond de Koude Oorlog en tot wanneer
duurde deze ‘oorlog’?
2. Waarom denk je dat West-Duitsland uiteindelijk toch gas ging importeren uit
Noorwegen in plaats van uit Rusland?
3. “Tijdens de Koude Oorlog gingen politieke belangen voor, maar tegenwoordig staan
economische belangen voorop in de betrekkingen tussen staten”. Geef met minimaal 3
argumenten aan of je het eens of oneens bent met deze stelling.
Energievoorziening: groeiende vraag, onzeker aanbod
Groeiende vraag
Vrijwel iedereen heeft olie nodig, dus de vraag is heel
groot. Deze vraag neemt alleen maar verder toe door
bijvoorbeeld de groei van de wereldbevolking en de
opkomst van nieuwe, snel groeiende economieën zoals
China en India. De vraag zal de komende 25 jaar
misschien met wel meer dan 60 % stijgen. In dat
geval zal China een derde van die groei voor zijn
rekening nemen.
In 2005 gebruikte Azië voor het eerst meer energie dan Noord-Amerika en dat verbruik zal
de komende jaren alleen maar toenemen. Deze groeiende vraag is te vergelijken met de
tijd dat Europa in de jaren ’50 en ’60 overschakelde van kolen naar olie en gas.
5
Onzeker aanbod
De bronnen van aardolie en aardgas zijn in het
bezit van een klein aantal landen. Het Midden-
Oosten, Venezuela, landen in de Kaspische
zeeregio en Rusland zijn de landen en gebieden
waar de meeste olie wordt gevonden en
geproduceerd.
Elf olie-exporterende landen hebben zich verenigd in de OPEC. De afkorting OPEC staat
voor Organisation of Petroleum Exporting Countries. De OPEC vormt in feite een kartel, dat
door het veranderen van het aanbod van olie, de prijs daarvan kan sturen. Op de kaart
hieronder kun je zien welke landen lid zijn (geweest) van de OPEC.
Olie- en gasreserves zijn niet gelijkmatig verdeeld over de wereld: 65% respectievelijk
35% van de bewezen olie- en gasvoorraden zijn te vinden in de landen rondom de
Perzische Golf. Helaas zijn deze
landen politiek instabiel en
democratische waarden zoals wij die
kennen, gaan daar niet op.
Daarnaast vormen corruptie en
terroristische aanslagen een
bedreiging voor de aanvoer van olie
en gas. Dit baart de landen die
afhankelijk zijn van de import van
olie zorgen.
6
In Saoedi-Arabië zijn enorme raffinage- en overslagcomplexen te vinden. Tweederde van
de olieproductie van het land bereikt de wereld via een enorm complex in Aqaiq aan de
Perzische Golf. Mocht er ooit een grote aanslag op een dergelijk belangrijke olie-installatie
succesvol worden uitgevoerd, dan zullen de gevolgen over de hele wereld merkbaar zijn.
De prijs van olie zal dan meteen explosief stijgen; de benzine voor de auto wordt dan veel
duurder.
Het internationale terrorisme is dus een groot gevaar
voor de energiemarkt. Vooral het vervoer, de
verwerking en de opslag van energie zijn erg gevoelig
voor terroristische aanslagen. Landen en regio’s zijn op
dit moment voornamelijk verbonden via
gaspijpleidingen. Maar ook in tankers worden dagelijks
zo’n 40 miljoen vaten ruwe olie via de oceanen
vervoerd. Ook vloeibaar gas, LNG wordt steeds vaker
op deze manier vervoerd.
Ook natuurrampen kunnen de olieproductie
verstoren. De orkaan Katrina zorgde voor een
gigantische ravage in de Golf van Mexico en aan de
zuidkust van de Verenigde Staten in 2005. Vele
olieplatforms werden verwoest, waardoor de
Amerikaanse olieproductie daalde met 27%. Dit
leidde tot een flinke stijging van de olieprijzen.
De bodem van de olie- en gasvoorraden lijkt in zicht te zijn. Het volume aan bewezen
olievoorraden is voldoende om nog ongeveer 20 tot 40 jaar in de huidige vraag naar olie te
kunnen voorzien.
Volgens het Centraal Planbureau nemen de bewezen olievoorraden jaarlijks toch nog toe
door de ontdekking van nieuwe bronnen. Ook betere benutting van de bestaande bronnen
(door technische ontwikkelingen) zorgt ervoor dat de bewezen olievoorraad nog steeds
toeneemt. De bewezen hoeveelheid reserves bedroeg in 2006 ruim 1290 miljard vaten.
Daarnaast bestaan er de zogenaamde ‘waarschijnlijke’ reserves, die op termijn aan de
bewezen olievoorraden kunnen worden toegevoegd als de techniek om olie te winnen
verder is ontwikkeld.
7
Het is dus niet zeker dat alle oliereserves ook daadwerkelijk gewonnen kunnen worden. De
winzekerheid is afhankelijk van economische (is het rendabel?), technische en
geografische factoren. Hoewel er bijvoorbeeld veel olie in Irak is te vinden, verwachten
deskundigen niet dat dit land de olieproductie snel op orde krijgt. De meeste olievelden op
andere plaatsen zijn al over hun productiepiek heen, of zitten er tegen aan. Dit wil zeggen
dat ze al de maximale hoeveelheden olie uit de grond halen, of het is onmogelijk om de
productie te vergroten.
Bovendien is er nog altijd veel onzekerheid over de werkelijke omvang van oliereserves in
de landen rond de Perzische Golf, omdat die landen in de jaren ’70 zonder aanwijsbare
reden een verdubbeling van hun olievoorraden rapporteerden.
Conclusie
Door de toenemende vraag naar olie en gas en de toenemende onzekerheid over het
aanbod van olie en gas, zijn olie- en gasimporterende landen steeds meer afhankelijk
geworden van olie- en gas exporterende
landen. De prijzen van olie en gas zijn de
afgelopen jaren enorm gestegen, wat grote
gevolgen heeft gehad voor de
wereldeconomie.
In de grafiek hiernaast kun je zien hoe de
olieprijzen de laatste vijf jaar zijn gestegen.
8
Daarnaast zijn exporterende landen zoals Rusland steeds beter in staat hun afnemers
onder druk te zetten om hoge prijzen te betalen voor olie en gas. Dit was de afgelopen
jaren bijvoorbeeld het geval bij de conflicten tussen Rusland en Oekraïne (december 2005)
en tussen Rusland en Wit-Rusland (december 2006).
Het wordt voor olie- en gasimporterende landen dan ook steeds belangrijker om hun
energievoorzieningszekerheid te vergroten.
Vragen en opdrachten:
1. Verklaar hoe het komt dat de olieprijzen na de orkaan Katrina flink stegen.
2. Welke landen zitten er op dit moment in de OPEC? Welke 2 landen zijn uit de OPEC
gestapt? Leg uit waarom de OPEC in feite een kartel genoemd kan worden.
3. Zoek uit welke landen er aan de Perzische Golf grenzen. Welke van deze landen
bezitten olie en / of gas? Welk land bezit de meeste olie? En welk land het meeste gas?
Wat betekent dit voor de regio en voor de internationale relaties?
4. Energievoorzieningszekerheid wordt steeds belangrijker; wat wordt hiermee bedoeld?
Waaruit blijkt dat energievoorzieningszekerheid steeds belangrijker wordt?
Energiepolitiek: hoe vergroot een land zijn energiezekerheid binnen de
internationale gemeenschap?
