Post on 25-Jul-2016
description
High Tech & Innovatie special
De topsector High Tech Syste-men & Materialen (HTSM) speelteen essentiële rol in het beden-ken en realiseren van oplossin-gen voor de wereldwijde maat-schappelijke uitdagingen op hetgebied van gezondheid, mobili-teit, energie, veiligheid en klimaat. Om ontwikkelingen opdit gebied te versnellen hebbenbedrijven en kennisinstellingenhun gezamenlijke ambities vooronderzoek vastgelegd in de Ken-nis- en Innovatieagenda 2016-2019, uitgewerkt in 17 roadmaps.
De Nederlandse hightech werkt intensief
samen met andere sectoren en wetenschappe-
lijke disciplines. Zo is de brede onderzoeks-
agenda 'Smart Industry' als sectoroverstijgende
roadmap ondergebracht binnen de topsector
HTSM. In december 2015 heeft de topsector
HTSM besloten middelen vrij te maken om vier
Smart Industry FieldLabs versneld van start te
kunnen laten gaan. En Noord-Nederland heeft
natuurlijk zelf het initiatief 'Region of Smart
Factories' ontwikkeld. Andere mooie voorbeel-
den zijn de samenwerking van HTSM met Agri
& Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op
het belangrijke terrein van 'Smart Farming' en
de samenwerking op het gebied van compo-
sietmaterialen, waar Nederland een sterke
positie in heeft.
Dagelijks zien we de voorbeelden van innovatief
mkb: bij de optimalisering van productie-
processen, maar ook de introductie van nieuwe
technologische oplossingen bij grotere bedrij-
ven. Het mkb is cruciaal voor de dynamiek,
werkgelegenheid, innovatie en groei binnen de
hightech sector. Ik ben daarom ook bijzonder
verheugd met het voornemen van de drie Noor-
delijke Provincies om ook in 2016 weer bij te
dragen aan de regeling MKB Innovatiestimule-
ring Topsectoren (MIT). Dit is een succesvolle
regeling die goed aansluit op de ondernemers-
behoefte en waarmee het afgelopen jaar veel
mkb-bedrijven hun kennis- en marktpositie
hebben kunnen versterken.
De ambitie van de topsector HTSM is om
Nederland door innovatie en exportgroei inter-
nationaal tot de top te laten blijven behoren. Om
dit te kunnen realiseren moeten zowel bedrijven
als onderzoeksorganisaties hun R&D-investe-
ringen in Nederland verder opvoeren en moeten
we ervoor zorgen dat we genoeg talent, kennis
en kunde binnen de sector krijgen en houden.
Daarom investeren we ook in Centra voor
Innovatief Vakmanschap (mbo) en Centers of
Expertise (hbo).
Samen komen we verder in de regio, in Neder-
land én op het internationale speelveld.
Amandus Lundqvist,
Boegbeeld Topteam HTSM
Voorwoord
Het realiseren van product- endienstinnovaties vraagt om meerdan alleen investeringen in onder-zoek en ontwikkeling (R&D).Innovatieve manieren van organi-seren, managen, werken ensamenwerken – sociale innovatie –vormen een minstens zo belang-rijke bron van concurrentie-voordeel. Bevindingen van de Eras-mus Concurrentie en InnovatieMonitor 2015 tonen aandat de high tech sectorbovengemiddeld scoort opmeerdere indicatoren vaninnovatie. De regio Noord-oost Nederland kent echtereen meer gefragmenteerdbeeld op de verschillendetypen innovatie.
Tekst: Henk Volberda & Kevin Heij,
INSCOPE – Research for Innovation/
Rotterdam School of Management,
Erasmus Universiteit Rotterdam
Ontwikkelingen als kortere productle-
venscycli, toenemende globalisatie, en
veranderende voorkeuren van klanten
maken bestaande concurrentievoorde-
len van organisaties minder van-
zelfsprekend. Innovatie wordt als cru-
ciale aanjager gezien van het creëren
van nieuwe concurrentievoordelen.
Veelal wordt innovatie geassocieerd
met technologie waarbij investeringen
in R&D of het aantal patenten promi-
nente indicatoren zijn. Nieuwe tech-
nologische kennis verkregen door
R&D-investeringen verklaart echter
maar in beperkte mate het innovatie-
succes van organisaties. Innovatieve
organisatievormen, het ontwikkelen
van nieuwe managementvaardigheden,
het realiseren van hoogwaardige
arbeidsrelaties, en co-creatie worden
gezien als belangrijke aanvullende
bronnen van concurrentievoordeel die
minstens net zo belangrijk zijn als tech-
nologische innovatie. Deze niet-
technologische aspecten van innovatie
staan ook wel bekend als sociale inno-
vatie.
Het onderzoeksinstituut INSCOPE –
Research for Innovation van de
Erasmus Universiteit Rotterdam voert – sinds 2006
– jaarlijks de Erasmus Concurrentie en Innovatie
Monitor uit: één van de meest grootschalige jaar-
lijkse onderzoeken naar verschillende typen
innovatie in Nederland. Zo komt uit de analyse van
de data van deze monitor naar voren dat de high
tech sector gekenmerkt wordt door een hoge mate
van R&D-investeringen (12,6% boven het landelijk
gemiddelde) en ICT-investeringen (4,5% boven het
landelijke gemiddelde), zie ook Figuur 1. Ook op
sociale innovatie is de high tech sector bovenge-
middeld (+5,9%) actief. De high tech sector voert
eveneens de ranglijst aan van de onderzochte
sectoren wat betreft de meer incrementeel nieuwe
product- en dienstinnovaties (verbeterde producten
en diensten voor bestaande klanten en markten) en
de meer radicaal nieuwe product- en dienstinnova-
ties (nieuwe producten en diensten voor nieuwe
markten en klanten). Dit gaat om achtereenvolgens
10,5% en 18,7% boven het landelijk gemiddelde.
Een voorbeeld van een organisatie uit de high tech
sector die in staat is om technologische innovatie en
sociale innovatie handzaam te combineren is de
winnaar van de Erasmus Innovatie Award 2015:
Resato International B.V. uit Roden. Deze organisa-
tie ontwikkelt en fabriceert componenten
en systemen op het gebied van hogedruk-
toepassingen, waaronder een water-
straalsnijmachine: de ACM waterjet.
Mogelijkheden voor eigen initiatief van
medewerkers, tolerantie voor het maken
van fouten, kennisdeling en leren nemen
een prominente positie in bij het bedrijf
uit Roden.
Over de gehele linie bekeken blijft de regio
Noordoost Nederland (postcodegroep
8000-9999) echter achter op sociale
innovatie ten opzichte van het landelijk
gemiddelde. Dit gaat om een verschil van
1,4%, zie ook Figuur 2. Ook wat betreft de
meer incrementeel nieuwe product- en
dienstinnovaties blijft de regio Noordoost
Nederland achter (-6,0%) in vergelijking
met het landelijk gemiddelde. Daar staat
tegenover dat de regio wel boven het lan-
delijk gemiddelde scoort (+3,0%) op de
meer radicaal nieuwe product- en dien-
stinnovaties.
Uit de data van de Erasmus Concurrentie
en Innovatie Monitor 2015 komt naar
voren dat de high tech sector in vergelij-
king met andere sectoren in Nederland de
ranglijst aanvoert wat betreft R&D-inves-
teringen, ICT-investeringen, en op pro-
duct- en dienstinnovaties. Op sociale
innovatie scoort deze sector eveneens
bovengemiddeld. De regio Noordoost
Nederland scoort boven het landelijk
gemiddelde op radicale product- en dien-
stinnovaties, maar blijft achter op sociale
innovatie en incrementele product- en
dienstinnovaties. Deze regio dient nog wel
een sprong te maken om de prestaties van
de voorhoedespeler op sociale innovatie
en product- en dienstinnovaties te evena-
ren: de regio Midden-/Oost-Brabant waar
de high tech campus in Eindhoven onder-
deel van uitmaakt. Sociale innovatie
vormt daar een voornaam handvat toe.
Sociale innovatie als aanjager vannieuwe concurrentievoordelen
Figuur 1: Mate van R&D-investeringen, ICT-investeringen,en sociale innovatie per sector.
Figuur 2: Mate van sociale innovatie per regio.
Mate van sociale innovatie cq. R&D en ICT-investeringen persector ten opzichte van alle observaties tezamen (in %)
Om op lange termijn succesvol tezijn is het voor MKB bedrijven nietalleen belangrijk om bestaande pro-ducten of diensten continue te ver-beteren, maar is het ook van belangom radicaal te innoveren. Radicaleinnovatie verwijst hierbij naar hetcreëren van producten en dienstendie nieuw zijn voor de markt. DeErasmus Concurrentie en Innova-tie Monitor 2015 geeft aan datNoord-Nederland het opvallendgoed doet op het vlak van radicaleinnovatie. Toch zijn er ook groteverschillen tussen organisaties. Zozijn sommige high-tech bedrijvenheel goed in het vermarkten vandoorbraak technologieën, terwijlanderen er maar moeilijk in slagenom de markt te betreden met radi-caal nieuwe diensten en producten.
In 2015 voerde Professor Dries Faems van de Rijks-
universiteit Groningen in samenwerking met het
Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN)
een diepgaand onderzoek uit naar de innovatie acti-
viteiten bij 270 Noord-Nederlandse MKB bedrijven.
Op basis van deze data werd een analyse uitgevoerd
naar de factoren die verklaren waarom sommige
Noord-Nederlandse MKB bedrijven meer radicaal
innoveren dan anderen. Een eerste belangrijke fac-
tor is het investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Hoe meer bedrijven investeren in onderzoek en ont-
wikkeling, hoe groter de kans of radicale innovatie.