Olie is voor tien procent een economische kwestie en voor 90
procent een politieke kwestie. Daarmee wordt bedoeld dat olie niet
langer een handelsgoed is op de markt, maar een strategisch
instrument voor staten. Dit gaat niet alleen op voor olie, maar ook
voor gas. “De grote risico’s voor de energievoorziening zijn boven
de grond te vinden, en niet ondergronds”, aldus energiedeskundige
Daniel Yergin. “We zijn verslaafd aan olie’’ verkondigde George
Bush in zijn State of The Union in 2006. Over de hele wereld krijgt
energie nu een plaats op de agenda van de buitenlandse politiek.
Energietoelevering veiligstellen is belangrijk om de veiligheid te waarborgen.
9
Er zijn meerdere mogelijkheden om de energiezekerheid te vergroten:
Energiebronnen diversifiëren. De huidige energiemarkt is vooral gericht op olie en
gas. Deze energiebronnen worden ook wel fossiele
brandstoffen genoemd. De olie- en gasvoorraden nemen af
en daarnaast zijn er veel landen die geen eigen olie- en
gasvoorraden hebben. Daarom is het belangrijk om naar
alternatieve energiebronnen te zoeken. Bij alternatieve
energiebronnen kun je denken aan kernenergie, windenergie en zonne-energie.
Energieleveranciers diversifiëren. Als een land afhankelijk is van één ander land
voor bijvoorbeeld gas, dan is de gastoelevering erg kwetsbaar. Het is beter om het gas
uit verschillende landen te halen. Als er dan een conflict is met één land, kan het gas uit
een ander land geïmporteerd worden.
Beveiliging infrastructuur. Tankers, havens voor LNG,
olieraffinaderijen en pijpleidingen zijn kwetsbaar voor
aanslagen. Beveiliging van het gehele traject, van productie
en transport tot raffinage, is daarom essentieel.
Voorraden opbouwen. Mocht de olie- of gastoelevering
plotseling haperen of dreigen te stoppen, dan is het
belangrijk om als land nog een voorraad te hebben. Zodoende zit je niet meteen zonder
gas en / of olie als je een probleem hebt met de leverancier.
Goede informatievoorziening. Als de olie- en gasproductie af (dreigt) te nemen,
moet dit zo snel mogelijk bekend worden. Zodoende kan de internationale
gemeenschap op tijd ingrijpen.
Internationale vrije markt. Volgens de Europese Commissie, het dagelijkse bestuur
van de EU, moet er één Europese energiemarkt komen. Eerlijke concurrentie is hierbij
het uitgangspunt. Het bestaan van een internationale vrije markt is namelijk op zich zelf
al een bron van energiezekerheid. In tijden van crisis in de
aanvoer van energie zou de marktwerking een dempende
invloed kunnen uitoefenen op de (stijgende) prijs.
Regeringen moeten zich dus juist niet bemoeien met de
energiemarkt, aldus Andris Piebalgs, de Euro-commissaris
voor Energie (zie foto).
Stabiele internationale politieke verhoudingen. Stabiele betrekkingen tussen
landen zijn dé basis voor energiezekerheid. Geen enkel land kan zonder samenwerking
met andere landen voldoen aan de interne energiebehoefte. Ieder land is dus van
andere landen afhankelijk voor zijn energievoorziening. 10
Conclusie
Toen het Russische Gazprom omstreeks de jaarwisseling 2005/2006 de gaskraan
dichtdraaide naar Oekraïne (zie hoofdstuk 2), veroorzaakte dat grote paniek in Europa.
Hier en daar werd zelfs gesuggereerd dat er een nieuwe Koude Oorlog was begonnen met
energie als wapen. De onderlinge afhankelijkheid van landen, producenten en
consumenten is de laatste decennia alleen maar toegenomen. Europa is afhankelijk van
Rusland als gasleverancier, maar Rusland is afhankelijk van Europa als afzetmarkt. Deze
afhankelijkheid maakt duidelijk dat stabiele, goede betrekkingen tussen landen dé basis
zijn voor energiezekerheid.
Vragen en opdrachten
Binnen de NAVO gaan stemmen op om artikel 5 van het NAVO-handvest van toepassing te
verklaren wanneer de energievoorziening van een NAVO-lidstaat bedreigd wordt.
a. Zoek uit wat artikel 5 van het NAVO-handvest precies inhoudt.
b. Welke NAVO-lidstaten zullen voor dit plan te zijn en van welke lidstaten verwacht je dat
ze ertegen zullen zijn? Leg uit waarom.
c. Wat is jouw mening over het inzetten van artikel 5 als de energievoorziening van een
lidstaat in gevaar komt? Onderbouw je mening met argumenten.
Links bij dit hoofdstuk
Website van de OPEC www.opec.org
Website van de Europese Unie www.eu.int
De Europese Unie en energie europa.eu/pol/ener/index_nl.htm
Website Centraal Planbureau www.centraalplanbureau.nl
Website van de NAVO www.nato.int
Handvest van de NAVO www.nato.int/docu/other/nl/treaty-nl.htm
11
III. Europa en Energie: Het energiebeleid van de
Europese Unie en van Rusland
Een korte introductie
Het eerste naoorlogse West-Europese samenwerkingsverband
werd in 1951 gesloten. Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg,
België en Nederland namen vanaf toen deel aan de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Naast kolen werd
er gezocht naar een nieuwe vorm van energie om de Europese
industrie ook in de toekomst op peil te houden. Kernenergie leek
hiervoor geschikt. In 1956, tijdens een conferentie van ministers
van Buitenlandse Zaken in Venetië, werd voorgesteld om de
ontwikkeling van de energiesector en de Europese economie te
stimuleren vanuit twee verschillende organisaties. Hiertoe werden
in 1957 de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
(Euratom) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG)
opgericht.
Zie het websheet “De EU en Europese veiligheid” voor meer
informatie over de Gemeenschappen van de Europese Unie.
Onderstaande tekst is gebaseerd op een krantenartikel van 25 april 1995. Er worden in de
tekst voorspellingen gedaan over de vraag naar energie in 2010. Lees de tekst en ga na of
de voorspellingen voor jou merkbaar zijn.
Toekomstverwachtingen
Volgens het Internationale Energie Agentschap (IEA) ligt het in de lijn der verwachting
dat de wereldvraag naar energie de komende vijftien jaar flink zal groeien. De vraag naar
aardgas zal het snelst toenemen tot een maximum van 55 procent.
Vanuit de EU zelf zal de vraag naar gas verdubbelen. Dit betekent dat West-Europese
landen over 15 jaar afhankelijk zullen zijn van de import van gas uit Rusland, Noord-Afrika
en het Midden-Oosten.
De vraag naar olie zal explosief toenemen. Het aandeel van de OESO (Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de 25 rijkste landen ter wereld) in de totale
12
wereldvraag naar olie zal duidelijk afnemen. Niet-OESO landen zullen hun aandeel zien
stijgen tot de helft van de totale vraag. Die vraag naar olie komt geheel uit de
transportsector, dat naar verwachting haar wereldaandeel in de vraag naar olie zal zien
stijgen naar meer dan 60%.
Doordat 90 procent van de behoefte aan energie uit fossiele brandstoffen wordt gehaald,
zal het broeikaseffect toenemen. Als de politiek niet ingrijpt, zal de uitstoot van
schadelijke gassen oplopen naarmate het verbruik van deze brandstoffen zal stijgen.