Tegelijkertijd geven de bevraagde Noord Neder-
landse MKB bedrijven aan dat gebrek aan financiële
middelen juist de belangrijkste belemmerende fac-
tor is voor innovatie. Bovendien geven nationale sta-
tistieken consistent aan dat in Noord Nederland
minder wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwik-
keling dan in andere Nederlandse regio’s. Kortom er
bestaat een duidelijke spanning tussen de noodzaak
om radicaal te innoveren en het verkrijgen van geld
daarvoor.
Een tweede factor die de radicale innovatiekracht van
Noord Nederlandse MKB bedrijven bepaald is het
menselijk kapitaal. In het onderzoek verhoudt het
percentage van hoogopgeleide werknemers zich
positief tot de mate van radicale innovatie binnen
MKB bedrijven. De respondenten gaven aan dat ze
op dit moment geen moeite hebben met het vinden
van (hoogopgeleid ) personeel voor innovatie-
projecten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek
voorspelt echter dat, in de toekomst, de potentiële
beroepsbevolking in Noord Nederland zal afnemen
en dat deze afname sterker is dan het nationale
gemiddelde. Het aantrekken van menselijk kapitaal
lijkt dan ook een cruciale uitdaging voor de Noord
Nederlandse regio om de ambitieuze doelstellingen
van de Noord Nederlandse innovatie agenda waar te
maken.
Een laatste factor die naar voren komt uit het
onderzoek is het belang van organisatorische inno-
vatie. Wanneer Noord Nederlandse MKB bedrijven
succesvol willen zijn in radicale innovatie moeten ze
niet alleen investeren in technologische middelen en
mensen, maar moeten ze ook een innovatieve werk-
context creëren waarin financiële investeringen en de
creativiteit van de werknemers optimaal kunnen
renderen. Deze bevindingen sluiten naadloos aan
bij de resultaten van de Erasmus Concurrentie en
Innovatie Monitor 2015 die het belang van sociale
innovatie beklemtoont.
Dries Faems is Hoogleraar Innovatie en Organisa-
tie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Radicale Innovatiekracht vanhet Noord-Nederlandse MKB
High Tech & Innovatie special
De maakindustrie is een van de be-langrijkste economische pijlers inNoord-Nederland. Met de TaskforceHigh Tech Systems & Materials(HTSM) wordt die noordelijkemaakindustrie een nieuw tijdperkbinnengeloodst. Naast de inzet vande nieuwste (informatie)technolo-gie is flexibele samenwerking tus-sen bedrijven – groot en klein - enkennisinstellingen daarbij van we-zenlijk belang. Rob Goossens, di-recteur bij Fokker Aerostructuresin Hoogeveen, gelooft in detaskforce. “We hebben voldoendekennis en massa om wereldwijdcompetitief te zijn. Zolang we be-reid zijn om over de provinciegren-zen heen te kijken en samenwerkingte zoeken.”
Volgens Rob Goossens, vice president & managing
director Special Products van Fokker Aerostructures
B.V. heeft de maakindustrie in Noord-Nederland de
toekomst. Samen met vertegenwoordigers van Phi-
lips Consumerlifestyle, ASTRON, de Hanzehoge-
school, de Rijksuniversiteit Groningen, het Innova-
tiecluster Drachten, diverse lokale overheden en de
Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Noord-
Nederland (NOM) zit Goossens in de Taskforce
HTSM, dat diverse initiatieven ontplooit om de
maakindustrie in Noord-Nederland op de kaart te
zetten. Speerpunten zijn Embedded Intelligence (op
basis van informatietechnologie), Advanced Mate-
rials (nieuwe materialen en/of nieuwe productie-
technieken), Adaptive Manufacturing (de ontwik-
keling van Smart Factories door middel van
samenwerking via internet en Big Data) en High
Tech Instrumentation (innovaties op gebied van op-
tica, mechanica en elektronica).
Competitiekracht vergroten“De maakindustrie is in Noord-Nederland, meer nog
dan de dienstensector of de kenniseconomie, van
groot belang voor de economie. De regio kent tal
van high tech productiebedrijven die voorop lopen.
Grote bedrijven als Fokker en Philips, maar ook veel
kleine, flexibele start-ups. Er is veel kennis op gebied
van ict en materiaaltechnologie, maar die is ver-
snipperd over bedrijven en kennisinstituten. Dan is
het zaak om over de provinciegrenzen heen te kijken
en samenwerking te zoeken. Met de taskforce HTSM
slagen we daar in toenemende mate in. Grotere be-
drijven werken samen met kleine, innovatieve en
flexibele organisaties en kennisinstituten om kennis
en ervaring over verbetering van productieprocessen
uit te wisselen. Nieuwe, gedigitaliseerde productie-
processen vergroten de competitiekracht van de re-
gio.”
Slimme fabriekenEén van de projecten van de Taskforce is de Region
of Smart Factories (RoSF). Dit project, waarmee de
concurrentiepositie van de maakindustrie in Noord-
Nederland wordt versterkt en waaraan inmiddels
meer dan dertig bedrijven en kennisinstellingen
meewerken, richt zich op de ontwikkeling van Smart
Factories. Goossens kent het resultaat, want bij Fok-
ker werd, door samenwerking met andere noorde-
lijke bedrijven in één slimme, fors gedigitaliseerde fa-
briek, een sterk verbeterde composietenfabricage
gerealiseerd. Het is de eerste stap naar voorspel-
baar (lees: foutloos) produceren. “Digitalisering
maakt het mogelijk om snel en efficiënt samen te
werken, nieuwe, klantspecifieke fabricageprocessen
te ontwikkelen en deze processen ook foutloos en dus
veel efficiënter uit te voeren. Daarmee kun je de
kostprijs drukken en je competitiviteit vergroten.”
Meer informatie over de Taskforce HTSMen de Region of Smart Factories is te vin-den op de websites www.htsm-nn.nl enwww.nom.nl
Het was de vader van de huidigeeigenaar van Slijptechniek Noorddie het credo introduceerde: 'Jemoet beter kunnen meten dan deklant'. Een zienswijze die door zoonErik Vos nog altijd hoog wordtgehouden en er mede toe heeftgeleid dat er uit het slijperijtje van1976 een toonaangevend high techbedrijf is gegroeid met ruim twintigvakmensen.
Het begon krap veertig jaar geleden aan de overzijde
van het huidige bedrijfspand in Musselkanaal. Vos
senior sleep daar als eenmansonderneming aller-
hande gereedschap voor mensen uit de buurt. De
ploegscharen en maaimessen voor de boeren, het
tuingereedschap voor de hoveniers en particulieren,
beitels en handzaken voor de timmerman en in de
winter de schaatsen voor wie maar schaatsen kon.
De werkzaamheden breidden zich geleidelijk uit en
midden jaren tachtig volgde er een verhuizing naar
de andere kant van het kanaal.
De zaken floreerde, het werd 2010 en Vos senior was
toe aan een welverdiende rust. Hij deed de zaak over
aan zijn zoon, die tussen het slijpen groot was
geworden. En zoals dat nu eenmaal gaat met het
aantreden van een volgende generatie: Vos junior
zette een andere koers in. Erik: "Niet een andere
koers in onze corebusiness -het slijpen-, maar in het
innoveren van de bedrijfsprocessen. Vanaf 2010 is
er fors geïnvesteerd in high tech apparatuur, om
beter en sneller in te kunnen spelen op de wensen
van de klant. Dat heeft er onder andere in geresul-
teerd dat er nu elf robotten het hele jaar door
volcontinu staan te draaien."
Het pakket van Slijptechniek Noord omvat een vijf-
tal disciplines: productie, herslijpen, balanceren,
meten en adviseren. Voor de automotive-, metaal-
en houtindustrie ontwikkelt en vervaardigt Slijp-
techniek Noord meerdere gereedschappen zoals
boren, zagen en wisselplaten, die aan de hoogste
kwaliteitseisen voldoen. In serie gemaakt of als spe-
cials en voorzien van de benodigde meetprotocollen.
Met inzet van het geavanceerde machinepark en de
expertise en ervaring van de vakmensen, kunnen
vrijwel alle verspanende gereedschappen opnieuw
worden geslepen. Als enige in Nederland is Slijp-
techniek Noord in staat de gereedschappen te
eroderen. Erik: Dat doen we met onze Vollmer
QWD. We brengen het gereedschap daarmee weer
in topconditie."
"Het erodeerproces wordt ook wel vonkverspanen
genoemd. Dit gebeurt met een draad die door mid-
del van spanning tussen de draad en een snijkant
met koeling wordt bewerkt. Eroderen gebeurt onder
hoge temperaturen. Het spanningsverschil tussen
de draad en het gereedschap slaat door middel van
vonken over op het gereedschap via de olie. Deze
vonken verbranden het diamanten (PKD) snijmate-
riaal, zodat er weer een scherpe snijkant ontstaat."
Een geautomatiseerd meetsysteem stelt Slijptech-
niek Noord in staat vrijwel alle gereedschappen te
voorzien van de juiste meetprotocollen. "Onze hui-
dige apparatuur meet tot op 1/1000 nauwkeurig. In
de tweede week van januari wordt een optische
meetmachine geplaatst die gereedschappen tot
maximaal 200 keer vergroot. Daarmee kunnen we
er foutjes van 2 tot 3 MU uit halen. We hebben de
reputatie dat we heel goed kunnen meten, maar het
kan naar ons idee altijd beter."
Bij intensief gebruik kunnen frezen en zagen uit
balans raken. Goed gebalanceerde gereedschappen
bieden een economisch voordeel door een hogere
standtijd van een gereedschap en een betere opper-
vlaktekwaliteit in de afwerking van een product.
Slijptechniek Noord balanceert elke gereedschap
binnen twee werkdagen opnieuw uit. Een termijn
die overigens ook geldt voor het herslijpen van
gereedschappen.
Slijptechniek Noord wil voor haar klanten een com-
petent aanspreekpartner zijn. Ze adviseert dan ook
graag bij het ontwikkelen en optimaliseren van pro-
ductie-methodieken en over de inzet van
verspanende gereedschappen. "We hebben als
bedrijf inmiddels bijna veertig jaar ervaring in deze
business. Een expertise die we graag delen met onze
klanten!"