Enerzijds verwacht het IEA een toename in energiebesparing en een doelgerichter gebruik
van energie. Dan zouden de prijzen gelijk blijven. De groei in de vraag naar energie wordt
dan namelijk minder. Anderzijds kan de vraag minder worden door hogere prijzen. De
prijs van een vat olie zal in 2010 hoger zijn dan nu.
De wereldvraag naar energie is de laatste jaren inderdaad duidelijk toegenomen. West-
Europese landen importeren nu veel meer gas uit Rusland, het Midden-Oosten en Noord-
Afrika. Daarom is energie op dit moment een belangrijk thema voor de EU. Op het kaartje
hieronder zie je de wereldwijde handelsstromen in olie.
13
Europese innovatiestrategie
Europa heeft in vergelijking met andere deelnemers op de energiemarkt een beperkte
toegang tot fossiele brandstoffen. Het is belangrijk dat de Europese Unie zich verzekert van
de eigen energievoorziening door ook andere energiebronnen te vinden en te gebruiken.
Op de Europese Top van Lissabon in 2000 is met dat doel het Europese energie-
innovatiebeleid ontworpen.
Dit beleid kent vier belangrijke pijlers, te weten:
fossiele energiebronnen
hernieuwbare energie
kernenergie
energiebesparing
Fossiele energiebronnen
Fossiele energiebronnen (zoals olie, gas en kolen) zullen
naar verwachting de Europese energiemarkt blijven
domineren in de komende dertig jaar. Omdat de oliereserves
in de Noordzee langzaam uitgeput raken zal de import van
olie in 2030 met een vijfde van het huidige totaal zijn
gestegen. Het aandeel van olie in de Europese import van
energie zal dan tot 70% stijgen.
Voor elektriciteitsproductie en voor verwarming zijn gas en
kolen de belangrijkste energiebronnen. Het aandeel van gas in
het totale Europese energieverbruik bedroeg in 2002 22%, en
dit wordt steeds groter. Gascentrales kunnen namelijk
goedkoop en snel gebouwd worden. Groot voordeel is
bovendien dat ze niet in hoge mate bijdragen aan de uitstoot
van schadelijke gassen. Een innovatie op gasgebied is gestookte warmtekracht koppeling.
Hierbij worden tegelijkertijd warmte en elektriciteit opgewekt.
Steenkool (zie foto rechts) is de meest voorkomende fossiele
brandstof. In het kader van het Europese energie-innovatiebeleid
richt de EU zich op schone kolentechnologie, waarbij het broeikasgas
CO2 wordt opgevangen en opgeslagen.
14
Als het huidige wereldwijde gebruik van kolen gelijk blijft, is er naar schatting nog voor 160
jaar voldoende. De brandstof komt over de hele wereld voor. Dit betekent dat de EU uit
meerdere delen van de wereld deze brandstof kan importeren. Het is daardoor geen groot
probleem als er vanuit een bepaald deel van de wereld geen kolen meer geïmporteerd
kunnen worden.
Als de EU uit een bepaald deel van de
wereld geen olie meer zou kunnen
importeren, zou dit wel een groot
probleem geven. De landen in de wereld
die olie kunnen leveren zijn zeldzaam.
Bovendien is de politieke situatie in die
landen vaak niet stabiel.
Met andere woorden: in het kader van
de energievoorziening van de EU is het
belangrijk dat zeldzame energiebronnen
uit meerdere delen van de wereld
geïmporteerd kunnen worden.
15
Hernieuwbare energie
Hernieuwbare energie is energie die onbeperkt kan worden opgewekt door gebruik te
maken van bijvoorbeeld water, wind, en biomassa. Een voordeel van hernieuwbare energie
is dat het binnen de Europese Unie geproduceerd kan worden. Als het gebruik van
hernieuwbare energiebronnen vergroot wordt, zal de EU minder afhankelijk worden van
energie buiten Europa.
In het Europese energie-innovatiebeleid staat het voornemen dat het aandeel van
hernieuwbare energie in 2010 een vijfde deel van de totale Europese energievoorziening
moet bedragen. Het blijkt nu dat maximaal de helft daarvan haalbaar is. Dit komt doordat
de kosten van het opwekken van hernieuwbare energie relatief nog erg duur zijn en
doordat er nog volop onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van hernieuwbare
energie.
Kijk op www.noordzeewind.nl voor een indruk van een grootschalig, hernieuwbaar
energieproject in Nederland. Denk je dat windenergie in de toekomst een grotere rol zal
gaan spelen dan nu?
Kernenergie
In 1986 vond er in de Oekraïense stad Tsjernobyl (toen nog in de Sovjet-Unie) een
kernramp plaats. Een explosie in een van de kernreactoren sloeg het dak van de
kerncentrale. Hierdoor kwam er een grote radioactieve stofwolk in de atmosfeer. De
explosie kostte aan enkele tientallen mensen het leven. Daarnaast heeft de radioactieve
lucht ervoor gezorgd dat tienduizenden mensen ziek werden. Hierdoor zijn er ook ná de
ramp nog duizenden doden gevallen. Deze mensen stierven voornamelijk aan kanker. Nog
steeds is er in de omgeving van Tsjernobyl een verhoogde radioactieve straling
meetbaar.
16
Naast het probleem van de veiligheid kent kernenergie ook een afvalprobleem. Kernafval
blijft namelijk duizenden jaren radioactief. Het is heel moeilijk om radioactief afval op een
verantwoorde manier op te slaan. Om deze redenen lag kernenergie in Europa lange tijd uit
de gratie.
Toch is de belangstelling voor kernenergie in Europa de laatste jaren toegenomen. Hier zijn
een aantal redenen voor:
Het broeikaseffect; kerncentrales stoten geen CO2 uit (dit wil
overigens niet zeggen dat kernenergie CO2-vrij is, want
bijvoorbeeld bij de winning van uranium wordt wél veel CO2
uitgestoten)
Hoge olieprijzen; het wordt hierdoor steeds aantrekkelijker om
relatief goedkope kernenergie te gebruiken.
De onzekere positie van de EU doordat olie en gas uit
zeldzame en politiek instabiele regio’s geïmporteerd moet
worden.
De EU werkt nu samen met de Verenigde Staten en Japan aan nieuwe veilige kerncentrales
die minder kernafval produceren. In 2030 wil men de eerste nieuwe centrales in gebruik
nemen. De EU bekijkt of er permanente opslagplaatsen voor dit afval gevonden kunnen
worden, waar het afval voor zeer lange tijd (enkele duizenden jaren) opgeslagen kan
worden.
17
Het probleem van de behandeling en het vervoer van radioactieve afvalstoffen is één van
de meest ingewikkelde aspecten van het gebruik van kernenergie. De uitbreiding van de
EU heeft vooral plaatsgevonden richting Oost Europa en de Balkan. Veel landen uit deze
regio hebben oude kerncentrales. Deze zijn, volgens Europese richtlijnen, niet veilig. Op
lange termijn moeten nieuwe maatregelen er voor zorgen dat de gehele EU dezelfde
veiligheidsrichtlijnen op kernenergiegebied zal toepassen. Met het oog op de aanpak van
dit probleem heeft de EU kernveiligheid als belangrijk punt in de onderhandelingen met
kandidaat-lidstaten opgenomen.
In de verdieping over kernenergie zal dieper worden ingegaan op het
kernenergievraagstuk.