Slijptechniek NoordCeresstraat 28-29, Satsdkanaal
(0599) 616 441
info@slijptechniek-noord.nl
www.slijptechniek-noord.nl
SLIJPTECHNIEK NOORD
Meesters in meten
TASKFORCE HIGH TECH SYSTEMS & MATERIALS Nieuwe, slimme maakindustrie maakt Noord-Nederland weer competitief
Tekst: Fred Ootjers
Tekst: Fred Ootjers
Ze werden in 2014 uitgeroepen totFriese Onderneming van het jaar.Een voorlopige kroon op het werkvan een bedrijf dat nog maar eenrelatief jonge geschiedenis kent,maar onder de naam ZiuZ in dewereld van de visuele intelligentieis uitgegroeid tot een wereldspeler.
Tekst: Fred Ootjers
Het is niet direct de plek waar je een high tech
onderneming als ZiuZ Visual Intelligence zou ver-
wachten: tegen het centrum aan van het Friese
stadje Gorredijk, waar ze een modern bedrijfsge-
bouw deelt met de Rabobank. Onwillekeurig denk je
toch meer aan een plek als de Zuid-as bij Amster-
dam of een bedrijventerrein bij
Eindhoven. "Is dat zo?", lacht Gerrit
Baarda, samen met Ed van den
Brand in 2002 oprichter van ZiuZ.
"Onze roots zijn anders zo Fries als
het maar kan zijn: we zijn begonnen
boven een garage in Waskemeer. Ik
heb als programmeur bij IBM in het
verleden natuurlijk veel buiten de
provincie Friesland gewerkt, maar
toen we ZiuZ oprichtten was er geen
enkele noodzaak om daar de provin-
ciegrens voor over te gaan. De
producten die we hier ontwikkelen
zijn zodanig specifiek en gericht op
een nichemarkt, dat de vestigings-
plaats er minder toe doet.
Noodzakelijk is vooral de aanwezig-
heid van hoogwaardige kennis. En
die hebben we hier in de regio gelukkig voldoende
voorhanden."
Zo trad ZiuZ afgelopen zomer toe tot het Innovatie
Cluster Drachten, een samenwerkingsverband van
high tech bedrijven in de regio Drachten. De parti-
ciperende bedrijven houden zich bezig met de
ontwikkeling, productie en verkoop van high tech
producten en hebben gezamenlijk ruim 2700 mede-
werkers in dienst van wie 850 product-
ontwikkelaars. Baarda: "Om nog maar even een
paar cijfers te noemen: in de regio Drachten wordt
jaarlijks meer dan 100 miljoen euro geïnvesteerd in
onderzoek en ontwikkeling. Dat komt neer op 10 tot
20% van de totale omzet die aan R&D wordt uitge-
geven. Voor afgestudeerden met ambities liggen er
hier in de regio dus de wereld aan uitdagingen. Let-
terlijk de wereld: als ZiuZ halen we meer dan de
helft van onze omzet uit de Verenigde Staten. We
hebben in het Friesland House in New York een
eigen kantoor, maar doen daarnaast zaken met zo'n
48 landen."
Die zaken betreffen vooral het ontwikkelen en ver-
vaardigen van praktische en gebruiksvriendelijke
oplossingen voor politie- en veiligheidsdien-
sten en de farmaceutische wereld. "We
werken hier vanuit een maatschappelijke
betrokkenheid. We zijn weliswaar een com-
mercieel bedrijf met zo'n vijftig
medewerkers, maar we willen met onze pro-
ducten een wezenlijke bijdrage leveren aan
maatschappelijk relevante problemen. Zo'n
probleem is bijvoorbeeld de explosieve groei
van de hoeveelheid digitaal beeldmateriaal
en hoe die te beheersen, ordenen en herken-
nen."
"Nemen we als voorbeeld kindermisbruik.
Bij een inval door de politie worden 500.000
plaatjes en 1000 uur video in beslag geno-
men. Het is dan ondoenlijk voor de politie
dat allemaal door te nemen. Met inzet van
onze software worden bepaalde beelden -bij-
voorbeeld die van één specifiek slachtoffer- herkent.
Doel is om de politie via het slachtoffer bij de dader
te brengen. Hoe eerder hoe liever, liefst zo dicht
mogelijk bij 'het moment van heterdaad'. Dat
moment komt dankzij de inzet van onze producten
en de voortdurende innovaties, steeds dichter bij."
Behalve bij de Nederlandse politie worden de syste-
men van ZiuZ ook gebruikt door onder andere
Interpol en FBI. Baarda: "Met inzet van onze syste-
men koppelen we zo'n 48 landen aan elkaar. Met
elkaar werkt dat als een net dat steeds fijnmaziger
wordt en dat zich sneller om een dader sluit. De pak-
kans wordt groter, er wordt aanzienlijk op het
budget bespaard en politiemensen krijgen meer tijd
om zich met andere, even belangrijke zaken bezig te
houden die anders vertraging oplopen."
Voor de farmaceutische sector ontwikkelde ZiuZ
hardware waarmee de persoonsgebonden dosering
medicijnen voor patiënten wordt gecontroleerd. Die
dosering wordt in plastic zakjes gedaan, geseald en
als een strip aan de gebruiker verstrekt. "De erva-
ring leert dat er dan altijd de kans bestaat dat er bij
die dosering iets mis gaat. Het verkeerde medicijn
op het verkeerde moment of te veel of te weinig
medicijnen. Onze apparatuur 'leest' de medicijnen
naar vorm en kleur, waarmee het risico verkleint
wordt van 1,3 op 1.000.000. Ook deze machines
worden inmiddels wereld-
wijd toegepast bij onder
andere ziekenhuizen, zorg-
centra en apothekers.
Developed by ZiuZ, Gorre-
dijk, Friesland."
www.ziuz.com
ZIUZ VISUAL INTELLIGENCE
Developed by ZiuZ. Gorredijk. Friesland.
High Tech & Innovatie special
Hij is met zijn Artec 3D scanner alom heel wat celebrities heengedraaid. Zo scande Edwin Rap-pard van 4 Creative Cad CamConsultants (4 CCCC) recent nog djGiel Beelen, die zichzelf als eenbuste een paar uur later uit de 3Dprinter omhoog zag komen. Just forfun, maar er zijn ook al contactenmet uitvaartondernemers dieinspelen op de vraag naar 3D sculp-turen als grafmonument. Een vande vele mogelijkheden van toepas-singen van het 3D scannen,waarvan de toepassingen volgensEdwin vrijwel onbegrensd zijn.
Tekst: Fred Ootjers
"Als slogan hanteren we het statement dat de Artec
scan door iedereen die tot 3D wil tellen, gebruikt
kan worden", aldus Edwin. "Het is een relatief nieuw
fenomeen en binnen korte tijd razend populair
geworden. Dat komt vooral door de gebruiksvrien-
delijkheid van de apparatuur. De Artec scanner
werkt als een video-camera, heel eenvoudig uit de
hand. Met een snelheid van 15 beelden per seconde
legt ze de omgeving vast, waarna ze in real time wor-
den uitgelijnd. Dat maakt de scanner interessant
voor special effect en animatie, maar vooral voor
medische en bedrijfsmatige toepassingen."
Als exclusief dealer voor Noord-Nederland heeft
Edwin met zijn bedrijf onder andere de politie, de
Koninklijke Marine, TU Delft, TU Eindhoven, ROC
Friese Poort, Visser Jachtbouw in Workum en Foto-
studio Kruger in Assen als klant. Edwin: "Een van
de modellen van Artec is de Artec Spider, die speci-
aal is ontwikkeld voor CAD gebruikers en ideaal
inzetbaar is voor reverse engineering, product
design, kwaliteitscontrole en massaproductie. De
hoge precisie, resolutie en nauwkeurigheid, in com-
binatie met een veelvoud aan meettools, bieden de
perfecte mogelijkheid om productiestandaarden
vast te houden. Deformatie wordt voortdurend
gemeten en bewaakt en productiefouten geëlimi-
neerd."
www.4cccc.ninfo@4cccc.nl
4CCCC
Voor iedereen die tot 3D wil tellen
Noord-Nederland; land van aard-appelen en suikerbieten… De regiogeldt als een van de oudste agro-complex ter wereld en speelt nogsteeds een voorname rol in de win-ning en verwerking van agrarischegrondstoffen. Die rol krijgt eennieuwe, duurzame dimensie met deZernike Advanced Processing (ZAP)facility; een leer- en proeffabriekwaar organisaties op gebied vanR&D, onderwijs en productie bijeenkomen om uit biologische reststro-men nieuwe, hoogwaardige pro-ducten te ontwikkelen en zo eennieuwe, groene markt te creëren.
‘Educatie en innovatie; dat zijn de twee hoofddoe-
len van ZAP’, zegt drs. Derwin Schorren, die, als pro-
jectleider van ZAP, de Hanzehogeschool, het
Noorderpoortcollege, de Rijksuniversiteit en diverse
betrokken (productie)bedrijven met elkaar verbindt.
Schorren: “Samen willen de partijen op zoek naar
efficiënte methoden om biologische reststromen (bi-
omassa) energiezuinig te verwerken of – beter nog –
er nieuwe halffabricaten uit te ontwikkelen. De eer-
ste stap werd in september gezet met de opening van
de semi-industrieel opgezette ZAP hal 1; een inspi-
rerende plaats waar de toekomstige werknemer, in
nauw overleg met het werkveld, wordt opgeleid.”
Uniek projectVolgend jaar september wil de Hanzehogeschool
ZAP hal 2 opleveren. Samen met de onderwijs- en
kennisinstellingen en het werkveld wordt daar on-
derzocht of het mogelijk is om de gezamenlijke ken-
nis naar commercieel haalbare producten, processen
of diensten te ‘verwaarden’. Schorren: “Biologische
reststromen kunnen hier straks worden verwerkt tot
allerlei halffabricaten voor food- en non-food. In
ZAP hal 2, waar studenten mbo, hbo en wo gaan
samenwerken met mensen uit het bedrijfsleven, zul-
len de partijen gedegen toegepast onderzoek gaan
doen. Zo werken we gezamenlijk aan nieuwe pro-
cestechnologieën die direct toepasbaar zijn. En aan
nieuwe procestechnologen, die met de nodige prak-
tijkervaring voor de arbeidsmarkt beschikbaar
komen.”
“Het is een uniek project en de belangstelling is
groot”, weet Schorren. “Bedrijven als Avebe, Suiker
Unie en Akzo Nobel – allen uit het Noorden – heb-
ben zich verbonden aan ZAP en ook veel kleinere be-
drijven op gebied van agrarische procestechnologie
willen meedoen. Samen tillen we verwerking en
hergebruik van biomassa naar een nieuw, hoger ni-
veau.”
(website in de maak) www.nnaf.eu
‘ZAP Groningen tilt verwerkingen hergebruik van biomassanaar een nieuw niveau’
V.O. Patents & Trademarks
Genereer waarde metinnovatieInnoveren is een must, maar wat alsde concurrent met jouw nieuwe,met bloed, zweet en tranen ontwik-kelde innovatie aan de haal gaat? Enwat als investeerders afhakenomdat er geen octrooi op de inno-vatie is verkregen? Juist voor inno-vatieve, jonge bedrijven is beleid opgebied van Intellectueel Eigendomvan levensbelang. V.O. Patents &Trademarks weet de weg, zowel inNederland als daarbuiten.
Met ruim zestig professionals, verdeeld over meer-
dere vestigingen in Nederland, België en Duitsland,
beschikt V.O. Patents & Trademarks over een brede,
actuele, internationale kennis over het aanvragen,
verwerven en behouden van octrooien in een breed
scala van technische vakgebieden. Ondertussen
hebben de verschillende vestigingen oog voor de lo-
kale omstandigheden. “We hebben goed zicht op de
ontwikkelingen in Noord-Nederland”, zegt Kim Tan,
hoofd van de Groningse vestiging van V.O. Patents
& Trademarks. “Op gebieden als life sciences en ICT
is in Noord-Nederland veel innovatieve activiteit. En
juist daar is beleid op gebied van Intellectueel Ei-
gendom (IE) van belang. De grotere, langer be-
staande bedrijven en vooral multinationals hebben
hun octrooibeleid doorgaans behoorlijk op orde,
maar juist bij de jonge, en nog kleine organisaties is
vaak weinig kennis en ervaring op het gebied van oc-
trooibeleid aanwezig.”
Valley of deathJuist voor innovatie gedreven start-ups is een por-
tefeuille van kansrijke octrooiaanvragen, die de in-
novatie waar het bedrijf op gebaseerd is goed afdekt,
van groot belang, aldus Tan. “Daarbij komt dat de
weg naar een vermarktbaar product lang en kost-
baar is en voor startende ondernemingen veelal
voert door een zogenaamde valley of death voordat
er sprake is van break even en voor de continuïteit
benodigde inkomsten. Eén van de succesfactoren
voor het overleven is daarbij het vinden van (ver-
dere) investeerders, maar die eisen vaak dat de oc-
trooibescherming goed geregeld is. Dit spannings-
veld vormt voor ons als octrooigemachtigden een
extra uitdaging om enerzijds meer met het bedrijf
mee te denken dan nodig is voor langer bestaande
bedrijven die hun octrooibeleid op de rails hebben,
maar anderzijds binnen een begrensd budget een
goede basis te leggen. Gelukkig is het juist in de be-
ginfase van octrooibeschermingstrajecten goed mo-
gelijk om binnen vooraf bepaalde budgetten te
werken.”
Doorlopend procesDe specialisten van V.O. Patents & Trademarks zijn
niet alleen juridisch onderlegd, ook op gebied van
technische innovatie hebben ze – wetenschappelijk
en/of bètageschoold – verstand. Tan: “We kunnen
bij high tech start ups meedenken over de strategie,
omdat we in staat zijn de technologie en de toepas-
sing daarvan te begrijpen en ook de kansen en be-
dreigingen op octrooigebied te onderkennen. We
zijn in staat om octrooieerbare aspecten van inno-
vaties te herkennen en risico’s van inbreuk op het
gebied van octrooien van anderen in kaart te bren-
gen. Hierbij kijken we ook naar de langere termijn,
want octrooien kunnen tot twintig jaar na de aan-
vraagdatum van kracht blijven, dus de octrooistra-
tegie moet passen bij de lange termijn strategie van
een bedrijf. Wet- en regelgeving verandert ook -
denk bijvoorbeeld aan het Unitair octrooi, waardoor
een Europees octrooi niet alleen voor gekozen lan-
den, maar voor de meeste EU landen in één keer van
kracht zal blijven en inbreukgeschillen voor al die
landen in één keer berecht zullen worden in plaats
van per land apart. Kortom; Intellectueel Eigendom
is voor ieder innovatief bedrijf een doorlopend pro-
ces.”
V.O. Patents & Trademarkswww.vo.eu
Adriaan Seerden, Karel de Jong en Kim Tan (octrooigemachtigde Annemiek Tepper ontbreekt op defoto): “De octrooistrategie moet passen bij de lange termijn strategie van een bedrijf.”
High Tech & Innovatie special
Witec Fijnmechanische Techniek inTer Apel. Leverancier en ontwikke-laar van fijnmechanische delen enhigh-tech componenten met dehoogste standaardniveaus, voordiverse industrieën. Een bedrijfdat, aldus mede-eigenaar RaimonWarta, 'onbeperkt kan groeien',maar goed opgeleidt personeel debelemmerende factor was. Op ini-tiatief namelijk van Witec is hetopleiding/detacheringsbureau Dok-4 opgericht, om op korte én langetermijn in de grote vraag naar vak-bekwaam technisch personeel tevoorzien.
Tekst: Fred Ootjers
Witec Fijnmechanische Techniek is actief in meer-
dere high-tech markten. Cross-overs in kennis
geven Witec de brede basis waardoor ze optimaal
kan presteren voor haar klanten. Ze heeft meerdere
mogelijkheden om klanten te bedienen, van leve-
rancier van precisieonderdelen tot ketenregisseur
bij modules en systemen. Zo ontwikkelt ze lijmdo-
seringssystemen die onder andere bij de fabricage
van luiers en in de autoindustrie worden toegepast,
spoelen voor lineaire motoren, medische technolo-
gie in opdracht van onder andere het UMCG,
machines voor de fabricage van chips voor ASML en
componenten in opdracht van de Stichting Ruimte
Onderzoek Nederland.
De werkzaamheden bij Witec zijn even divers als
verschillend in niveau. Om de capaciteiten van elke
werknemer optimaal tot zijn recht te laten komen,
ontwikkelde Witec met Dok-4 een even eenvoudig
als geniaal classificeringsmodel. "Het niveau van de
werkzaamheden verdelen we in de klassen A, B, C
en D, waarbij A staat voor relatief eenvoudige han-
delingen en D voor de meest gecompliceerde High
Impact Parts. Iedere werknemer krijgt na een zorg-
vuldige screening de taak die het beste bij hem of
haar past en de meeste voldoening geeft. Binnen die
taak krijgen ze optimaal de kans om door te groeien
en hun eigen gestelde doelen te halen. Doel van
Witec en Dok-4 is dat iedere werknemer op de plek
komt waar hij of zij het beste presteert en het meest
gelukkig is. Op alle fronten en in alle geldingen
werkt dat voor het bedrijf het meest efficiënt."
Vanuit het unieke classificeringsmodel ontstond het
idee om een opleiding/detacheringsbureau op te
richten. "Om het gat tussen vraag -het bedrijfsleven-
en aanbod -de scholen- te dichten, werken we al
jaren intensief samen met het Noorderpoortcollege
in Stadskanaal. We hebben daar een 1:1 situatie van
Witec geïnstalleerd waar de leerlingen worden opge-
leid tot vakmensen. Op dit moment wordt de
instroom voor 100% door Dok-4 gerealiseerd en
vindt de uitstroom ook voor 100% werk bij Witec.
Maar dat is niet voldoende. Zoals gezegd zijn de
groeimogelijkheden voor Witec onbeperkt. We heb-
ben nu een omzet van vijf miljoen euro, maar we
worden uitgenodigd door opdrachtgevers die ons de
mogelijkheid bieden de omzet te verveelvoudigen.
Daar hebben we meer goed opgeleid personeel voor
nodig, die we naast afgestudeerden ook vinden in
samenwerking met de gemeente Stadskanaal en uit-
keringsinstanties. Op dit moment wordt de
instroom grotendeels gerealiseerd door Dok-4,
waarna ze doorstromen naar de partnerbedrijven.
Maar dat is niet voldoende. Zoals gezegd zijn de
groeimogelijkheden voor Witec onbeperkt."
Maarten van der Vlist, bedrijfsleider Dok-4: "Met als
uitgangspunt het ABCD classificeringsmodel lukt
het ons om de juiste kandidaat voor langere termijn
bij onze partnerbedrijven te plaatsen. Mensen van-
uit heel andere beroepen, die soms al jaren werkloos
thuis zitten, worden getest en blijken onvermoed
over technisch talent te beschikken. Dok-4 zoekt
naar wat mensen wél kunnen. We gaan samen me
de kandidaat op zoek naar de mogelijkheden, we
verzorgen de opleiding, houden de vinger aan de
pols en laten ieder in z'n waarde. Want al die waar-
den bij elkaar opgeteld, maakt ze voor elke
onderneming -niet alleen voor Winteb- waardevol."