Energiebesparing
Energiebesparing heeft een belangrijke plaats in het
innovatiebeleid van de EU. Geen enkele manier van
energievoorziening is zonder problemen. Daarom vindt de EU
het belangrijk dat er ook wordt bespaard op het energiegebruik.
De doelstelling van de EU is om het energiegebruik in de
lidstaten 20% efficiënter te maken. Dit doel zou in 2020
gerealiseerd moeten zijn. Energiebesparing betekent niet dat er
daadwerkelijk minder energie zal worden gebruikt in de EU. De
energieconsumptie zal blijven stijgen, maar met dezelfde hoeveelheid energie moet meer
gedaan kunnen worden.
Kijk op www.vrom.nl en ga naar het ‘dossier energie, klimaat, lucht’. Klik door naar
‘energiebesparing’. In hoeverre komen de gebruikerstips overeen met hoe er bij jou thuis
met energiebesparing wordt omgegaan?
Conclusie
De innovatiestrategie met betrekking tot energie van de Europese Unie is niet alleen
ontworpen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen of om zo min mogelijk
afhankelijk te zijn van de import van energie. De verwachting is dat de innovaties ook veel
werkgelegenheid zullen scheppen. Tot de innovaties van de EU behoren bijvoorbeeld
nieuwe en grotere windturbines, biomassacentrales, zonnepanelen en energie-efficiënte
kassen voor tuinbouw. Het is belangrijk dat deze nieuwe uitvindingen geaccepteerd worden
18
door de inwoners van de EU zodat er een draagvlak ontstaat om deze nieuwe energie-
opwekkers op grote schaal toe te passen.
Toch is de algemene opvatting onder wetenschappers dat het energieprobleem niet
opgelost kan worden door alleen gebruik te maken van alternatieve energiebronnen. De
verwachting is dat alternatieve energiebronnen de komende decennia maar een fractie van
de totale benodigde energie kunnen leveren. Naast onderzoek naar alternatieve
energiebronnen blijft het dus ook erg belangrijk om energie te besparen.
Gemeenschappelijk Europees energiebeleid
De EU wil dat er een gemeenschappelijk Europees energiebeleid komt. Men wil zo minder
afhankelijk worden van de import van energie van buiten de EU. Hieronder kun je zien wat
de importafhankelijkheid was van de EU-lidstaten in 2004. Hierbij is overigens geen
onderscheid gemaakt tussen import van binnen of van buiten de EU.
Het is erg lastig om een gezamenlijk energiebeleid op te stellen, omdat de lidstaten naast
gemeenschappelijke, ook individuele belangen hebben. Lidstaten die zelf olie- en
gasvoorraden hebben (zoals Nederland en Groot-Brittannië), hebben andere belangen dan
landen die voor een groter deel afhankelijk zijn van het buitenland voor hun
energievoorziening. Dat maakt het moeilijk om tot een beleid te komen waar alle lidstaten
zich in kunnen vinden. Totdat er een gemeenschappelijk energiebeleid komt, stelt de EU
richtlijnen op ten aanzien van het energiebeleid in de lidstaten. Deze richtlijnen zijn
opgesteld in zogenaamde groenboeken. Op de website van de EU kun je meer
informatie vinden over de groenboeken.
19
Vragen en opdrachten
1. “Nederland moet zich sterk maken voor een gemeenschappelijk Europees
energiebeleid”. Geef aan in hoeverre je het eens of oneens bent met deze stelling.
Betrek hierbij de vraag welke belangen zwaarder wegen: Europese belangen of
Nederlandse belangen. Onderbouw je mening met argumenten.
2. Zoek uit welke Europese lidstaat de meeste kerncentrales heeft. Zijn er ook lidstaten
zonder kerncentrales? Zo ja, welke?
3. Welke Europese lidstaat is het minst afhankelijk van de import van energie? Zoek uit
op welke manier(en) deze lidstaat in zijn energiebehoefte voorziet?
4. Nederland heeft één kerncentrale. Deze staat in Borssele. Er is al jarenlang discussie
over het al dan niet sluiten van deze kerncentrale.
a. Individuele opdracht: zoek op de websites van de politieke partijen op wat hun
standpunten zijn over de kerncentrale in Borssele. Met welke politieke partij ben je het
wat dít onderwerp betreft het meest eens? Leg uit waarom.
b. Groepsopdracht: organiseer een debat over het wel of niet sluiten van de
kerncentrale in Borssele. Verdeel de klas in groepen die politieke partijen
vertegenwoordigen. In de groep zoek je informatie op over het standpunt van jullie
partij. Vervolgens stellen jullie een woordvoerder aan die jullie standpunt in het debat
gaat vertegenwoordigen. Na het debat volgt een klassikale stemming: moet volgens
jullie Borssele open blijven of gesloten worden?
De relatie tussen de EU en Rusland
De voormalige Sovjet-Unie: een korte geschiedenis
Na de Koude Oorlog viel de SU uiteen. Het kostte enige tijd voordat de politieke en
economische verhoudingen tussen de verschillende landen die ooit deel uit maakten van de
SU, weer stabiel waren. Ook de overgang van een overheidsgestuurde economie
(planeconomie) naar een economie waarin de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met
het vrije spel van vraag en aanbod (markteconomie) kostte tijd.
In de Sovjet-Unie was de exploitatie van aardgas in handen van de staat. Na het
uiteenvallen van de SU werden deze staatsbedrijven deels geprivatiseerd. Op dit moment is
Gazprom het grootste energiebedrijf van Rusland. Gazprom is ontstaan uit de
samenvoeging van verschillende (voormalige) staatsbedrijven. De Russische staat heeft
nog steeds een groot aandeel in Gazprom. Om gas te kunnen leveren aan de Europese
Unie gebruikt Gazprom pijpleidingen voor transport door Wit-Rusland en Oekraïne.
20
De gascrisis tussen Rusland en Oekraïne
Het gas aan Oekraïne wordt vanuit Rusland via twee leidingen vervoerd. Als voormalige
deelstaat van de Sovjet-Unie kreeg Oekraïne jarenlang goedkoop gas. Eind 2005 eiste
Rusland dat Oekraïne marktprijzen ging betalen voor Russisch gas. Dit kwam neer op een
verviervoudiging van de prijs. Nadat Oekraïne niet met de prijsverhoging akkoord ging
sloot Rusland op 1 januari 2006 de gastoevoer naar het land af.
Oekraïne exporteert via drie leidingen gas
naar West-Europa en werd gedwongen de
aanvoer aan Europa na de Russische
maatregel met een kwart te verminderen.
Hongarije, Polen, Oostenrijk en verschillende
Balkan-landen klaagden dan ook over fikse
vermindering van de toevoer van Russisch
gas. Rusland beschuldigde Oekraïne ervan
het gas bestemd voor West-Europa illegaal
af te tappen, maar herstelde de dag erop
(onder druk van de EU en de Verenigde
Staten) de bevoorrading tot het oude peil.
Oekraïne kon daardoor de levering van gas
aan de EU herstellen.
Toch keek men in Europa niet meer met dezelfde ogen naar Rusland. Het conflict kreeg
veel media-aandacht. Rusland werd daarin aangewezen als de schuldige. De gascrisis was
een duidelijke eye-opener voor Europa. Het werd duidelijk dat Rusland een zwaargewicht is
op het gebied van de levering van gas.
Groepsopdracht: “Crisisoverleg tussen de EU en Rusland”
In dit simulatiespel vindt er crisisoverleg tussen Rusland en de EU plaats. Rusland heeft
recent een gasconflict gehad met Oekraïne en een olieconflict met Wit-Rusland. Beide
conflicten hadden ook gevolgen voor Europa: de gas- respectievelijk olietoevoer naar
Europa werd bedreigd. In dit simulatiespel gaan de vertegenwoordigers van de EU en van
Rusland met elkaar in overleg. Er moet een oplossing komen, want de EU wil de olie- en
gasleveranties vanuit Rusland voor de toekomst veiligstellen.
Klik hier voor het simulatiespel. [ link invoegen naar PDF van simulatiespel]
21
Europese belangen
Naar aanleiding van het gasconflict
tussen Oekraïne en Rusland is
energievoorzieningszekerheid een
nog belangrijker punt op de Europese
agenda geworden. Veel Europese
landen zijn voor een groot deel
afhankelijk van het Russische
gas. Conflicten als die tussen
Oekraïne en Rusland, maakten de
kwetsbare positie van Europa nog
uidelijker.
m is voor veel landen
e overstap van het goedkope Russische gas naar LNG geen optie.
n op. Een goed voorbeeld hiervan is het Sachalin-project (zie de verdieping over
Sachalin).
d
Een goede en stabiele energievoorziening is erg belangrijk voor de EU. Daarom wil de EU
graag minder afhankelijk zijn van Rusland voor de energievoorziening. Een van de
mogelijke oplossingen is de omschakeling naar LNG. LNG staat voor Liquified Natural Gas.
Een voordeel van LNG is, dat het niet via gaspijpleidingen, maar door tankers kan worden
vervoerd. Hierdoor is het bereik van LNG veel groter. Voor normaal gas ben je namelijk
afhankelijk van pijpleidingen, daarom is gas meestal een regionale aangelegenheid. Een
nadeel van LNG is, dat het erg duur is om gas eerst vloeibaar te maken en dan na
aankomst weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Daaro
d
Het is in het belang van de EU dat Rusland een duidelijk
exportbeleid voert en dat daarnaast de energiemarkt in
Rusland open staat voor concurrentie. De EU weet dan
namelijk dat er gas geleverd wordt (zekerheid) en dat
Rusland een markteconomie bedrijft waarin de staat zich niet
te veel bemoeit met het bedrijfsleven. Dat betekent eerlijke
concurrentie (gelijke kansen) voor Europese bedrijven in
Rusland. Om te kunnen concurreren op de Russische markt
willen Europese bedrijven niet gehinderd worden door beperkende maatregelen van de
Russische overheid. Momenteel legt de Russische staat buitenlandse bedrijven zakelijke
beperkinge
22
Russische belangen
Ook andersom is er sprake van een afhankelijkheidsrelatie.
Europa is voor Rusland een grote afzetmarkt. Rusland heeft
inkomsten vanuit de Europese markt nodig om de gasproductie
voor binnen– en buitenland te vergroten en om het grote
Russische transportsysteem van gas te kunnen onderhouden.
Energiezekerheid betekent voor Rusland de mate van controle van de Russische regering
over energiebronnen en over de inkomsten uit gas en olie. De Russische regering wil
daarom zoveel mogelijk de exploitatie van gas- en olievelden in handen van Russische
bedrijven houden. Tevens wil de Russische regering dat
Russische bedrijven de pijpleidingen en routes bezitten die de
export van energie garanderen. Dit betekent namelijk veel
inkomsten. Hierbij speelt een rol dat de Russische
energiegiganten niet autonoom, dat wil zeggen los van de
Russische regering, opereren. De Russische overheid heeft
namelijk een grote vinger in de pap bij de energiebedrijven. Een
goed voorbeeld hiervan is dat een van de bazen van Gazprom,
Dmitri Medvedev (zie foto links), ook de vice-premier van
Rusland is.
Rusland en Europa overleggen met elkaar over deze belangen in de Russisch-Europese
Energiedialoog. In dit overlegorgaan komen Russische en Europese politieke
vertegenwoordigers samen. Het doel van de Energiedialoog is een langdurig partnerschap
tussen Rusland en de EU te bewerkstelligen op het gebied van energie.
Baltische pijpleiding
De Baltische pijpleiding is een geplande gasleiding die Russisch gas naar Duitsland zal
vervoeren via de Oostzee. Hierdoor vermijdt Gazprom (en daardoor de Russische
regering) het risico van problemen die de doorvoer van gas door Wit-Rusland en Oekraïne
met zich meebrengt. Vooral Duitsland geeft de voorkeur aan deze situatie. Het profiteert
namelijk economisch door de aanleg van de pijpleiding.
23
Het grote voordeel van de onderzeese
pijpleiding is de energiezekerheid.
Doordat het gas hoe dan ook geleverd
wordt, hoeft men niet bang te zijn voor
grillige situaties in Oekraïne of Wit-
Rusland. Nederland wil daarom ook graag
meedoen met het project.
De Baltische pijpleiding komt te liggen in
de Oostzee, waardoor bestaande
gasleidingnetwerken in Wit-Rusland, Polen
en Oekraïne in de toekomst wellicht
minder gebruikt gaan worden voor de
toevoer van gas naar West-Europa. Deze
landen zijn bang dat ze daardoor minder verdienen aan de doorvoerrechten die ze aan
Rusland kunnen vragen. Sommige deskundigen denken dat dit wel mee zal vallen, omdat
door de stijgende energieconsumptie uitbreiding van pijpleidingen sowieso noodzakelijk is.
Het enorme project zal 4 miljard euro gaan kosten. De kosten voor de uitbreiding van de
bestaande leidingen in de hierboven genoemde
landen zouden echter zo’n 1 miljard euro zijn.
Daarom zijn Polen en de Baltische Staten (Estland,
Letland en Litouwen) van mening dat er andere
overwegingen dan alleen economische overwegingen
een rol spelen. Rusland gebruikt volgens deze landen
energie om politiek te voeren. Op deze manier kan
Rusland haar invloed in de Midden- en Oost-
Europese Staten vergroten. Uit dit voorbeeld blijkt de
complexiteit van het vraagstuk van
energieafhankelijkheid van Europese landen ten
opzichte van Rusland.
De voormalige Duitse bondskanselier Schröder
en de Russische president Poetin
24
Vragen en opdrachten
1. Bij de jaarwisseling 2006-2007 had Rusland een olieconflict met Wit-Rusland. Zoek in
krantenarchieven naar informatie over dit conflict en geef antwoord op de volgende
vragen:
a. Omschrijf het conflict: wat was er aan de hand? Wat waren de oorzaken?
b. Wie waren er betrokken bij het conflict? Wat waren de belangen van de
betrokkenen?
c. Welke oplossing werd uiteindelijk gevonden?
d. Vind je het terecht dat Rusland de oliekraan naar Wit-Rusland dichtdraaide?
Leg uit waarom.
2. Polen en de Baltische staten zijn van mening dat Rusland energie gebruikt om politiek
te voeren. De aanleg van de Baltische pijpleiding zorgt er in hun ogen voor, dat
Rusland haar invloed vergroot in Oost-Europa. Leg uit hoe Rusland haar invloed
vergroot in de Baltische staten en Polen door de aanleg van de Baltische pijpleiding.