"We zijn dan ook op zoek naar meerdere partnerbe-
drijven die de werkwijze van Witec en Dok-4
onderschrijven en efficiënt willen groeien naar de
toekomst", aldus Maarten. "Onderschrijven, maar
liever nog daarin willen participeren. Dat hoeven
geen technisch gerelateerde ondernemingen zijn,
maar bedrijven die ook met het probleem van de
instroom van vakbekwame en gemotiveerde werk-
nemers zitten. En als ze niet met dat probleem
zitten, méér efficiency -en dus een hoger rende-
ment- uit de onderneming willen halen. Onze
ervaring is dat -mits goed geïnvesteerd- het beste
nog altijd uit de mensen zélf is te halen!"
Witec Fijnmechanische TechniekMercuriusweg 4, Ter Apel
(0599) 588 010
www.witec.nl | www.dok-4.nl
Als het aan prof. dr. Lambert Scho-maker (RUG) en de bij het projectMANTIS aangesloten wetenschap-pers en bedrijven ligt, staatbinnenkort een nieuwe generatieproductierobots op. Robots die instaat zijn te leren van menselijkeoperators om adequaat te reagerenop verstoringen van het proces.Daarmee komt een voorspelbaarproductieproces dichterbij.
Het project MANTIS, waar naast de RUG nog bijna
vijftig wetenschappelijke instituten en (high
tech)bedrijven zijn aangesloten, werkt aan een
nieuwe generatie robots, waarmee incidenten in het
productieproces worden opgespoord én opgelost,
zonder dat het proces wordt onderbroken. MANTIS
wordt financieel gesteund door de Europese Com-
missie, want een slimmer productieproces verstevigt
de concurrentiepositie van de Europese maakin-
dustrie. Het is aan Schomaker en ‘zijn’ vakgroep
Kunstmatige Intelligentie van de Faculteit Wis-
kunde en Natuurwetenschappen om de lerende
software voor de robots te ontwikkelen.
De maakindustrie doet al tientallen jaren z’n voor-
deel met robotica, want een robot levert – anders
dan een mens van vlees en bloed - voortdurend
dezelfde prestatie, spreekt de baas niet tegen en is
nooit ziek. In theorie, want robots zijn aan slijtage
onderhevig zijn en weten niet wat te doen zodra
omstandigheden veranderen, zoals bij een incident.
Deze beperkte autonomie, veroorzaakt door wat
Lambert Schomaker ‘draaiorgelrobotica’ noemt, is
de achilleshiel van de huidige productierobots. “Er
is een revolutie aanstaande”, zegt Schomaker met
een glimlach. “De nieuwe generatie robots is zelfle-
rend en verwerkt nu veel meer sensorische
informatie, om te detecteren waar het fout gaat en
daar vervolgens op reageren, net als een biologisch
systeem.”
In samenwerking met regionale industrie werkt de
vakgroep aan software, waarmee complete produc-
tielijnen als een levend organisme kunnen opereren
en in staat zijn om zélf incidenten op te lossen. In
die software is, met behulp van sensoren, big data
en trainingsvoorbeelden van de menselijke opera-
tors, kennis over het gehele productieproces
gebundeld. “Met die software kun je een systeem
met robots ontwikkelen dat zelf een optimale oplos-
sing kiest zodra het proces wordt verstoord”, aldus
Schomaker. “Hoewel de mens nog altijd een enorme
evolutionaire voorsprong heeft, mogen we toch wel
van een revolutie spreken.”
www.rug.nl Mantis: tinyurl.com/q9u33r3AAAI Video: tinyurl.com/oh7wp8l
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
De nieuwe robot komt eraan
De wereld verandert in hoog tempo.De maatschappij vraagt om nieuweontwikkelingen, het liefst zo snel enzo goed mogelijk. Het is aan bedrij-ven om aan die vraag te voldoen.
Tekst: Miriam Nooi
Een bedrijf als Stork gaat volop mee in die ontwik-
kelingen. Met Nederland als bakermat maar
wereldwijd opererend staat Stork stevig met beide
voeten op de grond. En daarmee wordt elke trilling
die het werkvlak afgeeft opgemerkt. Waarna men bij
Stork niet rustig blijft afwachten op de dingen die
komen gaan, maar volop in de innovatie stapt.
"Stork is kort en bondig gezegd een multidisciplinair
onderhoudsbedrijf", vertelt Martijn Glass, innova-
tieaanjager van Stork in Utrecht. "Zo zijn we één van
de hoofdaannemers voor onderhoud op de Gronin-
ger gasvelden van de NAM en verrichten we veel
onderhoud in Chemie Park Delfzijl. Projecten in
markten die nu volop in beweging zijn. Tot voor kort
konden bedrijven zich nog terughoudend opstellen
ten aanzien van de onderhoudsinnovaties, maar
door de dalende gas- en olieprijzen komt daar snel
verandering in. Innovaties die voor kort niet
bespreekbaar waren, vinden nu wel een gewillig oor.
Elke kostenbesparing of een dag minder buiten
bedrijf staan kan immers het verschil betekenen tus-
sen winst en verlies.”
"Neem bijvoorbeeld een inspectie uitvoeren ergens
hoog in een installatie. Tot voor kort was het van-
zelfsprekend dat er dan eerst een hele constructie
van steigerbuizen opgetuigd moest worden, al wist
iedereen dat dat veel tijd en geld kost. Maar na de
simpele vraag ‘Kunnen we niet zonder steigers het-
zelfde doel bereiken?’, bleken er tal van andere
oplossingen te zijn. Bijvoorbeeld ‘roping’: klimtou-
wen inzetten, waarmee de inspecteur als een alpinist
door de installatie beweegt. Veilig en effectief, bin-
nen enkele minuten kan hij al aan het werk. Of wat
te denken van een robotje dat met behulp van mag-
netische rupsbandjes tegen een wand omhoog
klimt? Of visuele inspecties die uitgevoerd worden
door een drone? En als je weet dat je periodiek
ergens een bepaalde inspectie moet uitvoeren,
waarom zouden we dan geen permanente sensoren
op bijvoorbeeld een pijpleiding aanbrengen? De
praktijk toont aan dat er geweldige alternatieven
bestaan wanneer je een conventionele houding wat
laat varen."
"Wij hebben mensen die durven. Ze zien wat er
gedaan moet worden en gaan vervolgens actief op
zoek naar verschillende oplossingen: ze bellen col-
lega’s in andere vestigingen – ook buiten Nederland
– en vragen ook toeleveranciers om mee te denken
hoe dat probleem opgelost kan worden. Dus DEN-
KEN en dan ook echt DOEN. En daarna actief delen
hoe het gelukt is met anderen in het bedrijf. Je ziet
wat dat betreft de mindset veranderen. De nieuws-
gierige techneut krijgt steeds meer de kans om
zijn/haar creativiteit aan te wenden en op totaal
nieuwe manieren de kosten te drukken. En dat
merkt de klant. Keer op keer. Dat is Stork: samen
positief de klant verrassen!"
www.stork.com
STORK
Innovatief onderhoud
���������������������������������� ������������������������������������������� � �� ������������ ���� � �� � �� ������������!������"�����#��$ � ��%��� � ���� � � � &'�� ���( � ��##��) � )����������������� � �����*� � ����������� � $�� � ��������� � ��� � �� +��� � ��������#��)� � ,�% � ���� � �) ���%�� � ������ ��� � ����� ������%�����
������%%��#
WITEC / DOK-4
Het beste uit de mensen halen
High Tech & Innovatie special
Ze vieren in 2016 het twintigjarigbestaan van het familiebedrijf.Twee decennia, waarin de een-mans-onderneming van Gert JanVenema uitgroeide tot een bedrijfmet zo'n twintig werknemers, datzich toelegt op het ontwerpen, pro-duceren en onderhouden vanhoogwaardige machines in metname de deegverwerkende sector.
Tekst: Fred Ootjers,
Het is slechts bij insiders bekend, maar zo'n 90%
van de voor decoratie ingesneden broodjes (bij-
voorbeeld stokbrood) die elke dag in heel Nederland
bij de supermarkten worden verkocht, zijn gesneden
met de Venmatic Decojet van Venema Techniek &
Service (VT & S). En als we toch met getallen bezig
zijn: de door VT & S ontwikkelde en vervaardigde
kleinbroodlijn, is in staat om 30.000 stuks klein-
brood per uur te produceren. Een opmerkelijke
prestatie voor een ondernemer die ruim twintig jaar
geleden nog maar met één enkel serviceautootje
rondreed.
"Ik ben begonnen als servicemonteur voor bakkerij-
machines", vertelt Gert Jan. "Mijn werk lag vooral
bij de zogenaamde 'industriële bakkerijen', maar
ook de individuele ambachtelijke bakker behoorde
tot mijn klantenkring. Door de sterke opkomst van
versheid, geur- en smaakbeleving van de voedings-
middelen, is de hele foodsector al jaren in beweging.
Ook de bakkerijen zijn de laatste jaren sterk aan ver-
andering onderhevig. De opkomst van bijvoorbeeld
spelt- en zuurdesembrood, vereiste een andere aan-
pak en daarom aanpassing van de bestaande
machines. Op die veranderingen hebben wij op tijd
ingespeeld, van het een kwam het ander en in 2000
zijn we klantspecifieke machines voor voornamelijk
de bakkerijsector gaan ontwikkelen en produceren."
De fabricage van de machines van VT & S omvatten
het hele proces vanaf de engineering tot aan de
oven. "Als mensen horen dat je machines maakt
voor de bakkerijen, denken ze in eerste instantie dat
je dan wel ovens zult maken", lacht Gert Jan. "Dat
er eerst iets gemaakt moet worden om überhaupt in
de oven te kunnen schuiven, vergeten ze vaak.
Ovens maken we dus niet, maar wel zoals gezegd
alle machines die nodig zijn bij het maken van
brood, tot aan het moment dat ze de oven worden
ingeschoven. Maar ook op de inpakafdeling hebben
wij ervaring met klantspecifieke oplossingen."
Onder de eigen merknaam 'Venmatic' produceert
VT & S onder ander de Decojet, een watersnijder op
maat, die inmiddels over de hele wereld bij indus-
triële bakkerijen wordt gebruikt. In verschillende
uitvoeringen, van stationaire opstellingen tot robot
bestuurde systemen. Voor het interne transport is
er de Venmatic Transportbaan die naar elke
gewenste specificatie van de opdrachtgever wordt
ontwikkeld, vervaardigd en geplaatst. Naast nog een
aantal andere componenten zoals deegdoseer-
trechters en sterdoseringen onder eigen naam,
onderscheidt VT & S zich binnen het segment met
de Venmatic Strooi-installaties. Geschikt voor
groot- en kleinbrood en voor alle soorten strooisels.
Gert Jan: "De robotisering zal in de komende jaren
steeds interessanter worden, ook en juist voor de
ambachtelijke bakkerijen en het middenbedrijf. De
techniek is bijna onuitputtelijk en worden steeds
betaalbaarder."
Voor wat betreft de machines die nodig zijn voor het
kneden van het deeg, is VT & S exclusief dealer voor
Nederland van het gerenommeerde merk Diosna.
Diosna is al sinds 1885 toonaangevend voor onder
andere de bakkerijsector, een reputatie die gestoeld
is op kwaliteit, betrouwbaarheid en duurzaamheid.
Voor Nederland, België, Noord-Frankrijk en (deels)
Duitsland, is VT & S bovendien de servicepartner
van Diosna.
Behalve in het ontwerpen, produceren en onder-
houden van losse machines voor de bakkerijsector,
is VT & S gespecialiseerd in het opzetten van
compleet nieuwe productielijnen of onderdelen
daarvan. En vanuit de roots van Gert Jan als ser-
vicemonteur, is technisch onderhoud, reparaties en
revisie aan het machinepark én een 24/7 storings-
dienst, een vanzelfsprekendheid van Venema
Techniek & Service BV, ongeacht door welke fabri-
kant de machine is geleverd.
Venema Techniek & Service BV is altijd op zoek naar
allround technici om het team te versterken. Gert
Jan: "Wat we vooral zoeken zijn mensen met een
hart voor techniek. Die gemotiveerd zijn en een
mentaliteit hebben van aanpakken. Voor die men-
sen bieden we een werkplek waarin ze niet alleen
hun talenten kwijt kunnen, maar waarin ze ook kun-
nen groeien. Wie denkt dat zo'n baan wel iets voor
hem is, kan altijd bellen voor een afspraak!"
Venema Techniek & Service BVRobert Scottstraat 11, Emmen
(0591) 31 33 77
info@venematechniek.nl
www.venematechniek.nl
VENEMA TECHNIEK & SERVICE BV
Komt voor de bakker!
High Tech & Innovatie special
Noord-Nederland heeft een ruimepotentie op het gebied van innova-tie. Tijdens een bijeenkomst in 2014van verschillende partijen werdgekeken naar de mogelijkheden omhet bedrijfsleven en opleidingsin-stituten -maar ook de opleidings-instituten onder elkaar- beter metelkaar te laten samenwerken als hetgaat om innovaties en ontwikkelin-gen. Een bijeenkomst met eenbelofte voor Noord-Nederland.
Tekst: Miriam Nooi
Na afloop van de bijeenkomst was de eensluidende
conclusie dat Noord-Nederland over voldoende ken-
nis en kunde beschikt om een grote rol te spelen op
het gebied van High Tech Systems and Materials
(HTSM). Voorwaarden zijn dat de regionale kennis
en ecostructuur moeten worden versterkt, er meer
rendement uit kennis en innovatie dient te worden
gehaald en er meer technisch talent wordt opgeleid
om de bedrijven te versterken. Voor dit doel is het
platform HTSM-NN opgesteld, een coalitie tussen
de belangrijkste hightech initiatieven en organisa-
ties in het Noorden.
In dat platform HTSM-NN speelt Stenden Hoge-
school Emmen een cruciale rol. "We hebben de
laatste jaren een grote kennisinhoudelijke expertise
opgebouwd binnen de disciplines Life Science,
Werktuigbouwkunde, Technische Informatica en
Informatica," vertelt Richard Delger, hoofd van de
Techniek Faculteit van Stenden. "Life Science loopt
al wat langer mee, maar de ander drie zijn relatief
nieuw en nog volop in ontwikkeling. Voor wat
betreft de opleiding Werktuigbouwkunde ligt die
vooral op de ontwerpfase in het industrieel proces,
voor Informatica op het gebied van datamanage-
ment en IT-security. Die laatste hebben we
onderverdeeld in twee lectoraten die we studenten
aanbieden."
"Het eerste lectoraat is de Data Security. Processen
gaan steeds meer digitaal. De vraag komt dan op:
hoe kwetsbaar maakt dat ons? Een bank wil niet dat
van alle klanten plotseling het geld wegvloeit door
een hack, een vliegtuigontwikkelaar huivert bij de
gedachte dat plannen in handen komen van de con-
currentie en een particulier wil niet dat zijn
telefoongesprekken worden afgeluisterd. Met Data
Security richten we ons op het onderzoeken en ont-
wikkelen van beveiligingssystemen van data in een
productieomgeving."
"Het tweede lectoraat betreft de Smart Manufactu-
ring. Daarbij gaat het om het ontwikkelen van een
systeem dat zelf problemen detecteert en ze ook
weet op te lossen, zodat het de volgende keer niet
dezelfde fout maakt. Een embedded system dus, een
zelf-lerend systeem dat werkt volgens het First Time
Right principe. Daarnaast kijken we naar de bevei-
liging van logistieke processen. Neem als voorbeeld
een vliegtuig. Dat bestaat uit heel veel onderdelen
die allemaal op een bepaald punt samen moeten
komen. En natuurlijk moeten passen. Het kleinste
foutje gaat in de eerste plaats ten koste van de vei-
ligheid, maar ook van tijd en geld. Door de
processen perfect en naadloos op elkaar af te stem-
men bespaart een bedrijf zich een hoop onzekerheid
en eventuele rampspoed. Ook en juist in de vlieg-
tuigindustrie geldt het credo: First Time Right."
De lectoraten HTSM starten in het nieuwe kalen-
derjaar en gaan binnen IT security met wtb en ICT
docenten en studenten, toegepast onderzoek doen
in samenwerking met het bedrijfsleven. De lectora-
ten zijn innovatief en praktijkgericht. Richard: "We
werken nauw samen met partijen als Fokker, Phi-
lips, Plantronics en Landes High End Machining,
waarvoor we 'real life cases' oplossen. Cases die we
uit kunnen werken tot complete leerlijnen in de
vorm van meerjarige vakken waar studenten uit alle
disciplines zich op mogen storten."
"Steeds meer processen verlopen volgens het prin-
cipe van IT. De opleiding van de toekomst heeft een
IT basis, waarop verder doorgeborduurd wordt. Stu-
denten kunnen dan kiezen voor de creatieve kant,
die van de toepasbaarheid of voor de beveiliging.
Het menselijk aspect echter ligt aan alles ten grond-
slag. Een machine kan weliswaar een brug bouwen,
maar hij zal nooit uit zichzelf denken: 'Daar loopt
een watertje, ik wil naar de overkant dus heb ik een
brug nodig'. Ooit zullen programma's wel zelfden-
kend worden, maar het empathische vermogen van
de mens blijft een onmisbare factor."
Studenten komen vanuit alle windstreken naar
Emmen. "Wij hebben een uniek aanbod aan oplei-
dingen in huis, wat vooral veel Duitse studenten
naar Emmen trekt. De Nederlandse taal is niet ver-
plicht: de studies kunnen ook in het Engels worden
gevolgd. Dat maakt dat je als opleidingsinstituut niet
beperkt bent tot een werkveld in Nederland. Ons
werkveld is de hele wereld."
"We zijn bezig met het opzetten van een advanced
study program bij hochschule Lingen en gaan dat
komend jaar ook proberen met kreisstadt Leer en
het daar aanwezige bedrijfsleven. Daarnaast lenen
we ook docenten uit. Zo werken we samen met het
Hondsrug College in het ontwikkelen van een les-
programma. En we hebben een Associate Degree
programma ontwikkeld voor leerlingen die van het
MBO komen en geen vervolgopleiding willen doen,
maar wel net dat beetje extra nodig hebben om ver-
der te kunnen in het vak van hun keuze."
"We staan aan de vooravond van een kentering. Een
omslag die zijn basis vindt in de IT. We boren tel-
kens nieuwe bronnen aan, ontginnen nieuwe
gebieden. We werken aan en met de toekomst. Hier
ontstaat een nieuwe wetenschap."
www.stenden.com
STENDEN HOGESCHOOL
‘Ons werkveld is de hele wereld’
Richard Delger
High Tech & Innovatie special
“Zonne-energie biedt veel meermogelijkheden dan veel mensendenken”, aldus Martien Buist vanBuist Solar technologie in Stadska-naal. Een bedrijf dat kwaliteit eneen eerlijk advies voorop heeftstaan. Dat men daar goed in slaagt,blijkt uit het feit dat ruim 80% vande nieuwe opdrachtgevers viabestaande klanten binnenkomt.“Wij doen geen concessies aan dekwaliteit en komen onze afsprakenna, dat spreekt aan.”
“Een zonnepaneel alleen bepaalt niet de kwaliteit,
daar komt veel meer bij kijken”, begint Martien
Buist. “Bepalend voor een goede installatie is vooral
wat er achter de panelen gebeurt. Denk bijvoorbeeld
aan het goed en degelijk vastzetten van de panelen
maar ook aan de dikte van de kabels die je gebruikt.