3. Rusland wordt door het Westen goed in de gaten gehouden. Er zijn vermoedens dat
Rusland een gaskartel wil sluiten met onder andere Qatar en Iran. Op die manier zou
dat kartel meer dan de helft van de gasreserves ter wereld bezitten. Ga de
berichtgeving na in de kranten en op internet over het zogeheten ‘Gaspec’. Denk je dat
‘Gaspec’ wel of niet tot stand zal komen? Waarom?
Links bij dit hoofdstuk
Informatie over de EEG europa.eu/scadplus/treaties/eec_nl.htm Informatie over de EGKS europa.eu/scadplus/treaties/ecsc_nl.htm Informatie over EURATOM europa.eu/scadplus/treaties/euratom_nl.h
tm Website International Energy
Agency www.iea.org
Website OESO www.oecd.org Website over grootschalig
Nederlands windenergieproject www.noordzeewind.nl
Websites met informatie over de kernramp in Tsjernobyl
www.kernenergie.nl/tsjernobyl.html www.kennislink.nl/web/show?id=150501
Websites politieke partijen www.cda.nl / www.pvda.nl / www.sp.nl www.vvd.nl / www.d66.nl / www.sgp.nl www.christenunie.nl / www.groenlinks.nl
Informatie over de Europese groenboeken m.b.t. energie
europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l27062.htm
Documentaire Tegenlicht over de “Energy Wars”
www.vpro.nl/programma/tegenlicht zoek: “Energy Wars”
Energiedossier VPRO www.energie.vpro.nl
25
IV. Nederland: “In een spagaat voor energie”
Tot 1960 werd Nederland beschouwd als een land dat arm was aan delfstoffen. Er was tot
op dat moment wel steenkool en olie gevonden in de Nederlandse bodem, maar de
hoeveelheden waren niet zo groot. Ook was er wat gas aangetroffen, maar in zo’n kleine
hoeveelheden dat het bijna niet noemenswaardig was. Rond 1960 veranderde dit beeld
toen er een enorm gasveld in Groningen werd ontdekt. Nederland veranderde plotsklaps in
een energierijk land, met grote gevolgen voor ons land.
26
Aardgas: Slochteren
Geschiedenis
Op 22 juli 1959 voerde de Nederlandse Aardolie Maatschappij (de NAM, opgericht door
Shell en Esso) de eerste boringen uit in het vlak daarvoor ontdekte gasveld in de Groningse
plaats Slochteren. De omvang van dit veld werd in eerste instantie geschat op 300 miljard
kubieke meter, maar later werd dit getal steeds verder omhoog bijgesteld. Voor de
ontdekking van dit gasveld was het al bekend dat de Nederlandse bodem de delfstoffen
steenkool en aardolie bevat. Tijdens de speurtocht naar meer olie was de NAM wel eerder
gas tegengekomen, maar dat had nog geen belangrijke functie. Dit gas werd door
huishoudens gebruikt om op te koken, maar het werd verder vooral gezien als een
bijproduct van de winning van olie.
De ontdekking van Slochteren bracht een ware ommekeer teweeg in de Nederlandse
energiehuishouding en de overheidsinkomsten. Op 6 april 1963 werd de NV Nederlandse
Gasunie opgericht waarna een waar aardgastijdperk in Nederland aanbrak. In 1964 werd
de eerste hogedruk transportleiding aangelegd en al snel werd deze leiding uitgebreid tot
een groot buizennet om Nederland en andere Europese landen van gas te kunnen voorzien.
In 1965 zorgde aardgas al voor de helft van de energievoorziening in Nederland. Doordat
Nederlandse gezinnen en bedrijven in korte tijd overstapten op aardgas daalde het gebruik
van kolen dusdanig dat in de jaren ‘70 het grootste deel van de kolenmijnen in Nederland
werd gesloten.
Het grote voordeel van aardgas is dat het een relatief schone en goedkope brandstof is.
Hierdoor kregen mensen centrale verwarming, een douche en een gasfornuis in huis.
Deze zaken vinden we nu allemaal heel normaal, maar bestaan dus eigenlijk nog helemaal
niet zo lang. Het aardgas werd tegen hele lage prijzen verkocht aan het buitenland en aan
Nederlandse bedrijven.
27
Door de exploitatie van het gas namen de staatsinkomsten explosief toe! Zéker toen de
olieprijzen erg hoog waren als gevolg van de oliecrisis in 1973. De Nederlandse overheid
gebruikte deze winsten vooral om een uitgebreid pakket aan sociale voorzieningen te
financieren. Zo werd het gas dus eigenlijk de basis van de welvaartsstaat. Anderzijds kende
de vondst van aardgas op de lange termijn ook een keerzijde: de Dutch Disease. Door de
verkoop van aardgas kwam er heel veel geld binnen en steeg de waarde van de gulden.
Het gevolg hiervan was dat onze exportproducten heel duur werden en dus bijna niet meer
verkocht werden. Tegelijkertijd ging men veel buitenlandse producten importeren, omdat
de gulden zoveel waard was. Hierdoor daalde de werkgelegenheid in de Nederlandse
industriesector en steeg de werkloosheid.
Toekomst
Aardgas is een product dat nog altijd dagelijks in grote hoeveelheden gebruikt wordt door
huishoudens en industrieën over de hele wereld. Voor Nederland is aardgas één van de
belangrijkste energiebronnen.
Net na de ontdekking van gasveld Slochteren dacht men dat de voorraad maar genoeg zou
zijn voor 30 jaar. Inmiddels is het duidelijk dat Nederland in ieder geval nog tot 2030 gas
uit eigen bodem kan halen. De verwachting is, dat de wereldvoorraden nog langer zullen
meegaan. Deze verwachting hangt natuurlijk wel af van eventuele nieuwe gasvondsten en
van de toename van het wereldwijde verbruik van gas (de wereldwijde vraag naar gas
neemt namelijk enorm toe vanwege de economische opkomst van India en China).
De Nederlandse aardgasvoorraad is bijna 2.700 miljard kubieke
meter. Stel je eens voor; dat is een bad vol met aardgas van 25 km
lang, 10 km breed en 10 km hoog. De Mount Everest zou hier
makkelijk in passen!
De Nederlandse Gasunie heeft wel al contracten gesloten om in de toekomt gas naar
Nederland te kunnen importeren als de eigen voorraad uitgeput raakt. De huidige
voorraden raken namelijk steeds sneller op doordat er steeds meer gas wordt gebruikt, en
er tegelijkertijd maar weinig nieuwe gasvelden worden ontdekt. Tot nu toe werd
geprobeerd vooral de kleinere gasvelden in Nederland te gebruiken, zoals vastgelegd in de
energienota van Lubbers.
28
Energienota van de regering Lubbers
In de energienota van de regering Lubbers uit 1974 is het
kleineveldenbeleid vastgelegd. Dit heeft sindsdien een
belangrijke rol gespeeld in het Nederlandse energiebeleid.
Het hield in dat de gasproductie vooral uit kleinere velden
in Nederland moest komen, om zo het gasveld in
Slochteren zoveel mogelijk te sparen met het oog op de
toekomst. Hierdoor is het gas in Slochteren veel minder
snel verbruikt dan anders het geval zou zijn geweest.
Doordat nu de kleinere gasvelden leeg raken moet er meer
uit Slochteren worden gehaald. Oud-minister Brinkhorst
van Economische Zaken heeft wel een productielimiet ingesteld om op die manier te
zorgen dat er na 2030 ook nog gas uit Slochteren gewonnen kan worden. Door deze limiet
moet Nederland wel meer gas gaan importeren uit andere landen.
(Foto: © European Community, 2004)
Er wordt geschat dat de kleine velden in de Noordzee over 9 negen jaar leeg zullen zijn. De
speurtocht naar nieuwe gasvelden heeft helaas nog maar weinig opgeleverd. Omdat de
kleinere velden nu langzamerhand opraken moet Slochteren meer gaan produceren. Tot
voor kort stroomde het gas door de eigen hoge druk naar boven en kwam het op die
manier vanzelf in het pijpleidingensysteem. Maar doordat er al zoveel uit het veld is
gehaald zit het gas nu zo diep dat het gas moet worden aangezogen en gecomprimeerd
(vloeibaar gemaakt). Het is erg duur om dit te doen.
Vragen en opdrachten
Na jarenlange discussie is er in 2006 besloten dat er geboord mag worden naar gas in de
Waddenzee. Zoek in krantenarchieven en op (betrouwbare) websites naar informatie over
deze gasboringen.
a. Verzamel zoveel mogelijk voor- en tegenargumenten voor het boren in de Waddenzee
en zet deze in een schema.
b. Welke oplossing werd uiteindelijk gevonden om alle partijen zoveel mogelijk tegemoet
te komen?
c. Individuele opdracht: schrijf een betoog van 500 woorden waarin je beargumenteert
of je voor of tegen de gasboringen in de Waddenzee bent, of (groepsopdracht):
d. Organiseer een debat tussen voor- en tegenstanders van deze gasboringen. Zorg
ervoor dat je voldoende presentatiemateriaal hebt om jullie mening te onderbouwen.
29
Aardolie: Schoonebeek
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het aardolieveld in Schoonebeek door Shell ontdekt
en voor het eerst in gebruik genomen.
Shell
In de 19e eeuw was er een firma in London, Samuel & co
genaamd, die handelde in Japanse sierschelpen. Dit bedrijf
besloot zich te gaan richten op de handel in olie, dat toen net een
bloeiende sector werd. Omdat ze zich vooral richtte op het
transport van lampolie en schelpen, besloten ze het bedrijf om te
dopen naar Shell Transport and Trading Company Ltd met als symbool de schelp.
Tegelijkertijd was er een Nederlands bedrijf met de naam Koninklijke Nederlandse
Petroleum Maatschappij, dat in Azië opereerde om daar olievelden tot ontwikkeling te
brengen. In 1907 besloten deze twee bedrijven om in plaats van te concurreren, te gaan
samenwerken onder de naam Koninklijke/Shell Groep. Vooral na de Tweede Wereldoorlog
groeide dit bedrijf heel snel met projecten in Europa, Afrika en Noord –en Zuid Amerika. In
1970 ontdekte Shell grote olie –en gasvelden in de Noordzee. Tegelijkertijd was er een
economische recessie en werden de olieprijzen erg hoog. Men stapte toen overal in Europa
massaal over op gas, waarvan Shell de helft aanleverde. Dit bedrijf heeft tot 2005
eigenlijk altijd uit 2 onderdelen bestaan De ‘’Koninklijke’’ en Shell Transport (een duale
structuur), maar met één symbool, namelijk de schelp. Pas in 2005 is het officieel één
onderneming geworden onder de naam Royal Dutch Shell, waarvan het hoofdkantoor in
Den Haag zit. Een van de grootste en bekendste oliemultinationals ter wereld is dus van
oorsprong een Nederlands bedrijf.
Tijdens de oorlog leverde de productie in Schoonebeek nog maar weinig op. Dit kwam
onder andere doordat het Nederlands personeel probeerde de Duitsers, die het land
hadden bezet, te dwarsbomen. Na de oorlog groeide dit veld al snel uit tot het grootste
productieveld van heel West-Europa. Ook in het Westen
van Nederland werden olievelden ontdekt, die een grote
bijdrage leverden aan de olievoorziening. Tot de sluiting
van het veld in Schoonebeek (in 1996) is ongeveer een
kwart van het veld, 250 miljoen vaten (van 159 liter),
geëxploiteerd. De Nederlandse Aardolie Maatschappij
(NAM) overweegt nu, vanwege de hoge olieprijs, om de
oliewinning uit Schoonebeek te hervatten. Als het plan
doorgaat, zal er op zijn vroegst in 2009 weer olie uit het veld worden gehaald. 30
Steenkool: Limburg
Op 2 augustus 1901 ontdekte André Dumont bij een
proefboring in Limburg een kolenlaag in de grond. De winning
van steenkool, die de bijnaam ‘het zwarte goud’ kreeg,
kwam hierna op gang. Na de Tweede Wereldoorlog brak pas
echt de grote bloeitijd aan voor de mijnen in Limburg. De
steenkoolmijnen zorgden voor een kleine industriële revolutie
in Nederland en veel werkgelegenheid in Limburg. Er kwamen
gastarbeiders vanuit heel Europa om in de mijnen te werken.
Steenkool was een tijdlang de belangrijkste brandstof in de
industrie en voor huishoudens in Nederland. Door ontdekking
van goedkopere brandstoffen in Europa en Nederland, zoals
olie en gas, en door de zware omstandigheden in de mijnen,
werden de Limburgse mijnen vanaf 1965 één voor één gesloten.
Energievoorzieningszekerheid in Nederland: een én – én beleid
In de jaren tachtig en begin jaren negentig van de twintigste eeuw, kwam de gedachte op
dat de gehele economie en dus ook de energiesector steeds verder zou mondialiseren.
Dit houdt in dat de overheid er zich steeds minder mee zou bemoeien en dat de
(energie)markt zich vrij zou kunnen ontwikkelen. Nederland en Europa hebben ingespeeld
op deze verwachting en zich dus maar weinig bemoeid met de ontwikkeling van de
energievoorziening. Maar de liberalisering van de internationale energiemarkt heeft zich
nooit goed ontwikkeld na het einde van de Koude Oorlog. Daarom is het nu noodzakelijk
dat de Nederlandse overheid zich actief gaat bezighouden met de
energievoorzieningszekerheid.
Nationaal niveau
Omdat de energievoorzieningszekerheid door buitenlandse politieke
ontwikkelingen steeds onzekerder wordt, is het ten eerste belangrijk dat
Nederland op nationaal niveau meer aandacht besteedt aan haar
energievoorzieningbeleid. In een belangrijk rapport in 2005, in opdracht
van de regering, werd geadviseerd om het energiebeleid onderdeel uit te laten maken van
het buitenlandse beleid van Nederland. Nederland moet zelf actief zijn ten behoeve van de
Nederlandse energievoorziening en het Nederlandse bedrijfsleven, zo werd gesteld.
Nederland zou bijvoorbeeld een Minister voor Energie kunnen aanstellen, zo luidde het
advies. Bijna alle landen in Europa hebben er een, behalve Nederland.
31
Verder moet Nederland de gasvoorraden op een zo slim mogelijke manier benutten en
tegelijk zorg dragen voor nieuwe, duurzame energiebronnen en technologieën die daarna
kunnen dienen als dragers voor de Nederlandse export op energiegebied.
Ten slotte moet Nederland inzetten op het veiligstellen van import van energiebronnen op
de lange termijn, om zo een continue energievoorziening te kunnen garanderen. Dit kan
Nederland bewerkstelligen door bilaterale (tussen Nederland en een ander land,
bijvoorbeeld Rusland) contracten af te sluiten, maar een andere mogelijkheid is om dit op
EU-niveau te realiseren. De verschillen tussen de 27 lidstaten op het gebied van
buitenlands beleid en de benadering van energie- en milieuvraagstukken vormen echter,
net als op andere gebieden, een flinke blokkade voor de formulering van een werkbare EU-
energiepolitiek.