Verder is de kwaliteit van de omvormer van groot
belang en moet alles veilig en netjes op de groepen-
kast worden aangesloten.”
Buist Solar technologie gebruikt alleen omvormers
van de beste kwaliteit. Als hart van de installatie is
de omvormer namelijk bepalend voor het uiteinde-
lijke rendement van de zonnepanelen. Ook zijn er
grote verschillen in levensduur, storingsgevoelig-
heid en geluidsniveau.
Het belang van een degelijke montage wordt vaak
onderschat. Dit kan namelijk zelfs een rol spelen
voor de verzekering. Martien: “Er zijn meerdere
systemen waarbij de panelen zonder te schroeven
aan de dakpannen zijn bevestigd. Als er dan iets mis
gaat, kan dat vervelende gevolgen hebben.”
Eerlijk adviesVoorafgaand aan elke opdracht, komen de specia-
listen van Buist Solar technologie bij de klant over
de vloer. “Niet alleen om te praten over de wensen
van de klant, maar ook om de situatie in ogen-
schouw te nemen. Bij een eerlijk advies, waarvoor
we de tijd nemen, past ook een heldere uitleg over
de te verwachten opbrengst van de zonnepanelen.
Dat is in elke situatie weer anders”, geeft Martien
aan. “Als extra service wordt het terugvragen van de
btw kosteloos geregeld. Ook bij het aanvragen van
diverse subsidies bieden we onze klanten een maxi-
male ondersteuning.”
Naast de zonnepanelen, die we op steeds meer
daken zien, zijn mensen steeds meer geïnteresseerd
in andere mogelijkheden die zonne-energie biedt.
Martien: “Je moet daarbij denken aan allerlei moge-
lijkheden om meer gebruik te maken van stroom die
je zelf hebt geproduceerd. Dat kan een zonne-
stroomboiler zijn, maar ook een luchtwarmtepomp,
elektrische cv-ketel of het koken met behulp van een
inductiekookplaat. Allemaal mogelijkheden om het
gasgebruik terug te brengen en te vervangen door je
eigen stroom. We zijn inmiddels voorbij het punt
waarop veel mensen nog twijfelen of ze zonne-ener-
gie willen opwekken. De hoge energiebelasting, de
perikelen rondom ons gas en het feit dat mensen
onafhankelijk en zelfvoorzienend hun energie wil-
len opwekken zijn daar debet aan.”
RendabelDe ontwikkelingen in de markt staan dan ook niet
stil. Zo wordt de terugverdientijd van zonnepanelen
steeds korter. Martien Buist: “Die ligt op dit
moment voor een particulier rond de zeven jaar.
Natuurlijk vergt het een investering, maar je bent
wel vanaf dag één minder voor je energie kwijt.”
Voor bedrijven is de investering nog sneller renda-
bel, omdat de fiscus voor een deel bijdraagt in de
kosten.
“Deze markt is niet meer te stoppen. Ik denk dat
Nederland in de komende vijf tot tien jaar voor een
groot deel voorzien gaat worden van zonnepanelen.
Daarna gaat de situatie veranderen en ontstaat er
steeds meer een vervangingsmarkt. Tegen die tijd
zullen een aantal ‘snelle jongens’ alweer zijn ver-
dwenen en blijven de serieuze bedrijven over.”
Buist Solar technologieStelmaker 17a
Stadskanaal
T: 0599 70 02 26
I: www.buistsolar.nl
E: info@buistsolar.nl
Het gegeven: de grote vraag van hetnoordelijk bedrijfsleven naar goedopgeleide mbo'ers. De klacht:onvoldoende aansluiting van die-zelfde mbo'ers op de actueleberoepspraktijk. De oplossing:Regionaal Co-Makership, waarvoorhet Alfa-college de komende 4 jaar6 miljoen euro beschikbaar heeft.
Tekst: Fred Ootjers
Het bedrag bestaat uit 2 miljoen euro dat aan het
Alfa-college is toegekend uit het Regionaal Investe-
ringsfonds (RIF), aangevuld met 4 miljoen euro van
regionale bedrijven, instellingen en lokale overhe-
den. Gerard Krikken, programmamanager
Regionaal Investeringsfonds MBO bij het Alfa-col-
lege: "Het Regionaal Co-Makership is gericht op het
maken van een optimale aansluiting tussen arbeids-
markt en het onderwijs. Te lang is daar in het
verleden sprake geweest van een kloof, minder in de
theoretische kennis als wel in de praktijk. Natuur-
lijk wordt elk beroep vooral in de praktijk geleerd,
maar het moderne bedrijfsleven kan daar niet lan-
ger mee uit de voeten. Bedrijfsvoering in de 21ste
eeuw vraagt om optimaal voorbereide schoolverla-
ters, die soepel de beroepspraktijk instromen."
Regionaal Co-Makership is een vervolg op twee eer-
der vergelijkbare initiatieven: de pilot ReCoMaLab
en activiteiten binnen het project Value beyond the
Valley. Vanuit het dubbellectoraat 'Duurzame inno-
vatie in de regionale kenniseconomie' van
Alfa-college en Stenden Hogeschool, zijn destijds de
eerste innovatievraagstukken in de regio ontwik-
keld. Werken en leren raken steeds meer met elkaar
verweven. Het beroepsonderwijs zal eerder de werk-
praktijk betreden en werkenden blijven langer leren.
Hiervoor zijn nieuwe combinaties van leren en wer-
ken nodig, waarbij beroepsonderwijs en
bedrijfsleven strategische partnerschappen aan
moeten gaan. Samenwerkingsverbanden die verder
gaan dan de huidige onderwijsrelatie met de onge-
veer 10.000 stagebedrijven.
Centraal binnen het Regionaal Co-Makership model
staat het uitvoeren van innovatieve en échte prak-
tijkopdrachten uit het bedrijfsleven door de
mbo-leerlingen, ondersteund door betrokken en
actieve ondernemers. Leerlingen uit diverse disci-
plines werken aan zo'n opdracht, in samenwerking
met hbo-studenten. Krikken: "De opzet is dat de
grenzen tussen school en werkveld vervagen. De
bedrijven komen -bijvoorbeeld voor het verzorgen
van gastlessen door mensen uit de praktijk- naar de
scholen en het onderwijs komt naar het bedrijfsle-
ven. Op die manier krijg je een vruchtbare en
noodzakelijke wisselwerking tussen praktijk en
onderwijs: het 'lerend netwerk'."
De ervaringen met ReCoMaLab en Value beyond the
Valley resulteerden onder andere in het opstellen
van een energiemaatwerkadvies door leerlingen van
het Alfa-college voor het multifunctioneel centrum
De Bosrand in Hoogersmilde en het participeren in
de ontwikkeling van De Zorgvilla in Veenoord. Bij
dat laatste project inventariseerden leerlingen mbo
van het Alfa-college en hbo-studenten van Stenden
Hogeschool hoe Zorg en Welzijn elkaar konden ver-
sterken en welke activiteiten voor de daginvulling er
georganiseerd konden worden. Inmiddels draait er
in De Zorgvilla een volwaardig leerwerktraject.
"Het mes snijdt aan alle kanten: leerlingen uit ver-
schillende disciplines en van verschillende niveaus
werken met elkaar aan opdrachten waar het
bedrijfsleven werkelijk behoefte aan heeft. Ze leren
niet alleen welke expertise ze zelf mee moeten bren-
gen, maar ook hoe een bedrijf in de praktijk
functioneert en wat daar allemaal bij komt kijken.
Het maakt ze kortom, bewuster en gemotiveerder
voor het vakgebied waarvoor ze worden opgeleid. Ze
weten namelijk al voordat ze eindexamen gaan doen
of ze aan de eisen van het bedrijfsleven kunnen vol-
doen. Dat voorkomt teleurstellingen aan beide
kanten."
alfa-college.nl
BUIST SOLAR TECHNOLOGIE
Specialisten in zonne-energie
DEELPROJECTEN:ReCoMa 2.0
Praktijk Instituut Techniek (PIT)
AC Duurzaam
ICT Academy
Oplaadpunt Het Klooster
Oplaadpunt Hunebedcentrum / Geopark De
Hondsrug
Werkplaats Entree
Vitaal Vechtdal Academie
Binnen het Regionaal Co-Makership worden acht
innovatieprojecten doorontwikkeld. Elk project
heeft een verschillende achtergrond, regionale set-
ting en ambities. Bij alle projecten zijn Healthy
Ageing, Energie/Duurzaamheid en Ondernemer-
schap echter de speerpunten. Naast het
Alfa-college, Stenden Hogeschool en Hanze Hoge-
school participeren zo'n 75 partners uit het
bedrijfsleven en lokale overheden in de regio's
Groningen, Drenthe en Noord-Overijssel in het
Regionaal Co-Makership.
ALFA-COLLEGE
Subliem samen-werkingsverband
De Zorgvilla
Gerard Krikken
Installatietechniek
Monteur-mechatronica
Wanneer inkopende organisaties leren om een vraag te stellen aan leveranciers in plaats van “stan-daard” producten aam de markt tevragen wordt innovatie gestimu-leerd.
Een voorbeeld:Een provincie in Nederland was opzoek naar een
methode om op het wegennet gladheid te vermin-
deren. Door innovatief in te kopen en een voor
Nederland nieuw soort asfalt (met een verlaagt vries-
punt) in te kopen hoeft er minder gestrooid te wor-
den.
Dit nieuwe asfalt is 40% goedkoper in aanleg, levert
een bijdrage van
20% aan CO2
reductie en heeft
minder onder-
h o u d s k o s t e n ,
dan de oplossing
die de provincie
in eerste instan-
tie zelf voor ogen
had.
Een tweede voor-
beeld is een ge-
meente die ver-
lichting voor een tunnel vraagt in plaats van dat er
standaard verlichting wordt ingekocht. De stad kreeg
vernieuwende en slimme stadsverlichting: verlich-
ting die (pas) aangaat als je door een tunnel fietst of
rijdt (maar ook weer uit als er niemand rijdt).