Daarom is het belangrijk dat Nederland een én-én-beleid voert: enerzijds zou Nederland
zich hard moeten maken voor de totstandkoming van een gemeenschappelijk extern
energiebeleid binnen de EU, maar anderzijds moet Nederland ook bilaterale afspraken
maken.
Vraag
Stel dat jij de toekomstige Minister van Energie in Nederland bent. Wat zou je dan als
eerste veranderen op energiegebied in Nederland? Leg uit waarom.
Europees niveau
De landen van de EU zouden in theorie met elkaar hun
gezamenlijke energiebelangen effectiever kunnen veiligstellen
dan wanneer alle landen dat apart zouden doen. Maar dan moeten
de lidstaten van de Europese Unie wel bereid zijn een aantal zaken
uit handen te geven en op een hoger niveau, door de EU, te laten
regelen. Zoals al eerder opgemerkt werd, is het heel erg moeilijk om dit voor elkaar te
krijgen. Elke lidstaat heeft andere belangen. Nederland heeft bijvoorbeeld zélf
gasvoorraden, waardoor Nederland minder afhankelijk is van import dan bijvoorbeeld Polen
of Hongarije. Veel nationale overheden zijn sceptisch om hun energiebeleid uit handen te
geven.
32
Mondiaal niveau
Op mondiaal niveau is het belangrijk dat Nederland internationaal
samenwerkt, zodat de energieroutes, indien nodig, beschermd kunnen
worden met militaire middelen (NAVO). Of om steun te krijgen van
internationale partners, als er een energiecrisis zou ontstaan.
Vragen en opdrachten
In Nederland is de laatste jaren veel veranderd op energiegebied. De belangrijkste
verandering is dat de energiemarkt vrijgegeven is. Dit betekent dat er nu meerdere
aanbieders van energie zijn.
a. Zoek uit welke energieleveranciers er nu in Nederland zijn en in welke regio’s deze
bedrijven actief zijn.
b. De verwachting was, dat mensen massaal zouden veranderen van energieleverancier
en dat daardoor concurrentie zou ontstaan tussen de bedrijven. Dit zou er dan voor
moeten zorgen dat de energieprijzen zouden dalen. Zoek met behulp van
krantenarchieven en websites uit in hoeverre mensen daadwerkelijk van
energieleverancier zijn veranderd en of de energie daadwerkelijk goedkoper is
geworden.
Ten slotte
Naast het aanpassen van het Nederlandse beleid op nationaal, Europees en mondiaal
niveau, is het verder van belang te bekijken op welke gebieden met betrekking tot energie
Nederland zich kan specialiseren. Ons land heeft namelijk veel mogelijkheden op het
gebied van transport door de Rotterdamse haven. Daarnaast kan ook de alternatieve
energievoorziening, zoals kernenergie, schone kolentechnologie, biomassa, zonne– en
windenergie, nog verder ontwikkeld worden. Uiteraard zal Nederland ook zuinig moeten
omgaan met de voorraden energie die er nog in de bodem aanwezig zijn.
De wereld verkeert nu in een transitiefase op het gebied van energie. De fossiele
brandstoffen raken op en de energiemarkt zal over moeten schakelen naar het gebruik van
alternatieve energiebronnen. Ook vanwege milieuredenen! Hoe lang deze overgangsfase
duurt valt niet te zeggen. Dit proces kan nog jaren duren, maar moet nu al wel in werking
worden gezet. Energie zal een bron voor politieke conflicten blijven zolang er sprake is van
schaarste en nationale belangen blijven domineren op de energiemarkt.
Er is op energiegebied dus veel werk aan de winkel. 33
V. Colofon en verantwoording
Colofon
Samenstelling en redactie: Maaike Dingemans-Derix
Met bijdragen van: Brendan Troost, Thomas Mallens en diverse andere
stagiaires
Vormgeving: Maaike Dingemans-Derix
Technische ondersteuning: Jasper Diekema
Bronvermelding
Bij het schrijven van het websheet Energie en Veiligheid zijn gebruik gemaakt van de
volgende bronnen:
Artikelen:
Daniel Yergin, ‘’Vrije energiemarkt is goed voor de wereld’’, Het maandblad van NRC
Handelsblad, juli 2006
L.J. Brinkhorst, ‘’Nederlands energiebeleid in internationaal perspectief’’, Internationale
Spectator, mei 2006
Thomas L. Friedman, ‘’De onvrijheid in de wereld neemt toe naarmate de olie duurder
wordt’’, NRC Handelsblad, mei 2006
Daniel Yergin, ‘’Ensuring Energy Security’’, Foreign Affairs, Maart/April 2006-10-26
Coby van der Linde, Energie in een veranderende wereld, Clingendael Instituut, April
2006
Verder diversie artikelen uit: NRC handelsblad, Volkskrant, International Herald Tribune,
Financial Times, The Economist, Internationale Spectator, Atlantisch Perspectief
Brouwer, G.C. en Coenen, M.J. (1968) Nederland = Aardgasland, Amersfoort: Roelofs
van Goor, p. 166-168
NRC Profiel Aardgas
Hellema, D., Wiebes, C. en Witte, T. (1998) Doelwit Rotterdam: Nederland en de
Oliecrisis; Den Haag; Sdu uitgevers
Kielich, W. ‘Ondergronds Rijk: 25 jaar Gasunie en aardgas’, N.V. Nederlandse gasunie
34
35
Websites:
CERA, Cambridge Energy Research Associates, www.cera.com/home/
IEA, InternationalEnergy Agency, www.iea.org
Joint Oil Data Exercise, www.jodidata.org
Energy Information Administration, Official Eneregy Statistics from the U.S.
Government, www.eia.doe.gov
World Energy Outlook, www.worldenergyoutlook.org/graphs.asp
OPEC www.opec.org
Shell, Global scenarios to 2025 www.shell.com/scenarios
ASPO, Association for the Study of Peak Oil and Gas, www.peakoil.net
http://mediatheek.thinkquest.nl/~jra017/oorlogen.htm
Europese Unie http://europa.eu/
Energiedossier van de VPRO www.energie.vpro.nl
Gebruikte artikelen www.clingendael.nl:
C. van de Linde: De Europese voorzieningszekerheid van olie en gas in de komende
jaren: economische en geopolitieke risico’s
C. van der Linde en G. Greving: Turbulentie in de pijpleiding: gasconflict Rusland-
Oekraine en Russisch-Europese energierelaties
C. van der linde en F. Hoogeveen: Verenigde Staten en Europese Unie: trouwe
bondgenoten? Nieuwe episode in energiediplomatie
C. Tönjes en W. Perlot: Wie is afhankelijk van wie? De betrekkelijke kwetsbaarheid van
de EU-gasmarkt
J. de Jong en S. Slingerland: Een beetje verslaafd bestaat niet: omslag in het
Amerikaanse energiebeleid?
S. Slingerland en L. van Geuns: Van Lissabon tot Kyoto: de ambities van het Europese
Innovatiebeleid
S. Slingerland en L. van Geuns: Schaken met energie: Nederland en de internationale
energiepolitiek
De Atlantische Commissie heeft getracht alle rechthebbenden van het fotomateriaal te
achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat fotorechten
niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij zich wenden tot de Atlantische Commissie.