Maar ook bij het inkopen van zorg kan innovatie
worden gestimuleerd. Tegenwoordig wordt er in de
zorg veelal ingekocht en betaald naar geleverde en
aangetoonde prestaties en niet meer betaald naar het
aantal verrichtingen. Eigenlijk logisch. Maar nog
niet zo lang de praktijk.
Innovatief inkopen kan veel opleveren maar vraagt
een andere blik en het lef om zaken eens anders aan
te pakken.
Hoe kan je innovatie inkopen?De eerste stap vereist dat je als inkopende partij je
heel goed af vraagt waarom je eigenlijk iets wilt
kopen en wanneer je blij zal zijn met hetgeen je gaat
kopen. Daarbij is belangrijk dat je je realiseert dat
leveranciers veel meer verstand van zaken en ideeën
hebben over het de kopen product of de aan te schaf-
fen dienst dan jij. Daarom: laat je adviseren. Ver-
tel de leverancier(s) je probleem en laat deze met een
oplossing komen. Bedenk het niet zelf. Alleen zo kan
je een (onverwacht) betere oplossing aangereikt krij-
gen dan je zelf hebt bedacht. Maar…dit vraagt wel
wat van een organisatie.
Veel organisaties zijn gewend zelf een oplossing te
bedenken en deze door de markt te laten leveren. We
zijn niet gewend ons door de markt innovatief te la-
ten bedienen.
Daarom is het
verstandig om bij
de introductie
van een innova-
tieve aanpak be-
geleiding te orga-
niseren.
Van Hes Project-
management be-
geleid al meer
dan 5 jaar bedrij-
ven en overhe-
den bij het inno-
vatief inkopen. Wij begeleiden van start tot
oplevering een inkoop-traject. Dat kan een viaduct of
vispassage zijn, de levering van koffie en/of thee of
schoonmaakdiensten. Kortom alles wat in te kopen
valt tot en met onderhoudscontracten voor gebou-
wen of wegen. Het proces om innovatief in te kopen
dat Van Hes Projectmanagement gebruikt is duide-
lijk en vastomlijnd. Door de gedegen voorbereiding
helpen wij uw organisatie om voorgeschreven
oplossingen los te laten en nieuwe mogelijkheden te
ontdekken. Al meer dan 50 organisaties zijn u voor-
gegaan!
Bent u nieuwsgierig geworden? Neem contact met
ons op om te kijken wat wij voor u kunnen beteke-
nen.
Kijk voor meer informatie opwww.vanhesprojectmanagement.nl
High Tech & Innovatie special
Durf, toonaangevend onderzoek,voortdurend ontwikkelend studie-aanbod en verbindingen metwetenschap, het bedrijfsleven en(very) young potentials; ziedaar desuccesfactoren van de FaculteitWiskunde en Natuurwetenschap-pen van de RUG. Het ENGineeringand TEchnology institute Gronin-gen (ENTEG) en de wetenschaps-karavaan Science LinX zijn tweeuithangborden van de faculteit…
Met een indrukwekkende set opleidingen, waarbij
wetenschappen als bedrijfskunde, chemie, natuur-
kunde, wiskunde en biologie worden gekoppeld aan
engineering, heeft ENTEG nationaal en internatio-
naal een unieke, toonaangevende plaats veroverd.
Het onderzoeks- en onderwijsinstituut werkt samen
met andere faculteiten én het bedrijfsleven om het
fundamentele en engineering-onderzoeksterrein
(‘waar technische toepassingsmogelijkheden zijn, is
ENTEG’, lijkt het motto) te verdiepen en te verbre-
den. “Daar plukken zowel studenten als
samenwerkende bedrijven vruchten van”, zegt prof.
dr. ir. Jacquelien Scherpen, directeur van ENTEG.
“Studenten doen veel kennis, vaardigheden en con-
tacten op, terwijl research & development voor de
samenwerkende bedrijven efficiënt en betaalbaar
wordt. We werken samen met de op Noord-Neder-
land gerichte taskforce High Tech Systems &
Materials (www.htsm-nn.nl - red.), hebben nauwe
contacten met het innovatiecluster Drachten en
werken samen met tal van andere kennisinstituten,
multinationals en MKB-bedrijven. Daarmee leveren
we een bijdrage aan de kenniseconomie in het Noor-
den en versterken we de positie van onze faculteit.”
Met de komst van een nieuw Engineering Center en
verdere uitbreiding van het studieaanbod met
Mechanical Engineering/Advanced Instrumenta-
tion en Systems and Control (regeltechniek) worden
ook de werelden van, bijvoorbeeld, ruimtevaart en
medische technologie betreden. Scherpen: “ENTEG
kijkt over de grenzen van vakgebieden en facultei-
ten heen en staat open voor nieuwe
onderzoeksvelden en nieuwe samenwerkingsvor-
men. Door het ontwikkelen en delen van nieuwe,
excellente kennis, kunnen we onze steeds sterkere
positie op gebied van engineering verder uitbou-
wen.”
Science LinX; voor leerlingen en scholenTerwijl de engineering opleidingen van de RUG
onder het bedrijfsleven en vakbroeders het nodige
aanzien genieten, is het
zaak om dit ook onder
de aandacht te brengen
van studenten-in-de
dop; scholieren in de
bovenbouw van het vwo
met een stevig ontwik-
kelde bètaknobbel of
technische interesse. Zij
zijn de wetenschappers
en engineers van de
toekomst, dus is het
zaak om ze zo vroeg
mogelijk te interesseren
voor een studie die hun
interesse heeft. De
faculteit zet daarvoor
Science LinX in; een
science center dat met ten-
toonstellingen, een science
truck, master classes, web-
klassen en symposia
Noord-Nederland door-
kruist en leerlingen en
docenten creatief in aanra-
king brengt met het
vakgebied. Voor scholieren
koppelt Science LinX
natuurwetenschap en tech-
nologie aan het dagelijkse
leven met games, visualisa-
ties en gadgets, voor
docenten en decanen is Sci-
ence LinX de motor achter
Netwerk Noord, dat VO-
docenten ondersteunt bij
het inspirerend overdragen van kennis én het inte-
resseren van scholieren voor techniek en
wetenschap. “In Noord-Nederland is veel vraag naar
goed opgeleid technisch personeel”, zegt Science
LinX-‘aanvoerder’ Bart van de Laar. “Door te laten
zien dat techniek altijd mensenwerk is en enorm
veel interessante en nuttige aspecten kent, kunnen
we geïnteresseerde scholieren, docenten en het
bedrijfsleven een stuk dichter bij elkaar brengen.”
Voor meer informatiewww.rug.nl/research/entegwww.rug.nl/sciencelinx
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
Engineering en RUG; toonaangevend voor leerlingen èn studenten
Jacquelien Scherpen
Ze hebben recent voor NKL Con-tactlenzen, producent van zachte enharde maatwerklenzen in Emmen,een geavanceerde machine ontwik-keld en vervaardigd voor het inpak-ken van lenzen in kunststofhouders.Een technisch hoogstandje vanStevens Engineering uit datzelfdeEmmen en een specialist in het bie-den van een totaaloplossing voor deopdrachtgever.
Tekst: Fred Ootjers
Stevens Engineering is een onafhankelijk technisch
ontwerp- en adviesbureau en werkt met multidisci-
plinaire teams in PMG’s (Product Markt Groepen).
Zo is zij actief binnen Documentbeheer & Datama-
nagement, Process & Energy, Food & Pharma en
Manufacturing & Machinery. Teamleider van de
laatstgenoemde PMG is Jan Grootjans. "Voor de
maakindustrie ontwerpen wij speciaalmachines en
systemen voor het testen en assembleren van pro-
ducten. Wij ontwikkelen bijvoorbeeld voor de vesti-
ging van Philips in Drachten al jaren lang apparatuur
die wereldwijd wordt toegepast in de Senseo-pro-
ductie. In een vroeg stadium worden wij betrokken
bij de ontwikkeling door mee te denken over efficiënt
produceren. Om de ambities van de klant te kunnen
realiseren werken wij nauw samen met leveranciers
en onze klant."
Vanuit het samenwerkingsverband SKS werkt
Stevens Engineering al jaren met diverse partners die
de ontwerpen kunnen bouwen, installeren, onder-
houden en beheren. Grootjans: "Om het hele proces
van ontwerp tot en met installatie en realisatie opti-
maal te beheersen, blijft de ontwerper nauw betrok-
ken bij de bouw van de machine. Een representatief
voorbeeld is de machine die we voor NKL in Emmen
hebben ontwikkeld. Bij NKL worden klantspecifieke
zachte en harde contactlenzen gemaakt in aantallen
van honderdduizenden exemplaren per jaar. Die
werden tot voor kort allemaal met de hand ingepakt
voor verzending naar de opticiens. Een arbeidsin-
tensief werk, met altijd het risico dat er iets fout kan
gaan. Bijvoorbeeld dat een lens niet overeenkomt
met de informatie van de barcode die op het len-
zendoosje staat."
Met inzet van vision-
technologie ontwikkelde
Stevens Engineering niet
alleen een machine die
elke tien seconden een
hermetisch geseald len-
zendoosje met inhoud af-
levert, maar garandeert
ook dat de juiste lens in
het juiste doosje zit.
Beide hightech bedrijven
hebben sterke focus op
innovatie. "Bovendien …
samen zijn we sterk in
het leveren van maat-
werk!"
www.stevens.nl
STEVENS ENGINEERING
‘De kracht van maatwerk’
Bart van der Linden, Technisch Directeur NKL en Jan Grootjans, Teamleider Stevens Engineering bij de lenzen verpakkingsmachine.
Kan een innovatieve inkoopmethodewaarde toevoegen en/of kosten verlagen? Het antwoord is ja! Lees hier hoe dat kan
Susan van Hes Jan Hutten